- Home
- ikkegoemikke
- Meningen
Meningen
Hier kun je zien welke berichten ikkegoemikke als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
Keepers (2018)
Alternatieve titel: The Vanishing
Okay, as far as I can see it, this...
this is payback!
For having to live the rest of my life with his face etched into my brain.
Zo af en toe stuit ik op een totaal onbekende film waar je eigenlijk niet veel van verwacht, ondanks de aanwezigheid van een bekend klinkende naam, maar die je dan toch aangenaam weet te verrassen. “The Vanishing” is een thriller pur sang. Een fictief vertelsel over een waargebeurde gebeurtenis, namelijk de verdwijning van drie vuurtorenwachters in 1900 die toezicht hielden op één van de Flannan eilanden gelegen aan de westkust van Schotland. De drie mannen James Ducat (Gerard Butler), Thomas Marshall (Peter Mullan) en Donald MacArthur (Connor Swindells) werden nooit meer teruggevonden. Een echte verklaring had niemand en al snel deden verschillende speculaties de ronde. Van een reuze zeeslang tot gigantische zeemeeuwen. Of ze gingen in rook op om een nieuw leven te beginnen. Een ontvoering door spionnen was ook een mogelijkheid. Tot zelfs een eventuele buitenaardse kidnapping. Deze film wil er een meer plausibele verklaring aan geven. Maar het blijft desondanks een onbewezen en dus fictief verhaal.
Bovennatuurlijke verschijningen moet je niet verwachten. “The Vanishing” is vooreerst een realistische kijk op het leven van een vuurtorenwachter in de beginjaren van de 20ste eeuw. Het ruige zeemansleven waarbij deze doorgewinterde zeebonken zonder verpinken het zilte nat trotseren terwijl ze op weg zijn naar die rotsblok in het midden van de oceaan. Iets wat beginneling Donald duidelijk nog niet gewend is waardoor hij de trip meemaakt al hangend over de reling. Merendeel van de film zie je hoe deze mannen plichtsgetrouw hun taken uitvoeren op het eiland. Niet dat er echt enorm veel te klussen valt. Voornaamste taak is ervoor zorgen dat de lichten van de vuurtoren functioneren en het glas dat het omhult er optima forma uitziet. De rest van hun tijd vullen ze met samenzang, koken, slapen en rondkuieren op het eiland. Niet echt waanzinnig spannend dus.
Totdat de nieuweling Donald een tot splinters geslagen bootje, een levenloze drenkeling en een afgesloten houten kistje vindt tussen de rotsen. En als de inhoud van het geheimzinnige kistje uiteindelijk wordt onthult, is het moment daar voor oplopende spanningen. Vanaf dat moment speelt wantrouwen en hebzucht een grote rol. Er hangt zo’n onheilspellende stemming in de lucht waarbij je het gevoel krijgt dat elk moment de vlam in de pan slaat bij één van deze drie. Maar uiteindelijk vormen de drie geen bedreiging voor elkaar maar spelen derden een grotere rol. Veel onthullen zal ik niet maar dat de situatie serieus escaleert op een bepaald moment, mag je toch verwachten.
“The vanishing” was een verademing na zoveel middelmatige en vergeetbare onzinnige speelfilms gezien te hebben. Niet alleen wat beeldvorming betreft is deze film gewoon een pareltje. Ook het acteren is fenomenaal prachtig. Niet alleen de drukkende, claustrofobische sfeer is indrukwekkend. Ook zijn er enkele melodramatische momenten waarbij verdoken leed naar de oppervlakte komt met conversaties tot gevolg vol met veelzeggende stiltes en loodzware bewoordingen. Ook zijn er enkele lugubere taferelen zoals het opruimen van gesneuvelde meeuwen ten gevolge van een storm (“You may have to break the wings to get 'em in.”). Maar voor mij was Gerard Butler een echte eyeopener. Meestal verschijnt hij in van die actiefilms van dertien in een dozijn (met uitzondering van een enkele film zoals “A family man”). Maar hier toont hij ook over voldoende acteertalent te beschikken. Nooit gedacht dat een film over vuurtorenwachters de moeite waard zou zijn. Tja, blijkbaar wel en dat is dan ook een reden om “The Lighthouse” eindelijk eens te bekijken. Licht uit, vuurtorenspot aan.
3.5*
Kidnap (2017)
“Okay, God, I know I never pray to you unless somebody is sick.
Or somebody's dying or in an airplane.
But, God, please don't let me lose him.”
Herinner je je nog “The Call” van een paar jaar geleden, waar Halle Berry als medewerkster bij het callcenter van 911 voortdurend in verbinding stond met het slachtoffer in een ontvoeringszaak. Een slachtoffer dat zich in de koffer bevond van de ontvoerder. Het was een compleet nonsens verhaal maar wel vreselijk spannend en zenuwslopend. Hier gaat het over iets gelijkaardigs. Alleen nu is het Halle Berry wiens zoontje ontvoerd wordt door een onbekende, waarna ze de onbekenden achtervolgt met de auto. Uiteindelijk is deze film niets anders dan één lange achtervolging door Karla in haar bordeaux rode SUV . Ik kan je nu al verklappen dat het ook wel eens spannend wordt. Maar spijtig genoeg zit het ook boordevol nonsens en irritante ontwikkelingen.
“Kidnap” gaat niet alleen over het ontvoeren van onschuldige jongeren, maar toont vooral de wanhoop en het doorzettingsvermogen van een moeder. Halle Berry laat zien dat ze kost wat kost haar zoontje wil bevrijden uit de handen van de kidnappers. Maar dat is dan ook het enige positieve : de manier waarop Halle Berry demonstreert dat er niet te sollen valt met razende moeders die hun kroost verwoed beschermen. Verder was het gewoonweg een vreselijk irritante film. Ik vermelde al eens dat het soms wel spannend werd, maar spijtig genoeg werden deze spannende momenten verbrod door totaal onzinnige gebeurtenissen. Ik heb nog nooit zoveel keren vol ongeloof naar een scherm gekeken en “Kom aan zeg” geroepen. Zelfs mijn vrouw trachtte mij te kalmeren en maakte al een rustgevende thee voor me klaar.
Toegegeven, veel speelruimte geeft het script niet aan de hoofdrolspelers. En tenslotte is het onderwerp ook redelijk rechtlijnig en laat weinig ruimte over voor improvisatie. Het ontvoeren van een kind staat centraal en that’s it. Dat hierdoor het overgrote deel van de film al een vooraf bepaald traject aflegt is aannemelijk. Dat de ontknoping dan ook nog zo voorspelbaar werd, was er teveel aan. Maar hetgeen waar ik me wel enorm over opjoeg, was het gedrag van Halle Berry. Sorry, maar als dat mijn zoontje was in die auto die ik achtervolgde, dan zou ik er niet achteraan rijden als een overspannen grootmoeder. En geloof me vrij. Als ik de kans kreeg zouden die ontvoerders weken nadien nog bandensporen terugzien op hun voorhoofd. En als er iemand van een ordedienst langs je rijdt, zou het dan niet verstandig zijn om de vermeende wagen die je achtervolgt de berm in te rammen? Ik erger me soms over hetgeen personages allemaal uitvreten in een film. Bij “Kidnap” was het juist andersom. Hier ergerde ik me over hetgeen ze niet deed. Geen verwijt aan Halle Berry. Ik veronderstel dat ze gewoonweg het script volgde.
