• 13.687 nieuwsartikelen
  • 171.394 films
  • 11.359 series
  • 32.316 seizoenen
  • 633.692 acteurs
  • 197.064 gebruikers
  • 9.218.862 stemmen
Avatar
 

Meningen

Hier kun je zien welke berichten ikkegoemikke als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Pacific Rim (2013)

Haven't you heard Mr. Beckett? The world is coming to an end. So where would you rather die? Here? or in a Jaeger!

Dit was een onderhoudende relaxerende verstand-op-nul film waar je onderuitliggend in je knusse zetel van kunt genieten na een stressvolle werkweek. Dat wil dus wel zeggen dat je een oog moet dichtknijpen voor het vreselijk inhoudsloos verhaal en de bij momenten abominabele acteerprestaties. De hele film schreeuwt een "We will prevail"-houding uit over de hele lijn. Voor een moment had ik een echt "Top Gun" déja-vu moment wanneer het tot mislukken gedoemd koppel zegevierend terugkeert na een dramatisch gevecht met 2 Kaiju's, waar ze dan ook nog een goedkeurend knikje krijgen van een aartsrivaal die de mannelijke helft van dit koppel uitermate haat en liever ziet verdampen op deze wereld. Maverick en Iceman knikten waarschijnlijk goedkeurend bij dit moment. De overtollige speech door Stacker deed me denken aan Bush op de puinhopen van de Twin Towers en klonk zo belachelijk patriottistisch als wat. De hele film was trouwens een ode aan “The Transformers” die een potje gingen vechten met Godzilla-achtige buitenaardse wezens. De bewegingen die de Jaegers maakten waren trouwens al ruimschoots aan bod gekomen in "Real Steel" in het recent verleden. De voorspelbaarheid was overduidelijk. Zeker nadat mijn vrouw al in het begin zei : "Ach nee, wedden dat één van die tweelingbroers het niet zal halen?" En 5 minuten later was het al zover. Dat het eindspektakel de volgende verplichte Holywoodiaanse richtlijn zou volgen was ook geen verrassing : stervende ex-Jaeger offert zich op zodanig dat de held en heldin op het laatste nippertje er in slagen om hun robot door de verbinding te krijgen en dan als kers op de taart floept de dood gewaande held het water uit.

Wat hield dan deze film overeind ? De verrekt gelikte en prachtig in beeld gebrachte vechtscènes. Dit was telkens puur genieten. Zowel in als onder water zag het er fenomenaal uit. Maar overweldigend waren de delen waarbij het gevecht zich voltrok op het vasteland. Hierbij werden vrachtwagen,containers en mammoettankers als Matchboxwagens rondgeslingerd, samengeperst als malse broodjes en gebruikt als vernietigend slagwapen tegen de dinosaurusachtige monsters. De CGI ziet er dus schitterend uit behalve dat het soms wel moeilijk te onderscheiden is wat er gebeurd bij close-up momenten. Zonder de special effecten zou een film als Pacific Rim moeilijk te realiseren zijn. Dit is voor mij dus de ultieme vertoning wat je met computerbeelden kunt creëren in een overtuigende en realistische manier. Het heeft me dus allemaal uitermate geboeid en heeft geen moment mijn aandacht verloren.

Waar ik enorm verrast over was, is het feit dat ondanks dat er overduidelijk een romantische spanning was tussen Raleigh en Mako, men toch niet gevallen is voor het aloude cliché om ze als 2 tortelduifjes in elkaars armen te laten vallen. Dat zou dus een kokhalzend rilmoment geweest zijn voor mij.
Daarnaast vond ik de twee totaal geschifte wetenschappers zo vreselijk vervelend en overdreven spelend, dat ik ze op laatste eigenlijk wel best goed vond. En zeker als ze triomferend naast elkaar staan na de eindzege met hun zenuwachtige trekjes en een debiel glimlachje. De humor was niet enorm sterk aanwezig, maar het moment dat Hannibal Chau zijn blufferige speech houdt over het feit dat hij wel wist dat de baby-Kaiju niet lang meer te leven zou hebben omdat de longen nog niet ontwikkeld waren, en hij dan toch uiteindelijk opgeslokt werd door deze laatste , vond ik dus wel grappig

Een spektakel op CGI-vlak rondom een uitermate leeg verhaal ...
3,5*

Pacific Rim: Uprising (2018)

Alternatieve titel: Pacific Rim 2

It does not matter who your parents are,

where you came from,

who believed in you

and who didn't.

We are a family now, and we are earth's last defense.

Wat me het meeste verwonderde, was het feit dat ik me nog bijster weinig kon herinneren van “Pacific Rim”, ook al vond ik het in de tijd een origineel ogende film. Niet getreurd. Met mondjesmaat wordt alles hier weeral uit de doeken gedaan zodanig dat ik het weer gedeeltelijk wist. En ook al was “Pacific Rim” geen hoogstaande cinema en gewoonweg een peperdure monsterfilm waarbij het onderste uit kan werd gehaald op gebied van computer gegenereerde beelden, kon deze film me toen toch bekoren. “Pacific Rim” was hersenloos vertier met een hoge amusementswaarde. Dit vervolg is gewoonweg een duplicaat met andere hoofdpersonages in identieke Jaegers, maar dan wel zo irritant en op de zenuwen werkend dat ik hoopte dat ditmaal de Kaiju’s wel het overwicht kregen en komaf zouden maken met planeet aarde. Op die manier zouden we verlost zijn van een eventuele opvolger.

Daar de opzet en het onderwerp identiek zijn als in de initiële film, zou men kunnen zeggen dat het dankzij Guilermo Del Toro is dat de eerste film wel te pruimen was. Maar dat vind ik te kort door de bocht. Ik denk eerder dat er meerdere factoren zijn die ervoor zorgen dat je dit niet echt een geslaagde film kan noemen. Zo verschuift het hele Jaeger programma van een volwassen wereldje naar die van tieners. We belanden ditmaal in een kadettenschool waar jongeren opgeleid worden tot Jaeger-piloot. Een beetje zoals in “Ender's Game" maar dan niet in de ruimte. En natuurlijk zit er eentje tussen die de nieuwkomer Amara Namani (Cailee Spaeny) niet kan uitstaan en van mening is dat ze er niet thuishoort. En je moet niet vragen wie er op het uiteinde weer als held uitkomt. Het voelt een beetje kleutertuinachtig aan. De Goonies in reuzerobotten die de wereld redden. Hebben we dat niet al eens ergens anders gezien?

Ook het acteren was niet bepaald om enthousiast over te worden. Cailee Spaeny vond ik nog aanvaardbaar met haar jeugdig enthousiasme en rebels gedrag. John Boyega leek soms met tegenzin de onverschillige Jake te spelen. Scott Eastwood was dan weer wel geschikt voor het personage Nate. En niet alleen vanwege die griezelige gelijkenis met zijn beroemde vader. Maar het acteerwerk door Burn Gorman, Charlie Day en Tian Jing was bij momenten hemeltergend slecht.

Blijft alleen het grafische gedeelte over. Net zoals de film uit 2013 is het een visueel spektakel. En net zoals het acteren zitten hier ook weer ups-and-downs in. Het is wel plezant om reusachtige robots en monsters op elkaar te zien beuken. Maar om eerlijk te zijn was het weer van hetzelfde als de voorganger. En de eindstrijd in een Japanse stad dicht bij “Mount Fuji” zag er gewoonweg lelijk uit. Het was niet alsof de titanenstrijd zich voltrok tussen flatgebouwen die precies van karton zijn gemaakt, zoals in de oeroude Godzilla films. Maar het was er niet ver vanaf. Het duel op het ijs daarentegen zag er dan weer picobello uit. Een computer-grafisch meesterwerk.

Hou je van een titanenstrijd tussen flink uit de kluiten gewassen robots en door buitenaardsen gecreëerde prehistorisch lijkende monsters? Dan schat ik dat deze film je wel zal liggen. Heb je echter “Pacific Rim” jaren geleden al gezien? Dan kan je deze gerust overslaan. Want echt iets nieuws zal je hier niet te zien krijgen. Om eerlijk te zijn had ik soms het gevoel dat ik een modernere versie van de Power Rangers aan het kijken was. Alleen de uit een andere dimensie opgedoken creaturen leken op die waar de Power Rangers tegen vochten heel lang (en dan ook echt heel lang) geleden.

1.5*

Pack, The (2015)

“Predators usually hunt in packs”

Films gemaakt met duizelingwekkend grote budgetten vol adembenemende speciale effecten en acteurs met welbekende, klinkende namen springen vanzelfsprekend het meest in het oog. Soms vergeet men wel eens dat alleen deze kwaliteiten niet voldoende is om een filmliefhebber te entertainen. Er moet een boeiend verhaal achter zitten en de opbouw van een welbepaalde sfeer. Iets dat soms wel eens schromelijk over het hoofd wordt gezien. “The Pack” is een Australische low-budget thriller (horror zou ik niet echt noemen) die overduidelijk niet over Hollywoodiaanse budgetten beschikt, geen wereldberoemde acteurs bevat en zo goed als geen speciale effecten gebruikt. Je mag ook gerust zeggen dat het verhaal op zijn eigen niet veel inhoudt en niet bepaald indruk maakt als het over originaliteit gaat (ooit al gehoord van “Cujo” of "Burning Bright"?). Maar jongens die sfeer, die dreiging, die overlevingsdrang. Je kan het angstzweet tot in de huiskamer ruiken. Ja, als het over sfeer gaat, mag je wel zeggen dat ze deze kort maar krachtige (90 minuten slechts) film vol dierlijke terreur, volgestouwd hebben ermee.

Veel gras hebben ze er ook niet over laten groeien, want voor je het weet is er al een arme schapenboer het hoekje om, terwijl zijn ingewanden verspreid liggen in de schapenstal. De verantwoordelijken zijn een roedel, zich op militaristische wijze voortbewegende wilde honden of wolven die van mening zijn dat het jagen op tamme, weerloze, domme schapen niet echt meer een uitdaging is. Zoals aan het begin wordt aangegeven, kregen ze de smaak te pakken om andere slachtoffers te zoeken. Het uiteindelijk resultaat is een soort “home invasion” film zoals “You're next” maar dan met dierlijke belagers. Wat de uiteindelijke aanleiding is voor dit agressief gedrag, wordt nergens expliciet uitgelegd. Zijn het gewoon dolgedraaide wolven? Of is het een gemuteerd hondenras dat het resultaat is van een misgelopen kruising? Of zijn het demonische schepsels? Dit laatste kwam in mijn gedacht bij het bekijken van een bepaald fragment. Het leek wel alsof één van de rondsluipende carnivoren in rook op ging. Of kwam dit door het flikkerende licht en schaduwspel?

Dat is dan ook het enige minpunt van deze film. Het feit dat het zich allemaal afspeelt in de avond, maakt dat deze film redelijk donker is uitgevallen. Pikkedonkere omstandigheden en rondzwervende wolfshonden die ook nog eens gitzwart uitzien, is niet een ideale situatie. Het was dus soms wel echt gissen wat er zich afspeelde in de duisternis. Er waren ook nog enkele onwaarschijnlijkheden in. Ik betwijfel het dat een roofdier met zulke instincten en ontwikkelde reukzin niet zomaar voorbijloopt zonder een menselijke geur op te merken, terwijl rondkruipen met een schijnende zaklamp blijkbaar onopgemerkt blijft.

Verder niks dan lof voor deze Australische film. Ik begin al een lichte voorkeur te krijgen voor alles wat er van Down Under uitkomt op het gebied van horror. Zeker na het bekijken van “The Babadook” en “Wyrmwood”. Alles voelt als “back to basic” aan en de prioriteiten worden anders gesteld. Er wordt meer aandacht besteed aan suspense en spanning, zonder al te veel toeters en bellen. Een rechttoe rechtaan filmervaring zonder vervelende intro’s en explicaties. De acteurs deden wat er van ze verwacht werd. Een doorsnee familie bestaande uit de koppige huisvader Adam (Jack Campbell) die kost wat kost zijn boerderij wil behouden, zijn echtgenote Carla (Anna Lise Philips) die met een veeartsenpraktijk de eindjes aan elkaar tracht te knopen, dochter Sophie (Katie Moore) die het leven op de buiten stilletjes aan kotsbeu is en Henry (Hamish Philips) de tienerzoon, toekomstig veearts en notoir kleptomaan. De cast is redelijk beperkt. De enigen die nog een rol van betekenis spelen, zijn de schapenboer en zijn vrouw aan het begin, een bankier die de betalingsproblemen komt aankaarten en een patrouillerende agent. Hun bijdrage was kort maar intens. Dat het geen echte horror werd, komt doordat de gruwelijke slachtingen, redelijk uit het beeld werden gehouden. Er worden alleen wat bloederige close-ups en de ontblote snijtanden van de roofdieren getoond. Dit in combinatie met de intense dreiging en het enerverende kat-en-muisspel tussen mens en roofdier, zorgen toch voor een opwindende en spannende thriller. Meer moet dat ook niet zijn, mate!

3*

Package, The (2013)

Matig B-filmpje. Een actie film zoals er in de jaren 80/90 met de vleet werden gemaakt. Lijkt precies alsof de nieuwe hype tegenwoordig is om oude actie-helden van stal te halen (Expendables, The Last stand) Dolf Lundgren spreekt nog altijd zo traag als een slak, en Steve Austin ziet er nog altijd uit als een kleerkast, Louis XIV stijl dan wel.

De actie was soms zo nep en het verhaaltje van het bloedtype was zo ver gezocht en ongeloofwaardig. Zoals Dolfje zei : " De kans om een match te vinden was bijna onbestaande..." maar toch toevallig loopt den Steve in de buurt rond. En dan kennen ze elkaar nog eens ergens van uit het verleden ... hoe is het mogelijk

Spijtige vertoning en waarschijnlijk de laatste wapenfeiten op cinematografisch gebied van beide heren !

