- Home
- ikkegoemikke
- Meningen
Meningen
Hier kun je zien welke berichten ikkegoemikke als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
(500) Days of Summer (2009)
Alternatieve titel: 500 Days of Summer
Ik ben niet echt een rom-com liefhebber. Eentje per jaar is ruim voldoende Maar om eerlijk te zijn is dit de eerste rom-com waar ik het gevoel had dat dit strookte met de werkelijkheid (in veel gevallen). Niet die overdreven romantiek en zoetsappigheid over prinsen op witte paarden en lieftallige meisjes die welwillend een smakkerd ontvangen. Zoiets waar elk tienermeisje van begint te zweven dus. Nope, een film over Tom, die van zijn roze wolk dendert en uiteindelijk beseft dat diegene die hij aanzag als de ware, Summer dus, haar levensfilosofie uiteindelijk gewoonweg fake was Niet echt een film om met je pas veroverde geliefde te gaan bekijken Ik vond het daarentegen een prachtfilm.
4*
#Saraitda (2020)
Alternatieve titel: #Alive
I must survive.
Ik had alleen maar lovende woorden voor de film “The night eats the world” oftewel “La Nuit a dévoré le Monde”. Een eigenzinnige film over een Parijzenaar die plots wakker wordt in een door zombies ingepalmd Parijs. “#Alive” (originele titel "#Saraitda”) is de Zuid-Koreaanse versie. Het enige verschil is dat de zombies hier meer expliciet in beeld worden gebracht. Bij de Franse versie opperde ik dat niet-zombiefilm-liefhebbers gerust konden kijken zonder dat ze zich zorgen moesten maken om remsporen achter te laten in hun ondergoed, telkens er zo’n hologig schepsel om de hoek verschijnt. Deze regel gaat niet op voor “#Alive”.
Als Oh Joon-woo (Ah-In Yoo) ’s morgensvroeg wakker wordt en achter zijn PC kruipt om verder te gamen, beseft hij niet dat de dag heel anders zal verlopen dan gewoonlijk. Algauw komen de nieuwsberichten binnen over een vreemde ziekte die zich razendsnel verspreidt waarna mensen in razernij ontsteken en met bloeddoorlopen ogen medeburgers aanvallen. Als Joon-woo uit het raam van het ouderlijke appartement kijkt, is hij getuige van dit bizar fenomeen. De jonge gamer is snugger genoeg om niet in paniek het appartement uit te stormen. In plaats daarvan barricadeert hij de voordeur, inventariseert wat er te eten valt en tracht contact te maken met de buitenwereld. Dat dit niet zo vanzelfsprekend is, is ook niet echt een verrassing.
Het overgrote deel van de film speelt zich, net als in “La Nuit a dévoré le Monde”, in het appartement af. Je bent getuige van hoe iemand moet omgaan met een levensbedreigende situatie en hoe er wanhopig gezocht wordt naar een manier om aan deze situatie te ontsnappen. Natuurlijk wordt hij geconfronteerd met het onvermijdelijke. Zo is er na een tijd een gebrek aan voedsel en drank. Dat er een afgeladen volle drankkast aanwezig is met liters sterke drank, kan voor kort vertier zorgen. Maar echt dorst lessen ermee is niet echt aanbevolen. Ook het gemis van zijn familie en de eenzaamheid begint zwaar door te wegen. Contact met de buitenwereld lukt niet. En een video-dagboek bijhouden helpt maar gedeeltelijk.
Tijd om de volgende hoofdrolspeler te introduceren. Namelijk het jonge meisje Kim Yoo-bin (Shin-Hye Park) die in een appartement recht tegenover Oh Joon-woo leeft. Wat volgt is een primitieve interactie tussen de beide individuen waarbij gebruik wordt gemaakt van technische hulpmiddelen zoals daar zijn tablets en een drone. Beide hebben hetzelfde doel voor ogen en dat is overleven. Niet dat personen die een gelijkaardige situatie zitten in andere zombie-films, dit doel niet voor ogen hebben. Maar in plaats van zich naar buiten te begeven en hun weg trachten te vinden doorheen een met zombies geplaagde maatschappij, blijven de twee rustig zitten in hun stekkie en wachten het juiste tijdstip af.
“#Alive” is niet bijster origineel en brengt in wezen niets nieuws. De zombies op zich zien er wel uitermate creepy uit . Er zijn momenten dat de spanning oploopt. Er zijn ook een aantal grappige situaties te bekennen. Naar het einde toe hebben ze er nog een aparte verhaallijn aan toegevoegd. Sommigen zullen dit als storend ervaren. Ik vond het daarentegen geslaagd en bracht een beetje variatie in het overkoepeld verhaal over de twee hoofdrolspelers. Misschien was de ontknoping een beetje over-the-top. Maar over het algemeen kon ik me toch vinden in de algemene toon van deze film. Uiteindelijk zitten we nu in een gelijkaardige situatie met de COVID-pandemie. Het zijn dan wel geen zombies, maar velen hebben toch het laatste half jaar voor geruime tijd hun woonst niet verlaten om erger te voorkomen. En eigenlijk is “#Alive” meer dan een gewone zombie-film als je het zo bekijkt. Ben je een aanhanger van zombie-flicks zoals “La Nuit a dévoré le Monde” of in mindere mate ook “Zoo”, dan moet je deze Zuid-Koreaanse variant een kans geven op Netflix. Zeker de moeite waard.
3*
+1 (2013)
Alternatieve titel: Plus One
Angad tegen David : You're all right man! Not like Teddy! He's a dick juicer!
Na een goed uur hoopte ik ook dat thuis de lichten begonnen te flikkeren en mijn alter ego zou verschijnen om de film af te zetten. Wat een uitermate vervelende en immens saaie bedoening was dit uiteindelijk. Meer dan een uur kijken naar een waarschijnlijk wel blitse houseparty met dreunende bassen en een zichzelf te pletter zuipende jeugd, waar de ene zich waarschijnlijk nog goddelijker vind dan de andere, werd voor mij na een tijdje wel een beetje te veel. Het leek wel "Groundhog Day" behalve dat de terugkeer in de tijd voor een dubbelganger zorgde. En het ook totaal nietszeggends was en helemaal niet boeiend om te volgen.
Een onschuldig stupide kus is het begin van de hele ellende. Het volgende moment is er één of andere inslag waarvan ik eerst vermoedde dat het een komeet zou kunnen zijn, maar uiteindelijk zal het wel één of ander buitenaardse levensvorm zijn zeker ! Ook zoiets waarin deze film schittert. Je hebt geen flauw idee wat er aan de hand is of wat de oorzaak is van het fenomeen. En op het uiteinde weet je nog evenveel.
Voor je het weet zitten de hoofdrolspelers op een houseparty waar je alleen rondhossende en vreselijk irrirant doende blitse tieners over elkaar ziet rondstruikelen. Rhys Wakefield is de sukkel die eigenlijk de hele party achter zijn vriendin Jill loopt te zoeken om zijn fout die hij gemaakt heeft goed te maken. En dat de hele film lang !
Ik vind trouwens dat hij soms erg naargeestig uitziet. Op het ene moment heeft hij die verdwaasde blik, dan een blijkbaar innemende glimlach , om dan over te gaan in een gestoorde kwade blik. In "The Purge" was dit wel van toepassing als redelijk psychisch labiel personage. Als iet of wat naakt een reden is om een film hoog te waarderen, dan zal deze +1 wel enorm gewaardeerd worden, want die Melanie is een lust voor het oog. En al zeker als haar dubbel er ook nog eens bij komt staan.
De tijdsprongen naderen steeds meer de realiteit, maar het feestje gaat onbezonnen verder. Er wordt een spelletje fireball-tennis gespeeld waardoor een paar gordijnen in brand vliegen. Geen nood want de sprinkler-installatie komt te hulp. De brandende tennisbal was trouwens een akelig slechte SE.
De apotheose is het moment waarop iedereen een beetje staat te drummen met zijn alter ego in een tuinhuisje. Ik vroeg me trouwens af hoe die hele meute die eerst voor dat podium stond, samen met hun dubbelganger in dat kleine tuinhuisje konden. Dat was eventjes proppen.
Enfin, de bende beslist om de evenbeelden te vermoorden en wat volgt is een bizar moment van haren trekkende trienen en rondstekende en beukende would-be moordenaars. De finale is dat uiteindelijk alles weer normaal blijkt te zijn en dat David weer Jill heeft kunnen veroveren. Vreselijk en belachelijk simpel verhaal. Goed voor tieners die de woorden kwaliteit en zinvol nog niet hoog in hun vaandel dragen.
Uiteindelijk hoop ik dat ik nooit een tijdsprong zal meemaken dat me terugbrengt naar het moment dat ik deze film begon te kijken.
0.5* (en dat voor het bekoorlijke lichaam van Natalie Hall)
10 Cloverfield Lane (2016)
Alternatieve titel: Ten Cloverfield Lane
“It's amazing, you people..
You wear helmets when you ride your bikes, you have seat-belts,
you have alarm systems to protect your homes.
But what do you do when those alarms go off?”
De grootste fout die de bedenkers van deze psychologische thriller met een laagje SF erover heen hebben gemaakt, is het de titel “10 Cloverfield Lane” te geven. Diegene die een vervolg verwachten op de magistrale film “Cloverfield” uit 2008 (voor mij één van de beste found-footage films) zal zich bekocht voelen. Diegenen die hopen dat deze film er totaal niets mee te maken hebben en ervan uitgaat dat de titelkeuze louter en alleen een commerciële beslissing is, zullen uiteindelijk ook ontgoocheld zijn. “10 Cloverfield lane” is zonder twijfel de meest moeilijke film om een opiniestuk over te schrijven, want teveel onthullen komt niet ten goede voor diegene die de film nog wil zien. Ik weet in ieder geval dat ik een batterij molotovcocktails in mijn kelder ga opslaan want dit zijn naderhand bekeken toch wel de meest belachelijke maar ook meest effectieve verdedigingswapen tegen … euh … laat ik het maar gewoonweg bij tegenstanders houden.
Verwacht je dus ook niet aan zenuwtergende actie en een destructief, reusachtig monster dat een metropool in een ruïne verandert. De hele film speelt zich hoofdzakelijk af in de beperkte ruimte van een soort atoomschuilkelder. Het werd geduldig ontworpen door Howard (John Goodman) die het naderhand dan ook voorzag van alle noodzakelijk faciliteiten om elke doemscenario dat zich in zijn hoofd ontspon te overleven. Howard is ex-marinier en is al jaren zichzelf aan het voorbereiden op het einde van de wereld. En dat is wat Michelle (Mary Elizabeth Winstead) dan ook te horen krijgt als ze terug bij bewustzijn komt in Howard’s bunker. De wereld ligt in puin na één of andere apocalyptische aanval en de lucht is besmet. Dat ze aan de muur vastgeketend is, doet haar echter vermoeden dat ze ontvoerd werd. Howard beweert daarentegen dat ze een auto-ongeval had en hij haar heeft meegenomen voor verzorging en aldus haar leven heeft gered. Nadat ze hetzelfde verhaal te horen krijgt van Emmett (John Gallagher Jr.), ook een overlevende die mee heeft geholpen aan de bouw van deze bunker, verdwijnt de achterdocht bij Michelle.
Wat volgt is een psychologische thriller vol achterdocht en twijfel. De beperkte ruimte zorgt voor een beklemmend gevoel. Mensen met claustrofobie kunnen dus best deze film mijden. Constant vraag je je af of er nu echt iets loos is aan de oppervlakte of dat Howard gewoonweg een psychopathische gek is die dit alles verzonnen heeft. Je wordt telkens weer op het verkeerde been gezet waardoor de plausibiliteit van elke optie telkens weer verandert. Het meest lovenswaardige in deze film is het acteren van John Goodman. Toegegeven ik vind Goodman een schitterend acteur die op een natuurlijke wijze gestalte geeft aan zijn personage. Of hij nu een malafide geldschieter zoals in “The Gambler” speelt of een excentrieke drugsdealer zoals in “Flight”. Telkens weer lijkt het alsof Goodman geboren was voor de rol. Zo ook hier. Enerzijds is Howard een gezellige dikkerd met een ietwat neurotische kantje wat hem een notoire doemdenker maakt. Anderzijds hangt er een waas van geheimzinnigdoenerij rondom hem en lijkt zijn paranoïde houding wel alsof hij toch heel andere voornemens heeft met de door hem geredde gasten. Op die momenten komt hij angstaanjagend en imposant over. Het groeiende wantrouwen tussen de hoofdpersonages is fantastisch uitgewerkt en boeit uitermate.