Wil je dus een niet zo bijster intelligente film zien die toch soms wel spannend lijkt? Een film waar er zo goed als geen interactie is tussen de verschillende personages? Waar het hoofdpersonage voortdurend monotone monologen afsteekt terwijl ze geconcentreerd de daders achtervolgt. Vind je het niet erg als het ingrijpen van de politiediensten zo onverschillig lijkt terwijl de autosnelweg herschapen wordt in een autokerkhof? En tenslotte, heb je zelf geen kinderen? Dan is “Kidnap” wel iets voor jou. Gelukkig dat ik me niet de moeite heb gedaan om deze op het grote scherm te gaan bekijken.
PS. Nog een laatste waarschuwing. Ben je een fan van actierijke, razendsnelle achtervolgingen? Wel, dat kan je hier wel vergeten. Het is misschien wel een mega lange achtervolging, maar dan wel met een slakkengangetje. Het lijkt wel een cursus wegpiraatje spelen voor senioren.
2*
Kill Command (2016)
“Turn off that shit.
I do not want to be scanned, is that clear?“
Zo af en toe kom je onverwacht een low-budget film tegen waarbij het visuele er overweldigend uitziet. Ondanks het beperkte budget. Naast dat, kan je in “Kill Command” ook nog eens genieten van enkele toch wel geslaagde vertolkingen en narratief gezien is het onderhoudend genoeg. Niet dat het allemaal hoogst origineel is, want films waar gesofisticeerde technologieën door een kortsluiting gekke dingen doen, hebben we wel meer gezien. Bij mij kwam “Robocop” direct in mijn gedachten. En recentelijk ging het ook redelijk fout in “Ex Machina”. Het enige wat ik zou kunnen aanhalen als een minpuntje was het design van de dolgedraaide robot. Een beetje te bombastische naar mijn smaak. En vooral de oefen-androïden zagen er nogal lichtelijk gedateerd uit.
Alles draait rond Mills (Vanessa Kirby), een soort half-androïde in wiens hersenen een chip werd geïmplanteerd waardoor haar verlamming werd genezen. Als engineer bij de firma die deze technologie op haar heeft toegepast, ontvangt ze verontrustende data afkomstig van een trainingsrobot die functioneert met dezelfde technologie. Het vermoeden bestaat dat ze een bewustzijn verwierven en onafhankelijk opereren. Mills vertrekt samen met een peloton mariniers op een oefenmissie die plaatsvind op het eiland vanwaar de data afkomstig is. Ondanks dat ze een geoliede eenheid zijn met een gedegen training achter de rug, moeten ze langzaam maar zeker het onderspit delven tegen strategische sterkere androïden, die normaal gezien dienen als onschuldige doelwitten.
De relatie tussen Mills en de mariniers is vergelijkbaar met dat van Rupley en Bishop in “Aliens”. Ze vertrouwen haar totaal niet, wat dan weer zorgt voor vijandige reacties. Vooral Kapitein Bukes (Thure Lindhardt) twijfelt aan haar oprechtheid en verdenkt haar van het achterhouden van bepaalde informatie. In wezen is dit ook het geval. Maar Kapitein Bukes komt ook tot de vaststelling dat ze zonder Mills geen kans hebben tegen de artificiële intelligentie van de op hol geslagen robots.
“Kill Command” was zeker een aangename verrassing. Een simplistische SF dat een spannend koers vaart. De meeste acteurs waren voor mij redelijk onbekend. Niet dat ze allen een invloedrijke rol hadden. Het merendeel van de cast speelde slechts een slachtofferrol. De uiteindelijke confrontaties beperkten zich tot de strijd tussen mens en robots enerzijds. En anderzijds de vertrouwensstrijd tussen Bukes en Mills. Wat wel indruk maakte was het gebruikte beeldmateriaal en de visuele effecten. Voor een lowbudgetfilm was dit gedeelte toch wel impressionant. Je kan dan wel aanhalen dat dit de zoveelste film is over de strijd tussen mens en machine. Maar ondanks dat was het een boeiende film en kan men zich weeral buigen over de vraag of een doorgedreven automatisatie niet levensbedreigend is voor de menselijke beschaving. Dat is ook al een stokoude discussie.
3*
Kill Game (2015)
Ken je het gezegde “Boontje komt om zijn loontje”? Dat is dan echt van toepassing op zeven vrienden die samen afgestudeerd zijn en een vreselijk geheim met zich meedragen. Totdat de vriendenkring langzaamaan begint te krimpen doordat er telkens iemand vermoord wordt. Nu als je de verhalen van deze ergerlijke pestkoppen hoort, ben je vanzelf al geneigd te denken dat ze het wel verdiend hebben. Want de poetsen die ze hun medestudenten (en zelfs docenten) bakten, waren niet van de poes. Zo erg, dat het zelfs fataal werd voor een medestudent. En dan blijkt er iemand te zijn die wraak wilt nemen op deze bende fratsenmakers. En de wijze waarop ze vermoord worden is gelinkt met een welbepaalde grap die ze uithaalden.
“Kill Game” is geen denderend goede horror. Maar het tracht de tradities van de betere hacker/slasher films uit de jaren 70 (zoals “Halloween” en “Friday the 13th”) in ere te houden. Dat houdt dus in dat er een groepje domme en arrogante tieners worden verzameld die dienst doen als slachtvee. En dat de mysterieuze seriemoordenaar voorzien is van een akelig masker. In dit geval een Marilyn Monroe masker. Verder is er nog een lijst nodig met alle kandidaat moordenaars. Die lijst kan wel eens uitzonderlijk lang uitvallen. Als je alle medestudenten en docenten, die het slachtoffer werden van een misplaatste grap, samentelt, kom je toch wel aan een aanzienlijk aantal. Tevens verschijnt dan ook nog eens de tweelingbroer van de arme drommel die de grap niet overleefde.