1.5*

P.S. Ik heb altijd al eens willen weten hoe het mechanisme van een bowlingbaan er nu in werkelijkheid eigenlijk uitziet. Dat heb ik dan wel lekker meegekregen bij deze film

Paddington 2 (2017)

“Paddington wouldn't hesitate if any of us needed help!

He looks for the good in all of us.”

Naar jaarlijkse traditie trokken we de laatste dag van het jaar met het hele gezin naar de cinema om het jaar af te sluiten met een gezellige familiefilm. Dit jaar hadden de kids hun zinnen gezet op een avontuur van het guitige en overvriendelijke Britse beertje Paddington. Om eerlijk te zijn ging ik toch met een beetje tegenzin naar deze film kijken en had ik me voorgenomen dat ik de volledige looptijd van deze film zou benutten om mijn slaaptekort van de kerstvakantie in te halen. Maar ik moet naderhand toegeven dat ik eigenlijk toch genoten heb van het avontuur dat beertje Paddington hier beleeft. Beter nog, er waren zelfs momenten dat ik hardop moest lachen. En geloof me, dat gebeurd niet vaak bij mij.

Een goede indicatie over het welslagen van de film zijn toch wel mijn twee kinderen. Vol spanning zaten ze de film te volgen zonder onrustig in hun stoel te wriemelen en constant te zeuren of ze nog iets te knabbelen kregen. Ik had, in tegenstelling tot mijn twee bengels, de eerste film van Paddington niet gezien. Ik kan me alleen de hilarische badkamerscène nog herinneren waar een vreselijke hoeveelheid water bij kwam kijken. Ik hoopte dat deze film ook volgestouwd zou zijn met zulke knotsgekke situaties en dat het niet een melige, honingzoete tranentrekker zou zijn. En je mag gerust zijn. Er passeren genoeg van die doldwaze toestanden. Al van het begin werd het duidelijk dat we een aaneenschakeling van visuele grappen zouden te zien krijgen waar Buster Keaton jaloers van zou worden. Van de reddingsactie in het Amazone woud door twee volwassen beren tot de puinhoop die Paddington veroorzaakt tijdens de uitvoering van zijn baantjes. Baantjes die hij moet uitvoeren zodanig dat hij een enorme prentenboek voor zijn jarige tante kan kopen. Een prentenboek die echter voorzien is van aanwijzingen die leiden naar een schat (iets wat Paddington natuurlijk niet weet).

Qua vertolkingen zijn het vooral deze van Hugh Grant en Brendan Gleeson die me het meeste bevielen. Hugh Grant als de narcistisch ingestelde Phoenix Buchanan wiens huis volhangt met zelfportretten. Misschien is de subtiele humor iets wat de jonge kijkertjes zal ontgaan, maar de overdreven portie zelfspot die de acteur Buchanan hier demonstreert, is bij momenten echt briljant te noemen. Vanzelfsprekend is de wijze waarop hij de aanwijzingen probeert te ontdekken in verscheidene Londense bezienswaardigheden, nogal overdreven. Maar de amusementswaarde is echter van een enorm hoog niveau. Ook is het genieten van het personage dat Brendan Gleeson speelt. Knuckles McGinty is de angstaanjagende kok in de keuken van de gevangenis waar Paddington terechtkomt. En hij heerst over die keuken als een echte tiran. Dat de medegevangenen er nogal rozig uitzien in hun gevangenisplunje dankzij Paddington's klunzig gedrag en ze vervolgens hun banketbakkerskwaliteiten naar boven halen, is ook niet humor van de bovenste plank. Maar nogmaals, de amusementswaarde is schrikbarend hoog.

Al bij al is dit een geslaagde familiefilm waar elk persoon van om het even welke leeftijd van kan genieten. En dan is de periode ook nog eens strategisch juist gekozen. Het is tenslotte de kerstperiode. Ik denk echter dat het niet het succes van “Home Alone” zal evenaren en zal deze laatste nog elk jaar te zien zijn op een veelvoud televisiezenders. Spijtig, want ik hou wel van een beetje afwisseling. Het einde gaf me een dubbel gevoel. Eerst vond ik het een kunstmatig trucje om het publiek in een sentimentele bui te krijgen. Maar dan kreeg het een heel andere wending toen ik de reactie hoorde van mijn jongste zoon die, nadat zijn mama hem het einde voorspelde, daar verbaasd op repliceerde : “Hoe wist jij dat, mama?”. Op dat moment besefte ik dat jaloezie zich van me meester maakte. Ik besefte dat ik die kinderlijke verwondering en verbazing verloren was. Zelden word ik nog verrast door een film. Meermaals doorzie ik de clou van de film op voorhand en besef ik achteraf dat ik meer een film zit te analyseren dan ervan te genieten. En dat ventje is overdonderd door dat vanzelfsprekend einde. Een film met beertje Paddington deed me dit beseffen. Film is toch een raar medium.

3.5*

Pain & Gain (2013)

You know why habit rhymes with rabbit? Because your life goes down a rabbit hole.

(Nietszeggende quote van Lugo en indicator voor de gehele film)

Mark Wahlberg,Anthony Mackie en vooral Dwayne Johnson in een film over 2 body-builders die terechtkomen in een kidnappings-zaak die volledig fout afloopt.

Njammie, een heerlijke actie-prent die voor afleiding kan zorgen op een zaterdagavond. Dat is wat ik me voorstelde sinds dat ook het enigste was wat ik over deze film wist. En afgaande op de affiche leek dit het ook te worden , met die 3 nogal dreigend uitziende krachtpatsers (Wahlberg dan wel in mindere mate , maar ruim gecompenseerd door Johnson).

Na een goed kwartier begon ik me nu eigenlijk af te vragen wat ik aan het kijken was, want het leek er wel op of de heren er een absurde komedie van wilde maken. Met de nadruk op "leek" want de humor vond ik nogal ver te zoeken. Flauwe absurde situaties door 3 met steroïden opgepompte leeghoofden. De ene situatie en handeling was nog debieler dan de volgende.

Het enigste positieve was Tony Shalhoub die een uitstekende karikatuur van een arrogante zakenman neerzette , die zelfs toen zijn situatie er penibel en uitzichtloos uitzag , nog steeds een grote muil behield.

De rest vond ik flauw, onbegrijpelijk en totaal ongeloofwaardig. De 3 heren zouden zich beter beperken tot degelijke keiharde actiefilms en zogauw ze het woord komedie lezen in een script,deze door de papierversnipperaar jagen. Zo ongeloofwaardig als dat er morgen een film zou uitkomen waarin Pee Wee Herman een onverslaanbare actie-held zou zijn,die hele horden woeste kleerkasten van venten zou verslaan. Blijkbaar zou het een ironische satire moeten voorstellen.Maar het zal wel aan mij liggen want dat zag ik er compleet niet in.

Het feit dat het op waargebeurde feiten zou berusten heeft me meer beziggehouden nl. om nu voor me zelf uit te maken of dit nu echt zo is of dit een ironische onwaarheid was.

Tegen het einde ben ik 5 minuten in slaap gesukkeld en heb het dan maar uitgekeken tot het einde. Ik had toch niks anders te doen

Grootste pluspunt in deze melige film was dan wel : Bar Paly,Keili Lefkovitz en Vivi Pineda samen met een hele batterij mooi in het vel zittende dames in scherp uitgesneden bikini's en badpakken waardoor je meermaals getrakteerd werd op drooggetrainde appetijtelijk uitziende rozige bipsen. Meer van dat en ik had zeker de hele film uit kunnen kijken.

Pluspunt en iet of wat grappig : het hele impotentie en penis-probleem van Anthony Mackie met enigzins rake one-liners hierover.

Flauwste item : de afgeschoten dikke teen van Johnson waar de hond uiteindelijk op lag te knabbelen.

1* en dat alleen voor het vrouwelijke schoon.

Painless (2017)

Every once in a while, nature makes a mistake.

Het begin is veelzeggend. Eerst het beeld van een guitig kijkende peuter, die al opgroeiend het ene letsel na het andere oploopt. En telkens dan weer die nietszeggende blik omdat hij gevoelloos blijkt te zijn voor pijn. Daarbij een steeds wanhopiger kijkende moeder. En tenslotte dat beeld van een in gips zittende kleine jongen die beteuterd voor zich uitkijkt, terwijl er in de achtergrond kinderen zich amuseren in een speeltuintje. Misschien beseft deze kleine jongen op dat moment dat zijn leven er heel anders uit zal zien dan een doorsnee mens. En zo zie je de volwassen Henry (Joey Klein) ook naderhand. Een persoon die een geïsoleerd leven leidt en die zich voorzichtig in de maatschappij voortbeweegt. Daarbij voorzien van een rugzakje volgepropt met attributen om opgelopen verwondingen mee te verzorgen. Het enige wat hij probeert te vinden in zijn als labo uitgerust appartement, is een geneeskundig middel. Niet ter bestrijding van pijn. Maar om eindelijk in staat te zijn om pijn te voelen. Een levensbelangrijk signaal dat het menselijk lichaam doorgeeft om aan te duiden dat er iets niet in de haak is op fysiek gebied. Een geneesmiddel zodanig dat Henry het gevoel heeft dat hij leeft.

Painless” is geen SF ook al weet ik eigenlijk niet of er personen zijn in de wereld die deze aandoening hebben. Ik zou deze film eerder een drama met een wetenschappelijke ondertoon noemen. Want geloof me. Er zullen aardig wat Chinees klinkende medische termen op je afgevuurd worden. Een heleboel vaktermen over chemische verbindingen en genetisch materiaal worden te pas en te onpas gebruikt. Geen flauw idee welke studierichting Henry heeft gevolgd. Maar het is duidelijk dat hij een genie is op het gebied van wetenschap. Hij blijkt ook een ongekende gave te bezitten waardoor hij met één oogopslag een kwaal kan diagnosticeren. Hierdoor komt deze ernstige film nogal saai over en te intellectueel. Het lijkt soms wel alsof je naar één of andere wetenschappelijk programma aan het kijken bent. Zoiets waar alleen echte nerds naar kijken die opgewonden geraken bij elke wetenschappelijke term die gehanteerd wordt. En toch is er voor rasechte leken op wetenschappelijk gebied ook nog iets anders om van te genieten. En dat is het schitterende acteerwerk.

Joey Klein levert een prachtprestatie. De manier waarop hij Henry gestalte geeft is gewoonweg schitterend. De wereldvreemde eenzaat die schichtig om zich heen kijkt en elk contact met derden mijdt. De enige waar hij regelmatig mee contact heeft is zijn huisarts Dr. Raymond Parks (Kip Gilman) die hem waarschijnlijk al ontelbare keren verzorgd heeft na een zoveelste incident. Hij is ook de vertrouwenspersoon bij wie Henry regelmatig ongevraagd binnenstormt om over een nieuwe theorie te redetwisten. Naar mijn mening is het ook de enige die Henry volledig begrijpt. Totdat Henry de bevallige Shani (Evalena Marie) ontmoet. Een pijnlijke ontmoeting (waar hete koffie mee gemoeid is) waardoor hij tot het besef komt dat er meer is in het leven dan zijn eeuwige zoektocht naar een remedie. Het is pijnlijk te zien hoe onhandig hij wel is in zijn omgang met anderen die niet over een wetenschappelijke achtergrond beschikken.

Painless” gaat enerzijds over de afwezigheid van fysieke pijn bij Henry. Maar tegelijkertijd gaat het ook over het verdovend effect dat dit had op het emotionele bij hem. Henry is qua emotionaliteit net zo gevoelloos. De manier waarop hij reageert op bepaalde situaties getuigt van een sociale onwetendheid en een gebrek aan ervaring op gebied van menselijke interactie. Voor hem is alles een afleiding die hem ervan weerhoudt om een oplossing voor zijn kwaal te vinden. “Painless” is zeker geen actierijke en avontuurlijke blockbuster maar wel een interessante film die toont hoe personen met een afwijking functioneren in onze maatschappij. En ook al begrijp je meestal niet waar men het over heeft (dankzij het veelvuldig gebruik van geneeskundige en wetenschappelijke termen), toch kan je op het uiteinde begrip opbrengen voor Henry. “Painless” gaat over doorzettingsvermogen en vastberadenheid. Maar tegelijkertijd gaat het ook over eenzaamheid en verdriet. Kortom, een wetenschappelijk drama met een romantische inslag die me aangenaam verraste.

3.5*

Pan (2015)

“Have you come to kill me, Peter?

I don't believe in bedtime stories.”

Zo af en toe laat ik me verleiden tot het kijken van een verfilming van een sprookje. Zelf ben ik een fervent fan van de film “Hook” met Robin Williams in de rol van een volwassen Peter Pan die vergeten is hoe het was in zijn kindertijd. Een originele variant op het aloude sprookje over Peter Pan, het jongetje dat nooit volwassen wil worden en die avonturen beleeft op het eiland Neverland. “Pan” benadert het verhaal over Peter vanuit een ander perspectief. Het situeert zich namelijk in het pre-Peter Pan era waar we hem zien als een pasgeboren baby’tje dat te vondeling wordt gelegd bij een weeshuis dat geleid wordt door een bende nonnen die het hoofdstuk over barmhartigheid en liefdadigheid in de bijbel hebben overgeslagen. Het weeshuis lijkt eerder op een concentratiekamp waarbij alle knulletjes strikte regels moeten volgen en behandeld worden als slaven. De vergelijking met “Oliver Twist” is onvermijdelijk. En om eerlijk te zijn was dit voor mij het meest magische uit de hele film. Hetgeen hierna volgt is een bombastisch verhaal dat een nogal chaotische indruk nalaat .

