- Home
- ikkegoemikke
- Meningen
Meningen
Hier kun je zien welke berichten ikkegoemikke als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
About Time (2013)
You can't kill Hitler or shag Helen of Troy.
Komt het misschien doordat ik al een oudere rijpere leeftijd heb bereikt ? Of is het gewoonweg om dat alles in deze film perfect klopt ? Ik zet al mijn geld op het tweede want uiteindelijk vond ik het een weergaloze, fantastische en meeslepende romantische komedie. Normaal gezien heb ik een bloedhekel aan films met de combinatie romantiek en humor in vervat. Meestal is de humor van bedenkelijk niveau en dreigt alles over te hellen naar een melige tranentrekker met een voorspelbaar happy end waarbij iedereen gelukkig getrouwd is en verder lustig rondhuppelt met een vrolijk gezinde kroost achter zich aan. Op de keper beschouwd zit dit eigenlijk ook in deze film, alleen zonder het grotesk sentimenteel gehalte zoals in andere chick flicks. Zoals iemand het omschreef op IMDb "A chick flick for men".
Zo af en toe moet je je echtgenote ook eens tevreden stellen en een film kiezen waardoor ze ook eens van een gezellige filmavond kan genieten i.p.v. telkens naar zo’n zenuwslopende,bloederige en gewelddadige SF of thriller te kijken. Met veel tegenzin zoek ik dan iets op wat kan zorgen voor een gezapige filmavond. Hetgeen wat me bij “About time” overtuigde was het SF label dat het meekreeg. Uiteindelijk is dat SF gedeelte wel onmisbaar voor het gehele verhaal maar is het niet het cruciaal element wat een nazinderende indruk nalaat. Het is gewoon een prachtfilm waar je van begin af aan in wordt meegezogen en je alle emoties meebeleefd alsof je zelf centraal in het verhaal meeloopt. Tim heeft een gave die alle mannen in zijn familie bezit. Hij kan terug in de tijd gaan. Niet om de wereldgeschiedenis te veranderen (kill Hitler/shag Helen of Troy) maar om de situaties die zich in zijn persoonlijk leven voordeden een beetje bij te sturen. Hij wil het gebruiken om de liefde van zijn leven te kunnen vinden.
Het bevat enorm grappige situaties en humoristische conversaties. Ik heb bij deze film meer gelachen dan alle would-be komedies die ik de laatste maanden voorgeschoteld kreeg. Echt grappige situaties die zo herkenbaar zijn en puur overkomen. Niks geforceerd, geen ingewikkelde woordspelingen of vergezochte onbenulligheden. De conversatie in het pikkedonker restaurant dat gerund wordt door blinden. Hoe verzin je het ? Hun eerste seksavond en de manier waarop Tim telkens weer terugkeert in de tijd. De uitdrukkingen en frustraties die Tim toont bij het mee helpen uitkiezen van Mary's avondjurk. Ik begreep hem volkomen. De ontmoeting met Mary's ouders. De oneliners die van tijd tot tijd passeerden. De vreemde vrienden van Tim zoals Jay en Rory. Uncle D die op een bepaalde manier ontroerde maar tegelijkertijd hilarisch over kwam. Telkens moest ik en mijn vrouw gemoedelijk lachen hierover.
Het is enorm romantisch. God ja, dat heb je nu eenmaal in een romantische komedie. Het is zo’n romantiek waar je zelfs als man, een beetje mee kan wegdromen en ook een ietsje van gaat wegsmelten. Maar romantiek zoals het in het echte leven zich oneindig keren voordoet en niet de cliché plastieken stuiverromannetjes romantiek zoals die in alle andere films wordt gebruikt. Soms was het subtiel gebracht. Tim had zonder problemen gebruik kunnen maken van zijn gave om eens een helse nacht te beleven met Charlotte. Uiteindelijk bedankte hij daarvoor om snel terug te rennen naar Mary om haar ten huwelijk te vragen. Een symbolisch gebaar voor zijn eigen om aan te tonen dat Mary de ware is voor hem. Trouwens was die scene met het live bandje ook weer lachen geblazen.
De film heeft ook zijn ontroerende momenten. Dat zijn de momenten waarop de sticker "Opgelet voor irriterende objecten in de ogen" van toepassing is. De relatie met zijn afstandelijke vader die geleidelijk warmer en liefdevoller wordt. De zorgen over zijn zus Kit Kat. De uiteindelijk dood van zijn vader en de aparte manier waarop hij definitief afscheid neemt. Sereen, pakkend en verbluffend mooi in beeld gebracht.