Maar verder dan die enkele raakpunten met ouder slasherfilms, is dit toch een film die moeiteloos in de vergeethoek zal raken. Sowieso is het belabberd acteren (inherent aan dit soort films) en de niet zo originele verhaallijn aanwezig. Wat rest is een typisch raadspelletje naar de dader, het motief en wie er uiteindelijk overblijft. En dan komt er nog iemand opdagen wiens profiel eenduidig aantoont dat hij de mogelijke dader is. Uiteraard blijkt naderhand dit niet zo te zijn. Hoe verrassend. Inderdaad, een opeenstapeling van gekende clichés. Het enige dat nog resteert zijn de uitvoeringen van de slachtpartijen. Nee niet bepaald adembenemende cinema. Het enige wat ik erover heb onthouden is dat het toch niet zo bijster slim is om anderen te pesten.
1.5*
Kill Switch (2017)
Alternatieve titel: Redivider
“This is Will Porter.
Mission log three.
I can now confirm that the jump was successful.
My location is the echo.”
In een toekomstige wereld heeft de multinational Alterplex een eeuwigdurende energiebron ontworpen. Dankzij de M-Theorie en de theorie over het dupliceren van materie, zijn ze erin geslaagd om een parallel universum te creëren. Geloof me, de hele theorie wordt in de film uit de doeken gedaan. Niet dat ik er veel van begreep. Er wordt lustig gebruikgemaakt van wetenschappelijke termen zoals ruimtedimensies, kwantum deeltjes en zwaartekracht portalen. Het enige verschil tussen ons universum en dit duplicaat, is dat er geen organische bestanddelen aanwezig zijn. Het is dus eigenlijk een reusachtige, levenloze batterij waar de moderne wereld energie uit kan winnen. Iets wat noodzakelijk is geworden, daar het energieverbruik op onze planeet fenomenaal gestegen is.
Will Porter (Dan “The ticket” Stevens), een natuurkundige die ook voor NASA gewerkt heeft, wordt door Alterplex aangeworven als oplossing bij eventuele problemen. Indien er een instabiliteit wordt vastgesteld, wordt hij naar het parallelle universum getransporteerd waar hij een kubusvormig object in de gedupliceerde toren moet plaatsen. Alterplex heeft er alles voor over om hem in te lijven. Zelfs de overplaatsing van zijn zus (Charity Wakefield) en haar zoontje Donny (Kasper van Groesen) is geen probleem. Zelfs voor de beste medische begeleiding voor Donny wordt gezorgd. Een aanbod waar Will geen neen tegen kan zeggen. Ook al heeft hij in eerste instantie geen benul van wat hem te wachten staat.
En schijnbaar is zijn opleiding niet grondig geweest, want op het moment dat hij effectief door een portaal naar dit ander universum gaat, blijkt hij grotendeels niet te weten wat er aan de hand is. Zelfs de melding “Redivider” op de kubus zegt hem niks. Dan Stevens loopt dus eigenlijk de gehele film verward en hulpeloos rond terwijl hij zich afvraagt waarom er toch menselijk leven aanwezig is en allerhande objecten uit de lucht vallen (objecten die op de werkelijke wereld spoorloos verdwijnen). Dat hijzelf niet gekopieerd werd vind deze natuurkundige vanzelfsprekend blijkbaar. Redelijk onlogisch toch.
Qua verhaal stelt het allemaal niet erg veel voor. Het is vooral het FPS perspectief dat de meeste aandacht eist. En ook aardig op de zenuwen begint te werken naarmate het verhaal vordert. Misschien dat PS4 aanhangers hier enthousiast over worden, maar ik geloof nog steeds niet in dit concept. Hetzelfde principe werd in “Let's Be Evil” en “Jeruzalem” gehanteerd en ook niet echt geapprecieerd door ondergetekende. Als ik zin heb in een FPS, dan plug ik mijn PS4 wel in. Dan heb ik tenminste de controle over het verloop van het verhaal. Verwacht je dus weer aan een heen en weer zwierend beeld waarin allerhande statussen getoond worden. Ook Dan’s monologen lijken enkel volgepropt te zijn met steeds dezelfde weerkerende uitroepen zoals “Oh my God”, “What the hell is this”, “Lets go!”, “Come on” en “Run! Run! Run!”. Ik ben er zeker van dat in “Chariots of fire” minder rondgelopen werd als in deze film.
Qua acteren is het ook al niet zo overweldigend. Dan Stevens was waarschijnlijk niet lang aanwezig op de set, daar we hem het overgrote deel van film toch niet te zien krijgen. En als hij al in beeld komt, kijkt hij telkens met die verbaasde, onwetende blik. Bérénice Marlohe tracht de hele tijd haar meest fotogenieke gedeelte van haar gelaat te gebruiken (haar diep uitgesneden decolleté eist aan het begin de meeste aandacht) en heeft hoogstwaarschijnlijk een overenthousiaste medewerker in de schminkafdeling ter beschikking gekregen (gezien de riante hoeveelheid mascara dat er gebruikt werd). Is er dan niets positiefs te melden. Jawel hoor. Ik was aardig onder de indruk van de gebruikte SE’s. Neen het is niet vergelijkbaar met de peperdure SE’s van pakweg “Star Wars” of “Avatar” (je kijkt er dus niet naar alsof je van de hand Gods geslagen bent) en het is soms wel overduidelijk dat het gecomputeriseerde beelden zijn. Maar toch waren ze niet slecht deze beelden. En dat het zich afspeelde in het toekomstige Amsterdam, was ook een aangename verrassing. “Kill Switch” heeft dezelfde tekortkoming als “Lights out”. Beiden films zijn voorafgegaan door een kortere you-tube versie die voor de nodige hype hebben gezorgd op dit medium. Het resultaat is in beide gevallen een film met een ijzersterk concept, waar je het gevoel krijgt dat men enorm veel moeite heeft gedaan om het kortverhaal zo lang mogelijk te rekken. Dus na verfilmingen van PC-games en boekverfilmingen, is het misschien ook wijselijk om niet meer “YouTube” succesjes naar het grote doek te verhuizen.
2*
Kill Your Darlings (2013)
“Some things, once you've loved them, become yours forever.
And if you try to let them go...
They only circle back and return to you.
They become part of who you are...
...or they destroy you.”
Na al het blockbuster geweld krijg ik altijd zin in een niet zo commerciële film. De titel van de film gecombineerd met het feit dat ik op literair vlak geen echte kenner ben, zorgden ervoor dat mijn verwachtingen over “Kill your darlings” wel totaal verkeerd ingeschat waren. De uitdrukking wordt gebruikt in literaire kringen en is een stelregel voor schrijvers en poëten om favoriete verwoordingen,adjectieven of zinnen te schrappen zodanig dat het literair werk strakker wordt en niet bezoedelt wordt met nodeloze ballast. Verwacht je dus wel aan heel wat intellectueel geneuzel in deze film. Het is eigenlijk een biografisch drama over het ontstaan van de “beatgeneration” in Amerika en de jong volwassen aanhangers hiervan Allen Ginsburg, Jack Kerouac en William Burroughs, die later uitgroeiden tot gerenommeerde schrijvers en dichters.