Zogauw Peter (Levi Miller) uit zijn bed wordt gelicht, door aan elastiek hangende piraten, en aan boord wordt gehesen van een door het luchtruim zeilend piratenschip, schakelt de film een paar versnellingen hoger. Toegegeven, de scène met het door de lucht vliegende zeilschip dat achterna wordt gezeten door gevechtsvliegtuigen ziet er adembenemend uit. En ook de onherkenbare Hugh Jackman als kapitein Blackbeard is grandioos. Een magistrale rol en waarschijnlijk het meest excentrieke personage dat Jackman ooit heeft vertolkt. Maar spijtig genoeg zijn de speciale effecten en computer geanimeerde beelden zo dominant gedurende de hele film, dat het magische van het originele verhaal langzaam plaats maakt voor wat de huidige magiërs in de speciale effecten afdeling uit hun mouw kunnen toveren.

Op een bepaald moment keek ik vol ongeloof naar het scherm. Niet door de overweldigende beelden of wervelende actiescènes, maar wel doordat een menigte piraten en gekidnapte weeskinderen luidkeels “Smells like teen spirit” van Nirvana in koor zongen. De eerste momenten had ik het niet direct door. Maar dan kon ik mijn oren niet geloven. Ik had nooit gedacht dat dit meesterwerk zou gebruikt worden in een verfilmd sprookje. En waarom in godsnaam dit nummer? Klinkt “Nevermind” zoals “Neverland”? Wordt Cobain gezien als iemand die nooit volwassen wou worden? Ik vond en vind het nog steeds een bizarre muziekkeuze en peins dat Cobain zich in zijn graf omdraait na het vernemen van het nieuws dat één van zijn songs in een sprookjesfilm werd gebruikt. In mijn ogen een ongepast en irrelevant moment.

En verwacht je daarna aan een mengelmoes van door elkaar geklutste rariteiten. Van een Indiana Jones-achtige medegevangene Hook (Garrett Hedlund), die uiteraard in een latere fase een aartsvijand van Peter zal zijn, naar beeldschone zeemeerminnen. Indrukwekkende beelden van havens die zweven in de lucht en piratenboten die over waterbubbels varen in de lucht (wat me deed denken aan een Dali kunstwerk). Zelfs een Peter Pan die rond Saturnus zweeft. Redelijk abstract en bizar op sommige momenten. Maar echt magisch werd het niet. Het betere vliegwerk van Peter blijft beperkt. Tinkerbell heeft ook maar een beperkte rol. En verder is er veel stuntwerk vol schermutselingen en achtervolgingen.

Een beetje overdreven allemaal. Wat rest zijn de excellente vertolkingen van Miller en vooral Jackman. En niet te vergeten de toch wel grappige bijdrage door Sam Smiegel (Adeel Akhtar). Maar ondanks de sublieme vertolkingen en de geslaagde decors, was het eindresultaat toch maar zwak. Ik vrees er zelfs voor dat men al plannen heeft voor een vervolg hierop. Ik zit er in ieder geval niet geestdriftig op te wachten.

Hello, hello, hello, how low. Oh well, whatever, never mind.

2*

Paper Towns (2015)

“Marriage, children, career.

Then you will be happy.

Is that what you're saying?”

Ik hou wel eens van zo’n feelgood college-film, met zijn eigenaardige typetjes en goofy situaties. Alhoewel er nooit een film zal zijn die “The breakfast club” zal overtreffen. Als het dan ook nog eens gelijkenissen vertoont met “Serendipity”, één van mijn favoriete tienerliefde chickflicks ooit gemaakt, dan kan het gewoon niet stuk. Ok, het is een bijeenraapsel van allerhande cliché situaties en het stelt echt niet veel voor. De innige vriendschap tussen enkele jongens, die niet eens bij het clubje van de populairste medeleerlingen behoren, die op het punt staan elk in een andere uithoek van de VS naar de universiteit te gaan. En de queeste die ze samen ondernemen op zoek naar de jeugdliefde van één van hen. Een bijzonder en mysterieus jong meisje wiens leven wel één groot avontuur lijkt.

Mijn meest favoriete personage was Austin Abrams als de geschifte Ben, die Q’s moeder een ongelofelijk aantrekkelijke vrouw vind en niets liever zou willen om er eens mee in bad te zitten. Een spermazaadje op 2 benen wiens hormonen telkens weer tilt slaan zogauw er een C-cup in de buurt te bewonderen valt. Radar (Justice Smith) is het nuchtere, gereserveerde lid van de bende die alles volgens de regeltjes doet. Zelfs de daad wil hij uitstellen tot promnight, omdat het iets speciaals zou moeten zijn. Zijn persiflage van een Italiaan is het enige moment waarbij hij eventjes uit de band springt. En Quentin (Nat Wolff) is het hoofdpersonage die na een nachtelijk avontuur met Margo (Cara Delevingne) tot de conclusie komt dat hij zijn uiterste best moet doen om deze laatste voor zich te winnen. Zelfs het afreizen naar een spookstad op papier hoort hierbij.

Je zou zeggen dat alle elementen aanwezig zijn voor een doorsnee tienerfilm waarbij romantiek centraal staat. Initieel is dit ook de kern van het hele verhaal, dat echter een heel andere draai krijgt naarmate het verhaal zich ontrolt. Het mysterie Margo vormt de uiteindelijk aanzet tot een avontuurlijke zoektocht. Een zoektocht die Quentin samen met zijn twee boezemvrienden onderneemt en waarbij aanwijzingen achtergelaten door Margo de voornaamste leidraad vormen. Wat we dan krijgen is een onderhoudende roadmovie waarbij de hechte band tussen de drie schoolkameraden de volledige aandacht krijgt. Een mengeling van goeie oude kameraadschap en melancholische mijmeringen. Dit doorspekt met soms wel grappige dialogen. En het eindresultaat van deze film is zowel verrassend als origineel als je andere tienerfilms in ogenschouw neemt. Om eerlijk te zijn is het realistischer dan gelijkaardige films en tracht men het sprookjesachtige van tienerliefdes te doorbreken.

De drie hoofdrolspelers die samen op pad gaan vormden een hecht gezelschap. Een goed op elkaar ingewerkt trio waarbij hun omgang met elkaar als natuurlijk overkomt. Drie boezemvrienden die elkaar door en door kennen. Solide acteerwerk waarbij Austin Abrams sowieso voor mij de hoofdvogel afschoot. Wolff vond ik een beetje te sullig en droogjes maar overtuigde toch als sleutelfiguur die bijna continue in beeld was. Delevingne straalt die geheimzinnigheid uit die noodzakelijk is voor haar rol. Over het algemeen was dit zeker geen saaie film maar kon ik me zeker niet van indruk ontdoen dat het allemaal toch nogal braafjes voortkabbelde. Wat blijft is een onvoorspelbare zoektocht naar het meisje van Q’s dromen. Ik ben er echter zeker van dat er ontiegelijk veel jongeren zijn die ook deze zoektocht hebben ondernomen op hun manier.

3*

Parecidos, Los (2015)

Alternatieve titel: The Similars

Euh, ik ben niet helemaal zeker wat ik juist gezien heb, maar het was in ieder geval niet echt horror. Een soort "X-files" verhaal dat zich afspeelt in Mexico en een retro-look heeft meegekregen. Het verhaal zelf is compleet van de pot gerukt. Absurder kan volgens mij niet. Het werkte alleszins meer op mijn lachspieren. Die ouderwetse sixties posters met Marilyn Monroe en The Beatles was werkelijk om je een deuk te lachen. Maar echt bekoren kon me deze film niet met het hysterisch acteren de hele tijd. Duidelijk dat Mexicanen niet echt vriendelijk met elkaar omgaan en even druk doen als hun Italiaanse medemensen. Ik vrees dat ik morgen al vergeten ben waar de film uiteindelijk over ging.

Parker (2013)

Puike actiefilm met yep ... alweer Statham.

Geen bijster origineel verhaal.Voorspelbaar tot en met ... maar Statham maakt er weer een festijn van door zijn coolness en de aardige actie/vecht scene's. T'is inderdaad wel een dertien-in-een-dozijn film maar voor een zaterdagavond is het puur entertainment

Qua bijrollen was het niet veel soeps. Nick Nolte is opvulsel met een nietszeggende rol ... en man wat ziet die vent er opgeblazen uit na al die jaren. Best dat die gepensioneerde gaat spelen op Palm Beach

En La Lopez is duidelijk ook niet aangeworven voor haar acteertalent of haar wulpse vormen Ik ben er zeker van dat haar bipsen gefotosjoeped zijn op de filmposter, want in de film zelf blijft er niks over om je aan te vergapen Ze huppelt er louter en alleen in mee , om haar alombekende naam te laten pronken op de affiche !

Leuke actieprent dus met een Statham die de fakkel stilletjesaan overneemt van Bruce W. in zijn jonge glorietijden : keihard,droge humor en een coolness waarvan je zegt : aan die vent krijg je geen koelkast verkocht wegens onnodig ...

3*

Parlor (2015)

Alternatieve titel: Anarchy Parlor

“The Yakuza got it all wrong.

Skinning a dead man’s body only wounds the canvas.

Elasticity is gone.”

Ik hou wel eens van een horror film uit het sub-genre “torture-porn”. Ergens las ik voordat ik deze film ging kijken dat het “a gory, gruesome black comedy horror flick” zou zijn. Wel om eerlijk te zijn was het toch wel een enorme teleurstelling. Het is inderdaad een “torture-porn” behalve dat de gebruikte folteringen toch wel echt soft zijn (of je moet al levenslang niets anders gekeken hebben dan “The little house on the prairie”). Daarnaast wordt er regelmatig redelijk wat vrouwelijk naakt in beeld gebracht zodanig dat het wel op een soft-porno begint te lijken. Qua folteringen mocht het voor mij wat extravaganter zijn en qua vrouwelijk naakt (wat trouwens totaal niets bijbracht aan het verhaal) mocht het van mij wat minder expliciet zijn (Niet dat ik preuts ben of zo, maar als ik een horror film kijk, wil ik geen halfbakken porno voorgeschoteld krijgen).

Amy (Tiffany DeMarco), Jesse (Jordan James Smith), Kelly (Claire Garvey), Kevin (Anthony Del Negro), Brock (Ben Whalen) en Stephanie (Beth Humphreys) zijn 6 vrienden die tijdens de zomervakantie doorheen Europa trekken en besluiten om een tussenstop toe te voegen. Litouwen. Hun voornaamste activiteiten tijdens hun verblijf in dit waarschijnlijk rijkelijk van cultuur voorziene land, omhelst voornamelijk nachtenlang feestvieren, het consumeren van liters alcoholische dranken en een poging om de gehele Kamasutra uit te proberen. Brock, een brok energie als het op drinken en meisjes versieren aankomt, ontmoet tijdens een avondje stappen de excentrieke, wilde, getatoeëerde vamp Uta (Sara Fabel) die hen uitnodigt voor een privéfeestje in een tatoeageshop genaamd “The Parlor”, waar ze in de leer is bij “The Artist”, een expert op het gebied van tatoeages. Brock ziet dit wel zitten en Amy vergezelt hem met het plan om een tatoeage te laten zetten als aandenken. Ze komen echter gauw te weten dat “The Artist” een eeuwenoude traditie in ere houdt met een procedure die wat meer inhoudt dan gewoonweg een vlindertje tatoeëren.

Allereerst wil ik toch iets kwijt over datgene wat me echt enorm enerveert in films. Als het noodzakelijk is om bepaalde scenes te voorzien, gelokaliseerd in een dansgelegenheid of disco, is het dan zo moeilijk om een menigte samen te stellen die in staat is om ritmisch te dansen op de muziek ? Ik begrijp wel dat niet iedereen beschikt over het talent van een Fred Astaire, maar een hele dansvloer of gebouw vol totaal uit het ritme dansende stijve harken is wel een beetje teveel van het goede. Als je er begint op te letten, is het best storend. Laat de volgende keer een buslading vol tieners uit de lokale dancing aanrukken, en deze scene zal geloofwaardiger en realistischer overkomen. Dat alleen al was een veeg teken over het niveau van deze film. Een volgend slecht teken is het fenomeen vrouwelijk naakt (of het moet functioneel zijn voor de film) dat te pas en te onpas wordt getoond. Ik herinner me nog “The Sacred”. Een verschrikkelijk slechte horror waar ook soft erotische scenes in werden gebruikt. In mijn ogen is dit een slimme manier om het erbarmelijke verhaal te camoufleren. En in “Anarchy Parlor” waren de dames redelijk goed geschapen om de minpuntjes te bedekken. Google maar eens naar afbeeldingen van Beth Humphreys en je ziet direct wat ik bedoel. Welke carrière deze dame voor ogen heeft is overduidelijk. (en haar derrière mag er ook wezen). Ook Joey Fisher is zo’n wellustige dame die meer plaats heeft voor bloempotten op haar balkon, dan ik hier thuis. Had “The Artist” haar gebruikt dan kon hij met gemak “De Nachtwacht” van Rembrandt reproduceren.

Is er dan niks positiefs te vermelden. Natuurlijk wel. De charismatische en demonisch uitziende Robert “Death Race” LaSardo was een schot in de roos. Uiteraard is zijn fysieke verschijning uitermate geschikt voor deze film die de kunst van tatoeëren verbindt met bloederige eeuwenoude tradities. De man is zelf een wandelend wandtapijt. Maar bovenal zijn innemende persoonlijkheid en de onverschilligheid in zijn daden is uitermate griezelig. De conversatie tussen hem en Amy is zonder twijfel het beste uit de hele film. Als gelijkgezinde zie je ook nog Sara Fabel, een bekende artieste op tatoeage gebied, die toch wel een energieke rol speelt en zelf een ravissante verschijning is met die lange blonde manen en sensueel lichaam bedekt met slingerende tatoeages. Alleen het acteren ligt haar niet zo. Het lijkt allemaal zo overdreven en geforceerd. En Tiffany DeMarco was ook niet slecht als Amy behalve dat ze wel vreselijk in herhaling viel met haar “You’re sick/Let us go/Fuck you”-quotes. De rest was verwaarloosbaar slachtoffermateriaal. Een bende verwende en vreselijk vervelende tieners wiens intellectueel niveau merendeels op een laag pitje stond.