De casting is perfect. Elk personage voelt levensecht aan en past in het plaatje. Zowel fysisch als mentaal. Tim is een dagdromende,soms onhandige maar gevoelige kerel. Domhnall Gleeson levert een prachtprestatie. Ik had hem niet herkend als Bill Weasley uit de Potter reeks en ook niet als Clan Techie uit Dredd. Rachel McAdams die Mary speelt is een natuurlijke schoonheid en charmeert de hele film door. Bill Nighy zet een oerdegelijke portret van de afstandelijke met gevoelens worstelende vader. Lindsey Duncan heeft geen groot aandeel, maar telkens ze in beeld komt heeft ze die uitstraling van een echt bekommerde moeder die telkens paraat staat met scherpe levenswijsheden. Tom Hollander is de arrogante Harry die op een brutale manier zijn gniffel momenten heeft. Eerlijk gezegd was er geen enkel personage dat een te zwakke vertoning weggaf.
Tenslotte vond ik de soundtrack ook nog een vermelding waard. De flarden van The Cure,Amy Winehouse,Nick Cave en Ben Folds waren stuk voor stuk een juiste bijdrage om de stemming op dat moment muzikaal te ondersteunen.
Ik heb altijd graag films gekeken. De reden waarom ik een film kijk is omdat ik een ontspannen avond wil beleven voor het scherm, waarbij ik eens hartelijk kan lachen, of in spanning op mijn nagels lig te bijten, of bijna een hartaanval krijg van het schrikken, of meeleef met bepaalde gebeurtenissen en ook eens een traantje wegpink. Dat is de reden om naar een film te kijken. En dat allemaal vond ik in deze film terug. Een topprestatie en een echte aanrader om meegesleept te worden door dit menselijk ontroerend en tegelijkertijd grappig verhaal. Maar ik twijfel er niet aan dat er genoeg zullen zijn die dit nu een compleet waardeloze snertfilm zullen vinden
4.5*
Abraham Lincoln: Vampire Hunter (2012)
Op 1 spectaculair gefilmde vecht-scene in slow-mo na , was dit een prul-film tot en met !
Zo snel mogelijk vergeten
1*
Absolutely Anything (2015)
Give me a really big dick!
[Falls over] Ouch! Not “THAT” big! Obviously! Return to your old size!
Let me have a dick that women find exciting!
Yeah, that’s better. Could I have it white?
Wat kun je nu eigenlijk verwachten van een komedie waar heel wat bekende komedianten aan meewerkten? De Monty Python bende wisten ze te overtuigen om de stemmen in te spreken van enkele buitenaardse wezens die een soort intergalactische raad vormen. Het feit dat Terry Jones in de producerstoel zat, zal ook wel geholpen hebben. Simon Pegg neemt de hoofdrol als Neil voor zijn rekening. En wijlen Robin Williams horen we in één van zijn laatste wapenfeiten als de hyper kinetische hond Dennis. Joanna Lumley en Rob Riggle kregen respectievelijk de meest beperkte en de meest irritante rol toegewezen. En tenslotte mocht Kate “Stonehearst Asylum” Beckinsale de rol spelen van de beeldschone buurvrouw die geadoreerd wordt door Neil. Wat kan er met zo’n cast in godsnaam misgaan?
In vele opzichten is deze film te vergelijken met “Bruce Almighty”. Alhoewel deze laatste wel op alle vlakken superieur was. Ook al heb ik deze al zovele keren gezien, kan ik er toch niet aan weerstaan om er terug naar te kijken als ik die tijdens het zappen ergens tegenkom. Ik vrees dat ik dan “Absolutely anything” echter toch zal overslaan. Juist zoals Bruce beschikt Neil op een bepaald moment over goddelijke krachten die alles wat hij ook maar wenst mogelijk maakt met een simpele handbeweging. Dit keer is het echter niet God die hiervoor heeft gezorgd, maar enkele oorlogszuchtige ruimtemannetjes uit een ander sterrenstelsel, die de Voyager, voorzien van instructies om ons te bereiken, uit de ruimte hebben geplukt. In eerste instantie zou de aarde worden vernietigd. Uiteindelijk wordt deze vernietiging uitgesteld en krijgen de aardbewoners de kans om aan te tonen dat ze superieur zijn. En ja hoor, onze goed vriend Neil is de verkozene.