Killing Season (2013)
“Hunting. I am going hunting”
“Killing Season” is zoiets als gaan kijken naar een benefietwedstrijd tussen John McEnroe en Björn Borg, twee welbekende sterren die heel wat verwezenlijkingen op hun palmares hebben staan en normaal gezien een garantie is voor een spannende confrontatie. Alleen merk je na een bepaalde tijd dat het ook niet meer hetzelfde is als in hun gloriedagen. De fut is er een beetje uit en ze doen wel hun best maar het lijkt precies alsof het eerder van moeten is dan van willen. Het begint eerder op een aflossingswedstrijd te lijken en niet op een keiharde competitieve wedstrijd. Het voordeel kantelt telkens van de ene partij naar de andere om er toch nog de spanning in te houden en uiteindelijk eindigt de partij in een gelijkspel om het sportief te houden en om iedereen tevreden te stellen : het publiek, de sponsors en hun eigen lichamelijke conditie. Waar met enthousiasme en opwinding naar uitgekeken werd, resulteert uiteindelijk in een doorsnee evenement.
Travolta en De Niro werden opgetrommeld om de twee kemphanen te vertolken in deze “Tom en Jerry” verfilming. De eerste keer dat ze samen op het grote witte doek verschijnen. Travolta is de Servische ex-soldaat Emil Kovac met een joekel van een ringbaard, die lid was van de Scorpions, een paramilitaire eenheid die actief was tijdens de Joegoslavische oorlog en naderhand terechtstonden voor misdaden begaan in deze oorlog. Hij wil wraak nemen op Benjamin Ford die hem in die tijd voor dood achterliet tijdens een executie. De Niro speelt Benjamin Ford , een ex-militair die het leger de rug toekeerde na de smerige oorlog in Bosnië en zich teruggetrokken heeft in de Appalachen, ver weg van zijn familie die hij angstvallig tracht te mijden. Hij leidt daar een bestaan als woudloper en spendeert zijn tijd met trektochten,houthakken en natuurfoto’s te maken. De dag dat ze elkaar ontmoeten en Kovac een helpende hand toesteekt met het terug op gang krijgen van Ford's sputterende jeep, belanden ze samen aan tafel in de blokhut van Ford en genieten ze samen van een maaltijd en een fles Jägermeister terwijl ze oorlogsverhalen vertellen. De uitnodiging om samen te gaan jagen ligt op tafel, en als Ford uiteindelijk de volgende morgen beslist om er samen op uit te trekken om een hert als trofee mee naar huis te nemen, ziet hij de situatie uiteindelijk evolueren naar een jacht op elkaar. Zoals Kovac al in het begin van de film met een zwaar sappig Slavisch accent zei : "I'm going hunting...."
Het is niet het soms overdreven en raar aanvoelend accent van Travolta wat me enerveerde. Eerlijk gezegd vond ik niet dat het misplaatst of verkeerd klonk. Maar wat me wel begon te storen is het ping-pong spelletje tussen de twee rivalen. Telkens was het weer afwachten wanneer één van de twee zichzelf uit een hopeloze situatie zou redden om daarna de tegenpartij in de klem te houden. Dat ze allebei gehard zijn door hun militair verleden is overduidelijk. Een pijl dwars door je kuitbeen en dan naderhand hieraan opgehangen worden, kan totaal geen beletsel zijn om naderhand nog kwiek door de bossen te hollen. Gespiest worden aan een deur nadat een pijl zich dwars door je twee wangen heeft geboord en dan toch nog een monoloog afsteken zonder verlies van je accent is vanzelfsprekend. Het was een beetje overdreven en voorspelbaar. De toegepaste martelpraktijken (pijnlijk om te zien, maar ook niet om te zeggen wansmakelijk in beeld gebracht) vond ik wel passend, maar dienden uiteindelijk ook maar om het wat gewichtiger te maken en te choqueren. Kansen hadden ze dan ook alweer genoeg om de tegenstander het leven te beroven. Uiteindelijk had ik het gevoel dat dit niet echt het hoofddoel was. Het was dan maar afwachten tot de apotheose om te zien wat de uitkomst uiteindelijk zou zijn. Het jagertje uithangen, speelde zich dan wel af in een schitterende natuuromgeving. En de gezellige blokhut met een knusse open haard en een mooi afgewerkt interieur was ook prachtig om naar te kijken. Dat is dan wel een pluspunt.
Een topfilm kan je het moeilijk noemen, maar vreselijk slecht is het nu ook weer niet. Er zullen zeker geen prijzen uitgereikt worden voor dit doorsnee verhaal. Maar als je kijkt in welke films ze laatst gespeeld hebben , Travolta in "Wild Hogs","Hairspray" en "Old Dogs" en De Niro in "The Big Wedding","The Family" en "American Hustle", dan is het wel een verademing om deze twee legendarische acteurs weer zulke rollen te zien spelen. Ik veronderstel dat deze machofilm, waarin de overgang van weerwraak naar vrede keurig verloopt, in kleine lettertjes zal voorkomen op het resumé van deze twee Hollywood sterren en in de vergetelheid zal belanden als een fait divers.
3*
Killing Them Softly (2012)
Jackie : Next he'll be telling us we're a community
Jezus, wat was dit een enorm tegenvallende film. Het enigste waar het in uitblonk is het feit dat een flut verhaal dat je kan samenvatten in een paar regels, op een onwezenlijk manier uitgesponnen werd over een periode van ellendig lange 97 minuten. Als het de bedoeling is om een politiek statement te uiten dat het in de wereld puur om het geld gaat en dat Amerika niet het geïdealiseerde “Land of Hope and Glory” is maar dat alles om de felbegeerde groene briefjes gaat en eigenlijk niets anders is dan “Just a bussiness” , dan vrees ik dat ze hier wel vreselijk de bal misslaan, daar dit al aangetoond wordt in veel andere films. Iedere welgeïnformeerde burger die iet of wat op de hoogte is van de politieke gang van zaken in de wereld, is zich hiervan wel bewust. En dat het lucratiever is om in de misdaad terecht te komen , vergeleken met een standaard bediende of arbeiders baantje , weet toch iedereen. Dat het niet zonder gevaar is , is ook geen wereldschokkend nieuws.
De synopsis van de hele film is doodsimpel : kleine lokale misdadiger is van plan het goklokaal van een andere kleine lokale misdadiger te overvallen. Het meesterlijke van dit plan is het feit dat deze 2de misdadiger al eens zijn eigen goktent heeft laten overvallen om het geld op te strijken. Het briljante is dat de maffiatop de 2de misdadiger dan waarschijnlijk weer hiervan zullen verdenken, hem laten elimineren en de 1ste misdadiger en zijn kompanen vrijuit gaan. Hij laat 2 snullen de job uitvoeren. De maffia top stuurt iemand om de plooien glad te strijken met inderdaad als uitgangspunt : elimineer gangster 2 zodanig dat de hardcore gokkers terug vertrouwen hebben en de zaken weer verder gaan als voorheen. Via een omweg komt hij te weten wie de echte daders zijn. Ondertussen is de gevraagde 2de huurmoordenaar al terug gestuurd met een “Return to sender” stempel op zijn achterwerk, wegens te veel zuipen en labiele gemoedstoestand. Uiteindelijk resultaat isdat misdadiger nr. 1 en overvaller nr.1 ook worden omgelegd. De 2de overvaller is ondertussen veilig en wel opgeborgen wegens drugsfeiten.