Ben je een fervente fan van dit genre, dan zal dit wel verplicht kijkvoer zijn. Maar de “Artist” verwoorde het zelf al toen hij in een filosofische bui zijn ongenoegen uitte over de kunst van tatoeëren. Ooit was je laten tatoeëren een statement en een manier om je te onderscheiden van een conventionele maatschappij, terwijl het nu een modegimmick is geworden. De uiteindelijke boodschap en gedachtegoed dat achter het fenomeen tatoeage zat, is in de jaren verwaterd. Uiteindelijk zou je dit verwijt kunnen doortrekken naar films zoals “Anarchy Parlor”. De eerste torture-porns (waaronder is “Hostel” en “Saw” toch reken) zijn in de loop der jaren opgevolgd door een resem wanproducten die profiteren van het succes van eerdere succesvolle films. Metaforisch kan je dus zeggen dat “Anarchy Parlor” een vlindertje is onder de “torture-porn” films. Jammer !

1.5*

Passengers (2016)

“We were woken too soon... Ninety years too soon.

We have too go back to sleep.

We Can't !”

In eerste instantie wou ik deze film links laten liggen en hoopte ik dat ik het wel eens zou tegenkomen op één of andere televisiezender op een rustige zaterdagavond. Eerst en vooral omdat ik niet sta te springen om een film te bekijken waar men Jennifer Lawrence in laat opdraven. Zelfs niet als haar tegenspeler de charmante Chris Pratt is. En ook omdat alles erop wees dat dit een doorsnee romantisch ruimteverhaal zou worden. Ik dacht dat dit de galactische versie van “Titanic” was. Alleen dat het ruimteschip niet tegen een banale ijsberg gaat opvaren en men de beide tortelduiven innig omarmd op het voorplecht ziet staan terwijl een kosmische wind door hun haren ruist. Of een moderne versie van “Loveboat” (alleen een in futuristische kledij gehulde dwerg ontbrak). Al bij al viel het romantisch kwijlgedeelte nogal mee en werd het tot mijn verrassing meer een visueel spektakel dan een lovestory over twee achtergebleven passagiers die de rest van hun dagen met elkaar moeten doorbrengen op een luxueus ruimteschip.

Om eerlijk te zijn was het eerste gedeelte zowel fascinerend als heerlijk humoristisch. Het ruimteschip zag er indrukwekkend uit. De eerste beelden van een enorme lange slaapzaal waar alle pods zijn opgesteld waarin een duizendtal passagiers een kunstmatige slaap slapen, waren fantastisch. Op weg , samen met een honderdtal bemanningsleden, naar betere oorden om nieuwe kolonies te stichten. Als een komeetstorm echter roet in het eten gooit, is het Jim Preston (Chris Pratt) die als eerste wakker wordt. Spijtig genoeg zijn er nog 90 jaar te gaan eer ze de eindbestemming bereiken. Dat is dan het begin voor het meer humoristische gedeelte. Geen hoogstaande humor, maar toch goed voor enkele gniffelmomenten. De manier waarop Jim zijn tijd spendeert en de onderhoudende conversaties met Arthur (Michael Sheen), een gerobotiseerde barman, zijn enkele grappige momenten. En dit speelt zich allemaal af in fraai geconstrueerde sets en adembenemende interieurs. Eén ding is zeker, op een cent hebben ze niet gekeken bij het ontwerpen van dit gigantisch ruimteschip.

Vanzelfsprekend verdwijnt langzamerhand het opgetogen sfeertje en maakt men plaats voor een meer diepzinnig karakter waarbij eenzaamheid en het zinvolle van een verder solitair bestaan aan de oppervlakte komt drijven. Tijd dus om Jim te voorzien van een vrouwelijk tegengewicht. Dat is dan het moment om Aurora (Jennifer Lawrence) ten tonele te voeren. Qua spettergehalte horen de beide Tinder-gewijs wel bij elkaar. Dat hier beeldschone kinderen uit voortkomen staat in de sterren geschreven. Dit is dus de aanvang voor het romantische hoofdstuk waarbij de beiden elkaar secuur en voorzichtig aftasten, elkaar beter leren kennen en tenslotte qua intimiteit een perfecte match zijn. Ondanks mijn vrees, bleef de romantiek redelijk beperkt. Het enige wat me opviel is dat Jennifer Lawrence niet alleen op acteergebied gegroeid is. Ofwel is er hormonaal iets verandert, ofwel is er chirurgisch ingegrepen. Je kon er niet bepaald naast kijken. Haar acteergedeelte was echter redelijk beperkt hier. Het leek eerder dat ze Jim gewoon voorzien hadden van het meest sensuele speeltje uit de gehele bemanning. Natuurlijk ontbrak dan ook niet een zwembadscene die toch spectaculair in beeld gebracht werd (en nee dan praat ik niet over de vrouwelijke rondingen van J. Lawrence) dankzij een wegvallende kunstmatige zwaartekracht.

Tijd dus om het actierijke gedeelte te beginnen met een kort optreden van Laurence Fishburne en enkele indrukwekkende sequenties met verdraaid goed gebrachte CGI. Soms deed het me een beetje aan “Gravity” denken en “The Martian”, maar echt storend vond ik dit niet. Het is dus een mengeling van meerdere genres. Het meest kwetsbare van de film is de beperkte cast (uiteindelijk is het alleen Jim en Aurora die de plak zwaaien de gehele film). Gelukkig valt hierover niet veel te zeggen en werkte de chemie tussen de beide hoofdrolspelers wel degelijk. Het enige wat me tegenviel was dat de morele kwestie eigenlijk op een lacherige manier van tafel werd geveegd. Op het moment dat dit een problematisch en delicaat onderwerp werd, schroeft men de actie op en verdwijnt het euvel naar de achtergrond. Spijtig want dit moreel vraagstuk was interessanter dan het clichématige actiegedeelte. Was ik degene die ze dit geflikt hadden, dan had ik de snoodaard met een stevige trap de oneindige ruimte ingestampt. Maar ondanks dit matig en voorspelbaar actierijk gedeelte, en het geromantiseerde einde, kon deze film me toch bekoren. Al een geluk dat ik niet gewacht heb om het te zien op het kleine scherm, maar nu heb kunnen genieten van zijn grootsheid in de cinema. En nee, dan ben ik niet alweer bezig over J. Lawrence !

3.5*

Patient Zero (2018)

The virus has laid dormant in us since the beginning of time.

And the extremes of modern stress have caused it to awaken.

We're all, in essence, Patient Zero.

Hupla, weer eens een zombie-film. En ook eentje waarin men iets unieks tracht te verwerken om op die manier origineel over te komen. Nu, om eerlijk te zijn vond ik het idee dat ze gebruiken wel hoogst amusant. Een geïnfecteerde die nog normaal functioneert wordt gebruikt om informatie te vergaren. En de gebruikte verhoortechniek was ook een leuke vondst. Natuurlijk is het hoogtepunt van de film het moment waarop Stanley Tucci komt opdagen.

Spijtig genoeg is de initiële opzet niet origineel te noemen. Voor de zoveelste keer is de planeet aarde slachtoffer van één of andere epidemie waardoor het merendeel van de bevolking in iets onmenselijk transformeert. En net als bij een realistische Ebola-epidemie gaat men op zoek naar diegene waar het allemaal begon. De zogenaamde “Patient zero”. In “Outbreak” was het een geïmporteerd aapje. In “World War Z” tracht men ook de oorsprong van een virus te achterhalen. In deze film gaat men op klopjacht en probeert men via gevangen genomen geïnfecteerde personen deze cruciale persoon op te sporen, waarbij Morgan (Matt Smith) gebruik maakt van zijn unieke gave en zijn verzameling vinyl platen.

Nu ben ik zelf van oordeel dat het fenomeen zombie gelijk staat met hersenloze, bloeddorstig rondstruinende wezens wiens geest dusdanig is aangetast dat ze een catatonisch bestaan leiden. Dat ze verwachten dat zo'n creatuur op een kaart gaat aanduiden waar de gezochte persoon zich bevindt (waarschijnlijk apathisch en comateus rondstarend), maakt al duidelijk hoe stupide de opzet wel is. Dat deze gemuteerde individuen zich superieur voelen ten aanzien van het menselijke ras en de hele redenering over de opgekropte woede over allerhande mistoestanden die nu als een climax losbarst, klinkt aannemelijk en zelfs interessant. Maar behalve deze filosofische mijmeringen, die op een excellente manier naar voren worden gebracht door de professor (Stanley Tucci), is er niets hoogstaands te bespeuren. Om eerlijk te zijn, deze film schoot op meerdere gebieden tekort.

Het acteren van Stanley Tucci en de conversatie tussen hem en Matt Smith, zijn eigenlijk de enige hoogtepunten in deze film. De rest is te beperkt, te goedkoop en te oppervlakkig. Het verhaal op zich is te enggeestig. Men smijt er nog een liefdesrelatie bij om het op te smukken, terwijl het eigenlijk niet ter zake doet. De zoektocht naar het ultieme antigif om alzo een geliefde te redden, is er voor sentimentele redenen aan toegevoegd. Men beperkte zich tot één duistere locatie. En het zombiegedeelte is ook niet om te zeggen angstaanjagend. En constant had ik het gevoel dat dit een pilootaflevering was voor een nieuwe televisieserie. Zoiets als “The walking dead”. Vandaar waarschijnlijk mijn lichtelijk apathische houding tijdens het kijken van deze film. Ik ben geen voorstander van series. En als je er goed over nadenkt, lijkt dit scenario toch wel verrekt veel op dat van “I am legend”. En dat is iets wat helemaal niet door de beugel kan.

1.5*

Penance Lane (2020)

I'm gonna get us out of this.

We're gonna be okay.

Penance Lane” is kijkvoer voor de liefhebbers van goedkoop geproduceerde B-horrorfilms die niet bepaald uitblinken als het over de verhaallijn gaat. Ik was eigenlijk wel enorm benieuwd naar deze film na het lezen van de synopsis op IMDb. En ook de filmaffiche zag er interessant uit. Laat me zeggen dat ik dus met een dosis gezond enthousiasme aan de film begon. Spijtig genoeg zakte dat enthousiasme halfweg de film in elkaar als een soufflé die pas uit de oven komt. Toch wel een spijtige zaak want die eerste helft was toch wel van een behoorlijk niveau.

De proloog op zich maakte me al nieuwsgierig genoeg en bevestigde wat ik verwachtte. Een vervallen huis waar enkele bendeleden zich schuilhielden na het plegen van een overval. Zo’n bende” bad asses” met indrukwekkend schiettuig en een houding alsof ze de hele wereld aan kunnen. Spijtig genoeg zijn ze niet opgewassen tegen hetgeen hen belaagd vanuit duistere hoekjes en donkere plekken in dit creepy huis. Waarom dit eigenlijk het meest boeiende deel was van de film, heb ik niet echt een verklaring voor. Misschien omdat je hier niet echt goed weet welke richting het zal uitgaan. Is het iets demonisch of krijgt het een “Texas Chain Saw Massacre” tintje?

Tijd om de protagonist in beeld te brengen. Crimson Matthews (Tyler Mane) kuiert rond in de straten van het stadje. Een ex-gedetineerde met een ruig uiterlijk. Hij krijgt het aan de stok met de zoon van de lokale politiecommissaris als blijkt dat die zijn vriendin gebruikt als boksbal en maakt vervolgens kennis met de eigenares (moeder van het bewuste meisje) van het lokale eethuis. Crimson laat er geen gras over groeien en zoekt praktisch onmiddellijk een baantje als klusjesman. En hij verzeilt bij het bewuste verlaten huis dat blijkbaar in bezit is van de lokale pastoor die hem zonder dralen in dienst neemt. Van meet af aan is het wel duidelijk dat onze stoere held niet van plan is om vernuftige doe-het-zelf technieken te gaan demonstreren. Het is ook evident dat het geen toeval is dat hij in dit huis terechtkwam. En dat zijn nachtrust gestoord zou worden door iets wat als een schaduw door het huis dwaalt, was ook te verwachten. Desondanks er somtijds te overdreven geacteerd wordt en tenenkrullende, knullige dialogen worden gebruikt, bleef de film toch boeiend. Tot hier dan toch. Want als we ergens middenin de film zitten, dient zich de plotwending aan en verandert de toon van de film wel enorm drastisch.

Als je “Penance Lane” in zijn geheel bekijkt qua verhaallijn en de algehele look en feel, zou je kunnen zeggen dat deze thuishoort in het oeuvre van Rob Zombie (maar dan wel bij de minder geslaagde probeersels). Toevallig zijn er een deel acteurs die ook al eerder in een Rob Zombie figureerden. Zoals Tyler Mane die onder andere Michael Myers speelde in “Halloween II”. Ook Scout Taylor-Compton had een belangrijke rol in deze laatste film. En dan is er Daniel Roebuck (de politiecommissaris) die bijna in elke Rob Zombie film een rolletje kreeg precies. Het zal wel geen invloed hebben gehad op de makers van deze film, maar het is toch wel uiterst toevallig. Ik ben geen echte Rob Zombie adept maar kon “31” wel appreciëren.

Uiteindelijk was “Penance Lane” toch een redelijke tegenvaller voor mij. Als de gradatie van mijn enthousiasme in een grafiek verwerkt zou worden, ben ik er zeker van dat het op eender welke COVID-19 grafiek zou lijken. Behalve dat er dan geen “afvlak”-effect te zien is. De curve gaat na zijn hoogtepunt pijlsnel naar een nulpunt. Misschien dat mijn verwachtingen niet ingelost werden omdat het concept drastisch wijzigde. Het werd uiteindelijk een soort thriller zonder bovennatuurlijke toestanden. Eerder een misdaadverhaal waarbij een waanzinnige een lucratief handeltje heeft opgezet. Het verhaal sloeg nergens op en werd op een bepaald moment ronduit belachelijk. Ik heb hier de volgende les uit getrokken. Hoe goed een samenvatting ook klinkt of een filmposter eruit ziet, het is nooit een garantie. En toch zat er ergens, diep verscholen, een uitstekende film in. Spijtig genoeg slaagde men er niet in om die tevoorschijn te toveren.