“Absolutely anything” is compleet het tegenovergestelde van “The World's end” qua ontwikkeling. Bij “The World’s end” was het eerste kwartier niet bepaald uitnodigend. Maar naarmate de film vorderde, werd het een amusante, hilarische film vol absurditeiten. “Absolutely anything“ is van aanvang al vreselijk grappig met verschillende komische en doldwaze situaties. Maar na een tijd is de gimmick met het wuivende handje van Neil uitgemolken en gaat het bergafwaarts. Uiteindelijk eindigt het als een platvloerse, irritante en voorspelbare slapstick. En dat kunnen zelfs een Robin Williams en de volledige crew van Monty Python niet verhelpen. Misschien was de rondtrippelende drol aan het begin hier al een voorteken van.
Dit klinkt misschien wel een beetje überkritisch. Helemaal slecht is het ook niet allemaal. De buitenaardse raad is bij momenten grappig (maar echt Monty Python toestanden moet je niet verwachten). De fratsen die Neil meemaakt telkens hij weer iets wenst, ontlokten regelmatig een spontane lachbui zoals de persoonlijke transformatie, de klasscene , het schoolhoofd en de devotie voor zijn collega Ray. Raar echter dat Neil als leraar Engels wel grammaticaal zijn mannetje weet te staan voor de klas, maar bij het gebruik van zijn krachten telkens de wijsheid van het juist formuleren even kwijt is. Dennis de hond ziet er schattig en knuffelachtig uit en de improvisaties van Robin Williams geven deze viervoeter een persoonlijkheid. Hilarisch maar naar mijn gevoel werkte Williams binnen de lijntjes van het script. Hadden ze hem meer improvisatieruimte gegeven, was het misschien hilarischer geworden. En gelukkig werd het romantische thema niet uitgebreid uitgewerkt. Al bij al een relaxerende en soms grappige film. Er zijn wel wat flauwe grappen en een irritante Amerikaan, maar de merendeels Brits aanvoelende humor met hier en daar een absurd tintje maken dit weer goed. Het meest triestige aan deze film is het feit dit de laatste film is waar Robin Williams in schitterde.
2,5*
Act of Valor (2012)
De hele film leek wel een Televox uitzending voor het Amerikaans leger, maar dan gelikter, snediger en heroischer Met momenten dacht ik dat ik een missie zag uit Call of Duty MW.
Al bij al een to-the-point actie/oorlog film met echte (ja hoor het zijn geen neppers) Navy Seals die op een echte kick-ass manier een CIA-agente moeten gaan bevrijden. Ik vond het er allemaal vrij behoorlijk realistisch uitzien en heb me geen moment verveeld. Ok , je moet het weer allemaal met een korreltje zout nemen , en het niet erg vinden dat ze weer dat beeld ophangen dat de U.S. of A een onoverwinnelijk stel bionische vechtmachines in hun army hebben zitten, met allerhande high-tech snufjes.
Het gebruik van die echte Navy Seals brengt het realistische van deze film tot een ongekende hoogte, maar de acteerprestaties zijn dan ook weer navenant. Dat zit blijkbaar niet in de basisopleiding van deze mannen
2.5*
Acts of Vengeance (2017)
“Do I look crazy to you?
Unhinged? Maybe I am.
But before you rush to judgment, let's rewind a bit.”
Antonio Banderas zal nooit de rol die hij speelde in “Desperado” kunnen evenaren. Er was nog een opflakkering in “Autómata” en “The 33” een tijdje terug, maar grotendeels speelt hij alleen maar mee in matige films die net ontsnappen aan het ontvangen van het label “B-Film”. Meestal is het niet zijn acteren dat hem de das omdoet, want dat blijft eigenlijk in elke film op hetzelfde niveau. Het zijn telkens andere facetten die de film doen mislukken. In “Black butterfly” was het einde teleurstellend. En “Security” was niet meer dan een volwassen versie van “Home Alone” in een warenhuis. Ik hoopte na het zien van “Black Butterfly” dat Banderas niet in een ellenlange reeks van flut B-Films zou opdagen. Tja, die hoop heb ik dus opgegeven, want deze creatie is toch wel het schoolvoorbeeld van een B-Film. Nee, het is weeral niet het acteren dat voor ergernis zorgt, maar wel het inhoudelijke.