En wat was dan wel het minst lovenswaardige in deze film? Het einde dus. De spanning die stelselmatig opgebouwd wordt gedurende het eerste anderhalf uur, is in één klap verdwenen en wordt vervangen door plaatsvervangende schaamte. Niet alleen zit dit einde vol kolderieke, idiote ontwikkelingen, maar voelt het tenslotte aan alsof ze deze ontknoping op het allerlaatste moment hebben verzonnen uit commerciële overwegingen (iets waar ik allergisch voor ben). Eerlijk gezegd, het ziet er erbarmelijk slecht uit en de respons van Michelle is compleet ongeloofwaardig (vage omschrijving. Ik weet het. Maar noodzakelijk als ik niks wil verklappen). Misschien zit ik wel fout, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat de inmenging van J.J. Abrams wel eens de oorzaak is. Is het daarom dat de filmtitel “The cellar” werd aangepast naar “10 Cloverfield lane”? Was er misschien al een andere ontknoping? En werd deze onder invloed van Abrams herschreven zodanig dat men de aanhang van de film “Cloverfield” naar de zalen kon lokken? Geen idee, maar mijn waarderingscijfer zakte pijlsnel tot op hetzelfde niveau waarop Howard’s bunker zich bevond. Spijtig.
2.5*
10x10 (2018)
I want you to tell me your name.
Cathy.
My name is Cathy Noland.
Eén ding is zeker. Deze film breekt alle records als het over wederopstanding gaat. Het aantal keer dat je één van de twee hoofdrolspeler weeral ziet recht krabbelen, is precies eindeloos. Het was precies een nieuwere versie van “Night of the living dead”. Maar dan met twee koppige niet-zombies wiens recuperatievermogen bovenmenselijk leek. Ik was op een bepaald moment meer bezig met me af te vragen wie van de twee het laagste IQ had. Want het aantal dommigheden is ook niet bij te houden na een tijd. En tenslotte vroeg ik me ook af op het uiteinde welke verklaring Lewis (Luke Evans) zou geven over het hele gebeuren als de ordediensten zijn oprit komt oprijden. Overduidelijk dat ik dit tussendoortje niet echt appetijtelijk vond. En dat vanwege de opstapeling van onzinnigheden.
De film trok me louter en alleen aan vanwege de medewerking van Luke Evans. Persoonlijk vind ik het geen slechte acteur die over een bepaalde uitstraling beschikt. Naar mijn mening acteerde hij niet zo bijster slecht in “No One Lives” en “Message from the King”. Hij straalt een bepaalde kalmte en koelheid uit. Maar hier blijkt hij ook nog eens over de gave van domheid te beschikken. Ofwel probeerde men hem als een echte amateur te portretteren. Nochtans begint het allemaal redelijk intrigerend. De geduldigheid waarmee Luke zijn toekomst slachtoffer Cathy (Kelly Reilly) observeert en de schijnbaar perfecte manier waarop hij de ontvoering uitvoert. Vanaf dan begon het meer op een slapstick te lijken dan op een zenuwslopende thriller. De ontvoering was niet perfect te noemen maar eerder een samenloop van toevalligheden en puur geluk. Voor hetzelfde geld was hij daar al tegen de lamp gelopen.
Het volgend hilarisch moment (intentioneel veronderstel ik) is de aankomst bij zijn hypermodern, smaakvol ingericht huis. Daar wacht voor het slachtoffer een vernuftig geïnstalleerde, geluidsarme isoleercel van 10 op 10 meter. Luke blijkt een regelmatige doe-het-zelfzaak bezoeker, want hij heeft deze zelf in elkaar geknutseld. Dat kreeg hij voor elkaar. Maar een perfect werkende garagepoort is blijkbaar ook teveel gevraagd. En vanaf dan start een psychologisch kat en muis spel dat enkel en alleen rond wraak draait. Verder uitwijden over deze toch wel minder geslaagde film zal ik niet doen. Het is sowieso al niet veel soeps qua inhoud. Eigenlijk is de inhoud zo beperkt dat men besloot om het geheel op te vullen met niet ter zake doende trivialiteiten en emotionele momenten. Je moet de makers van deze film wel nageven dat ze ervoor gezorgd hebben dat het tempo hoog ligt. Er is nog maar een half uur voorbij en de arme Cathy zit al gekneveld en angstig in de cel.
Dat “10X10” niet aan de verwachtingen beantwoorde, is volgens mij niet te wijten aan het acteerwerk zelf. Dat was bij momenten niet zo echt slecht en redelijk overtuigend. Ik denk eerder dat het script aan de basis ligt van deze teleurstelling. En dit vanwege een te beperkt verhaal. Hoe kan je nu van een flinterdun, simplistisch plotje een kanjer van een film maken? Dat lukt zelfs voor de Spielbergen en George Lucassen in deze wereld niet. Om eerlijk te zijn maakte het mij al helemaal niets meer uit wie op het einde van de film het loodje erbij zou neerleggen. Ik was al tevreden dat men tenminste voor een acceptabele speelduur had gezorgd.
2*
12 Feet Deep (2017)
Alternatieve titel: Trapped Sisters
Are you dense? Everyone's left.
The pool's closed for the holiday weekend.
We're stuck in here. We're gonna die in here.
Ik hoop niet dat dit een trend gaat worden, anders gaan er nog meet van dit type films verschijnen in de toekomst. Ik zie het al zo voor me. “For a few degrees more” met een blonde vamp die opgesloten zit in een sauna complex met een slecht functionerende thermostaat zodanig dat haar siliconen implantaten dreigen te imploderen. Of “Once upon a time … a hand in a hole” met een mannelijk koppel op een minigolfbaan waarbij één van die venten vlak voor sluitingstijd met zijn hand vast blijft zitten in zo’n hole terwijl hij zijn golfballetje wil recupereren. God beware ons. In “12 Feet deep” zijn het twee zussen die, hoe is het mogelijk, vast komen te zitten onder de siliconen afdekzeil van een publiek zwembad. En de boosdoener is een ring die vast zit in een metalen rooster op de bodem van het zwembad. Hoe verzinnen ze het? En ik vraag me nog altijd af hoe ze dat klein juweel van zover hebben kunnen zien zitten!!!??
Vrouwen en water. Blijkbaar geen goede combinatie. Kijk maar eens naar de films “The Shallows” en “47 Meter down”. In de eerste belandt Nancy bij een partijtje surfen samen met een zeemeeuw op een stukje rots, terwijl een immense haai met lonkende ogen naar haar lillend vlees kijkt. In “47 Meters down” zijn het de zussen Kate en Lisa die in een haaienkooi vastzitten terwijl een hoop haaien hen al zien als sappig middagmaal. In “12 Feet deep” zijn er ditmaal geen haaien te bespeuren maar wel weer eens twee zussen, Bree (Nora-Jane Noone) en Jonna (Alexandra Park). En nu speelt het zich ook niet af ergens in een Caraïbisch gebied maar wel in een doorsnee publiek zwembad. En dat is ook de enige locatie die je te zien gaat krijgen de gehele film. Plus een heleboel water.
Zelf ben ik ook niet bepaald een fan van het fenomeen zwembaden. Ik ging er dan ook al vanuit dat de makers van deze film toch enigszins verrassend uit hoek zouden komen om mijn aandacht erbij te kunnen houden. Om eerlijk te zijn ging ik er al vanuit dat het doodsaai ging worden. Enerzijds was dat ook zo. Zeker als je al voor de zoveelste keer één van de zusje het zwembad ziet ronddobberen op zoek naar een ontsnappingsmogelijkheid. Anderzijds werden er nog aspecten bijgesleept die het dan toch interessant maakten. Vooreerst is er het dispuut tussen de beide zussen vanwege een duister voorval in hun verleden die littekens heeft geslagen. Zowel letterlijk als figuurlijk. En dan is er vervolgens nog een weekend-poetsvrouw wiens intenties niet bepaald hulpvaardig te noemen zijn. Deze twee factoren zorgen er voor dat de film, weliswaar minimaal, intenser werd.
Grappig was de verschijning Tobin Bell in deze film. Hier kreeg hij dan wel de taak als uitbater van het zwembad toebedeelt. Een minder sinister rol als Jigsaw in de “Saw” franchise natuurlijk. Maar heel even leek het wel alsof hij een demonisch gelaatsuitdrukking vertoonde terwijl hij over het wateroppervlak keek. Ik vroeg me af of er op dat moment niet de zin “Hello, I want to play a game” door zijn hoofd schoot, voordat hij zich naar huis haastte. Zijn bijdrage is echter beperkt. Dus niet alleen is er de beperking van de locatie, maar ook dat van de hoofdrolspelers die de hele film dragen.
Toch slaagden de makers om het geheel op een schitterende manier in beeld te brengen en je een claustrofobisch gevoel te bezorgen. Een camera die constant tussen het wateroppervlak en de overkapping zweeft. Een beperkte ademruimte waar je de twee zussen hulpeloos naar elkaar turen, beseffend dat ze in een wel erg benarde, levensbedreigende situatie terecht zijn gekomen. Als blijkt dat één van de twee zussen ook nog diabeticus is die dringend een injectie insuline nodig heeft, wordt het een gevecht op leven en dood. De film kreeg de labels horror en thriller opgeplakt (op IMDb toch). Maar echt horror kan je het niet noemen. Of je moet een panische angst hebben voor water of enge ruimtes. En echt boeiend vond ik het nu ook niet. Misschien dat zweminstructeurs of professionele duikers dit fascinerend vinden. Hadden ze er een einde als in “Let the right one in” bij verzonnen, dan was het misschien adrenaline verhogend geweest. Ik ben er zeker van dat het voor de personen die dit in werkelijkheid hebben meegemaakt (want blijkbaar is de film gebaseerd op waargebeurde feiten) intens en huiveringwekkend was.
2*
12 Rounds 2: Reloaded (2013)
Alternatieve titel: 12 Rounds: Reloaded
Wat een vreselijk geacteerde B-film was me dit. Ik twijfel er niet aan dat de omtrek van Orton zijn biceps indrukwekkend zijn, maar van zijn acteerprestaties was ik totaal niet onder de indruk. Het is inderdaad een soort SAW-kloon maar dan voor doorsnee kijkers. Vreselijk kunstmatig aanvoelende vechtscenes, domme auto sequences waarbij het lijkt alsof al de anderen met een slakkegangetje rondreden. Een lullig wraak fimpje waar ik me nog altijd afvraag waarom die arme portier er bij betrokken werd in zijn sinister plan- Had hij evengoed al de andere gasten,obers en DJ op zijn lijst kunnn zetten. De aftiteling was nog het beste.
0,5* voor de moeite
12 Strong (2018)
This is Afghanistan.
Graveyard of many empires.
Today you are our friend, tomorrow you are our enemy.
It won’t be any different for you.
Soon America will become just another tribe here.
You will be cowards if you leave.
And you will be our enemies if you stay.
Ik stelde me maar één vraag na het zien van “12 Strong”. Waarom hebben de Amerikaanse autoriteiten niet 1200 van die goed getrainde, ervaren soldaten gestuurd in plaats van dit beperkte groepje van 12 ? Dan hadden ze met één armbeweging de hele Taliban en het schorriemorrie dat erbij hoort, uit Afghanistan weggeveegd. Nu na meer dan 15 jaar zitten de Amerikaanse troepen daar nog steeds en zijn de levensomstandigheden en politieke situatie er niet op verbeterd. Dat deze 12 elitesoldaten voor een doorbraak hebben gezorgd in de bestrijding van de Taliban aldaar, kan ik nog geloven. Dat de gehele film gebaseerd is op waargebeurde feiten, wil ik ook nog wel geloven. Maar ik denk dat het gebeuren tussen het droppen van deze soldaten en hun thuiskomst, met een enorme korrel zout moet bekeken worden. Het leek net een superhelden film op bepaalde momenten en de film is het schoolvoorbeeld voor het etaleren van het Amerikaans patriottisme.