1.5*

Perfection, The (2018)

All that time with Anton,

the practice,

the performances,

the pressure to be perfect.

Als ik ergens berichten lees over films waar mensen migraineaanvallen van krijgen en zelfs misselijk van worden, dan is mijn nieuwsgierigheid stante pede gewekt. Het uiteindelijk verdict kan dan twee kanten uitgaan. De film heeft inderdaad een ingenieus uitgewerkt verhaal en is voorzien van beelden waar de gemiddelde maag niet tegen bestand is. Ofwel is het de zoveelste overroepen film waar je jezelf naderhand de vraag stelt wie in hemelsnaam zulke uitlatingen uitkraamt. Zijn dat personen die nog nooit een gelijkaardig film als “The Perfection” hebben gezien? Zijn het filmliefhebbers die zich beperken tot onschuldige rom-com’s? Of aanhangers van oppervlakkige films zoals bijvoorbeeld “The Sound of Music”? Geen flauw idee. Ik kon in ieder geval geen misselijkmakende fragmenten of ranzig beeldmateriaal ontdekken in deze Netflix Original. Maar dat wil niet zeggen dat ik het een vreselijke film vond. Integendeel. “The Perfection” bevat een slim in elkaar gestoken verhaal, geslaagd acteerwerk en een verrassende ontknoping. Een aanradertje dus.

Zelf vond ik dat “The Perfection” niet meer was dan een psychologische thriller met erotische toetsen en enkele lugubere gebeurtenissen. Toegegeven, de ontknoping zal er redelijk verontrustend uitzien voor sommigen. Maar ik verzeker je dat deze film je vanaf het begin op het verkeerde been zet. Het doel dat Charlotte (Allison “Get out” Williams) voor ogen heeft en de beweegredenen hiervoor zijn van een heel andere aard dan je zou verwachten. Als je beseft wat voor een duister geheim de Bachoff instituut verbergt, waar Charlotte jaren les heeft gevolgd als begaafd celliste, zal dit je eerder koude rillingen bezorgen dan de busrit doorheen het landelijke China. De film past perfect in de huidige tijdgeest waarbij de “Me too”-beweging uitdrukkelijk de aandacht vestigt op seksuele intimidatie en aanrandingen. Hoe het gerenommeerd muziekacademie Bachoff hiermee te associëren valt, is iets dat je zelf moet ontdekken in deze originele film.

Overduidelijk dat het moeilijk te catalogiseren is als het over het genre gaat. Het is eigenlijk een allegaartje van verschillende genres. Het is een licht-erotische thriller met een streepje horror. Voor geroutineerde horror-liefhebbers zal het horror-gedeelte echter lichtelijk tegenvallen. Je zou het kunnen omschrijven als een ultra-light-versie van “I spit on your grave”. Dus zonder expliciet beeldmateriaal en een hele resem huiveringwekkende wraakacties. En het begin van de film tot pakweg halfweg is een mak drama waar je kennis maakte met de belangrijkste hoofdrolspelers. Charlotte een talentvolle celliste die na jaren afwezigheid (om voor haar doodzieke moeder te zorgen) terug contact zoekt met haar voormalige muziekleraar Anton (Steven Weber) en diens vrouw Paloma (Alaina Huffman). Maar voornamelijk de ontmoeting met de nieuwe aanwinst van de academie, celliste Lizzie (Logan Browning), zorgt voor enige deining. Allereerst voel je het concurrentiële tussen de beide cellisten wiens vingervlugheid en strijkgevoeligheid voor magische klanken zorgt vanaf het moment dat ze een cello tussen hun knieën knellen. Naarmate dat deze twee niet onknappe klassieke muzikanten meer tijd samen spenderen, stijgt de seksuele spanning tussen beiden. En voor ze het weten maken ze gebruik van de vaardigheden en technieken die ze bij het cellospel hanteren terwijl ze poedelnaakt onder lakens elkaar bepotelen.

Eens deze introductie achter de rug is en de twee tortelduifjes op een lokale bus zitten op weg naar één of ander klein plaatsje in China, gaat de film in een hogere versnelling. De frivole sfeer maakt plaats voor spannende situaties en horror elementen. Het voelt nogal mysterieus aan. Zelfs de terugspoelmomenten verduidelijken het niet echt. Enerzijds vond ik dit een originele benadering. Anderzijds kwam het nogal schoolmeesterachtig (belerend) over.

Wat betreft het acteren, is er eigenlijk niets negatiefs te melden. De twee hoofdrolspeelsters kan je gerust perfectie noemen. De chemie tussen de beide meisjes is realistisch. De verschillende gemoedstoestanden waar ze doorheen spartelen is overtuigend. Ook Steven Weber en Alaina Huffman passen perfect in hun rol. Een illuster koppel bestaande uit duistere persoonlijkheden. Misschien lijkt het wel alsof ze een deel verschillende genres door elkaar hebben gehusseld en lijkt het alsof men niet echt wist welke richting men wilde uitgaan. Maar saai wordt het omzeggens nooit. Nee, “The Perfection” is zeker en vast niet perfect te noemen. Maar het grenst er wel bijna aan.

3.5*

Personal Shopper (2016)

“For me, Lewis was someone deeply intuitive of others.

He understood things that went unspoken.

Maybe because he knew he was going to die.”

Heb je de laatste tijd last van slaapstoornissen zodanig dat je telkens opstaat met reusachtige wallen onder de ogen? Of ben je hyperkinetisch dankzij een overdosis cola tijdens een nachtje “binge watchen”? Geen probleem. Gewoonweg de film “Personal shopper” opstarten en je bent zonder enige twijfel verlost van dit euvel. Zou er een categorie bestaan voor de Oscaruitreiking van “Meest saaie film van het jaar”, dan had deze film het op modebewuste sokken gehaald. Kort samengevat : Maureen (Kristen Stewart) zie je de gehele film shoppen voor high-society madam Kyra (Nora von Waldstätten), rondscheuren op haar brommertje, sigaretten rokend mediteren en een hele reeks berichtjes versturen op haar iPhone. En vervolgens wacht ze op een teken van leven (hoe dubbelzinnig) van haar onlangs gestorven broer Lewis. Buiten wat ectoplasma en knetterende lichtverschijnselen, is er niets spookachtigs te bekennen. Een slaapverwekkende vertoning dus. En daar kunnen zelfs de paar scenes waarin Stewart halfnaakt rondhuppelt en zichzelf bevredigt niks aan verhelpen. Haar cupmaatje is van hetzelfde kaliber als deze film. Pover.

Misschien ben ik bevooroordeeld, want ik erger me mateloos aan de persoon Kristen Stewart. Nu als je een filmpersonage nodig hebt die zich niet zo goed in haar vel voelt en constant in een melancholische, droefgeestige stemming rondloopt, dan is ze wel de geschikte kandidaat. Als er één actrice is die zonder verpinken halsstarrig een volledige film kan rondlopen zonder één oprechte glimlach en een tronie die wel in stijfsel ondergedompeld lijkt, dan is ze hiervoor de geschikte kandidaat. Deze quote is me bijgebleven : “Kristen Stewart is like my refrigerator, no matter what I put in it (milk, soda, eggs, vegetables, meat), it is and it will always be a refrigerator. And so is she.”. Ik begrijp echt niet waarom zij zo wordt opgehemeld en telkens ik over haar lees worden superlatieven als “echtheid” en “uitstraling” bovengehaald. Tja, dat kan je ook over de Scarlett Johanssons, Saoirse Ronans, Dakota Fanningsen en zelfs de Jennifer Lawrences uit Hollywood zeggen. Alleen dat deze actrices wat afwisseling tonen in hun gelaatsuitdrukkingen.

Personal Shopper” is weer zo’n arthouse creatie waar de artificiële modewereld uitermate goed bij past. Zowel de film als die modewereld hebben hetzelfde irriterende effect op me. Beide creëren een kunstmatig product dat redelijk pretentieus overkomt en als doelgroep de happy few voor ogen heeft. De arthouse filmliefhebbers zijn die happy few die in staat zijn het abstracte en symbolische achter zo’n intellectuele film te zien. In de modewereld zijn het die happy few die zich kunnen permitteren om een exclusief, in elkaar gefrutseld stuk confectie aan te schaffen, om dan na een bepaalde periode luid te verkondigen dat het al uit de mode is. Wie kan me overigens uitleggen wat het nut is van zo’n draadvormig korset dat Maureen op een bepaald moment uitprobeert? De kenners zullen hoogstwaarschijnlijk moord en brand schreeuwen en me afschilderen als één of andere debiel die geen verstand heeft van mode. Ik hoop voor mezelf dat dat zo blijft.

Het uiteindelijk aangesneden thema in deze film is niet zo eenvoudig te duiden. Enerzijds is er de spirituele kwestie en de connectie van de levenden met de ronddolende zielen. Anderzijds is er het materialistisch denken en de onpersoonlijke leefwereld waarin we leven. De oersaaie conversatie tussen Maureen en de onbekende (de opspringende bolletjes en ploepgeluiden begonnen me na een tijd echt op de zenuwen te werken) is ook een verwijzing naar het hedendaags onpersoonlijk converseren. En dan is er de interpretatie die men kan geven aan deze film. Daar kan je ook weer alle kanten mee uit en moet je zelf maar invullen na het bekijken ervan. Hou dan wel rekening met Maureen die op de onbekende wacht in een hotelkamer en vlak daarna zie je liftdeuren en schuifdeuren kennelijk vanzelf opengaan. Dat zet het geheel in een heel ander perspectief. Of niet? Indien niet, dan vind ik dat die allerlaatste bons wel een duidelijke verklaring is. Maar daar moest je dan ook wel je gehele uithoudingsvermogen voor inschakelen, om deze lange rit uit te kunnen zitten. Eindigend met Maureen starend in de camera. Emotieloos. Nee, ik en Kirsten Stewart. Dat komt nooit goed !

1.5*

Pet Sematary (2019)

A place to bury our pets and remember them.
It might seem scary, but it's not.
It's perfectly natural.


In een ver verleden was ik een fervente lezer en verslond ik turven van boeken bij de vleet. Dat is met de jaren aanzienlijk geminderd. Zo occasioneel grijp ik wel eens naar een leesboek. Maar dat komt over het algemeen alleen maar voor tijdens een welverdiende zomervakantie aan één of andere strand. Het oeuvre van Stephen King heeft me altijd kunnen bekoren. Deze zomervakantie heb ik zijn boek “Elevation” nog in één ruk uitgelezen. Niet dat het hoogstaande literatuur was, maar King is zo’n wonderbaarlijke verteller wiens verhaal je vastgrijpt en niet meer loslaat. En dat geldt eigenlijk voor merendeel van zijn boeken. En vanzelfsprekend zijn er dan ook wel verfilmingen die de moeite zijn. Persoonlijk vind ik “Christine” en “Carrie” films (horror-gerelateerd) waar ik het meeste van genoten heb (maar ik kan er moeiteloos nog wel enkele noemen). En de verfilming “Pet Sematary” uit 1989 mag je ook wel rekenen bij films die een enorme impact hadden op me. De enige vraag die ik me als eerste stelde (en vele anderen ook) was “Is het nu echt noodzakelijk om hier een remake van uit te brengen?”.

Wie mij een beetje kent, weet dat ik een grondige hekel heb aan remakes, reboots en dies meer. Ik geef toe dat het cinematografisch en op acteergebied hoogstwaarschijnlijk een verbetering zal zijn tegenover het origineel. Maar het uiteindelijk verhaal, de inhoud, de ziel van de film als het ware, zal toch enigszins hetzelfde blijven. En dan vind ik het een te makkelijke opgave. Men zou ook de inhoud of verhaallijn rigoureus kunnen wijzigen. Maar is er dan niet sprake van een geheel andere film? En zou er echt iemand het lef hebben om een filmklassieker grondig te wijzigen? Wel Kelvin Kölsch en Dennis Widmyer durfden het aan en slaagden er wonderwel in om de geest van het verhaal te behouden ondanks de drastische plotwijzigingen. Alleen maakte het niet zo’n indruk op mij als het origineel.

Er zijn enkele elementen die mijn geheugen zijn ontglipt. Zo was er de rol van Zelda (Alyssa Brooke Levine) die ofwel niet zo’n centrale rol kreeg in de eerste film. Ofwel zijn het de jaren die zijn tol beginnen te eisen bij mij. In ieder geval was dit eigenlijk het meest akelige beeld in deze remake. De meest cruciale aanpassing die ze hebben doorgevoerd is de keuze van het slachtoffer. In het origineel kan het jongste zoontje Gage (Hugo/Lucas Lavoie) een aanstormende truck niet ontwijken. Ik herinner me dit feit als enorm choquerend voor mij. Dat lief ogend klein ventje, de neerdwarrelende vlieger en het tuimelend kinderschoentje. Het staat me zo voor ogen. Niet dat de keuze in deze remake minder verschrikkelijk is. Maar toch raakte het me niet zo erg als in de originele film.

Deze keuze heeft niet alleen het geheel een andere wending gegeven, ook de engheid van de film kreeg hierdoor wel een flinke knauw. Ik vond de rol die Gage toebedeelt kreeg in de eerste film meer creepy dan Ellie (Jeté Laurence) hier. Daartegenover ziet de kat Church er onheilspellender en kwaadaardiger uit dan zijn alter ego in de originele film. En ook de verongelukte student Victor Pascow (Obssa Ahmed) kwam wat explicieter in beeld. In grote lijnen blijft de film wel trouw aan het originele idee. Het concept van een allesomvattende liefde van een vader voor zijn kind. En de wil om grenzen te overschrijden om het toegeslagen noodlot te keren. Op dat gebied zijn er geen verassingen. Wat dan weer leidt tot de initiële vraag : “Waarom een remake?”.