Ik kan begrijpen dat een mens zichzelf niet kan vergeven omdat hij voorrang gaf aan zijn werk als een uitstekend advocaat, die dankzij zijn gladde tong en door het produceren van een spraakwaterval (80.000 woorden op een dag volgens Frank. Dat is één woord per seconde een etmaal lang. Verbazingwekkend!) er in slaagde om criminelen uit de gevangenis te houden, in plaats van tijd te spenderen met zijn familie. Dat die persoon dan overgaat tot zelfkastijding door zich dronken in het illegale vechtcircuit te storten waar zijn gezicht en lichaam danig toegetakeld wordt door anderen, nadat zijn lieftallige vrouw en dochtertje vermoord werden, terwijl hij druk doende was met wettelijke paperassen te ondertekenen, is ook nog begrijpelijk. Dat diezelfde persoon, die meestal vreedzaam een betoog hield in een rechtszaal, zich ontpopt tot deskundige op gebied van gevechtssporten na enkele privélessen en dankzij wat stretchoefening en schijnbewegingen rond een boksbal, is dan wel echt overdreven. Voordat je het beseft raast hij in een Ford Mustang door de stad op zoek naar de daders en mept hij diegene die hem in de weg lopen het ziekenhuis in als een rasechte John Wick.
Elk denkbaar cliché uit een jaren 80 actiefilm met een wraakthema, werd in deze film gebruikt. Misschien is de gelofte van stilte die Banderas aflegt hier een meerwaarde. Om eerlijk te zijn was dit geen meerwaarde voor mij. Ik hou wel van dat met een Spaans accent gesproken Engels dat Banderas hanteert. Dat je gehoor er op vooruit gaat indien een ander zintuig niet in gebruik is, is een feit. Dat Frank Valera ineens over een Daredevil-gehoor beschikt na zo’n korte periode, is dan toch weer bij de haren getrokken. En voordat je het weet krijgt hij het gezelschap van een herdershond en een toegewijde verpleegster (Paz Vega) na een aanvaring met een bende. Vervolgens is er ook nog een politieagent (Karl Urban) die hem duidelijk maakt dat het onderzoek in een doodlopend straatje zit. En tenslotte knalt Frank ook nog eens doorheen de vitrine van een boekhandel waar hij een met zijn bloed besmeurd exemplaar van “Meditations” door Marcus Aurelius ontdekt. Een duivelse zet van het lot, want dit boek leert hem zijn geestelijk vermogen te beheersen waardoor hij beter observeert en zijn lichaam en geest in balans krijgt. Schitterend toch.
Nee, echt indrukwekkend is deze film niet. Het meest indrukwekkende uit deze film is de scène op het kerkhof. De conversatie tussen Frank en zijn schoonvader is het hoogtepunt uit de gehele film. Een intense conversatie waarbij de oude man hem duidelijk maakt dat diegenen die Frank heel zijn leven heeft verdedigd, nu verantwoordelijk zijn voor de dood van zijn dochter. De rest is gewoon doorsnee filmmateriaal waarbij ik al heel vroeg kon vermoeden wie de uiteindelijke dader was. Sorry, Banderas. Je moet toch originelere scripts uitkiezen om nog eens indruk op mij te maken !
2*
Acts of Violence (2018)
Alternatieve titel: Brothers for Life
“Mia, you shouldn't have done that!
You have no idea who they are!”
“Acts of violence” is niets meer dan een domme, saaie en totaal ongeloofwaardige misdaadfilm waarbij serieuze onderwerpen zoals PTSD en verfoeilijke mensenhandel worden gehanteerd als fait divers. Naast de hersenloze inhoud, waar ik me constant over ergerde, kan je voor de zoveelste keer de teloorgang van een voormalig actieheld aanschouwen. Bruce Willis slaagt erin om de één na de andere minderwaardige, nietszeggende B-film uit te kiezen. Ik vrees dat voor hem deze films alleen moeten voldoen aan één voorwaarde. En dat is dat hij niet langer dan een paar dagen moet opdagen op de set om zijn rol in te blikken. Ook hier is zijn aanwezigheid op het scherm beperkt tot een luttele tien minuten.