Enig idee hoeveel Taliban strijders deze 12 super elitesoldaten in het vizier hebben gekregen en met een welgemikt schot naar het hiernamaals gestuurd hebben alwaar hun een harem maagden staat op te wachten? Ik was de tel kwijt na een tijdje. Ik ben er zeker van dat de Amerikaanse soldaten hun automatisch geweer uitgerust was met een auto-aim functie, want het aantal headshots is schrikbarend hoog. Ik veronderstel ook dat de Taliban strijders uitgerust waren met verouderd Sovjet en uit andere werelddelen afkomstig wapentuig, want hun schietkunsten liet toch te wensen over. Ofwel hadden ze woestijnzand in de ogen. Of de Amerikaanse soldaten kozen een perfect tijdstip uit, zodanig dat deze moslimstrijders telkens overvallen werden net op het moment dat ze hun Perzisch tapijtje uitrolden en zich al biddend richting Mekka neerknielden. Een andere verklaring heb ik niet. Ofwel zijn het gewoonweg erbarmelijk slechte schutters.
Ik had wel bewondering voor de elitesoldaten, daar ze zich door dit land moesten verplaatsen te paard. Niets speciaals zou je zeggen. Maar wel als je weet dat er slechts één iemand ervaring had in deze discipline. Dat er niemand van een Afghaanse bergkam is gedonderd, verwonderde me dus wel. Ze hadden ook nog eens een bijkomend obstakel. Niet alleen hadden de lokale krijgsheren zoals Dostum (David Negahban) een grondige hekel aan het Taliban regime. Er was ook de onderlinge rivaliteit tussen de verschillende Afghaanse krijgsheren. Afghanen hebben blijkbaar allemaal een kort lontje (stresserend voor zelfmoordterroristen). Ik begrijp echter niet hoe ze op een bepaald moment wisten op wie ze nu moeten schieten, want die moslimstrijders zien er allemaal identiek uit. “12 Strong” is een oorlogsfilm zoals zoveel anderen. Behalve dat men ditmaal ten strijde trekt te paard tegen een overmacht voorzien van een hypermodern wapenarsenaal. Het levert soms indrukwekkende maar tegelijkertijd twijfelachtige beelden op. Het leek wel “The Magnificent Seven” gemixt met “Hacksaw Ridge” op een bepaald moment.
De eer om de aanvoerder van deze elitetroepen te zijn, kreeg Chris Hemsworth, die dit met bravoure en overtuiging klaarspeelde. Mitch Nelson is een officier zonder oorlogservaring maar met een charisma en intellect dat ervoor zorgt dat deze onmogelijke operatie ten volle slaagde. Hij weet een generaal te overtuigen, nadat hij deze meermaals in zijn betoog onderbrak (iets wat blijkbaar totaal uit den boze is in het Amerikaans leger). En hij weet op een doortastende wijze een Afghaanse krijgsheer zover te krijgen dat die een jarenlange vete eventjes vergeet om vervolgens het strijdbijl kortstondig te begraven. “12 Strong” is zeker spannend te noemen, bevat een hele resem actierijke scènes en toont op een overduidelijke manier hoe chaotisch de politieke situatie in dat land is. Mijn persoonlijke mening over heel deze problematiek is van een heel andere strekking, waar velen niet mee eens zullen zijn. Laat me het zo stellen. Ik ben ervan overtuigd dat zolang er pakken geld te verdienen valt aan deze triestige situaties ,waar meestal doodgewone en onschuldige mensen het slachtoffer van zijn, er nooit iets zal veranderen aan deze intrieste situaties.
3*
12 Years a Slave (2013)
Alternatieve titel: Twelve Years a Slave
My sentimentality stretches the length of a coin.
“12 Years a Slave” is een indrukwekkende verfilming van het dagboek van Solomon Northup, een vrij man die rond 1840 leefde in Washington samen met zijn familie. Hij wordt benadert door twee zakenmannen die in de variété werken en die hem een korte lucratieve job aanbieden in een circus als muzikant. Solomon wordt gedrogeerd en ontvoerd naar het zuidelijke Amerika, om daar verkocht te worden als slaaf. Wat hierna volgt is een pakkend en weerzinwekkend relaas van een man die tracht te overleven in onmenselijke omstandigheden en lijdt onder het gezag van de blanken die met strenge hand oordelen over het lot van deze zwarten.
Bij momenten is het pijnlijk en onverdraagzaam om naar bepaalde beelden te kijken. De hulpeloosheid op de gezichten en de uitzichtloze situatie waarin deze mensen toen vertoefden was schrijnend om te zien. Het moment waarop ze arriveren in New Orleans en voet aan wal zetten, is er dat kortstondig beeld van geketende zwarten met geamputeerde handen en een apathische gelaten uitdrukking op hun gezicht. Deze zwarten werden puur gezien als handelswaar : gekeurd als een ordinair trekpaard en indien het niet meer voldoet aan de vereisten, werden ze gewoon afgevoerd. De hele film toont een beeld van vernedering, misbruik en foltering. Het walgend gevoel was nooit veraf.
De settings en aankleding van de gehele film was schitterend in beeld gebracht. De hele film ademde de tijdsgeest uit, zowel in Washington als in de zuidelijke staten. Washington zag er uit als een welvarende gedistingeerde stad. Het zuidelijke gedeelte zag er broeierig en stoffig uit. Je voelde de drukkende hitte van het scherm stralen en je kon het zweet (door angst en inspanningen) bijna ruiken. Schitterende buitenopnames en sfeerbeelden wisselden zich af met armoedige hutten en verval.
Een indrukwekkende cast hadden ze ook al ingelijfd. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nog nooit gehoord had van Chiwetel Ejiofor. Hij had tot nu de status van die-kerel-die-ook-in-die-film gespeeld heeft. Dat zal nu wel veranderen en zijn (moeilijke) naam zal nu wel bekender in de oren klinken. Nochtans speelde hij ook mee in "Salt" en "American Ganster". Hij speelt wel de rol van zijn leven en is zeker een Oscarnominatie waard. Subliem hoe hij de metamorfose van een welbespraakt aanvaarde persoon naar een vernederde tot zwijgen opgelegde slaaf tot uitvoering brengt. Een verscheidenheid van gelaatsuitdrukkingen : eerst genietend, dan wanhopig,vernederd en onderdanig, woede en wrok, rechtvaardigheidsgevoel en ontfermend, tot opgelucht en berouwvol. Het hele pallet speelde hij blijkbaar moeiteloos. Michael Fassbender komt aannemelijker over in deze film als de wrede,despotische en demonische Edwynn Epps, dan in zijn rol als counselor in "The counselor". Op dit moment prijkt hij op nummer 1 in mijn lijst van meest sadistische en walgelijke filmfiguren. Een figuur die geilt op zijn machtspositie, een jong meisje gebruikt voor zijn persoonlijk plezier tot ergernis van zijn vrouw en klaarblijkelijk ook nog een drankprobleem heeft waardoor de stemmingswisseling onvoorspelbaar en gevaarlijk waren.
De onbekende Lupita Nyong'o kan terugkijken op een weergaloze prestatie en is duidelijk gelanceerd in filmland. Wat een prachtprestatie !
Cumberbatch zijn bijdrage was spijtig genoeg beperkt. De figuur Ford kwam bij momenten over als een minzaam man die toch enig medelijden kon opbrengen. Maar uiteindelijk was het voor hem ook puur een investering en niet meer dan dat. Het moment waarop Solomon op zijn landgoed aankomt met de diepbedroefde moeder, die pijnlijk gescheiden werd van haar kinderen, gaf de vrouw van Ford een perfecte vertoning van de houding in die contreien. Het eerste moment medelevend en bezorgd, om eensklaps kurkdroog te reageren dat een stevig maal nodig is voor de vrouw en dat ze na een paar dagen haar kinderen al vergeten is. Deze vrouw wordt naderhand ook verwijderd omdat ze het moreel aantast waarschijnlijk. Verder zijn er nog korte vertolkingen (maar niet onbelangrijk) door Paul Giamatti als de gewiekste slavenhandelaar, Paul Dano als de wrede Tibeats (recent nog een schitterende rol in “Prisoners” vertolkt), Sarah Paulson als de vrouw van Epps (Mary Lee in "Mud") en Brad Pitt. Deze laatste had een inhoudelijk en cruciale rol in deze film. Hij was tenslotte diegene die Solomon uiteindelijk de vrijheid terug bezorgde. Of Pitt dit nu moest spelen is een andere vraag. Het had ook wel iemand anders kunnen zijn, maar de naam zal wel zorgen voor wat meer belangstelling, veronderstel ik.
Een boeiende en aangrijpende film dus over één van de zwartste pagina's in de Amerikaanse geschiedenis. Het sterkste moment was de ellenlange scene waar Solomon aan een touw bengelt en in de achtergrond iedereen langzaamaan terug zijn gang gaat. Het feit dat de andere lotgenoten de hele film zich in stilzwijgen hulden is logisch. De wijze les was ook om zo weinig mogelijk te zeggen, laat staan dat het zou uitkomen dat je kan lezen en schrijven. Zoals iemand ook waarschuwde "Unless you want to be a dead nigger.”.
En toch is deze film niet eentje die boven alles uitsteekt. Niettegenstaande dat deze periode nooit of te nimmer vergeten mag worden, had ik op het einde een "daar gaan we weer" gevoel. Na “Django Unchained”, “The Butler” en “Lincoln”, plus het feit dat er in het verleden ook al televisieseries zijn vertoond o.a. “Roots” en “North and South” , hoop ik dat we nu een tijdje dit onderwerp kunnen laten rusten. Ook vond ik het raar dat ondanks dat Solomon blijk geeft van intelligentie en overkomt als een wijs en welbespraakt man, dit blijkbaar geen reden is tot zorgen maken. Als je de lijn doortrekt zou ik als bezitter me daar zo snel mogelijk vanaf maken. Ook het feit dat ondanks de beproevingen, Solomon de kalmte ten allen tijde kan bewaren (tot op het einde bij de hereniging met zijn familie), leek me ook een beetje overdreven. En daarnaast vertelt de filmtitel eigenlijk het hele verhaal waardoor je ook niet verrast kan worden of zou kunnen genieten van één of andere ingenieus gevonden wending.
Een film die blijft nazinderen, een prachtprestatie op acteergebied en voor mij een oscar voor Chiwetel Ejiofor. De film zelf is de zoveelste in een rij echter.
4*
13 Ghosts (1960)
Old-skool spookverhaal. Lekker ouderwets en verre van eng. Spijtig dat de ontknoping abrupt afgehandeld werd.
2.5*
13 Hrs (2010)
Alternatieve titel: Night Wolf
Weer eens een weerwolf ...
Het positieve aan deze film is dat de weerwolf direct met de deur in huis valt. Dochterlief keert terug uit de VS. Ontmoet (met een Britse koelheid) de vader. Mengt zich dan in een drinkgelag met haar irritante stiefbroers. En na het zich verplaatsen naar het landhuis, kan het feestmaal beginnen en zijn we vertrokken voor een slasher-verhaal.
Negatieve punten zijn er dan weer teveel om op te noemen. Totaal geen inleiding of enige voorgeschiedenis over de familie. Irriterende (ja inderdaad) vertolking van een aantal broers en een truttige vriendin. Geen enkele verklaring waar het wezen dan ineens vandaan komt. Zeer slechte niet overtuigende acteerprestaties. Belachelijke handelingen in de situatie waarin ze zitten. Blijkbaar is het voor deze Britse jongeren wel enorm opwindend , zo'n slachtpartij onder familiegenoten. Zo opwindend dat ondanks de dreiging van een in stukken scheurend fenomeen dat ronddwaalt in het huis, zoonlief de onweerstaanbare drang heeft om zijn rondborstige vriendin te beginnen opvrijen. Vreselijk slechte trucages en misselijkmakende stroboscopische effecten. Als je de transformatiescene uit "An American Werewolf" voor ogen hebt, is dit in deze film eerder een aanfluiting op het weerwolf-genre. Bedroevende grimage op het einde en een vreselijk slechte afsluiting.
Meesterlijk omschreven door iemand : No tension, no pace, no catch phrases, no humour, no wit and unfortunately no "horror".
Vervelende film dus, met als enige doel een aaneenschakeling van slasher-movie effecten, die dan ook nog eens vreselijk gevisualiseerd werden.
0.5*
13 Sins (2014)
Congratulations.
You have been selected for the opportunity to take part in a one-of-a-kind game show!