Buiten de keiharde en brutale scènes (in totaal 4) valt hier in heel de film niks te beleven. Oeverloos gezwets over een echtgenote die vreemd gaat, drankprobleempjes en dijenkletsende verhalen over rondrijden in een auto met een zich ontlastende meute honden. Het deel waar Markie door 2 handlangers vreselijk in elkaar wordt geslagen is nogal realistisch met rondvliegend bloed en kots als resultaat. De afrekeningen waren ook niet van de poes en werden brutaal en koelbloedig in beeld gebracht. Maar dit alles was niet voldoende om de film te redden. Zelfs Pitt’s verschijning als een soort “The Wolf” uit Pulp Fiction om het zootje te komen opruimen, is niet van dusdanig gehalte dat het een beter film wordt. Buiten de acteerprestaties van Pitt en Gandolfini , die nu eens echt de uitstraling heeft van een doorgewinterde gangster, is het toch maar een triestig geheel. Frankie en Rusell zijn nu echt twee individuen die totaal niet in aanmerking zouden komen als kandidaten voor de overval. Beide zijn hopeloze gevallen. Zeker Russell die totaal gedrogeerd lijkt rond te lopen de hele tijd en voortdurend onzinnig gebrabbel voortbrengt.
In het circuit van alternatieve films zal deze KTS waarschijnlijk hoog scoren door zijn quasi intellectuele ondertoon en de verfijnde manier van cinematografische opnametechnieken. Je kan dan waarschijnlijk de slow-mo beelden bij de afrekening van Markie inroepen als zijnde een streling voor het oog en briljant in beeld gebracht. Ook niks nieuws. In Disconnect gebruikte ze dit ook aan het einde. Alleen zat er een veel beter verhaal rond verweven. En de flarden van speeches van Bush en Obama die verspreid zijn over de hele film zullen ook wel geapprecieerd worden. Niet bij mij. Dat geleuter hoor ik al genoeg op duidingprogramma’s
Al bij al een flauw gangsterverhaal .
2*
Kim Bok-nam Salinsageonui Jeonmal (2010)
Alternatieve titel: Bedevilled
Koreaans schizo prent
Mijn eindconclusie was dat ik praktisch 90% van de film onderaan naar het scherm heb liggen staren. Mijn gebrek aan kennis van het Koreaans maakt dat ik heel die tijd de ondertiteling lig te bekijken wat ik praktisch nooit doe bij films.
De film zelf vond ik nu ook weer niet zo spectaculair. Emotioneel zit er veel in het verhaal. Een psychologisch en fysisch misbruikte vrouw op een eiland met een achterlijke waarschijnlijk door inteelt geteisterde familie. Een stadsmeisje die met verplichte vakantie gaat en het eiland nog eens bezoekt. Haar grootouders hebben daar geleefd en zij heeft toen het meisje Bok-nam daar leren kennen. Ze merkt wel dat Bok-nam een speelbal is in handen van de mannen en een willige slaaf voor de oudere vrouwen. Op de hulpkreet om haar te helpen, reageert ze echter bijster onverschillig. De situatie kantelt op het moment dat Bok-nam's dochtertje omkomt tijdens een woedebui van haar man. Dit is de aanloop voor een killing spree waarbij niemand gespaard wordt.
Visueel ziet het er wel prachtig uit. De omgeving en atmosfeer op het eiland. De 2 vrouwen zelf zetten een prachtrol neer. Sterke karakterrollen die de kijker emotioneel raken. De rest van de cast balanceren tussen "niet bijster slecht" naar "vreselijk slecht". Vooral de mannen spelen soms wel een echt abominabel slechte rol. De moordpartij is redelijk soft en gedateerd in beeld gebracht. Beelden die me deden denken aan "The last house on the left" uit 1977. Niet qua inhoud maar wel qua het visuele aspect.
Horror zou ik het niet noemen. Eerder een psychologische thriller waarbij het einde wel totaal erover gaat en redelijk onzinnig is. Al bij al, niet een film waar ik direct van omvergeblazen werd of die een diepe indruk nagelaten heeft.
1*
King Arthur: Legend of the Sword (2017)
“How'd you get money from a Viking?
I feel a joke coming on here.”
Mij al ooit opgewonden gezien? Dan had je erbij moeten zijn toen ik deze film keek. Misschien omdat het weeral een film is die met de grond gelijk gemaakt werd door de meest gewaardeerde filmcritici. Hoe evalueren ze een film eigenlijk? Hanteren ze een minutieus samengestelde vragenlijst waarbij ze met behulp van een door exacte wetenschap vastgelegde stappenplan een film beoordelen? Gewapend met een decibelmeter, luxmeter en een omvangrijk naslagwerk van Wikipedia omtrent het onderwerp zodanig dat op elk moment technische en inhoudelijke nalatigheden direct gespot worden? Ik weet het, ik weet het. Pientere zielen zullen natuurlijk onmiddellijk de volgende evidente vraag stellen aan mij : “Zeg wijsneus, en waarop baseer jij je beoordeling?”. Wel om eerlijk te zijn weet ik dat ook niet zo precies. Is het een buikgevoel? Een moment van verbijstering? Geloof me, ik het weet het niet maar lees verder en ik zal een tipje van de sluier lichten.
Allereerst de kritieken die ik schromelijk overdreven vond. Sommigen beweren dat dit een regelrechte blasfemie is ten aanzien van de grootse legende over Koning Arthur. Ik denk in eerste instantie niet dat dat de bedoeling was van de makers. En trouwens, hadden ze dit wel gedaan (waardoor alle rechtstreeks betrokken personen die een belangrijke rol speelden in deze legende waarschijnlijk ook wel een plekje hadden gekregen in deze film) dan waren er weer die zouden zeggen dat deze film al eens was gemaakt. Wil je een historisch accuraat verhaal horen, volg avondles over Middeleeuwse geschiedenis. Accuraat genoeg. Nee dit was een pimped, modernistische versie van een middeleeuwse legende.
Volgend punt waar ik de kraaltjespis van krijg is de hele heisa rond Beckham. Hier en daar lees ik dat hij dankzij zijn vriendschap met de hoofdrolspeler dit gastrolletje heeft gekregen, maar beter met een bal kan jongleren dan acteren. Give me a break. Die gast was maar een paar minuten te zien. Nogal een beperkte bijdrage om iemand te beoordelen op zijn acteercapaciteiten (niet dat ik sta te wachten op een film waar Beckham een belangrijke hoofdrol in speelt).