De reden voor de uitbarsting van buitensporig geweld, is de ontvoering van Mia (Melissa Bolona) die tijdens haar vrijgezellenavond een iets te grote mond opzet tegen een koppel als hooligans uitziende vechtersbazen. Ze had zich beter gedeisd gehouden, want deze twee heethoofden ontvoeren niet gewillige meisjes om ze keurig af te leveren aan hun wreedaardige bendeleider Max Livingstone (Mike Epps), die zijn dagelijkse kost verdient met het exploiteren van onschuldige meisjes en het verhandelen van drugs. Een drugs waarin een specifiek kalmerend middel werd verwerkt. Een middel dat gebruikt wordt om olifanten te verdoven. In realiteit is dit ook een plaag aan het worden en een moeilijke uitdaging in de mondiale opioïde-epidemie.
Waar deze bende geen rekening mee hield, zijn de gebroeders MacGregor. En dan vooral de altijd-in-gevechtsmodus-verkerende Deklan (Cole Hauser) en zijn broer Brandon (Shawn Ashmore). Beide zijn ex-militairen en hebben volgens mij al heel wat ervaring opgedaan bij buitenlandse missies. Vooral Deklan draagt daar nog de gevolgen van en is een wandelende tijdbom met een kort lontje. De benjamin van het hele gezelschap is Roman (Ashton Holmes), wiens militaristische kennis op een recordtempo wordt bijgeschaafd. Ik vraag me trouwens af of het normaal is dat ex-militairen beschikken over een wapenarsenaal van die omvang dat ze er een kleine eenmansoorlog mee kunnen opstarten.
Bruce Willis is de gefrustreerde politierechercheur James Avery die na al die jaren er nog steeds niet in geslaagd is om hard bewijsmateriaal te verzamelen om de crimineel Max voor enkele jaren achter de tralies te draaien. Of wordt zijn onderzoek van hogerhand tegengewerkt? Geen flauw idee. Maar niet getreurd James, de broertjes MacGregor slagen er wonderwel in om op heel kort tijd het meeste te achterhalen. Hoe de bende te werk gaat. Waar ze meestal toeslaan. En dat diegenen die trachten te ontsnappen, eindigen op de bodem van een meer. Ze mogen dan ook rekenen op de goodwill van James die de drie geen strobreed in de weg legt zodanig dat ze als regelrechte wrekers de bende kunnen aanpakken en die als rasechte G.I. Joe’s hun stupide tegenstanders neermaaien.
Grootste pluspunt is de korte speelduur. Deze tijdverspilling neemt nog geen anderhalf uur in beslag. Al vele keren keek ik met spijt naar de aftiteling van een film. Bij “Acts of Violence” slaakte ik een zucht van verlichting. En om eerlijk te zijn had ik al op het einde moeite om me de openingsscene voor de geest te halen. Geloof me vrij. Je zal niks missen als je deze waardeloze film niet kijkt.
0.5*
Ad Astra (2019)
Colonel, for what it means,
I think my father is dead.
Ik kan best begrijpen dat als je al heel lang niets meer gehoord hebt van een kennis die een paar straten verder woont, dat je jezelf eens bijeenpakt en je naar de betreffende persoon zijn woonst begeeft. Zomaar. Om eens te polsen waarom hij of zij al die tijd niks van zich heeft laten horen. En om te checken of alles nog koek en ei is met hem of haar. En in de meeste gevallen is het dan ook zo dat je niks spannends of adembenemends meemaakt onderweg. Extrapoleer deze stelling nu eens naar een veel grotere afstand. Bijvoorbeeld van de aarde tot Neptunus, om maar iets te zeggen. Dat is een enorm lange tijd dat je onderweg bent. En als je geluk hebt, kom je geen levensbedreigende of hachelijke situaties tegen. Kortom, je zit daar dan op je gemak de tijd te doden. Dagelijks je ecosysteem op peil houden. Je enorme stapel kruiswoordraadselboeken wegwerken. Of je ruimteschip wekelijks een degelijke schrobbeurt geven. Allerhande zaken dus om maar niet knettergek te worden uit verveling. Ik vrees dat menig thuiskijker identiek hetzelfde deed bij het bekijken van ”Ad Astra”.