Wat zou jij doen ? Je zit in je wagen wezenloos voor je uit te kijken terwijl je bij een rood licht wacht. Het begint langzaam tot je door te dringen dat je wereld langzaam in elkaar stort met jezelf in het episch centrum. Je droom om op te klimmen naar een toonaangevende positie binnen het bedrijf waar je werkt, werd in de kiem gesmoord door een plots ontslag, omdat je niet meedogenloos en gevoelloos genoeg bent. Je vrouw is hoogzwanger en je staat op het punt te trouwen. Je moet dan ook nog zorg dragen voor je mentaal gehandicapt broertje die je een bom duiten kost. Je hebt nog openstaande schulden van je studies. En als kers op de taart trekt je bejaarde racistische vader ook nog bij je in. Je komt dan tot het besef dat je leven een hel gaat worden, daar je toekomstige vrouw ook nog eens een Afro-Amerikaanse is.
En dan krijg je plots een telefoontje waarbij je te horen krijgt dat je geselecteerd bent om mee te doen aan een simpel spelletje waarbij je 13 taken moet uitvoeren, om dan op het uiteinde zo maar eventjes 6.2 miljoen $ op te strijken ! De eerste taak voor 1000$ is het doodmeppen van een vlieg die rondvliegt in zijn auto. Ik zou er geen seconde over nadenken en die rotvlieg een opdonder geven van jewelste. En dat deed Elliot (Mark Webber) dan ook, waarop hij eensklaps zijn bankrekening gespekt ziet met de beloofde som geld.
“13 Sins” is een gruwelijke thriller want het is natuurlijk evident dat de volgende opdrachten niet zo vanzelfsprekend zijn, maar eerder geschift en dat ze Elliot telkens voor een dilemma zet. Want als hij de opdracht niet uitvoert, iemand uitleg geeft over de hele zaak of opzettelijk het spel probeert te saboteren, is hij automatisch gediskwalificeerd en verliest hij al het tot dan toe moeizaam bijeengespaard geld.
Deze film is gebaseerd op de gelijknamige Thaise film gemaakt in 2006 door Chookiat Sakweerakul. Toegegeven ik heb de originele film niet gezien, en waarschijnlijk zal er weer een schare aanhangers luidkeels schreeuwen dat dit een verkrachting is van de originele superbe film. Geen flauw idee of dit zo is, maar dit vond ik wel een degelijke film vol met suspense en met een hoog entertainment gehalte. Telkens word je geconfronteerd met het fenomeen van de menselijke zwakte. Je beseft dat wat je doet niet maatschappelijk aanvaardbaar is en toch overwin je je afkeer en walging over je daden, omdat je einddoel zo veelbelovend is. Mark Webber (“Goodbye World”) slaagt er in om dit dubbel gevoel perfect weer te geven. Je ziet als het ware zijn alter ego evolueren van opgewonden en uitbundig naar gedegouteerd en uitgesproken verontwaardigd. Voor mij een schitterende vertolking. Hij heeft ook een bepaalde uitstraling waardoor je je direct betrokken voelt bij zijn trieste situatie en hij direct sympathie opwekt. Ook Devon Graye is overtuigend als Michael, het geestelijk gehandicapt broertje. Bij momenten schrikwekkend echt. Een spraakwaterval die op tijd zijn pil moet innemen en zijn vaste rituelen heeft zoals het aan een bepaalde snelheid rijden op een hoofdweg. Tot grote ergernis van andere weggebruikers.
Rutina Wesley is voor het overgrote deel gewoon een onbeduidend nevenpersonage. Tot op het einde. Een bepalend moment waarop het hele proces wel eens zou kunnen herstarten. Naderhand bekeken is dit eigenlijk het sleutelmoment in de hele film. Ron Perlman, de kameleon uit de filmwereld en beter gekend als “Hellboy”, past perfect in de rol van de dubieuze detective Chilcoat. Alleen al zijn uit de kluiten gewassen kin maakt al een overweldigende indruk.
Het moment dat Chilcoat zich in de zaak begint te interesseren, volgen de wendingen zich razendsnel op, om uiteindelijk te eindigen in een totaal waanzinnig slot. Het razendsnelle tempo waarop de film zich afspeelt en de opeenvolging van lugubere taferelen, zorgen ervoor dat je niet lang kan nadenken over de zin en onzin van het hele gebeuren. “13 Sins” is niet echt een horror maar eerder een strakgespannen “to the point” thriller waarbij onderwerpen zoals materialisme en op een verheven manier oordelen over het lot van anderen, centraal staan. Een geslaagd concept waarbij de af en toe gore gedeeltes wel gesmaakt werden.
3.5*
16 Blocks (2006)
Bruce Willis in deze film !!!! Als totale BW-fan moet ik deze film dus wel zien en zal het ook weeral allemaal top zijn. Verrassing numero uno : Bruce is eigenlijk een uitgerangeerde detective met een serieus alcohol probleem. Eindelijk eens een vertolking waarbij hij (lichtjes evenwel) het juk van McClane van zich afschudt. Uiteindelijk vind ik het toch weer een top-prestatie van hem in deze rol. Mos Def in de rol van de , eigenlijk sullige en precies niet in staat om een misdaad te plegen, misdadiger die door BW 16 blokken verder naar een gerechtsgebouw moet worden gebracht , waar deze een verklaring gaat afleggen wat wel eens ten nadele van de corrupte agenten (yep ze zijn er weer) kan zijn. Dat nasale rare accentje dat hij gebruikt was voor mij in het begin ook grappig en werkte op mijn lachspieren. Uiteindelijk vond ik op het einde dat dit wel degelijk volledig bij hem paste. Ondanks dat het hele verhaal zich maar afspeelt op een afstand van 16 blokken, heeft deze film toch verschillende wendingen waardoor het allemaal wel spannend blijft. En natuurlijk mag de befaamde BW humor niet ontbreken : droogjes zoals altijd. Al moet ik zeggen dat Mos ook wel zijn steentje bijdroeg.
Jack Mosley: You're not gonna die on me are you?
Eddie Bunker: I dunno, I ain't never died before.
Voor mij een top film uiteindelijk
4*
1BR (2019)
We're so glad to have
you in the building.
Twee maanden zijn het geworden. Twee maanden dat ik niet de drang voelde om een genuanceerde en oprechte mening over een juist gekeken film neer te pennen. Misschien was het een gebrek aan motivatie vanwege de beperkt feedback op mijn vorige schrijfsels. Misschien was het door het enthousiasme waarmee ik me op een “Horror Challenge” gestort heb. Een “Challenge” waarbij ik uiteindelijke zo’n slordige 89 films gekeken heb in een periode van om en bij de 7 weken. En na deze resem films besefte ik dat ik toch wel enorm kon genieten van jaren 50 en 60 horror. Toevallig passeerde de film “1BR” tijdens dit evenement en klonken er toch lovende woorden over deze horror. Met enthousiasme ging ik dan ook in op de uitnodiging van Alok Mishra (één van de producers) om me een link door te sturen naar een screener. En vanzelfsprekend bewijs ik dan een wederdienst met deze recensie. Dus alvast bedankt Alok voor het doorsturen van de link.
Nu zullen kwatongen wel beweren dat ik een positieve recensie zal schrijven uit dankbaarheid omdat ik een gratis linkje heb verkregen. Of omdat goedhartigheid bij deze periode van het jaar past. Niets is minder waar. Als “1BR” een draak van een film zou zijn, dan zou ik dat ook probleemloos hier neerschrijven. Voordat Alok last krijgt van een paniekaanval zal ik hem al direct geruststellen. “1BR” is een degelijke film met een verassende wending. Ondanks het gebrek aan bloederige toestanden of demonische, paranormale openbaringen, werd het toch een beangstigende film. Zo eentje waarbij je je ongemakkelijk voelt over de gehele situatie. Echt veel vertellen kan ik echter niet over het verhaal zelf. Dat zou de pret alleen maar bederven. Best dat je in alle onwetendheid aan deze film begint zodanig dat het centrale onderwerp je plotsklaps overvalt. Wat Sarah (Nicole Brydon Bloom) niet beseft op het moment dat ze in “Asilo del Mar” een appartement betrekt dat de situatie er heel snel anders voor haar uitziet. Sarah is een schuchtere jongvolwassene die een nieuw leven wil opbouwen in L.A. ver van haar familie. Ze wil het maken als modeontwerpster en is vast van plan om haar verleden ver achter zich te laten. Een scheefgegroeide relatie met haar vader zorgde ervoor dat ze gepakt en gezakt naar de stad der engelen trok. Iets wat later in de film duidelijker wordt.
Echt lang moet je als toeschouwer niet wachten voor het begint te escaleren. Rond het half uur verandert de stemming van gemoedelijk naar regelrecht onaangenaam. Niets wijst erop dat Sarah zich in het hol van de leeuw bevindt. De andere bewoners van het complex zijn hulpvaardig, gastvrij en overvriendelijk. Om eerlijk te zijn vond ik dat eigenlijk al eng aanvoelen. Ik kan me zo’n gemeenschap niet voorstellen in onze huidige narcistische en egocentrische wereld waar iedereen aan een extreme vorm van navelstaarderij lijdt. De sfeer in dit gebouwencomplex is van een hoog “Melrose Place” gehalte. Incluis een centraal zwembad waarrond alle bewoners zich verdoen aan gezellige onderonsjes en gezellige barbecues. Alle inwoners worden aan het begin van de film in slow motion aan je voorgesteld en is een allegaartje van mensen. Waaronder de gepensioneerde actrice Edie (Susan Davis) wiens gezondheid overduidelijk achteruitgaat. De behulpzame, aantrekkelijke buurman Brian (Giles Matthey) die bij Sarah vanaf de eerste minuut zorgt voor amoureuze gevoelens. En zelfs de huisbaas Jerry (Taylor Nichols) doet zijn uiterste best opdat Sarah zich thuis voelt in haar nieuwe stekje.
Er zijn maar enkele storende factoren volgens Sarah. Dat is ten eerste de creepy Lester (Clayton Hoff) die precies als een eenogige piraat haar in de gaten houdt. Vervolgens zijn er de storende geluiden in de nacht die volgens inwoners te wijten zijn aan slecht onderhouden pijpleidingen. En vervolgens het voornaamste feit dat er eigenlijk geen huisdieren toegelaten zijn in dit gebouw waardoor Sarah genoodzaakt is om haar kat Giles angstvallig verborgen te houden. Iets dat niet ongemerkt blijft en het begin is van een soortement psychologische terreur. De voor mij onbekende actrice Nicole Brydon Bloom levert een uitstekende acteerprestatie en is de meest bepalende persoon in deze film. Ze toont een scala aan emoties de gehele film. Eerst enthousiasme. Dan verbijstering. En vervolgens radeloosheid en berusting. Het doortastend overlevingsinstinct steekt tenslotte op het laatste de kop op. Maar niet alleen haar acteren is bij momenten subliem. Ook de manier waarop de nevenpersonages hun gespleten persoonlijkheid spelen is gewoonweg schitterend.
Nogmaals, het feit dat ik een screener toegestuurd kreeg is niet de reden voor mijn positieve uitlatingen. De film “1BR” wist me gewoon eens te verassen. Het ziet er gelikt uit. En om eerlijk te zijn wist ik tot op het laatste moment niet welke kant het zou uitgaan. Het onbehaaglijk gevoel dat ik had is mede dankzij het realistische beeld dat er gecreëerd wordt. Dat gevoel dat je in een situatie verzeilt bent geraakt en je niet weet hoe je jezelf daaruit kan redden. Het enige (minuscule) minpuntje dat ik zou kunnen aanhalen, is dat de ontknoping me wel onmiddellijk deed denken aan “The Invitation”. Maar dat is zo’n verwaarloosbaar element dat ik alleen kan zeggen dat je deze zonder twijfel eens moet kijken.
3.5*
2 Guns (2013)
Alternatieve titel: Two Guns
You're my people and we have a code. You fight for the guy that's fighting next to you.
Wat een actie/komedie moest voorstellen, bleek uiteindelijk een slaapverwekkende vertoning te zijn. Slaapverwekkend is dan letterlijk bedoeld. Het heeft me twee sessies gekost om deze uit te kijken want ik was in de helft ergens in slaap gedenderd. Zo intrigerend was deze film. Het is een vermoeiende film met een redelijk chaotisch in elkaar gestoken verhaal.