2.5*

Pete's Dragon (2016)

Alternatieve titel: Peter en de Draak

“You know, when I was a little girl... ...I wanted to live in the forest more than anything.

I love being out there. It was so fun, with the squirrels and the birds and the trees...

So, when I grew up, I made it my job to protect the woods, and everything in them.

Which I supposed includes you.”

Ik heb nog maar net mijn mening neergepend over “Beauty and the beast” en besefte naderhand dat ik al een paar keer “Pete’s dragon” heb gekeken, samen met mijn 7-jarige dochter, zonder hier eventjes iets over te vertellen. Dan maar snel die schade inhalen en een kort en krachtig opiniestukje uit mijn mouwen schudden. Zoals ik al eerder vermelde kan ik een verfilmde versie van een Disney tekenfilm altijd wel appreciëren. Nu was de versie uit 1977 eigenlijk al een mix van een gewone film met tekenfilm (met wijlen Mickey Rooney). De draak in deze versie ziet er wel levensecht uit en heeft gelukkig geen roze pruik meer, maar licht op als een groene lampion als Pete hem aanraakt.

Er is maar één manier om mijn kinderen het boeiend te houden tijdens het kijken van een verfilming van een Disney tekenfilm, en dat is ervoor te zorgen dat ze direct in het verhaal gezogen worden en datgene te zien krijgen waarvoor ze zijn gaan kijken. Geen langdradige uitweidingen aan het begin dus alsjeblieft. En dat is waarom deze film zo in de smaak viel bij mijn ongeduldig dochtertje. De draak die zich als taak stelde om zich te ontfermen over die arme Pete (Oakes fegley), liet niet lang op zich wachten. Voordat ze het wist keek ze ademloos naar uiteen wijkende bomen en zag ze de immense groene draak verschijnen wiens knuffelgehalte wel enorm hoog is dankzij zijn zacht lijkende pels. Het dodelijk ongeval wordt ook niet expliciet in beeld gebracht, wat dan wel weer zorgde voor een langere periode waarin de nieuwsgierige vraag “Wat is er met Pete’s mama en papa gebeurd?” gesteld werd. Maar dat euvel was alweer snel vergeten zo gauw het avontuur in hogere versnelling geschakeld werd.

Het verder verloop van de film is niet bijster origineel en volgt het gekende thema waarbij jongeren, die nog steeds in sprookjes geloven en verwonderd naar zulke sprookjesachtige dingen kijken zonder financieel winstbejag, het opnemen tegen volwassenen die het niet zo goed voorhebben met deze wonderbaarlijkheden. Inderdaad, geldgewin of angst is meestal een motief om het fantastische te kooien. Hier is dit Gavin (Karl Urban) die van Elliot een soortement kermisattractie wil maken. Vanzelfsprekend zijn er ook de volwassenen die in oude legendes en sprookjes blijven geloven zoals Meacham (Robert Redford). En dan zijn er nog diegenen die na bepaalde tijd erin beginnen te geloven zoals Grace (Bryce Dallas Howard) en Jack (Wes Belley). En dit alles werd weeral volgestouwd met jeugdig enthousiasme, avontuurlijke belevenissen en vreselijk spannende actie. Op kinderniveau wel te verstaan.

Ach uiteindelijk heb ik toch enorm genoten van deze eenvoudige jeugdfilm. Een moment van ontspanning waarbij ik toch overvallen werd door kinderlijke verwondering. En tegelijkertijd genieten van de toegepaste moderne technieken en grafische magie. Het moment waarop Pete en Elliot spelend elkaar najagen en Elliott neerplonst in de stromende rivier was prachtig om te zien. En als volwassene apprecieerde ik ook het acteerwerk van Robert Redford, Bryce Dallas Howard en natuurlijk Oakes Fegley. Maar weet je wat me het meeste plezier deed? Dat moment dat mijn dochter me met zo’n lachende ogen aankeek, vol pretlichtjes, en vol overtuiging me vroeg of we hem nog eens zouden kijken. Missie geslaagd Disney!

3.5*

Phantom Halo (2014)

"At your age, I was better !"

Zo af en toe kom je een film tegen waarover je bijna nergens iets hebt gelezen en waar iemand bekend aan meegewerkt heeft. Zo ook “Phantom Halo” met Thomas “The maze runner” Brodie-Sangster. Achteraf gezien leek het wel alsof ze verschillende verhalen in één film wilden proppen. Hiervan was er één ijzersterke verhaallijn. En de verhaallijn, die het misdadig element omvatte, eindigde jammerlijk genoeg in een fiasco. Het gebruik van eeuwenoude literatuur van Shakespeare zorgt er niet voor dat het een klassieker onder de drama’s zal worden. Ook al was dit het meest geslaagde deel.

Samuel (Brodie-Sangster) en Beckett (Luke Kleintank) zijn twee broers wiens dagdagelijkse taak eruit bestaat om het luttele geld dat er aanwezig is te verbergen voor hun vader Warren (Sebastian Roché). Deze laatste is een gokkende alcoholicus die blijkbaar vroeger ook al eens Shakespeare citeerde ergens op een toneel. En dat is wat Samuel dan ook doet op straathoeken. Een monoloog afsteken in de stijl van Shakespeare, terwijl broerlief de omstaanders vingervlug ontdoet van portefeuilles en ander waardevols. Als blijkt dat vaderlief enorme schulden heeft bij een geldschieter tracht Beckett dit probleem op te lossen met behulp van de oude bekende Little Larry (Jordan Dunn).

En naarmate dat dit tweede feit zich verder ontwikkeld, gaat de film de dieperik in met als hoogtepunt een vreselijke, klunzige ontknoping. Het moment dat Mevrouw Rose (Rebecca Romijn), de adembenemende knappe moeder van Little Larry, zichzelf verzet tegen Donny, verwachtte ik me al aan het ergste. Dit fragment zag er zo amateuristisch en ongeloofwaardig uit. En het vervolg hierop was inderdaad helemaal niet om over naar huis te schrijven.

Te denken dat de aanloop naar dit mislukt einde zoveel beter was. Het familiedrama vond ik boeiend om naar te kijken. De interactie tussen vader en zonen is bij momenten schitterend. De manier waarop Samuel en Beckett trachten de eindjes aan elkaar te knopen en door hun vader geïnstrueerd worden om de broodnodige cash bijeen te sprokkelen. Waarna Warren het weer verbrast aan de goktafel. Maar spijtig genoeg wordt dit verknoeid door irritante futiliteiten en dommigheden. Je zou zelfs vergeten waar de film zijn titel heeft ontleent op een bepaald moment en dat de stripfiguur “Phantom Halo” niet meer dan een fait divers voorstelt. Vanuit het niets voeren ze een vingerkoot-afhakkend Chinees buurmeisje op (waarna ik me afvroeg wat straf er zou volgen na het stelen van de betreffende persoon zijn auto). En ondanks dat Little Larry meermaals te horen kreeg van Donny om hem niet te bedriegen, rijdt deze samen met Beckett na een tijdje toch ongegeneerd rond met een blitse Bentley. Een beetje kortzichtig. De kortstondige affaire met Mevrouw Rose was totaal naast de kwestie. En blijkbaar was er de intentie om alles op een Tarantino manier af te sluiten, maar dan wel op een enorm amateuristische nep-manier.

Kort en bondig : deze film is een vergaarbak van bij elkaar gesprokkelde onafgewerkte ideeën.

1.5*

Phantom of the Opera, The (1925)

Ben ook niet echt zo'n fan van stomme films, maar vond deze toch wel erg vermakelijk. Een klassieker onder de monster films. En nu weet ik ook ineens waar The Bollock Brothers de foto op hun album "The Slow Removal Of Vincent Van Gogh's Left Ear" vandaan hebben. De decors zijn indrukwekkend. Het spook ziet er wel enorm creepy uit. Vanzelfsprekend zijn de expressies en bewegingen bij momenten enorm overdreven. Maar hoe anders kon men in die tijd dan ook dramatiek overbrengen. Al bij al vond ik het toch een aangename beleving.

Physician, The (2013)

Alternatieve titel: Der Medicus

“Remember boy !

The more painful the treatment, the more they respect the Barber.”

Wat een schitterende,ouderwetse avonturenfilm was “The Physician”. Gesitueerd in de duistere middeleeuwen met zijn armoede, onhygiënische omstandigheden en een kerkelijke macht die nog invloedrijk was en elke wetenschappelijke vooruitgang bestrafte omdat het zogenaamde verfoeilijke praktijken zijn die tegen de wil van God indruisen. En ondanks de vreselijke armoede waren ze er wel als de kippen bij om de laatste centjes af te troggelen als vergoeding voor één of ander ritueel. Zo ook na het heengaan van Rob’s moeder. In deze donkere tijden stierven mensen nog aan een onschuldige blindedarmontsteking of longontsteking. Rob word aan zijn lot overgelaten en ziet kans om mee te reizen met een rondtrekkende kwakzalver die op een bedenkelijke wijze heelkundige ingrepen uitvoert en helende drankjes, hoogstwaarschijnlijk gefabriceerd met paardenurine, verkoopt. Het moment dat Rob te horen krijgt dat er in het verre Midden Oosten een man genaamd Ibn Sina les geeft in geneeskunde en ook deze kennis toepast in praktijk, is zijn beslissing genomen. Hij vertrekt naar het verre oosten om in de leer te gaan bij deze wijze man. De enigste vereiste is dat hij zich moet voordoen als Jood. Hij deinst er zelfs niet voor terug om een besnijdenis uit te voeren op zichzelf.

Recensie The Physician

Plastic (2014)

“How it started shouldn’t matter.

How things end, that’s what’s important.”

“Plastic”. Je kan het een soort “Ocean’s Eleven” met broekventjes noemen. Blijkbaar is het weer gebaseerd op waar gebeurde feiten. Maar toch lijkt het allemaal redelijk onwaarschijnlijk dat een paar puberende jongens zulk een gesofisticeerd fraudesysteem kunnen opzetten waarbij afpersing, hacking en het opzetten van een ingenieus plan waarbij gebruik gemaakt wordt van een privéjet met ingehuurde hostesses. Er zal wel een grond van waarheid inzitten maar hoogstwaarschijnlijk is het complete verhaal aangedikt met geruchten, verifieerbare feiten en fabeltjes zodanig dat het geheel uitgegroeid is tot een groteske mythe. Smijt nog een groepje blits uitziende tieners die zo hadden kunnen gecast worden voor de “Beverly Hills 90210” serie (met als verschil dat de 90210 bende geen kredietkaarten fraude moesten plegen daar de mama’s en papa’s zelf al over voldoende kapitaal beschikten), een geforceerde portie humor, enkele vreselijke vertolkingen met beschamende dialogen en een minimum aan actie en een kinderachtig “Mission Imposible” scenario, en je hebt een perfecte samenvatting van “Plastic”.

Filmrecensie Plastic

Playback (2012)

Als ik het gemiddelde hier bekeek , verwachte ik me ook aan een prutfilm tot en met, maar uiteindelijk viel dit wel mee.

Niet bijster origineel en klasseerbaar onder de tiener-horror movies (Friday the 13th en consoorten) waarbij die tieners altijd stug doordoen zonder goede raad op te volgen en daardoor in problemen komen. En dat dan gemixt met een soort The Ring fenomeen. En dan verschijnt Slater ook nog eens als een of andere zieke peeping pervert. Die heeft ook de centen dringend nodig als je ziet in wat een snertfilmen die meedoet de laatste tijd

Uiteindelijk vond ik het heel verhaal nogal vaag over het filmen van personen waarbij de ziel volledig werd opgeslorpt en dan haalde ze die Le Prince er nog bij .... tjah ... herbekijken zal ik hem niet om dit dieper te doorgronden maar uiteindelijk zijn mijn ogen ook niet dichtgevallen

Een paar mooie horror beelden maar een totaal gebrek aan schrikmomenten.
Een matige niet tot bibberen aanzettende horror m.a.w.

2.5*

Please Stand By (2017)

Like Spock, for example.

He's half-human, half-alien.

He has trouble dealing with his emotions.

Where did it say that?

That's just how he is.

Alhoewel “Stand by me” een redelijk voorspelbare film is en pretentieloos de gevoelige snaar bij je tracht te raken, ben ik toch steeds te vinden voor zo’n type films. Het aantal films over individuen met een beperking die in onze maatschappij, waar perfectie tegenwoordig de maatstaf is, trachten te overleven en er meestal in slagen om grootse verwezenlijkingen te verrichten, is eindeloos. “I am Sam”, “Forrest Gump”, “Rain Man”, “The Theory of Everything”, “Still Alice”, “X+Y” en “Who's driving Doug”, om maar enkele op te noemen. Telkens films waarbij men enerzijds medelijden krijgt met het hoofdpersonage. En anderzijds ga je na een tijd beseffen dat deze personen alle verwachtingen overtreffen en zichzelf verbazen over hun eigen kunnen. Zo ook Wendy (Dakota Fanning) die aan een ernstige vorm van autisme lijdt, waardoor communiceren met haar omgeving een enorm obstakel is en haar dagelijks leven bepaald wordt door een strikt schema. Het inleveren van een zelfgeschreven script voor een “Star Trek” episode, zorgt er echter voor dat dit geordend en welomlijnd leventje duchtig dooreengeschud wordt.

Alle respect voor Dakota Fanning. De manier waarop ze dit complex personage speelde verdient alle lof. Ze distantieerde zich van alle mogelijkheden die er waren om Wendy te portretteren met alle mogelijke tics en bizarre rituelen. Ook het fenomeen autisme werd niet door haar onnodig uitvergroot. Buiten het dwangmatig noteren van allerlei feiten in haar notitieboek en het vast patroon van kleurrijke truien die ze op welbepaalde dagen aantrekt, lijkt ze toch redelijk normaal te functioneren. Niet zoals Freddie Higmore zijn personage speelt in “The Good Doctor” met zijn geforceerde intonatie waardoor hij lijkt op een spraakcomputer met foutief geïnstalleerde software van Lernout & Hauspie. En ja, ik weet dat het spectrum bij autistische personen redelijk breed is. Maar ik apprecieerde wel de ingetogenheid waarmee Dakota Fanning het persoontje Wendy vertolkt.