Beweren dat er echt helemaal niks te beleven valt in “Ad Astra”, is natuurlijk ook een tikkeltje overdreven. Zo zijn er ruimtepiraten op de maan die het gemunt hebben op het konvooi, waar Brad Pitt zich tussen de reizigers bevindt. Een hightech ruimtebasis bouwen op de maan kan blijkbaar moeiteloos. Maar een degelijk verdedigingssysteem om stoute ruimtepiraten het oneindige universum in te slingeren was blijkbaar weer teveel gevraagd. Dan is er ook nog een opstootje op een ruimteschip in nood met een dolgedraaid primaat. En het einde van de film is ook voorzien van enkele fragmenten die actierijker zijn. Maar het overgrote deel van deze toch twee uur durende SF is toch wel opgevuld met veel gemijmer, gestaar en zelfreflectie. Ik vond het eerder een demonstratie navelstaarderij tussen de sterren.
Ik beken. Ik verwachte iets heel anders van deze film. Laat ik het zo zeggen. Ik had liever dat “Ad Astra” meer tot het hoekje van films zoals “Interstellar” of “Gravity” zou behoren. De eerste is dan wel een meer wetenschappelijk getinte SF over zwarte gaten en dimensies. Terwijl “Gravity” de populistische toer opging door George Clooney en Sandra Bullock een rondedansje te laten maken in de ruimte. Ik koppel “Ad Astra” eerder aan een film zoals “High Life”. Ook zo’n film waar het aspect van de menselijke psychologie en conflictsituatie tussen individuen centraal stond. En net zoals de ander opgesomde films, zitten hier toch wel enkele verbluffende visuele hoogstandjes in. Beelden uit het heelal die op het grote doek indrukwekkend overkomen ondanks hun minimalistische look op bepaalde momenten. Maar op een verhaal over een intergalactische vader-zoon relatie met al zijn ups en downs zat ik nu ook weer niet te wachten.
Het meest indrukwekkende van de film? Het acteren door Brad Pitt. De manier waarop hij de astronaut Roy McBride speelt is gewoonweg schitterend. Een autistisch personage wiens gevoelloosheid en flegmatische natuur van hem een geschikte kandidaat maken om zo’n expeditie uit te voeren. De manier waarop hij de psychologische evaluatie testen uitvoert getuigt van totale lichaamscontrole en gebrek aan emoties. Roy McBride is een persoon wiens hartslag nooit over de 80 slagen per minuut gaat. Zelfs niet in een levensbedreigende situatie waarbij hij uit de atmosfeer tuimelt. En de manier waarop hij toont hoe emoties langzaamaan zijn systeem insijpelen, is gewoonweg bewonderenswaardig. Na “Once upon a time … in Hollywood” is dit ook een vertolking waarmee hij in de prijzen zou kunnen vallen. Tevens slaagde men erin om steracteurs zoals Liv Tyler, Donald Sutherland en Tommy Lee Jones te strikken. De rollen van die eerste twee, hebben echter een minimale impact.
“Ad Astra” is dus geen episch ruimteverhaal vol sensationele ruimtegevechten of creatief bedachte ruimtewezens. Op enkele sporadisch toegevoegde actierijke scènes, is dit een film vol filosofisch gepieker en impressies van zwaarwegende eenzaamheid. Ik vrees dat de meningen over “Ad Astra” verdeeld zullen zijn. Sommigen zullen het zien als de meest aangrijpende film van het jaar. De schrijvende filmpers heeft er ook alleen maar lovende woorden voor. Anderen zullen het eerder als saai bestempelen. Een film die dus vanzelfsprekend geliefd zal zijn bij de kenners van de “betere” film. De boodschap over het verlies van een ouder en de zoektocht hiernaar is overduidelijk. Er valt zelfs een theologisch trekje te ontwaren. Het resultaat is echter een langdradig overkomend eindproduct waarbij de ontknoping niet echt voldoening geeft. Tja, ik ben er zeker van dat een nominatie bij de Oscar uitreiking volgend jaar wel op zijn plaats is. Maar voor mij mag het bij een nominatie en eervolle vermelding blijven.