De actie bleef beperkt tot een bijster ongeïnspireerd vuurgevecht op het einde van de film. Ik had nog de ijdele hoop dat de woest uitziende stier nog een kleine rol zou krijgen om zijn frustraties uit te razen op Papi Greco. Spijtig genoeg was dit niet het geval. Dat had nochtans aardige beelden kunnen opleveren. De rest van de actie bleef beperkt tot wat stoerdoenerij.
De humor was ook ver te zoeken. Mijn grootvaders humor vond ik sterker dan wat de 2 heren hier tentoonspreiden. Nochtans ging mijn grootvaders humor niet verder dan de "Trek eens aan mijn vinger"-mop. Het was niet meer dan een kruisvuur van one-liners. Het olijke duo zat constant in een competitie om de coolste one-liner te spuien. Zelfs in situaties die zo uitzichtloos zijn en waar ze ondersteboven hangen te bengelen met een redelijk duister toekomstperspectief, trachten ze toch nog om op dat ultieme laatste moment nog grappig uit de hoek te komen. Bruce Willis deed dit trucje reeds vele jaren geleden in de eerste "Die Hard" films, maar hij was dan nog grappig.
Als bad ass kwam Denzel nog het beste uit de verf. Hij heeft er het uiterlijk en de uitstraling voor. Hij leek zo weg gelopen te zijn uit "Training Day" en "Safe house". Als je dan het traject bekijkt wat Washington heeft afgelegd, weet je op voorhand dat hij weer een oerdegelijke prestatie neerzet en dat hij iemand is die een film naar een hoger level kan optrekken. Dat laatste was vergeefse moeite bij deze prent.
Wahlberg daarentegen heeft niet de allures om er uit te zien als een keiharde kerel waar je beter geen problemen mee krijgt. Met zijn tandpasta smile en zijn engelengezicht is het eerder een vlotte kerel waar de vrouwen voor vallen. Hij komt bij mij ook steeds over als een pretentieuse snobistische doordrammer. Deze film ligt dan eigenlijk ook in de lijn van "Pain & Gain" waar hij ook een komische would-be actiefiguur in speelt. Deze laatste film viel ook niet in mijn smaak. Ik hoop dus dat hij eerder terugkeert naar een rol zoals hij vertolkte in "Contraband".
Paula Patton smukte de boel nog een beetje op met wat functioneel naakt, maar toen was het kalf al verdronken.
Het verhaal is, sinds het een verfilming is van een stripverhaal, niet diepgaand en soms onwezenlijk naïef. Dat de beide heren langs elke kaar opereren zonder dat ze van elkaar weten dat ze undercover werken , zou een mogelijkheid zijn om een interessante draai te geven aan deze film. Uiteindelijk werkte het meer op mijn zenuwen dan iets anders. Het verhaal verloopt dan op een uiterst creatieve manier verder : beide heren plannen een bankoverval om de drugsbaron een hak te zetten, om dan tot de vaststelling te komen dat ze weg zijn met het geld van de CIA, waarna ze die uiterst perfectionistische bende achter de hielen krijgen. Trouwens vond ik Earl , die belangrijke persoon van de CIA, nogal een psychopathisch wreed manneke die iedereen maar wat zat te folteren om die centen terug te krijgen. We eindigen dan met een knal en rond dwarrelende dollarbiljetten waarvan je dan al weet dat het niet de volledige som is die daar de lucht in vliegt. Niet bijster origineel dus.
Het beste en meest grappige moment in heel de film was bij het kippenschieten (Heel Greenpeace minnend Europa wel in alle staten). Op dat moment was Wahlberg op zijn best. Spijtig genoeg alleen dat korte ogenblik evenwel
2*
2012 (2009)
Rampenfilm met weergaloze CGI ... dat is het.
Maar 2.5 uur !!!!!!!!!!!
Het zou spijtig zijn, moest dit de laatste film zijn , die ik gezien had voor het einde van de wereld
1*
300: Rise of an Empire (2014)
If death comes, I'm ready!
“300” dat in 2007 verscheen, was een baanbrekende revelatie. Niet zo zeer op gebied van de inhoud, maar wel op gebied van het in beeld brengen van heroïsche gevechten die de 300 Grieken leverden in de slag om Thermopylae onder leiding van koning Leonidas. Het slow motion hakfestijn met rondspetterend bloed staat nog altijd gebrand op mijn netvlies. Een adembenemende film.
“300 : Rise of een empire” is geen prequel of een sequel. Het is een episch drama, dat het verhaal van “300” omsluit. Heeft het dan een meerwaarde ? Kan het "300" de loef afsteken qua geweld en bloedvergieten ? Stijgt het heroïsme in deze film naar een nog hoger niveau ? Zijn al je zenuwen tot het uiterste gespannen bij het bekijken van dit Grieks drama ? Bwah , eigenlijk niet. Om eerlijk te zijn was ik redelijk teleurgesteld, geïrriteerd en ongeïnteresseerd na een bepaalde tijd. Een makkelijk duplicaatje van de originele film waarbij de kunstgrepen en marktkramertrucjes gerecycleerd worden. Het zou kunnen dat het voor een natte plekken kan zorgen op de stoel van fanatieke geschiedenis aanhangers of historici. Daar ben ik klinkklaar van overtuigd. Bij mij bleef alles zo droog als een te lang gebakken souflaki.
Het begint nochtans ijzersterk met de verrassingsaanval van de Grieken in de slag van Marathon. Een traktatie op aanstormend Grieks geweld met ontblote bovenlijven waarbij je de gezwollen spieren en six-packs kan bewonderen. Woest zwaaiend met vlijmscherpe zwaarden waarmee in slow motion gapende wonden worden geslagen en uitstekende ledematen worden geamputeerd. Speren doorboren borstkasten en schedels worden gekliefd. En dit vergezeld met gulpen stromend bloed. Maar hadden we dit soortement beelden niet al eens gezien in "300" ? Dus nee, het kan niet de loef afsteken qua geweld en bloedvergieten. Sterker nog, bij de strijdtaferelen uit “300” voelde je de adrenaline nog harder toenemen. Het testosterongehalte was ettelijke streepjes hoger.
Het is bij deze slag te Marathon dat de Atheense legeraanvoerder Themistocles met een fenomenaal welgericht schot de Perzische koning Darius velt. De zoon van Darius, Xerxes, krijgt na de dood van zijn vader de raad om niet ten oorlog te trekken, daar alleen de goden de Grieken kunnen verslaan. Artemisia, de bevelhebster van de vloot van Perzië, ziet hier een uitdaging in, en jaagt Xerxes de woestijn in om terug te keren als een god nadat hij zichzelf in één of andere grot heeft gedoopt in goud oplichtend water. Op deze wijze hebben we dan ook een deel Griekse mythologie achter de kiezen. Xerxes leek eerder op een lid van de “Village People” naderhand en speelde uiteindelijk maar een tweederangs rol. Het leeuwendeel van de aandacht werd opgeëist door Artimisia. Xerxes grootste aandeel naderhand was, dat hij onmiddellijk de Grieken de oorlog verklaarde.
Themistocles kan ondertussen de raad van Athene overtuigen om hem een vloot te bezorgen zodanig dat hij de Perzen kan tegenhouden. Hij vraagt de aartsrivaal Sparta om hem te helpen in deze missie, maar deze weigeren. Hierna richt het strijdtoneel zich op de zeeslag in de straat van Artemisium. De slag bij Thermopylae is van minder belang in deze film en wordt alleen getoond met enkele filmfragmenten uit de eerste film. Uiteindelijk ligt de nadruk in deze film op het wreedaardig optreden van Artemisia en de poging van Themistocles om een verenigd Griekenland te vormen en zo ten strijde te trekken tegen de Perzen.
Sullivan Stapleton is niet zo’n indrukwekkende figuur als Koning Leonidas gespeeld door Gerard Butler. Tijdens de veldslagen is het een geducht tegenstander, maar daarlangs toont hij vooral zijn talent als charismatische redenaar. Butler was een afschrikwekkende brulboei die zijn mannen de strijd in schreeuwde met pittige oneliners. Artemisia daarentegen was een intrigerend personage dat op een degelijke manier gespeeld werd door Eva Green. Een temperamentvolle wrede aanvoerster die van origine Griekse was, maar tijdens haar kindertijd getuige was van de wreedheden die tegen haar familie werden gepleegd door de Grieken zelf. Ze werd meegenomen als slavin en voor dood achtergelaten. Daarna werd ze geadopteerd door de Perzen en onderricht in de gevechtskunst. Hiervan maakt ze gretig gebruik en nu gaat ze letterlijk en figuurlijk over lijken. Ze heeft een grondige hekel aan de Grieken en haar enigste doel is om er zoveel mogelijk over de kling te jagen. Het moment waarop ze een Griekse gevangene het hoofd afhouwt en deze een innige tongzoen geeft waarna ze het hoofd de zee in keilt, is redelijk indrukwekkend. Het amoureus onderonsje naderhand met Themistocles, wat ze gebruikte om hem aan de zijde van de Perzen te krijgen, was daarentegen lachwekkend en hilarisch. Het leek eerder een worstelpartijtje.
Idem zoals de originele film “300” is dit een spektakel en wordt je getrakteerd op enkele gewelddadige en bloederige filmfragmenten. Waar in “300” de gevechten zich eerder in een enge pas plaatsvonden, spelen de meeste gevechten zich af op zee met een immens ronddobberende vloot van de Perzen, en een nietig vlootje van de Grieken. Een vloot die eerder leek op een eskader drijvende sigarendozen. De gevechtscènes zijn wederom indrukwekkend en flitsend. Een vooruit denderende moordmachine die elke zich kruisende tegenstander in de vernieling maait en hakt. Het bloed spat weer met de liters in het rond. De choreografie tijdens de gevechten is schitterend uitgewerkt en de slow motion beelden zijn een evenaring van de originele film.
En daar knelt dan bij mij het schoentje. Het is een film met entertainment van de hoogste plank, maar is eigenlijk een doodgewone remake van de eerste film. Maar dan met de nadruk op de immense zeeslag. Voor mij dus geen meerwaarde. Tevens was er toch één ding dat me na een tijd wel immens begon te enerveren. Er is bijna geen enkel fragment in deze hele film, of er zweeft wel iets rond in het beeld : gensters afkomstige van brandende vuren, stofdeeltjes die tussen de zwetende lichamen doorvliegen, kleine deeltjes as dwarrelen door het beeld, iets dat op vuurvliegjes lijkt en druppels bloed. Op een bepaald moment had ik meer aandacht hiervoor, dan voor de eigenlijke film. De zeeslag met verschrikkelijk veel rondzwalpende boten overtuigde niet erg. En het was ook duidelijk te zien dat het computerbeelden waren. En zeker het moment dat het paardje op de proppen komt. Dat zag er wel enorm slecht uit. Daarlangs begon het rondvliegend bloed me wel de keel uit te hangen. Ik had het op een bepaald moment wel gezien.
Al bij al een redelijk intensieve film die voortborduurt op het imago van de eerste film en waarin Eva Green schitterde en het scherm weer rood kleurt. Toch vond ik het maar een matig vervolg op een weergaloze originele film. Een onnodig vervolg met andere woorden.
2.5*
31 (2016)
“I'm not here to make you happy.
I'm not here to brighten your dismal day.
And I am certainly not here to elicit an amused response.
I am here to end your miserable fucking life.”
Ik ben geen echte Rob Zombie fan. In een duister verleden heb ik “House of 1000 corpses” gezien. Een soort “Texas Chainsaw massacre” verhaal waar een groepje doortrekkende nobodies in de handen vallen van een geschifte familie. En recenter zag ik het niet zo schitterende “The Lords of Salem” waar een roedel bejaarde heksen het leven zuur maakten van een lokale vrouwelijke diskjockey. Verre van indrukwekkend en verzadigd met absurde taferelen. Het meest opwindende waren de verleidelijke rondingen van Zombie’s eega (Sheri Moon Zombie). Tot daar mijn kennis over het oeuvre van Rob Zombie. Had ik geweten dat dit project ook van hem afkomstig was, dan had ik misschien niet eens de moeite gedaan om het te bekijken. Het klinkt misschien een beetje ziekelijk, maar uiteindelijk vond ik deze film best te pruimen.