En tenslotte de stijl die deze film heeft gekregen onder toeziend oog van Guy Ritchie. Eerlijk gezegd moest ik er zelf even aan wennen. Raar maar waar, ik heb nog nooit een film gezien die door hem zijn geregisseerd. Na het zien van deze film ben ik toch van plan om dit gat in mijn cultuur op te vullen want dit smaakt naar meer. Met andere woorden, je mag me een echte Guy Ritchie fan noemen vanaf nu. Die gedreven, flitsende en hyperkinetische vertelstijl was aan het begin redelijk verwarrend, maar eenmaal je in de flow van de film zat, begon ik die stijl te appreciëren. Niet alleen is het een boeiende stijl maar zorgt het ook voor spitsvondige en voortrazende scènes. Het geeft zelfs doorsnee conversaties een humoristisch tintje.
“King Arthur : Legend of the Sword” is een mengelmoes van verschillende soorten films. Van “Lord of the rings” en "The Hobbit", tot “The fast and the furious” of andere actierijke films, waardoor het een middeleeuws verhaal is waarbij het jargon uit deze tijd wordt gebruikt. De actierijke gedeeltes, vooral diegenen waarbij Arthur het lef had om Excalibur met beide handen vast te grijpen, zijn adembenemend. Het leek wel “The matrix” maar dan in een middeleeuwse setting.
En dan is er het magische gedeelte. “TLOTR” was magisch en fantasierijk. Maar deze film bevat wel degelijk een aanzienlijke portie magische elementen ook al is de illustere Merlijn maar een splitseconde te zien. De Darklands met zijn onwereldse creaturen. De Mage die door haar telekinetische krachten de dierenwereld te hulp kan roepen en alchemistische wijsheid bezit over kruiden. De zeeheksen die Vortigern (Jude ”Gigolo Joe” Law) aan de macht helpen. Mordred, een soortement Lord Sauron, die Camelot aanvalt met een legertje monstrueus uitziende olifanten. En dit alles in een fabelachtige en duistere sfeer gehuld.
Zelfs de cast was boeiend te noemen. Charlie Hunnam vertolkt de rol van Arthur met bravoure. Niet bepaalde de Arthur die we kennen uit de legendes, maar een vechtersbaas opgegroeid in een bordeel die samen met zijn kompanen Wet Stick (Kingsley Ben-Adir) en Back Lack (Neil Maskell) er louche praktijken op nahoudt. Een nobel en rechtschapen figuur kan je hem moeilijk noemen. Eerlijk gezegd had ik Astrid Bergès-Frisbey niet direct herkend ook al heeft ze een fascinerende rol gespeeld in “I Origins”. Hier was haar acteren niet het voornaamste, maar wel het mysterieus karakter van haar personage, wat ze op overtuigende manier wist te brengen. Maar ook de minder belangrijke nevenpersonages waren een waardevolle aanvulling.
Tja, blijkbaar zwem ik weer tegen de stroom in met mijn mening. Om eerlijk te zijn was dit één van de meest energieke en entertainende films die ik dit jaar heb gezien. “King Arthur : Legend of the Sword” is een helse rollercoaster die als een pletwals over je heen raast. Voor diegene die deze modernistische King Arthur vertelling nog niet gezien heeft, één advies. Negeer het negativisme en laat je overweldigen door deze film.
4*
King Jack (2015)
"You know why people call me Scab?
Tom started it.
When I was little.
My dad had this nickname for me.
He used to call me King Jack.
Tom didn't like it."
“King Jack” is niet bepaald een vrolijke film. Eerder deprimerend. En tegelijkertijd is men getuige in dit sociaal drama over de ongeschreven wetten die heersen tussen bandeloze jongeren die in een achterbuurt leven en elkaar naar het leven staan. Voor diegenen die al eens slachtoffer zijn geweest van pesten en een beschamende moment meemaakten (het posten van een niet zo koosjere foto op sociale media bijvoorbeeld) zullen zeker meeleven met de situatie waarin Jack “Scab” (Charlie Plummer) zich bevindt. Een losgeslagen tiener die de pesterijen van de oudere Shane (Danny Flaherty) dagdagelijks moet ondergaan. Shane zelf was vroeger het kneusje die leed onder de pesterijen van jack’s broer Tom (Christian Madsen). Je kan het dan ook zien als een uitgestelde wraakneming.
De film is een momentopname in Jacks leven. De film speelt zich af in het tijdsbestek van één enkele dag en toont in deze korte tijdsspanne hoe Jacks schijnbaar zinloze bestaan ondersteboven wordt gehaald. En dit vanwege het opdagen van Jacks neef Ben (Cory Nichols). Een introvert dikkerdje wiens vader hem daar dumpt omdat er schijnbaar een ongelukje is gebeurd met zijn moeder (mentaal dan wel als je de opmerking “Sorry your mum went crazy” in aanmerking neemt). De houding van Ben ten aanzien van Jack is dan ook navenant. Een afstandelijke houding tussen de twee wildvreemde familieleden waarbij Ben duidelijk laat blijken dat hij niet opgezet is met deze situatie. Naarmate de twee echter meer rondhangen, wijkt de vijandige sfeer, waarbij Jack enkele regels opdreunt en duidelijk te kennen geeft dat Ben vooral zwijgzaam moet zijn en niet teveel aandacht moet verwachten, en maakt dit plaats voor een voorzichtige maar gemoedelijke jongensachtige vriendschap. Twee tieners die over hun favoriete superheld praten en baseball spelen. Een gemoedelijk sfeer die echter grondig verstoord wordt door een confrontatie met Shane wat dan uiteindelijk leidt tot een extreme ontknoping.
“King Jack” is een typische coming-of-age film vermengd met de jeugdige beslommeringen in een agressieve en armoedige achterbuurt. Verwacht je dus ook aan de schuchtere pogingen waarbij Jack tracht om te gaan met leeftijdsgenoten van het andere geslacht. Maar vooral het wraakroepende pestgedrag van Shane en het rebelse antwoord van Jack hierop (onder andere door een scheldwoord op de garagepoort bij Shane thuis te kladden) staan centraal in deze film. De film heeft niet echt een indrukwekkend plot maar wordt wel ondersteund door een sterk acterende cast. Enerzijds Plummer die op een schitterende manier de zowel egoïstische als strijdvaardige Jack speelt. Een niet te onderschatten prestatie waarbij Plummer zowel stoerheid als kwetsbaarheid perfect hanteert. Maar vooral Flaherty maakte indruk op mij. Vanaf het eerste moment maakte zich een gevoel van afkeer voor dit individu van me meester. Shane is een eersteklas klootzak en sadistische lafaard. Echt zo’n persoontje bij wie je met plezier een zware legerbottine in het kruis zou willen planten. En als hij als een bang, zielig onderdeurtje het onderspit moet delven tegenover iemand van hetzelfde kaliber, is lachen in je vuistje een automatische reflex. “King Jack” is een duister en ontroerend melodrama en een kijkbeurt waardig.