2.5*
Addicted, The (2013)
Jezus Christ Liz, you got him
Er zijn zo van die momenten dat je denkt dat er geen enkele film slechter kan zijn dan die wat je juist moeizaam hebt bekeken. En dan kom je zoiets tegen als “The Addicted”. Werkelijk alles wat je maar kan bedenken is van een erbarmelijk niveau en zet alleen maar aan tot ergerniswekkend knarstanden. Zowel filmtechnisch als op het gebied van scenario is dit enorm lachwekkend en abominabel slecht. Enerverend slecht gefilmd. Geen originaliteit of inventiviteit. Domme en onbegrijpelijke verhaalwendingen. Speciale effecten uit de jaren stilletjes. Vreselijk saaie tussenfragmenten en een oneindige herhaling van steeds dezelfde idiotie. Zelfs het feit dat dit om een low-budget B-film gaat, kan niet vergoelijken dat het een lamentabele en beroerde vertoning is. Ook al ben ik een enorme fan van niet-commerciële,low-budget creatieve bedenksels, vond ik dat dit gedrocht het niet waard is om het woord “creatief” te gebruiken.
Het begon nochtans allemaal niet zo slecht. Het zag er wel weer clichématig uit, maar ik was hoopvol gestemd. Ik negeerde het feit dat het om alweer een bekend concept ging en gaf niet toe aan de verleiding om te piekeren over de achteruitgang van de intelligentie van de huidige jeugd. Alweer een bende tieners die de onweerstaanbare drang voelen om één of ander creepy gebouw, ditmaal een oud afkickcentrum, ’s nachts te gebruiken als decor voor een enge avondactiviteit. “Waarom in godsnaam zou iemand dit wel willen doen ?” vroeg ik me toch weer af. Het viertal is een allegaartje van gekende typetjes. Ten eerste een domme blondine, die natuurlijk alles als grappig ervaart, samen met haar onverschrokken stoer vriendje. Daarlangs een iets minder dapper vrouwelijk lid van de compagnie die liefst van al direct huiswaarts zou willen keren, samen met een galante jongeman die wel over haar zal waken. Had ik mijn initiële gok dat het onverschrokken blondje wel als eerste de pijp aan Maarten zou geven ergens kunnen vastleggen, dan had ik een aardige winstuitkering. Nadat ze een deur forceren (waarvan het hangslot aan één ring vastgemaakt is. Doordachte beveiliging !), is er toch wel eentje die een ouija bord van onder zijn jas tovert. En dan begint het ineens jammerlijk fout te lopen. Lampen die kapot springen (zo angstaanjagend als een lampje dat geest geeft in de kerstboom thuis), een geluidstechnicus die waarschijnlijk met een stevige hamer op een ijzeren golfplaat ramt en dan het eerste slachtoffer dat door iets de schaduw in wordt getrokken en terugkeert alsof ze een Olympisch arbeidsongeval heeft gehad. Het laatste slachtoffer werd op een toch wel unieke manier naar de andere wereld geholpen (hopelijk heeft ze het ouija bord mee).
Maar na deze veelbelovende start, ging het niveau en de geloofwaardigheid pijlsnel naar beneden. De gang van zaken tart elke verbeelding en lijkt wel alsof ze van de veronderstelling uitgaan dat het intellect van de toeschouwer evenredig is aan dat van een eendagsvlieg. Onvolkomenheden, fouten en ongeloofwaardigheden volgen elkaar gestaag op. Nadat een nachtwaker (de reden waarom dat deze stoere sukkel dat te slopen gebouw moet bewaken gaat mijn petje te boven) verdwijnt, is er de journaliste Nicole Hunter (wiens vader tewerkgesteld was in dit centrum. Hoe is het mogelijk ? Wat een toeval.) die een spraakmakende reportage moet maken en daarom besluit om samen met haar levenspartner en een bevriend koppel de nacht door te brengen, voorzien van technisch materiaal, om op die manier bovennatuurlijke verschijnselen te registreren. Dat ze tot die ingeving komt dat er iets bovennatuurlijks aan de hand is, is al verbijsterend op zich.
En dan nu een summiere opsomming van debiele zaken die ik opmerkte. Inbreken in dit gebouw is dus belachelijk gemakkelijk. En blijkbaar hangt er een enorme handleiding aan de ingang want iedereen weet de generator staan. Dat de verlichting erbij hangt als kerstversiering viel me al direct op. Nicole heeft een hele lading high-tech filmmateriaal bij, maar toch moet ze een camera met tape aan een stelling vastmaken. Er worden ontelbare pogingen gedaan om de deur waarlangs ze zijn binnengekomen te openen. En toch duurt het tot het einde dat Nicole de slijpschijf ontdekt waarmee ze de stalen deur te lijf gaat als een echte metaalarbeider (inclusief sigaret bengelend tussen haar lippen). Als je sterk bent in tellen en logische conclusies kunt maken, dan is het niet erg moeilijk om te raden wie er nu achter deze verdwijningen zit. Dat deze dan samenwerkt met een bovennatuurlijke entiteit is wel helemaal geschift. Het leek eerder op een mislukte ScoobyDoo film. En na een tijdje was de misnoegde geest precies zo uit het PC-spel “The 7th Guest” gelopen.