Niet dat je je moet verwachten aan een doordacht verhaal of meesterlijke wendingen in deze film. Dit is niet meer dan een rechttoe rechtaan slasher waarbij de kernwoorden sadisme en overlevingsdrang centraal staan. De film is wel ideaal om in te plannen voor de volgende Halloween. De filmtitel is dan ook gelinkt aan deze griezelfeestdag. Het getal 31 refereert naar het de 31ste oktober (Ja hoor, Halloween dus). En net zoals in “All Hallows' Eve” zijn het weer naargeestige clowns die het leven zuur maken van enkele doorreizende foorkramers. Onderweg naar Ardleyville worden ze overvallen door enkele als boeven verklede onbekenden en worden een vijftal, die het overleefden, afgevoerd naar een soort overdekt circus. Hier worden ze onthaald door een trio, precies uit de Renaissancetijd afkomstige (als je hun kledij en ouderwetse pruiken bekijkt toch), malloten onthaald. Daar krijgen de vijf te horen dat ze deelnemen aan het spel “31” en dat ze de komende 12 uren dienen te overleven zodanig dat ze weer vrijuit kunnen gaan. Ze moeten echter in dit oneindig lijkend doolhof de confrontatie met een vijftal clowns, “Heads” genaamd (Sick-Head, Psycho-Head, Schizo-Head, Death-Head, and Sex-Head), aangaan.
Als je de bende krankzinnige clowneske figuren ook nog voorziet van vreselijke instrumenten zoals knuppels met nagels, kettingzagen en vlijmscherpe knipmessen, dan besef je al snel dat dit een enorm macaber feestje zal worden. En de moorddadige clowns zijn niet alleen losgeslagen psychopaten die meedogenloos hun slachtoffers afslachten, maar zien er ook nog eens grotesk uit qua verkleding. Een wrede dwerg met een hitler-look die voorzien is van allerhande SS illustraties is wel echt confronterend. Wat volgt is een sadistisch kat en muis spel met bloederige moordpartijen als eindresultaat. De film is niet alleen voorzien van barbaarse taferelen maar ook het taalgebruik is zo grof als het geweld. De vijf niet bijster intelligent uitziende slachtoffers en hun achtervolgende beulen gebruiken niet mis te verstane uitdrukkingen doorspekt met een seksistische en vuilgebekte terminologie (in meerdere talen).
Uiteindelijk is het niet bijster origineel en draait het allemaal rond het zinloos uitmoorden van de opgejaagde individuen die zich zo efficiënt trachten te verdedigen. Een concept dat al meermaals gebruikt werd (zoals in “The Purge : Anarchy”). Er was echter wel één magistraal moment aan het begin. De openingsscène in zwart-wit met de satanisch ogende Doom-head (Richard Brake) die een indrukwekkende speech houdt tegenover een aanstaand slachtoffer. Een fascinerend moment waarbij perfect beeldgebruik en een prachtig lichtspel ervoor zorgen dat je verwachtingen hooggespannen zijn. Spijtig genoeg wordt dit niveau niet geëvenaard de rest van deze film. Maar toch een goed alternatief om toe te voegen aan je Halloween lijstje van “te kijken” films.
3.5*
33, The (2015)
Alternatieve titel: Los 33
“That's a big rock.
That's not a rock.
That's the heart of the mountain.
She finally broke.”
“The 33” is indrukwekkend, zenuwslopend, claustrofobisch en ontroerend tegelijkertijd. Het waar gebeurd verhaal van de mijnramp in Chili in 2010 dat zoveel media-aandacht kreeg en waarbij de hele wereld getuige was van de reddingsoperatie waarbij al de onfortuinlijke mijnwerkers naar boven werden gehaald. Daarmee is dan al één aspect van een film teniet gedaan. En dat is namelijk de verrassende ontknoping. Iedereen die de media een beetje volgt, weet dus ook al hoe het afloopt. Ik was alleen maar over één feit verwonderd uiteindelijk. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat juist in deze groep, die dit drama meemaakten, zulke voor de hand liggende archetypes zaten. Het leek wel alsof de groep opzettelijk samengesteld was zodanig dat het geheel ideaal was om een verfilming te maken indien het fout loopt.
Het allegaartje bestond dus uit een groepje arme drommels die dagelijks hun leven op het spel zetten voor een hongerloon, zodanig dat de eigenaars steenrijk worden van de opbrengst. Vanzelfsprekend waren de volgende types aanwezig. Allereerst hebben we een ancien die op het punt staat op pensioen te gaan. Een alcoholist die de meest rigoureuze ontwenningskuur gaat ervaren. Een priester is er dan ook weer toevallig tussen, op wiens schouders hij kan steunen. Een aanstaande vader natuurlijk. En dan heb je twee personen die qua karakter totaal verschillend zijn. Mario (Antonio Banderas) is het toonbeeld van positivisme en gelooft in een redding vanaf de eerste minuut. En Don Lucho (Lou Diamond Phillips) die vanaf het moment dat ze ontdekken dat alle nooduitgangen nep zijn en ze daar als ratten in de val zitten, de hoop opgeeft. Ik verwachte dat deze laatste elk moment een ondergrondse versie van de “La Bamba” zou brengen om op die manier het moreel hoog te houden.
Vanaf het moment dat de ramp zicht voltrekt, speelt de film zich af op twee locaties, waar ieder zijn eigen strijd levert. Allereerst is er de bovengrond waar de achtergeblevenen strijd leveren tegen de verantwoordelijken van de mijn die eigenlijk niet van plan zijn om een reddingspoging te ondernemen. Tevens proberen ze deze mijnramp op de politieke agenda te krijgen van de Chileense regering. Een afgevaardigde van de regering Laurence Golborne (Rodrigo Santoro) trekt zich het lot van deze arme mijnwerkers aan en start een internationale reddingsoperatie. En vervolgens zijn het diegenen die vast zitten in de mijn en een strijd voeren tegen ontberingen, hun lotgenoten en vervolgens zichzelf.
De film slaagt er in om op een degelijk manier de situatie waarin de mijnwerkers zich bevonden te schetsen. De hoop om een uitweg te vinden en de wanhoop die toeslaat als blijkt dat de zogenaamde nooduitgangen van “The refuge” onbruikbaar zijn, de voedselvoorraad beperkt blijkt te zijn en een communicatiemiddel niet functioneert. Een intrigerend beeld over de ontberingen die deze 33 mijnwerkers moesten doorstaan. Spijtig genoeg werd het nogal oppervlakkig zo gauw de situatie duidelijk werd. Een gemiste kans, vond ik. Ze hadden dieper kunnen graven (Tja) in de persoonlijke levens van deze goudgravers. Wie waren ze? Hoe zag hun familiaal leven er uit? Wat wordt getoond zijn 33 dappere volhouders in erbarmelijke omstandigheden. En aan het oppervlak een wedren door verscheidene firma’s die hopen op een publicitaire stunt als ze de eerste zijn die voor een uitweg kunnen zorgen.
“The 33” lijkt wel een spannende documentaire. Een rampenfilm die zich afspeelt diep onder de grond. Maar ondanks de klinkende namen en het wonderbaarlijke van deze redding (twee maanden overleven op een rantsoen van een paar dagen) blijft het een doorsnee rampenfilm. Overdreven speciale effecten werden gemeden en het “we-geven-niet-op” gevoel was alomtegenwoordig. Op de uiteindelijke bevrijding volgde dan ook een uitbundige ontlading. Maar er zat meer in. De diepte waar de 33 onfortuinlijke mannen gevangen zaten als een muis was aanzienlijk (ongeveer 700 meter). De diepgang van de film was dit echter niet.
3*
400 Days (2015)
“400 Days” is een low-budget SF dat enerzijds een niet onaardig idee centraal plaats, maar anderzijds teleurstelt als het over de uitvoering gaat. Het ruimtecentrum, met Theo (Brandon Routh), Dvorak (Dane Cook), Bug (Ben Feldman) en Emily (Caity “The Machine” Lotz) als meewerkende toekomstige astronauten, wil de psychologische impact van een langdurige ruimtereis onderzoeken. Astronauten worden wel onderworpen aan fysische testen (zoals te zien is in de snapshots aan het begin van de film). Maar kunnen ze dit ook geestelijk aan? En dat is waarom het viertal wordt opgesloten in een onderaardse bunker, waar ze een, hoe kan je het raden, 400 dagen tellende simulatie zullen ondergaan. En op voorhand wordt hun medegedeeld door de CEO van het onderzoekscentrum dat diegene die de simulatie verlaat voor de termijn van 400 dagen, het wel kan schudden in de ruimtevaartwereld en hoogstens tuinman mag spelen rond het ruimtecentrum.
Van meet af aan is het overduidelijk dat er een beperkt budget voorhanden was. De klinisch witte, hightech cockpit ziet er niet echt professioneel uit en lijkt meer op iets wat ik mijn kinderen zou schenken voor de kerst. Een beetje kitscherig zelfs. De vier zitten in hun ruimtepak naast elkaar, al “swipend” op hun grote touchscreens en ondergaan de eerder rustige lancering. Er was hun al gezegd dat er onverwachte incidenten zouden opduiken (kwestie van het zo realistisch te maken) en het is dan ook niet verwonderlijk dat er tijdens de lancering zich al een probleem stelt. Spijtig genoeg is dat dan ook het enige, buiten het daaropvolgende ernstige incident. Het lijkt alsof er aan de oppervlakte iets catastrofaal gebeurd en alle communicatie met het controlecentrum valt weg. De vraag is dan natuurlijk of het onderdeel is van de algehele simulatie.
Zoals ik reeds eerder zei, voelt het begin van de film redelijk amateuristisch en goedkoop aan. Het plastieken decor, de voor mij onbekende acteurs (buiten Caity Lotz) en het toch wel flauw en onzinnig begin. Ik vond het sowieso al redelijk verdacht dat iemand met een enorme kater na 4 dagen zich te bedrinken (omdat zijn verloofde de trouwplannen naar de maan heeft geholpen) toch probleemloos aan een (in mijn ogen waardevol) ruimte-experiment mag deelnemen. Was dit NASA dan ben ik er zeker van dat je niet eens de kans kreeg om je te bedrinken. En indien dit wel zou lukken in deze hoeveelheid, mag je er zeker van zijn dat je je spullen mag pakken. Als dan de simulatie opgestart wordt, en de betekenisloze lancering achter de rug is, lijkt het precies alsof de participanten weinig te doen hebben. Het was precies een aflevering van de reality-show “Big Brother”.
Maar uiteindelijk slaagt deze would-be SF vol claustrofobische en psychologische omstandigheden langzaam maar zeker over te gaan naar een redelijk enerverend verhaal, waarbij men zich vragen begint te stellen van wat er nu uiteindelijk effectief aan de hand is. En voor je het weet schakelt de film over naar een post-apocalyptische modus. Naarmate de dagen vorderen, verslechtert de mentale geestestoestand van de 4 deelnemers. Zeker nadat de communicatie wegvalt, slaat de twijfel toe. Is het een deel van de simulatie of is er wel degelijk iets ernstigs aan de hand ?
Ondanks dat het niveau van deze film dat van “Sharknado” (een ander Syfy maaksel) overstijgt en de vertolkingen niet zo verschrikkelijk slecht zijn (vooral Tom Cavanagh als de weirdo Zell was schitterend), werd het geheel weer verprutst door een onzinnig einde. De vele vragen die tijdens de film naar bovenkwamen, werden op geen enkele manier toegelicht. Laat staan dat het einde voor opheldering zou zorgen. Het was vooral de cover die mijn aandacht trok, omdat deze nogal veel wegheeft van “The Signal”. Alleen de inhoud was niet zo intrigerend als dat van deze laatste. En het onlogische, absurde open einde helpt het goedbedoelde, ietwat mysterieuze midden om zeep.
2*
47 Meters Down (2017)
Alternatieve titel: 47 Metres Down
“Lisa, you need to calm down.
We need to get out of here!
If you do not calm down, we will die here!”
In “The Shallows” had Blake Lively tenminste nog een rots in de oceaan waarop ze veilig zat en waaromheen een enorme haai zwom. Dat was al angstaanjagend genoeg. In “47 Meters down” zitten ze met tweeën in een stalen kooi terwijl ze belaagd worden door zulke bloeddorstige reuzenhaaien en is er ook nog het probleem van zuurstoftekort. Er zijn plezantere manieren om je tijd door te brengen terwijl je ergens op een exotische bestemming je vakantie doorbrengt. Zo zie je maar dat je best je instinct (of dat van iemand anders) volgt, zodanig dat je gespaard blijft van zulke levensbedreigende situaties.