Ook Toni “Miss you already” Collette speelde een niet zo onaardige rol als de leidinggevende Scottie die het opvangcentrum leidt waar Wendy is opgenomen. Een geduldig en gepassioneerd persoon die elk individu in dit centrum begeleidt en tracht deze individuen de juiste weg te wijzen naar een dragelijk persoonlijk leven. Het werd me niet direct duidelijk of Scottie haar echte naam was of een soort geestigheid vanwege Wendy’s passie voor de televisiereeks “Star Trek”. Eerlijk gezegd vond ik dat alle nevenpersonages hun taak op een ordentelijk vervulden. Dat ze echter overkwamen als opvulsel is volledig te wijten aan het prachtig acteerwerk van Dakota Fanning natuurlijk. De gehele film laat zien hoe Wendy’s vertrouwen groeit en ze haar eigen grenzen verlegt (ook al is dit enkel en alleen maar het oversteken van een welbepaalde straat).

Please stand by” gaat niet hoofdzakelijk over hoe autisten zich behelpen en hoe verwarrend hun zicht op het leven wel is. Het onderwerp wordt op dit vlak niet echt grondig uitgediept of toegelicht. Het woord autisme wordt ook niet echt uitgesproken. Alleen een vluchtige verwijzing door een vroom, oud vrouwtje die de opmerking maakt dat haar kleinzoon identiek gedrag vertoont. Het is eigenlijk een soort avontuurlijke queste met als einddoel het binnenbrengen van de script. En hierbij moet Wendy een ,voor ons normaal functionerende mensen doodgewone, route volgen waarbij ze enorm veel mensen met slechte bedoeling tegenkomt. En telkens wordt ze door een vroom mens gered. Het is vergelijkbaar met Frodo en die verrekte ring die hij in Mount Doom moet smijten. Ook zo’n riskante onderneming vol obstakels en moordzuchtige creaturen. Maar dan zonder het fenomeen autisme.

Tenslotte nog een eervolle vermelding voor hondje Pete die Wendy de hele weg vergezelt. Het leek wel Dorothy en Toto op weg naar de Wizard of Oz. Gelukkig was het duo niet zo irritant als Reese Witherspoon en haar keffertje in een roze outfit in “Legally Blonde”. En het meest verrassende moment was het moment waarop een politieagent op Wendy inpraat op een toch wel hoogst opmerkelijke manier. Maar dat moet je zelf ontdekken bij het bekijken van deze innemende en charmante film.

P.S. Als het script “The many and the few” echt bestaat, hoop ik dat men het ooit verfilmd. De flarden tekst die er werden voorgelezen, klinken intrigerend !

3.5*

Pledge (2018)

Do I tuck my shirt in?

I don't care, you look like you're gonna fix the computer anyway.

Dit eenvoudig filmpje “Pledge” wist me toch aardig te verrassen. In eerste instantie verwachtte ik er niet veel van. Maar naarmate het verhaal zich uitspon, vond ik toch dat de makers van dit simpel horrorverhaaltje toch enkele sterke elementen hierin hadden verwerkt. Diegene die aan de lijve een studentendoop hebben meegemaakt, zullen wel blij zijn dat ze niet een gelijkaardige ervaring moesten doorstaan. Het is enorm moeilijk om nog op te vallen met een horror als je het overaanbod ziet wat tegenwoordig op je afkomt. Als je afgaat op de eerste 20 minuten, dan lijkt het alsof je een remake van “Porky’s” gaat bekijken. Of beter nog “Revenge of the nerds”. Het was op één of andere manier grappig te noemen. Maar het grappige maakt algauw plaats voor het onrustwekkende. Een sfeer van paniek, angst en ontreddering heerst tot aan het einde van de film.

Drie vrienden voor het leven, die waarschijnlijk telkens langs de zijlijn staan als het over sociale evenementen gaat, doen hun uiterste best om opgenomen te worden door een studentenvereniging. Vandaar dus de titel van deze film. De film start dan ook met David (Zack Weiner, schrijver van deze film), Ethan (Philip Andre Botello) en Justin (Zachery Byrd) die het ene clubhuis na het andere bezoeken. De drie nerds worden echter overal afgewezen, weggehoond of gewoonweg de toegang geweigerd. Tot ze plots een uitnodiging krijgen van een beeldschoon meisje en ze ergens op een afgelegen domein een privéfeestje meemaken. Een orgastische beleving met sloten alcohol en in het gezelschap van een horde ravissant uitziende jonge dames. Jonge dames waar zij waarschijnlijk naar zullen refereren als zijnde “out of their league”. Niet verwonderlijk dat ze alle drie (en nog enkele andere “freshmen”) opgewonden en overenthousiast instemmen met de uitnodiging van Max (Aaron Dalla Villa) om toe te treden tot deze exclusieve studentenvereniging. Een elitaire clubje met alleen een beperkt aantal leden.

Spijtig genoeg valt de ontgroeningsprocedure nogal tegen voor onze 3 vrienden. Dat er nogal eens rariteiten en extreme zaken worden gehanteerd bij studentendopen hier in België is alom geweten. Comazuipen, afranselingen met een cricket-bat, seksueel geladen opdrachten en smerigheden verorberen. Andere academies doen het wat rustiger. Daar moeten studenten als opdracht een vertaling of uiteenzetting over een bepaald onderwerp uitwerken. Saaiheid troef. De club waar onze drie nerds willen toetreden, hebben heel andere bedoelingen. De opdrachten zijn pijnlijk, walgelijk en vooral dodelijk van aard. Het is niet echt vreselijke “torture porn”. Verwacht dus geen “Hostel” of “Saw” toestanden. Misschien dat ik ongevoelig ben geworden hiervoor. Als je een film zoals “Martyrs” ongestoord uitkijkt, dan zijn de vernederingen die de bende nieuwelingen moeten ondergaan van Sesamstraat-niveau.

Er wordt behoorlijk geacteerd in “Pledge”. De drie sullige vrienden portretteren de typische typetjes die in Amerikaanse scholen middelpunt zijn van spotternijen en pesterijen. Een zwaarlijvige die steevast vraagt om iets te eten te krijgen en niet echt geroemd kan worden om zijn snelheid. Het nerd-typetje die hoogstwaarschijnlijk zijn dagen achter een scherm doorbrengt. En tenslotte een gay-achtig persoon die meisjesachtig reageert op dreigende situaties en zeker en vast al schreeuwend op een stoel springt als een muis voor zijn neus verschijnt. Drie typetjes die op overtuigende manier worden vertolkt door Byrd, Weiner en Botello. Maar het is vooral Aaron Dalla Villa die indruk makt. Die demonische blik en sadistische toon passen perfect bij de wreedaardige Max.

Pledge” is dankzij de korte speelduur geschikt als opvulsel voor een doordeweekse avond. Dankzij het tempo van de film, verveelt het immers nooit. En ook al vond ik het gruwel-niveau redelijk doorsnee, toch slaagde men erin om een intense en spannnde film af te leveren. En ondanks dat het een low-budget film (“Pledge” werd gefinancierd via Kickstarter), vond ik de cinematografie hoog kwalitatief. De lugubere en dreigende sfeer werd niet alleen door het verhaal geleverd, maar zeker en vast ook door het geleverde beeldmateriaal. Om eerlijk te zijn is “Pledge” één van de betere Low-Budget indie-horrorfilms die ik gezien heb het laatste jaar. Zeker en vast een aanrader voor de liefhebbers van het genre.

3*

Pod (2015)

Hoe moet je “Pod” nu omschrijven? Een experimentele kortfilm met hysterie als centraal thema? Of tracht de bedenker een persoonlijke nachtmerrie te visualiseren? Een echt spannende film is het nu ook weer niet. En persoonlijk vind ik het gebruikte argument dat het je doet denken aan het beste van de X-files een beetje overdreven. De episodes van de X-files waren tenminste voorzien van een degelijke verhaallijn. “Pod” is een simpel rechtlijnig verhaal zonder noemenswaardige hoogtepunten en een totaal gebrek aan duiding. De film raast vooruit in hetzelfde tempo als de credits aan het begin. Het lezen van alle namen was nagenoeg onmogelijk. Maar misschien was dat dan ook wel de bedoeling.

Het complete verhaal kan beknopt samengevat worden en is inhoudelijk echt summier gehouden. Alles begint na een zorgwekkend telefoontje van Martin (Brian Morvant) aan zijn broer Ed (Dean Cates). Martin is een aan PTSD lijdende marinier (veronderstel ik toch) die ze hebben gedumpt in het ouderlijke vakantiehuisje. Ed smeekt zijn zus Lyla (Lauren Ashley Carter) om mee te gaan naar het vakantiehuisje om te controleren of de toestand van Martin echt wel zo verslechterd is. Daar aangekomen treffen ze dus een wel echt geschifte Martin aan die een verwarrend verhaal vertelt over geheime experimenten en onrustwekkende verdwijningen tijdens missies. En dan beweert hij nog dat hij het resultaat van deze experimenten, een “Pod”, heeft kunnen overmeesteren en dat deze opgesloten zit in de kelder achter slot en grendel. Realiteit of een hersenschim die Martin parten speelt vanwege zijn paranoïde fase?

Als je ziet hoe manisch Martin is en hoe verwarrend hij overkomt, kan je niet anders besluiten dat hij weer rijp is om in een dwangbuis afgevoerd te worden naar het dichtstbijzijnde gekkenhuis. Maar zijn broer en zus zien er ook niet echt mentaal stabiel uit. Lyla heeft of is een serieus alcohol probleem aan het kweken. Tevens slaat de hysterie bij haar wel heel snel toe en gelooft ze onmiddellijk het verhaal van martin. Verwacht je dus maar aan een voortdurend hysterisch gekrijs en gejammer. Komt daar nog eens bij dat de relatie met haar broer Ed ook niet echt opperbest is, wat dan aanleiding geeft tot een voortdurend gekibbel. Ed is dan weer de controlefreak (niet voor niets is hij ook psychiater) die geen geloof hecht aan het hallucinante verhaal. Logischerwijze is hij dan ook diegene die al stampvoetend de kelder binnentreedt om te bewijzen dat het allemaal larie en apekool is.

Wat heeft de film dan wel te bieden ? Kortweg niets eigenlijk. Qua vertolkingen is alleen die van Brian Morvant lovenswaardig. Hij is erg overtuigend als de geschifte broer. Cates en Carter zijn gewoonweg irritant. Als kortfilm heeft het zijn charmes en technisch ziet het, ook al is het budget gelimiteerd, er helemaal niet slecht uit (mooie shots bij momenten). Maar als film schiet het op meerdere vlakken tekort. Het hutje-in-het-bos thema is niet bepaald origineel te noemen. Er is wel een paranoïde en claustrofobisch sfeertje in het door aluminium afgedekte huisje. En de toestand waarin het zich bevind is redelijk chaotisch. Maar echt horror kan je het niet noemen. En wat de relatie met de X-files is, kan je alleen maar raden. Verder ziet het fenomeen er ook niet uit en zijn de momenten dat het in beeld komt te wazig en te vluchtig. Het moment dat Larry Fessenden zich ermee bemoeit, neemt het verhaal een heel andere wending. Verwacht niet teveel verklaringen of inzichten. Het blijft allemaal redelijk vaag. En afsluiten doet het met een enorm voorspelbaar schrikmoment. Tja, en voor je het weet kijk je naar de eindgeneriek. Misschien wordt het relaas verklaard in Pod II.

1.5*

Pompeii (2014)

“Only death is freedom for a gladiator.”

“Pompeii” is niet echt een ramp van een film. Het is natuurlijk niet in het voordeel van deze film dat de ontknoping al op voorhand bekend is. Het is dus niet dat je verrast opkijkt als de eindgeneriek loopt en je dan verbouwereerd naar het scherm kijkt en stamelend in jezelf prevelt “Verdoeme, dit heb ik nu eens echt niet verwacht !”. Als je de rampenfilms gaat opsommen krijg je algauw een ellenlange lijst. Vanzelfsprekend is de inhoud van zulke films op voorhand al geweten. Bij "The Poseidon Adventure" en "Titanic" loopt het met beide schepen in de respectievelijke films niet goed af. In "Twister" waren het de twisters die lelijk huishielden. “2012” ging het over het jaar 2012 waarin de wereld een grote zondvloed beleeft. “Earthquake” ging over, hoe bestaat het, een gigantische aardbeving en de naweeën hiervan. En recent, “The Impossible” laat een realistisch beeld zien van de tsunami in 2004 die Thailand overspoeld. Er is met andere woorden geen ramp ter wereld waar er nog geen film over is gemaakt.

Ik veronderstel wel dat iedereen die de titel leest en de filmaffiche bekijkt, onmiddellijk beseft dat het hoofdonderwerp van deze film de uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79 is. Een uitbarsting die er voor zorgde dat de stad Pompeii, een welvarende stad met alle nutsvoorzieningen,infrastructuur en weelde, overdekt werd met een metersdikke laag as. Dit gegeven alleen is bitter weinig om een 100 minuten durende film op te vullen. Het slagen van deze film is dus afhankelijk van de nevenverhalen die er omheen gesponnen worden. Maar uiteindelijk is de beleving van een rampenfilm zoals “Pompeii” te vergelijken met een pornofilm. Geen mens die zich iets aantrekt van een degelijke verhaallijn in zo’n film. Meestal slaat het nergens op. Over acteerprestaties gaan we ons ook niet druk maken. Het belangrijkste is maar dat het er aantrekkelijk en appetijtelijk uitziet. Het is dan alleen maar wachten tot de actie begint en we getuige zijn van een ontlading in extase waarbij elke gleuf,holte en holletje opgevuld wordt met een gloeiend hete substantie. "Pompeii" bijna ten voeten uit.