3,5*
King Kong (1933)
Eindelijk eens de originele King Kong film kunnen kijken. Waarschijnlijk voor die tijd een adembenemend spektakel voor het publiek. Nu ziet het er redelijk gedateerd uit. De stop-motion techniek werkte wel, alleen het perspectief was soms niet perfect. Ook de close-up van Kong's gelaat zorgde voor hilariteit. Het leek wel alsof deze bloeddorstige primaat telkens een grijns opzette. Toch redelijk gewaagd voor die tijd volgens mij. Het monster was niet bepaald mild voor zijn slachtoffers. En de hoofdrolspeelster had soms weinig verhullende kledij aan. Sowieso op het einde als Kong haar kledij wegscheurde en ze verwoedde pogingen deed om bepaalde lichaamsdelen te bedekken. Ik kan me best voorstellen dat het vrouwelijke publiek toendertijd nogal verontwaardigd was hierover. Al bij al een prettige ervaring om dit stukje filmgeschiedenis te bekijken.
3.5*
Kingsman: The Secret Service (2014)
I am offering you the opportunity to become a Kingsman.
A tailor?
A Kingsman agent.
Like a spy?
Of sorts. Interested?
You think I’ve got anything to lose?
Ik ben nooit geen fan geweest van Bond films. Te proper, te saai en te stijf. Telkens kwam ook nog eens Q af met nieuwe uitvindingen die toevallig juist van pas kwamen in dezelfde film. Die zijn glazen bol wou ik ook wel eens hebben. Tevens zit elke film vol actie, maar daar kwam nooit een spatje bloed bij kijken (Voordat alle Bond-fanaten furieus reageren : ik geef eerlijk toe dat ik ze niet allemaal heb gezien, dus kan ik het ook verkeerd voorhebben). En in elke film paradeerden een bussel bloedmooie dames rond, maar nooit was er een millimeter aanstootgevend naakt te zien. “Kingsman : The Secret service” voelt aan als een soort James Bond, maar dan wel voorzien van al deze voorgaand aangehaalde feiten en een dosis buitensporige humor.
Kong: Skull Island (2017)
“I call them skull crawlers.
Why?
Cause it sounds unique.”
Is er nu echt niemand die zich ook afvraagt waarom de vrouwelijke medespeelsters in een King Kong film zich zo aangetrokken voelen tot deze gigantische mensaap? Wel eerlijk gezegd, ik vraag me dat ook telkens af. Is dit omdat Kong “Koning op elke plaats waar hij ook maar verschijnt” zo’n imposante verschijning is, waardoor deze macht en bescherming uitstraalt? Of is het zijn primitieve geaardheid? Geen flauw idee! Maar die aap heeft sowieso goede smaak naar mijn mening. En in elke film kijkt hij vol verlangen naar de dame in nood die zijn pad kruist. Nu, het zijn dan ook telkens vrouwen waar een primitieve aap op slag horendol van wordt en zonder dralen een beschermende taak op zich neemt. Ook in deze nieuwe Kong-film is de dame, die door de gevreesde monsterachtige aap uit penibele situaties wordt geholpen, een appetijtelijk uitziende dame.
“Kong : Skull Island” bevat toch een aantal geslaagde facetten waar ik toch redelijk enthousiast over was. De soundtrack vond ik persoonlijk grandioos. De actiescènes zijn op sommige momenten wel echt magistraal. En Brie Larson die de hele film in een marcelleke rondloopt was een meesterlijke zet. Onslow in “Keeping up appearances” is echt niet om aan te zien. Maar Brie Larson in zo’n niemendalletje zien, was genoeg om te vergeten dat er zelfs een reuzenaap op het eiland rondliep. Voor de rest is het niet echt indrukwekkend te noemen. Het verhaal is nogal oppervlakkig en eenvoudig gehouden en dient alleen als kapstok voor een actierijk monsterverhaal vol adembenemend grafisch geweld. De onzinnigheden zijn soms van lachwekkend niveau en sommige scenes zijn regelrechte persiflages op de film “Apocalypse now”. Zelfs de geluidsinstallatie die oorverdovende muziek uit de jaren 70 uitbraakt, ontbreekt niet.
Who cares? Ik niet in ieder geval. Dit is wat ik verwacht bij het bekijken van een nieuwe King Kong film. Een Kong die indrukwekkend en angstaanjagend overkomt. Zeker op het moment dat hij die befaamde oerkreet uitbrult. En eerlijk gezegd, dit is de eerste film waar ik me soms afvroeg of het geen levensechte primaat was. Zo realistisch ziet deze Koninklijke gorilla eruit. Hadden ze er een intellectueel hoogstaand verhaal van gemaakt vol zinnige dialogen en wetenschappelijk gebrabbel, dan was het waarschijnlijk ook weer niet goed geweest. Maak maar eens een vergelijking tussen de laatste “Godzilla” film en deze. Hoeveel procent van de volledige tijdsduur is Kong hier in beeld geweest ten opzichte van dat ander gedrocht? Mijn inziens is dit merkelijk meer. Je moet zelfs niet zo lang wachten. Na het vermakelijke tweede wereldoorlog tafereel waarbij twee aartsrivalen na een luchtduel eindigen op het vervloekte eiland (blijkbaar hing er toen geen apocalyptische storm aldaar), krijg je al de doordringende ogen van deze aap te zien.
Het zijn de gesofisticeerde speciale effecten die ervoor zorgen dat je snel onvolmaaktheden in het verhaal langs je neerlegt. Zo was de eerste confrontatie tussen Kong en het aanstormende bataljon gevechtshelikopters enerzijds weergaloos in beeld gebracht . Maar anderzijds was het zo onwezenlijk stupide. Ze zijn getuige hoe de gigantische aap probleemloos de ene helikopter na de andere tot schroot herleidt. En toch is er geen enkel piloot die de conclusie trekt dat het misschien beter is om zijn toestel de andere kant op te sturen. Weg van het woedende monster. Teveel psychedelische muziek en hallucinogenen tijdens hun tour in Vietnam heeft daar wellicht iets mee te maken. Toen Brie Larson als echte dieren-activiste een neergestorte heli persoonlijk wou opheffen om een reuzegrote waterbuffel te bevrijden, verslikte ik me bijna in mijn popcorn.