In eerste instantie vreesde ik dat dit niet zo’n bijster interessante film zou worden. Een volledige film op één en dezelfde locatie (de bodem van de oceaan) en met alleen maar twee hulpeloze jonge deernen die geen flauw idee hadden hoe ze konden ontkomen. “Meer dan wat paniekerig gedoe en een beeld constant opgevuld met angstig geproduceerde luchtbellen zal het niet zijn” dacht ik nog. Tja, zo zie je maar dat een mens zich weer kan vergissen. Het werd uiteindelijk toch vreselijk spannend.
Het zijn de twee zussen Lisa (Mandy Moore) en Kate (Claire Holt) die op vakantie zijn in Mexico en na een avondje stappen door twee lokale gigolo’s worden verleid die hen dan de volgende dag uitnodigen om met behulp van een haaienkooi in de oceaan af te dalen. De enige vereiste die men stelt is dat ze bevestigend antwoorden op de vraag of ze ervaring hebben in diepzeeduiken. Dit zei al veel over het professionalisme van deze organisatie. Als nuchtere, realistische mens zou ik daar al een streep trekken en dit verdacht ruikende uitstapje mijn bruingebrande rug toekeren. Maar bovenal zou ik nooit van zijn leven op dit aanbod ingaan, wetende dat ik nog nooit een litertje zuurstof onder water heb ingeademd. Ik zou terstond een paniekaanval krijgen. Allemaal flauwekul voor deze dames. Lisa heeft totaal geen ervaring, maar haar betrouwbare zus weet haar te overtuigen. Als ze dit aandurft, kan ze haar ex-vriend bewijzen dat ze niet zo’n saaie trien is. Kate mist dus enig verantwoordelijkheidsgevoel en Lisa een heleboel hersencellen. Ofwel heeft de Tequila er iets mee te maken.
Verder uitweiden is nergens voor nodig. Je kan zo aan je water voelen wat er gaat gebeuren als ze in het (ja hoor) water terechtkomen. Wat had je anders verwacht als een niet zo professioneel uitziende bemanning op een gammele boot je het water in laat zakken, terwijl ze bloederig aas gebruiken om de haaien te lokken (wat ook nog eens illegaal blijkt te zijn) ? Inderdaad, voor ze het weten, kunnen zandkasteeltjes bouwen op de bodem van de oceaan en begint een zenuwslopende race tegen de tijd. De beelden op zich zijn indrukwekkend en realistisch. Het claustrofobische gevoel overrompelt je. En de paniek en angst die zich meester maken over de beide duikers (vooral bij Lisa), is geloofwaardig gebracht. Echt acteerwerk is natuurlijk niet mogelijk als je zo’n 47 meter onder het wateroppervlak ronddobbert. De duistere zeebodem en de gedachte dat er elk moment vanuit die duisternis een volwaardige Jaws op je afvliegt, zorgt natuurlijk voor de nodige stress en schrikmomenten.
Toch enkele punten van kritiek om af te sluiten. Blijkt dat één enkel druppeltje bloed uit een wondje voldoende is om zo’n gigantische mensenhaai te lokken. Maar als ze dan ineens vanuit het donker trachten toe te slaan, dan missen ze het hulpeloze slachtoffer toch wel. Ik concludeer dan onmiddellijk dat zo’n haai over een gigantisch reukorgaan moet beschikken. En daarnaast dat het zo stekeblind is als een mol. Verder vond ik deze computer geanimeerde roofvissen niet bijster goed geslaagd. Maar dat vond ik ook van het opgefrommelde plastiek haaitje in “The Shallows”. En de ontknoping is ook iets waar je over kan discussiëren. En ik twijfel eraan of het gebeuren wetenschappelijk correct is.
Maar al bij al was dit een redelijk spannende onderwater thriller waar Cousteau met plezier naar zou kijken. En schijnbaar is er al een vervolg in de maak met de hoogst originele titel “48 Meters down”. Dus dan zal het probleem zich een metertje dieper stellen. Kwestie van grenzen verleggen, veronderstel ik ! En voor allen die toekomstige verre reizen in het verschiet hebben, een klein advies. Blijf veilig langs het zwembad liggen en doe alleen excursies die georganiseerd worden door het hotel. En sluit een degelijke reisverzekering af voor je vertrekt.
3*
47 Ronin (2013)
I see only samurai before me.
Als ik de recensies van deze "47 Ronin" moet geloven zou dit een verschrikkelijk Hollywood poging zijn om een Japanse legende te verfilmen. In de internationale filmpers wordt de film dan ook genadeloos, hoe toepasselijk, neergesabeld. Een greep uit het jargon dat op Rotten Tomatoes wordt gebruikt : cloddish, dour, tedious to watch, a funeral march, humorless as your junior high principal, as Japanese as a grocery-store California roll, Keanu Reeves looks as miserable and bored as the audience …” En zo kan je nog doorgaan waardoor de score van 13% een logisch resultaat is. Het is overduidelijk dat Keanu Reeves geviseerd wordt en ongeschikt wordt bevonden voor het vertolken van deze Samoerai saga.
Ik begrijp het eigenlijk niet zo bijster goed. Persoonlijk heb ik zo'n gevoel dat dit weer zo'n opgeklopt gedoe is, maar dan in de negatieve zin. "Gravity" werd door de experts de hemel in geprezen en overladen met Oscar-nominaties (Onterecht vond ik, behalve dan voor het technisch gedeelte natuurlijk). “47 Ronan” krijgt daarentegen de volle lading en wordt vervolgens met de grond gelijk gemaakt.
Op 3 Februari 1982 verscheen er in het weekblad Robbedoes een nieuwe stripheld , Kogaratsu, Een samoerai die een ronin werd, getekend door Michetz. Op het voorblad stond vermeld « Kogaratsu, een stripverhaal zoals je er nog nooit gezien hebt... ». Sinds de jaren 70 ben ik een verwoed lezer van dit weekblad en heb dus ook die eerste afleveringen met groeiende verbazing bekeken. Een totaal andere manier van het benaderen van een strip en ik heb dan ook deze verhalen verslonden. Wat vond ik, buiten de tekenstijl, zo uniek aan dit stripverhaal ? Dat was de kennismaking met het unieke Japan : de tradities en gewoontes waar wij westerlingen soms van opkijken, de loyaliteit, het eergevoel, de kalmte en sereniteit, de rituelen, het mystieke en het magische. Dat alles bevatte dit stripverhaal en om eerlijk te zijn, dat vond ik ook een beetje terug in "47 Ronin".
De 2 uur durende actie-avonturen film was voorbij voordat ik het wist. Kai (Reeves) is een halfbloed, half Japans, half Brits, die door Lord Asano in de bossen werd gevonden en die hem onder zijn hoede nam. Kai werd echter nooit als een volwaardig iemand aanzien en verstoten door de andere samoerai onder leiding van Oishi. Op de dag dat hun meester Asano door de shogun Tokugawa Tsunayoshi ter dood veroordeeld wordt en de samoerai verbannen worden, en dus ronin worden, wordt Kai afgevoerd en verkocht als slaaf. Uiteindelijk nemen deze samoerai met de hulp van Kai weerwraak voor wat hun meester is aangedaan.
Keanu Reeves vond ik eigenlijk best passen in de rol van Kai. Buiten zijn precies Aziatisch uiterlijk heeft hij ook zijn uitstraling mee. Reeves heeft echt zo’n apathische en emotieloze gelaatsuitdrukking. Maar dat hebben de meeste Japanners ook wel, zodanig dat hij niet te expliciet opvalt tussen die andere samoerai. Trouwens is er ook al eens zo’n rol vertolkt door Tom Cruise in “The last Samurai”. En om eerlijk te zijn vind ik Cruise nu eens echt geen persoon die daarin thuishoort. Dat de Japanners een gebrekkig (alhoewel het niet zo gebrekkig klonk) stotterend Engels praten, stoorde mij niet. Dan kan je ook de vele WWII films opnoemen waar de Duitsers telkens weer een Engels praten met een vettig dialect ondertoontje. Of zelfs recent de film "The Family" waar een heel Bretoens dorp vlekkeloos Engels praat. En er zal ook wel een commerciële reden zijn om het Engelstalig te houden met een Keanu erbij.
De film is een afwisseling van prachtige beelden uit de natuur en de gemeenschap waar Kai verblijft. Vlotte actie en strijdtaferelen met andere samoerai,mythische wezens en magische personages. En een prachtige omgeving met overdadige en kleurrijke settings en kostuums. Met momenten worden we getrakteerd op prachtige digitale effecten. Het oranjekleurig monster met 6 ogen en een immens gevaarlijk rondzwiepende staart. De heks Mizuki die meermaals van gedaante verandert, zich voortbeweegt als een rondwapperend kleed en getooid is met als Medusa rondkronkelende haarlokken. Het meest geslaagde effect vond ik de laaghangende mist waarin zich menselijke gedaantes vormen. De test die de samoerai ondergaan in het Tengu-bos is redelijk spannend. De grote finale is de bestorming van het paleis van Kira.
Een ondergewaardeerde actie film die elementen van fantasy heeft meegekregen. Ik vreesde dat ik Reeves de hele tijd zou bekijken als een Japanse "Neo", maar uiteindelijk bleek dit redelijk mee te vallen. Een voor mij wonderbaarlijk geslaagde film.
3,5*
5 Flights Up (2014)
Alternatieve titel: Ruth & Alex
“5 Flights up” is een gemoedelijke film over een getrouwd koppel op leeftijd (Alex en Ruth) die tot de vaststelling zijn gekomen dat na ongeveer 40 jaar gespendeerd te hebben in het deel van Brooklyn, waar ze toen een knus appartementje hebben gekocht, het toch tijd wordt om dit achter te laten en te verhuizen naar een ander oord. Om allerhande redenen. Vooreerst is de buurt niet meer zoals het was en wordt deze overspoeld door een jongere generatie. En tevens is het gemis van een lift voor de eigenaar en zijn bejaard hondje een dagelijks obstakel geworden. Uiteindelijk beslist het koppel om hun stekje op de vastgoedmarkt te gooien en de verkoop in handen te geven van een nicht die het klappen van de zweep in dit wereldje maar al te goed kent. En voor ze het weten wordt hun appartement ingepalmd door kandidaat-kopers die uit verschillende categorieën bestaan : de gegadigden die vastbesloten zijn om deze unieke gelegenheid met beide handen te grijpen, de yuppies die de hele etage willen restylen, de vastgoed-toeristen die gewoon langskomen om voor de televisie te hangen en borrelhapjes te knabbelen en zelfs iemand die telkens het bed gaat uitproberen. Alex voelt ze zich al niet meer thuis in zijn eigen appartement, nog voordat het verkocht is.
5th Wave, The (2016)
Alternatieve titel: The Fifth Wave
“There were no messages from our galactic party crashers during the first 10 days.
But pretty soon, they had a name.
We called them The Others."
Ik ben geen echte voorstander van voornemens die volgens aloude traditie gemaakt worden voor het Nieuwe jaar. Meestal zijn deze al lang vergeten na een paar maanden. Ik heb me echter voorgenomen na het kijken van “The 5th wave” dat ik post-apocalyptische, tiener films die gebaseerd zijn op een jeugdboek en waar mijn sowieso al de intentie heeft om deze over ettelijke films uit te smeren, links te laten liggen. Het bakvisgehalte werd zodanig opgedreven dat de genres die geplakt werden op deze film volledig in het niet vielen. Het begon allemaal wel behoorlijk en het leek een interessante richting in te slaan, maar door de romantische, puberale verhaallijn die aangeboord werd ergens in het midden van de film, werden de labels actierijke, avontuurlijke sciencefiction door mij vervangen door flauwe romantische prietpraat-film dat waarschijnlijk door puberende tienermeisjes wel gesmaakt zou worden.