Het nevenverhaal is tweeledig. Het verhaal van de Keltische overlevende Milo (Kit Harington) die in London als slaaf gevechten levert in een soort arena in de achterbuurt en tenslotte in Pompeii terechtkomt om een heroïsch gevecht te leveren met een gigant van een gladiator, Atticus . Het tweeluik omvat dan ook nog een romantisch gedeelte. Cassia (Emily Browning), de dochter van een rijke bouwheer in Pompeii, wordt verliefd op deze gespierde barbaar. Ze zit dan ook nog eens in een penibele situatie want ze dreigt uitgehuwelijkt te worden aan de wrede, corrupte senator Corvus (Kiefer Sutherland) die met een regiment is neergestreken in Pompeii om de bouwplannen van de bouwheer te inspecteren.

Uiteindelijk vond ik de verhaallijn op zijn eigen niet zo slecht. Zelfs het melige liefdesverhaal. Een onmogelijke liefde sinds de kloof tussen hun afkomst zo onoverbrugbaar groot is. Het gladiator gedeelte zorgt dan weer voor het actierijke gedeelte en was best genietbaar om naar te kijken.

Wat me wel stoorde waren de soms wel vreselijk overdreven situaties die zich voordeden.
Pompeii lag helemaal niet aan de voet van de Vesuvius maar eerder een ellendig eind ervan af. Dat is ook de reden waarom het in zo’n goede staat is opgegraven. Er was geen lava overheen gevloeid en inslagen van gekatapulteerde rotsblokken zal je er ook niet vinden. Pompeii werd overdekt door een laag as voorgebracht door een pyroclastische wolk waarschijnlijk. Maar ja, zoals het nu vertoond werd zag het er wel spectaculairder uit.
Ik veronderstel dat Milo ook goed ontwikkelde beenspieren heeft want de afstand tussen de arena en de villa waar Cassia gevangen zat was ook niet niks.
De tsunami die ontstond na de uitbarsting en abrupt tegengehouden werd nadat er een bootje in een poort van de stadswal gepropt werd, was ook wel lachwekkend te noemen.
En zoals al meermaals aangehaald werd : het is dus totaal stupide om te veronderstellen dat je zo’n gloedwolk kunt ontvluchten gezeten op een paard.

“Pompeii” was dan toch een actierijke en wervelende sandalenfilm waarbij de catastrofe grafisch soms uitstekend doch niet realistisch in beeld is gebracht. Een mix van “Gladiator” en elk gekend liefdesverhaal over een onmogelijke liefde, en dit afgewerkt met een beetje “The horse whisperer” en “Dante’s Peak”. Het liefdesverhaal kon me niet helemaal bekoren. Het gladiator/actie/ramp gedeelte des te meer. Van de openingsscene met de afslachting van een volksstam Kelten door de Romeinen en de gevechten in de arena tussen de gladiatoren, tot de vernietigende uitbarsting van de Vesuvius met een massahysterie tot gevolg. Het gevoel dat ik er echter aan overhield was zoals gaan kijken naar een groots vuurwerk : het eindigt tekens met een enorme, indrukwekkende knal die nog enige tijd nazoemt in je oren, en de volgende dag ben je reeds vergeten uit welk kleurenpallet het weer bestond. Een storm in een glas water dus. BOEM !

3*

Possession, The (2012)

Hey! Stay away from my kids teeth!

In tegenstelling met het veelbelovende begin van “The Possession” is het einde van deze Joodse variatie op het “bezeten-zijn“ thema, redelijk lachwekkend. Het zou me niet verwonderen als we in de toekomst ergens een komische versie hiervan zullen tegenkomen in één of andere "Scary Movie" met een dansende rabbijn. Maar ondanks dat dit de zoveelste variant op de befaamde film “The Exorcist” is, vond ik het toch een aangename film die zijn momenten had.

Als de hele film het niveau had aangehouden van de openingsscène, dan was dit ongetwijfeld een schitterende film geworden. We zien een oude vrouw die het vervloekte houten kistje in bezit heeft en dit tracht te vernietigen, waarna ze ongenadig wordt dubbel geplooid, rondgezwierd en zonder twijfel levenloos achtergelaten. De uitverkoop die de nakomelingen van deze vrouw organiseren, naar eigen zeggen voor belastingen te kunnen betalen, is volgens mij om de medische kosten te kunnen financieren. Het is daar dat Clyde (Jeffrey Dean Morgan) en zijn twee dochters Emily (Natasha Calis) en Hannah (Madison Davenport) dan toevallig terechtkomen omdat Clyde nog wat borden nodig heeft. Emily ontdekt het oude houten kistje en is er direct door gefascineerd. Het kistje staat vol Hebreeuwse opschriften en blijkt later een kistje te zijn waar een dibboek in huist. Een dibboek is volgens de Jiddische mythologie de ziel van een overledene die teruggekeerd is uit de hel en zich wil meester maken van een levende om iets af te maken wat hij niet heeft kunnen voltooien in zijn leven. Het kistje blijkt verzegeld te zijn wanneer Clyde het samen met zijn dochter onderzoekt. Maar toch slaagt Emily om het kistje ’s nachts te openen. Het herbergt een aantal oude artefacten zoals een oude tand, een dode mot, een houten figuurtje en een ring, die Emily onmiddellijk aandoet. Vanaf dit moment begint Emily te veranderen in een in zichzelf gekeerd meisje voor wie het kistje een ware obsessie wordt.

Het tweede facet van deze film is het familiale gedeelte van de familie. Clyde is nog maar recent weg bij zijn vrouw Stephanie (Kira Sedgwick) doordat de twee uit elkaar gegroeid zijn en omdat Clyde meer passie had voor zijn basketbal coachen dan zijn relatie met zijn vrouw. Ondertussen heeft Stephanie terug een relatie met de perfecte man en tandarts Brett (Grant Show) en verblijven de 2 dochtertjes afwisselend bij de 2 ouders. Hemeltergend clichématig is dit gedeelte van de film. Voor mij was dit meer horror dan het gedeelte met de dibboek. Je voelt het zo aankomen dat de twee gescheiden personen nog altijd gevoelens hebben voor elkaar en dat naarmate het einde nadert, ze weer naar elkaar zullen toegroeien. De onweerstaanbare tandarts verdwijnt ook ergens in de film op niet verklaarde manier van het toneel. Het verband tussen de tand in het kistje, de tandarts en het moment waarop hij met zijn mond (bijna) vol tanden naar Emily staart, is ook weer toevallig zeker.

De film is volgestouwd met clichés uit eerdere films van dit genre. Er zijn echter een paar redelijk geslaagde momenten zoals het ogenblik dat Emily in haar keel kijkt met een zaklamp, de langzame metamorfose die ze ondergaat, de gewelddadige aanvallen tegen de oude vrouw en lerares, de scan.
Er zijn ook een paar belachelijke momenten met als toppunt het moment waarop Emily haar vork in de hand van Clyde plant waarop deze laconiek reageert met een doodkalm “Go to your room.” Een toonbeeld van zelfbeheersing. En de reeds eerder vermelde clichés zijn ook rijkelijk aanwezig. De dichtslaande deuren, de stroboscopische lichten, de vervormde stem, het feit dat de demon gebruik maakt van een verzwakte familiesituatie om bezit te nemen van iemand, de vertwijfelde roep van de vader om hem te gebruiken en de meest voor de hand liggende gemakkelijkheidsoplossing om de film naar een hoger suspense niveau te brengen is het gebruik van de vermelding “Based on true Facts".

De vertolking door Natasha Calis is het enige noemenswaardige in deze film. De rest gaat van nietszeggend tot inspiratieloos. Jeffrey Dean Morgan speelt een doorsnee rol als de beschermende vader die holderdebolder naar de Joodse wijk rent voor advies en hulp. Voor de rest doorloopt hij het verplichte pallet van zorgzame vader naar onterecht beschuldigde vader waarbij de wanhoop op zijn gezicht staat te lezen. Kyra Sedgwick speelt de dwarse en waarschijnlijk emotioneel gekwetste en eenzaam voelende vrouw die waarschijnlijk de perfecte tandarts in huis heeft genomen om haar basketballiefhebbende ex-man emotioneel te raken. Voor de rest stelt haar bijdrage niet veel voor. Madison Davenport is de oudere dochter. That’s it. Haar enigste actierijk gedeelte is haar hysterisch geschreeuw tijdens de mottenplaag. De kleurrijkste figuur wellicht is Matisyahu (The Hasidic Reggae Superstar) die de Joodse zoon Tzadok vertolkt, die zich verplicht voelt om de totaal onbekende familie te helpen om de dibboek veilig op te bergen. Deze Hebreeuws-Amerikaanse reggaezanger deed wel zijn uiterste best bij de slot ceremonie en versloeg elke duiveluitdrijving ooit getoond in een horror met gemak op punten.

“The Possession” is niet echt griezelig. Er zijn geen bloederige taferelen en de schrikmomenten zijn enorm schaars. Het is echter plezant om naar te kijken en het entertainment gehalte ligt wel enorm hoog. Als je de clichés eventjes vergeet en het vanzelfsprekend open einde negeert, kan je van deze film echt wel genieten. Niks baanbrekend of origineel, maar na een film als "Cruel Will" kan je deze film wel appreciëren.

3*

Prayer before Dawn, A (2017)

I don't know

what you're fucking saying,

I don't understand.

Wat een indrukwekkende film is “A prayer before dawn”. Niet dat je na het bekijken ervan een gevoel van opwinding of ontspanning over je krijgt. Het is eerder een vieze nasmaak. Het lijkt alsof naderhand de geur van bloed, zuur eten, kots en angstzweet zich in je neusgaten heeft genesteld. Een vervelend, ongemakkelijk gevoel had zich van me meester gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat er op deze wereld nog wel andere plekken zijn waar je liever niet wil terechtkomen en die zowel fysiek als psychisch niet bepaald goedaardig zijn voor je gestel. Maar de Thaise gevangenis Klong Prem lijkt me wel de meest verdoemde en de onmenselijkste plek op onze aardbol. Een oord waar je ophoudt te bestaan als mens en waar je op welke manier dan ook tracht te overleven. Ik ben grote voorstander om mondiaal een uitwisselingsprogramma voor het gevangeniswezen op poten te zetten. Zodanig dat gevangenen eens de kans krijgen om eens te proeven van het gevangenisklimaat in deze contreien. Ik ben er zeker van dat velen tot het besef zullen komen hoe geprivilegieerd ze hier behandeld worden. Wie weet komen er zelfs enkelen tot inkeer.

A prayer before dawn” voelt aan als een documentaire. Sowieso lijkt het alsof de camera de hele tijd over de schouders meekijkt van Billy Moore (Joe Cole), een Brit die in Thailand als bokser aan het werk is en opgepakt wordt wegens drugsverkoop. De nachtmerrie waar hij drie jaar in gevangen zit en de dagelijkse strijd die hij moet voeren in dit hellegat zijn de basis voor zijn boek dat hij naderhand uitbrengt met als titel “A prayer before dawn : A nightmare in Thailand”. Verwacht geen ellenlange dialogen. Of je moet al een aardig mondje Thais spreken. Alleen dat zou me al horendol en knettergek maken. Dat nooit stoppende gejengel en geschreeuw van die vol getatoeëerde, met gouden tanden voorziene Thaise criminelen. Je hebt geen idee waar ze het over hebben. Je kan alleen maar raden of ze nu een doodgewone vraag stellen of een dreigement uiten.

Het aantal films die zich afspelen in gevangenissen is schier oneindig. Maar er zijn er geen die zo realistisch aanvoelen en pijnlijk zijn om te aanschouwen als “A prayer before dawn”. Zelfs “Brawl in cell block 99” lijkt niet eens zo bruut en intens, ondanks de extreem gewelddadige beelden. Waarom? Omdat “Brawl in Cell Block 99” een fictioneel verhaal is. Het verhaal over Billy Moore toont een onverbloemd beeld van diens overlevingsstrijd en zijn doorzettingsvermogen om zich in dit barbaars milieu overeind te houden. Een verhaal over hoe een individu tot het uiterste gaat en zowel fysiek als psychisch zijn grenzen moet verleggen. Een zwart-wit portret met een dunne scheidingslijn tussen leven en dood. Het ene moment zie je hoe Billy op aanvraag van een corrupte bewaker een medegevangene bijna doodslaan. Het volgende moment zie je een teder moment tussen hem en de travestiet Fame (Pornchanok Mabklang). Een kortstondige adempauze na al het brute geweld.

Het acteerwerk van Joe Cole is vreselijk overtuigend. Je kan de razernij, de wanhoop en angst gewoonweg voelen. Cole’s acteren is beperkte tot het fysieke daar er praktisch geen dialoog te horen is. Een schel en dreigend “Fuck off” is het voornaamste dat er over zijn lippen komt. Je bent getuige van hoe de opgestapelde spanning en frustratie plots oplaait tijdens confrontaties en het Thaiboksen. En tegelijkertijd zie je Cole vechten tegen zijn verslaving. De Thaise medegevangenen zijn stuk voor stuk amateurs op gebied van acteren maar schijnbaar heeft een groot deel van deze nevenpersonages in werkelijkheid tijd doorgebracht achter tralies. Misschien daardoor dat het zo echt aanvoelt.

Neen, “A prayer before dawn” is geen lolletje om naar te kijken en zal zeker nog rondspoken in je hoofd de dagen nadien. Als je een uitgewerkt verhaal verwacht, dan zal je zeker ontgoocheld zijn achteraf. Het narratief is redelijk rechtlijnig en beknopt. Het is niets anders dan een verslag over Billy’s verblijf in deze hel op aarde en zijn constant gevecht om er zonder kleerscheuren uit te geraken. Maar, zoals ik al zei, deze film zal je zeker bijblijven. Het is als het ware er bij je ingeramd.

3.5*