Tevens kan je de meeste menselijke personages karikaturaal noemen. Maar op een bepaalde manier paste dit perfect in deze film. Vooral Samuel L. Jackson die als een bezetene het eiland doorkruist op zoek naar weerwraak op de aap. De psychotische tirades van hem waar holle uitdrukkingen zoals “This is one war, we're not gonna loose” worden gescandeerd, komen soms redelijk onzinnig over. Maar eigenlijk was dit weeral eens genieten voor mij. Hetzelfde geldt voor John Goodman’s personage. Een zogenaamde wetenschapper die voor heel andere redenen deze expeditie heeft opgezet dan hij aan het begin laat uitschijnen. En dan de Robinson Crusoe van dienst, John C. Reilly, die al jarenlang op dit eiland vastzit en nu een mogelijkheid ziet om uit deze hel te kunnen ontsnappen. Tom Hiddleston en Brie Larson zijn eigenlijk de twee meest normale personages waarbij de ene duchtig met zijn spierballen rolt als professionele spoorzoeker en de andere met andere spieren pronkt als oorlogsfotografe.
De rest van de cast is onbelangrijk uiteindelijk. Ze dienen enkel en alleen als rekwisiet waarop de bonte verzameling van buitenproportionele monsters hun lusten kunnen botvieren. Verwacht dus een reeks rondvliegende, in stukken gesneden en verpletterde slachtoffers. Dus ondanks het flinterdun verhaal en het feit dat de menselijke medespelers louter dienst doen als decorstukken, is deze monsterfilm een waar spektakel. Als monsterliefhebber moet je toch toegeven dat het gevecht tussen Kong en de reusachtige octopus er toch weergaloos, fantastisch en kippevelbezorgend uitziet. De teaser op het uiteinde voorspelt dan weer een opvolger (Tja, het geldlaatje moet gevuld worden). Niet iets waar ik naar uitkijk. Maar een aardschokkende confrontatie tussen de twee oppermonsters, Kong en Godzilla, mag van mij wel weer eens worden overgedaan. Blijkbaar moeten we daar dan voor wachten tot 2020. Laat maar komen, van mijn part.
3.25*
Krampus (2015)
“Ben kuklinski is always ragging on Christmas.
He even told the first graders that Santa was just a cheap marketing ploy invented to sell Pepsi.”
“Krampus” was nu eens een film waar ik echt naar uitkeek. Enerzijds omdat ik een radioreportage oppikte over een verbod in sommige Oostenrijkse dorpjes waar deze folklorefiguur (waar ik overigens nog nooit van gehoord had) en zijn helpers een voorname rol speelden. En anderzijds omdat ik benieuwd was hoe een horror-kerstfilm volgens dit formaat zou uitpakken. ’t Is eens wat anders dan de naar jaarlijkse traditie voorgeschotelde kersttroep die we op de buis te zien krijgen. Gedeeltelijk was ik een beetje teleurgesteld over deze film, daar het horror-niveau toch erbarmelijk laag ligt. Vermakelijk was het nochtans wel op bepaald vlak. Spijtig genoeg was het niet echt Krampus die op de voorgrond aantrad, maar eerder zijn trawanten. En die zagen er inderdaad uit als verklede dorpeling die juist terugkwamen van een avondje “Krampus” spelen in één of ander nietig Oostenrijks dorpje. Ik ben er alleen nog niet helemaal uit of het nu iets met Sinterklaas of de kerstman te maken heeft.
Het eerste gedeelte van de film vond ik weergaloos. Die slow-motion beelden tijdens de begingeneriek waarbij de kerstinkoop-gekte aangedikt wordt geportretteerd. Die vechtende massa en over elkaar rollende inkopers, veiligheidsmensen met stun guns, winkelbedienden die van trapladders tuimelen, vechtende kinderen in de kerstkribbe. Schitterend. Lichtelijk overdreven maar zo voelt het voor mij ook soms aan tijdens het kerstshoppen. Centraal figuur is de nog in kerstmis gelovende Max (Emjay Anthony), omringd door zijn zorgzame ouders Tom (Adam Scott) en Sarah (Toni “Miss you already” Collette), oudere zus Beth (Stefania LaVie Owen) en zijn Omi (Krista Stadler) die over een hoog knuffelgehalte beschikt en een verpersoonlijking is van het kerstfeest. Max zijn enige wens is dat kerst weer zou zijn zoals weleer. Een gezellig, warm familiefeest vol vreugde en genegenheid. Die wens wordt aardig verpest op het moment dat Sarah’s zus op de proppen komt met in haar kielzog een redelijk debiele, asociale familie. Een tactloze, door wapens bezeten vent . Twee boertige dochters die er uitzien als een duo stevige quarterbacks die rechtopstaand plassen. Een vadsige, dom voor zich uitkijkende zoon wiens enige levensdoel is om alles op te schrokken wat hij vast kan krijgen. En als kers op de taart, een drankzuchtige, betweterige tante. Dit bonte allegaartje zorgt voor chaotische toestanden vanaf het moment dat ze als een ongewenste winterstorm arriveren bij de familie Engel. De situatie escaleert volledig waarna Max zijn kerstwens verscheurd. En dat is dan het sein voor Krampus om te verschijnen.
Dit hilarisch gedeelte was schitterend. Uitermate grappig, misschien wel clichématig maar tegelijkertijd enorm herkenbaar. Ik vrees dat elk huisgezin zo’n familieaanhangsel bezit. Wat eigenlijk een periode van vredelievendheid, zelfrelativering en genegenheid zou moeten zijn, ontaard hier en daar wel eens in een familieruzie waarbij oude vetes worden bovengehaald, gevoelens van jaloezie en afgunst de bovenhand nemen en er omzeggens niets meer overblijft van het traditionele kerstgevoel. En dat is waarom Krampus en zijn helpers komen opdagen. Niet om te belonen zoals Sinterklaas of de kerstman. Maar om diegenen te straffen die niet meer geloven in kerst.
En dat is dan het begin van het griezelgedeelte van “Krampus”. Echt griezelig of angstaanjagend wordt het echter nooit. Verwacht je niet aan enge, bloederige scenes. Het lijkt eerder op een kerstversie van “Goosebumps”. Het feit dat het gericht is op jeugdigen zal hier wel iets mee te maken hebben. Spannend is het soms wel. En de speciale effecten afdeling heeft schitterend werk geleverd. De in een ijzig landschap herschapen woonwijk ziet er voortreffelijk uit. En de zich over de daken voortbewegende, ziedende Krampus met de bijbehorende akelige geluiden van ratelende kettingen en rinkelende bellen, mag je ook geslaagd noemen. Alleen de creaturen die naderhand de hele familie terroriseren, werken eerder op je lachspieren, dan je angst aan te jagen. Krampus zijn imposante gestalte is meermaals te zien. Spijtig genoeg kunnen we zijn tronie pas tegen het einde bewonderen. Op komisch vlak scoort deze horror-comedy enorm hoog. Maar de horror is juist zoals de kerstgedachte in deze film, totaal afwezig.
2,5*