Dat er duchtig geleend werd bij andere films was overduidelijk. Het moment dat Cassie (Cloë Grace “The equalizer” Moretz ), Miss Popularity op school en verliefd op de bink van die school, het buitenaards gevaarte boven de aarde ziet bengelen (geniet er van want het is het enige kortstondige moment dat de film iets buitenaards toont) leek deze scène zo uit “Independence day” te komen. Dat deze intergalactische bezoekers niet zo vriendelijk zijn als E.T. is snel duidelijk. Middels verschillende aanvalsgolven, “waves” genaamd, proberen de snoodaards de wereldbevolking systematisch uit te dunnen. Je moet geen intellectueel zijn om aan de hand van de titel te raden hoeveel golven de menselijke bevolking over zich heen krijgt. Laat ik nog wat parallellen trekken met andere films. De eerste golf deed me terugdenken aan “Dragon Day”. De tweede golf veroorzaakte een tsunami die op een gelijkaardige manier gefilmd werd als in “The day after tomorrow”. Alleen de olietanker ontbrak. En het trainingskamp waar tieners werden opgeleid om ten strijde te trekken tegen “the others”, kan gerust worden vergeleken met “Ender's game”. De gelijkenissen met andere dystopische tienerfilms, waarbij er zich telkens een onschuldig iemand ontpopt tot de redder van de mensheid zoals in “The Hunger Games”, “Divergent” en “The Giver”, zijn dusdanig evident dat het nodeloos is deze op te rakelen.
Zoals ik dus al eerder zei, het begon behoorlijk en zelfs uiterst schokkend. De manier waarop de geliefden die Cassie omringend aan hun einde kwamen, was zelfs voor mij eventjes slikken. Vader Oliver (Ron “The Conjuring” Livingstone) had zijn lot toch minder gewelddadig voorgesteld. En voor moeder Lisa (Maggie Siff) was die derde golf fataal. Het leek wel alsof de plagen die over Egypte werden uitgestort, hier een tweede leven kregen. Behalve dat de vierde plaag zo infantiel overkwam. Een beetje gemakzuchtig van de schrijver om op die manier de twist die op het uiteinde werd gebruikt te vergemakkelijken. Het was dan ook overduidelijk hoe de vork aan de steel zat op het moment dat Cassie de stoere, houthakkende Evan Walker (Alex Roe) tegenkomt. En vanaf dat moment veranderde de film van een spannende, veelbelovende SF in een irritante, zoetsappige tienermeisjesfilm die me koude rillingen bezorgde. Liev Schreiber probeerde nog de meubelen te redden, maar zijn rol hier staat wel in scherp contrast met dat van in “Spotlight”.
Alle respect voor Moretz die hier toch een degelijk rol in probeert te spelen maar waarschijnlijk stuitte op het belachelijke verhaal. Wat me vooral verwonderde was dat haar beautycase vol make-up en kapselproducten de gehele film nergens te bespeuren viel. Dat moet ik de filmmakers wel nageven dat ze hier minutieus op gelet hebben, want ik ben er bijna zeker van dat ze dit de hele tijd met zich meezeulde als je afgaat op haar verschijning. De titel die ik ergens tegenkwam, verwoorde het perfect : “This SF-thriller doesn’t want to tell a solid story to young adults – it just wants their Money”. Ik hoop dat de vervolgen uitblijven, zodanig dat jeugdigen hun geld aan zinvollere dingen kunnen besteden.
7 Minutes (2014)
“There are two rules that everybody knows.
First, don’t go in with anybody who has more to lose than you.
What is the other rule?
You got cement in your ears.
Don’t get caught.”
Ben je een grote aanhanger van of bezit je een fetisjisme voor een overvloed aan flashbacks, dan is “7 Minutes” ideaal kijkvoer voor je. Want geloof me, je hebt je nog maar net voorovergebogen om je aan een vervelende plaats te krabben vanwege een irritant jeukgevoel, en je krijgt weeral een flashback te slikken. Je grijpt nog eens naar dat halfvolle pakje paprika chips … bang …. Weeral een flashbacks. Het lijkt wel een dubbelwedstrijd tijdens Wimbledon met vier aan elkaar gewaagde, opgepepte first rank spelers. Zo vliegen de flashbacks (backhandgewijs) rond je oren. Opletten is dus de boodschap anders ben je binnen de 7 minuten de draad kwijt in dit kluwen van door elkaar lopende verhaallijnen.
Sam (Luke Mitchell), Mike (Jason Ritter) en Owen (Zane Holtz) zijn de drie centrale figuren. Drie schoolvrienden die geen al te rooskleurig bestaan leiden. Sam was een American football ster met een beurs en de bijbehorende cheerleader Kate (Leven Rambin). Zijn toekomst zag er veelbelovend uit, maar een enkelblessure gooide roet in het eten. Het eindresultaat is een miserabel, armoedig bestaan met Sam als fabrieksarbeider en zijn zwangere vrouw Kate als dienster in een wegrestaurant. Mike (Sam’s broer) zit in hetzelfde schuitje en probeert met het verkopen van wiet te overleven. Owen’s leven is ook niet bepaald een succesverhaal. Hij is de zoon van de lokale maffia onder leiding van zijn vader Mr. B (Kris Kristofferson) die juist de gevangenis heeft verlaten. Een straf die hij moest uitzitten nadat hij redelijk onzacht in aanraking kwam met een zwaarlijvige bewakingsagent. Het zijn dus niet bepaald de snuggerste uit dit lokale stadje.
Dat is dan ook al bij aanvang te merken. Als ze het plan opzetten om in zee te gaan met een beruchte drugsdealer, loopt dit dankzij de paniekerige Owen helemaal in het honderd. Zijn angstaanval zorgt ervoor dat hij voor 62.000$ aan XTC-tabletten doorspoelt in het toilet van een tankstation. Vandaar het volgende stupide idee om Sam en Mike’s oneerlijke nonkel te beroven. In welgeteld 7 minuten. Voila, en hiermee is de titel van de film ook verklaard. Nodeloos te zeggen dat dit ook alweer een dom plan is. Wie gaat nu een overval plegen in een stadje waar niemand een onbekende is? En dan ook nog eens bij een familielid. Een plan dat dus gedoemd is om te mislukken. En zeker als er nog andere verwikkelingen ontstaan. Geloof me, de verhaallijnen zijn haarfijn doch ingewikkeld in elkaar verweven. En dat maakt dat het schijnbaar simpel bankoverval-verhaal nodeloos ingewikkeld wordt gemaakt.
Het deed me een beetje aan “Cut Bank” denken. Alleen was deze laatste op alle vlak cynischer en humoristischer. De drie stuntelige vrienden werden op een redelijke manier vertolkt door de respectievelijke acteurs. Maar echt gedenkwaardig was het nu ook weer niet. Het kortstondige optreden van Kristofferson was te beperkt om een oordeel te vellen, maar zo’n type personage past hem wel. De enigen die opvielen, waren Kevin Gage, de schietgrage Tuckey die ervoor zorgt dat de toon van de film abrupt verandert van doorsnee naar gewelddadig en grof, en Brandon Hardesty als de zielige, zwaarlijvige Jerome die spontaan in huilen uitbarst als hij zijn postuur in de spiegel aanschouwt. De bankoverval ziet er wel niet zo stompzinnig uit als in “American Heist”, maar verder heeft deze film ook niet veel om het lijf. “7 Minutes” is een inspiratieloze film dat voor kortstondig vertier zorgt. Ik vond het echter niet erg dat het meer dan 7 minuten duurde.
2.5*
96 Minutes (2011)
Een realistische kijk op het soms uitzichtloze leven in de US voor sommigen. Typisch dan weer dat dit het verhaal is van een jongen uit de achterbuurt die het dan WEL anders wil doen, maar door omstandigheden toch weer het verkeerde pad wordt opgedreven.
Het camerawerk stoorde me niet. Tegenwoordig is het standaard dat beelden een zenuwtrekje hebben. Het lijkt wel alsof de cameraman gedurig aan met een kater staat te werken. Daar heb ik me meermaals over geërgerd en uiteindelijk mij erbij neergelegd.
Het acteerwerk vind ik doorgaans niet slecht tot zelfs uitstekend. De verschillende verhaallijnen met de flash-backs die er doorheen zijn verweven, maken het wel soms moeilijk om te volgen, maar uiteindelijk vallen de puzzels bij elkaar.
Niet slecht, maar ook niet top.
2,5*
Ánimas (2018)
When you're five, it's normal
to have imaginary friends...
But at my age, it means you're crazy.
“Animas” is zeker geen gemakkelijke film. Het duurt ook even voordat je door hebt wat er eigenlijk aan de hand is. De film ziet er enorm artistiek uit dankzij de eigenzinnige beeldsetting. Scènes in verschillende kleurpaletten wisselen elkaar af. Van intens rood en fel oranje naar kalmerend groen. Ik veronderstel dat het gemoedstoestand gerelateerd is. Een andere diepere betekenis kan ik niet zo direct verzinnen. Alhoewel ik ergens een verklaring las waarbij het concept van verkeerslichten een plausibele verklaring leek. Het enige dat me soms wel stoorde, waren de constant flikkerende lichten. “Animas” op zich vond ik niet echt een horror. Maar dat is misschien te wijten aan het feit dat de gehele film Spaans gesproken wordt en dit bij mij eerder een vakantiegevoel opwekt. De film laat zien hoe de psyché van een getormenteerd persoon functioneert en hoe een welbepaald voorval kan zorgen voor een psychologisch verdedigingsmechanisme. Vandaar de soms wel hallucinante en surrealistische beelden.
Het klinkt misschien allemaal wat absurd en ingewikkeld. En daarbovenop komt nog het feit dat de film vreselijk traag is in het begin. Het begint allemaal als Bram (Ivan Pellicer) en Alex (Clare Durant) elkaar ontmoeten op de trap van het appartement waar beide kinderen wonen. Bram angstig wegduikend in de trappenhal terwijl zijn vader (Luis Bermejo) weer tekeergaat in hun woonst. Van meet af aan is het overduidelijk dat er huiselijk geweld in het spel is. En de manier waarop Alex hem leert hoe om te gaan met angst en haar aanbod om zijn gebroken jojo te repareren, is aanleiding tot een hechte vriendschap. Een vriendschap die hecht blijft totdat beiden hun middelbare school afwerken en klaar zijn voor een universitaire loopbaan. Een zorgeloos leven waarbij alleen een beginnende prille liefde bij Bram voor agitatie zorgt bij Alex. Zo lijkt het. Totdat we toch redelijk bizarre beelden te zien krijgen. Alex die zichzelf pijnigt terwijl ze voor de spiegel staat. En het moment dat de moeder van Bram in beeld komt, besef je dat je de huissituatie aldaar ook niet als normaal kan bestempelen. Een catatonisch uitziende vrouw die constant naar een klok staart en verder geen blijk geeft van enig leven. Het resultaat na jarenlang onder het juk van een gewelddadige vader geleefd te hebben.
Zoals gezegd, lijkt de film nogal chaotische en moeilijk te volgen op sommige momenten. De bizarre verhaallijn en plotSe flashbacks maken het niet makkelijk. Als er dan ook nog spookachtige verschijningen en schimmen beginnen mee te spelen, die het blijkbaar gemunt hebben op Alex, slaat de film een meer sinistere weg in. “Animas” was voor mij eerder een psychologische thriller. Een film die de psyché van een getraumatiseerd individu tracht te visualiseren. Bij momenten leek het wel alsof Alex zich voortbewoog in een door Escher gecreëerde onrealistische wereld. Het zorgt voor verwarring. Zowel bij Alex als bij de kijker. Je vraagt je af wat nu eigenlijk realiteit is of droomwereld. Tot op het moment van de onthulling aan het einde (of misschien al eerder als je zelf al een klein beetje beseft wat de verklaring zou kunnen zijn) want dan wordt alles ineens duidelijker.
“Animas” is geen doorsnee horror of thriller. Het verhaal is hiervoor te spitsvondig opgebouwd. En ook al krijg je rillingen van het spookachtig, duister en vervallen flatgebouw. En zijn de personages op een bepaalde manier creepy. Toch zal de film je zeker niet de stuipen op het lijf jagen. Ik vond het acteren van de twee hoofdpersonages wel subliem. Bram, de timide tiener die zich opsluit in zijn eigen wereldje ver van al hetgeen hem kwaad wil doen. Alex, de bruisende tiener die eigenlijk qua persoonlijkheid moeilijk te vatten is. Alleen de relatie tussen beide protagonisten blijft een beetje wazig bij aanvang. En misschien zullen er velen afhaken na een tijdje wegens te traag, te nietszeggende en te verwarrend voor hen. Het is echter wel de moeite waard om de film uit te zitten zodanig dat de volledige opzet duidelijker wordt. Misschien is het geen film die nazindert of je nog dagenlang bijblijft. Maar het is wel een waardige aanvulling op het Netflix Originals gamma.
2.5*