Filmtechnisch was het ook soms tergend amateuristisch. Meermaals was er zelfs onbegrijpelijk camerawerk waarbij het beeld zich verplaatste van een gesprek naar een zijdelings shot van een auto. Of tijdens een telefoongesprek gaat de camera gewoon terug naar de startplaats zonder enige reden. De film wordt ook opgevuld met immens lange fragmenten die wel lijken op een homevideo. Zoals de 3 minuten durende gezellige avond die de vier thuis doorbrachten en waar ze waarschijnlijk het besluit namen om de nacht door te brengen in de inrichting. 3 Minuten louter en alleen beeldmateriaal met gezellig kletsende en lachende mensen die genieten van een glaasje sterke drank.
Het geheel was zo inhoudsloos dat men onwezenlijk veel keren hetzelfde herhaalde. Ik ben de tel kwijt geraakt hoeveel keren ze hetzelfde traject naar boven hebben afgelegd. En tot tweemaal toe gaan controleren of het mogelijk is om te ontsnappen via bepaalde branddeuren.
Na het bespottelijke einde en de houding die Nicole en haar zuster namen, was mijn conclusie snel getrokken. Dit is sowieso de meest belachelijke film die ik ooit gezien heb. Een film die het genre horror niet waardig is en een aanfluiting is voor het medium film in het algemeen. Het enige waar ik huiveringen van krijg als het over deze film gaat, is het feit dat ik het helemaal heb uitgekeken. Mijn ergste nachtmerrie vanaf nu, is de gedachte dat ik hem nog eens zou moeten herbekijken. (Door merg en been gaande gil).
0*
Adopt a Highway (2019)
"When you commit a third violent crime,
you will be put away and put away for good.
Three strikes, and you are out."
Zo af en toe kom je zo’n onbekende, eigenzinnige film tegen, die waarschijnlijk gemaakt werd met een bescheiden budget en waar men geen enorme marketingbudgetten voor vrijgemaakt heeft. Een film waar je eigenlijk in eerste instantie niet veel van verwacht. Zo ook “Adopt a Highway”. Het is niet een vrolijkmakende of actierijke film. Ik verwachtte eerlijk gezegd een depressief aanvoelend drama. En ook al zit er een ontroerende moraal in verwerkt, kan je toch zeggen dat er meer verborgen zit in deze film. Een boodschap van hoop, medeleven en bescheidenheid.
De inleiding laat zien hoe Russell Millings (Ethan Hawke) na een gevangenschap van 21 jaar de gevangenis verlaat. Schoorvoetend. Enigszins angstig en bedeesd. Een van de maatschappij vervreemde man die moeite heeft om het hedendaagse tempo te volgen. Iemand die nog nooit gebruik heeft gemaakt van een mobiele telefoon, het internet of e-mail. En dat alles dankzij een kortzichtig beleid waarbij iemand tot een zware straf veroordeeld wordt als hij voor de derde keer over de schreef gaat. Hoe miniem het criminele feit ook maar is. De zogenaamde “three strikes” wetgeving. In Russell’s geval gaat het over het bezit van een aantal gram marihuana waarmee hij betrapt werd in de staat Californië. Iets dat na die 21 jaar eigenlijk zo goed als legaal is geworden. Een onredelijke straf die ervoor heeft gezorgd dat hij niet de kans kreeg om zich op een waardige manier te ontwikkelen in de maatschappij.
Ethan Hawke zet hier waarschijnlijk zijn beste acteerprestatie neer. De manier waarop hij Russell speelt is gewoonweg adembenemend te noemen. Hij staat bijna constant centraal in de schijnwerpers. En zijn stuntelige manier van converseren en interactie met anderen is gewoonweg intriest en meelijwekkend. Het is niet duidelijk of Russell vroeger zwakbegaafdheid was of dat het verblijf in de gevangenis hem heeft afgestompt. In ieder geval wordt hij door de officiële instanties behandelt als een onbenul en wordt hij een beetje aan zijn lot overgelaten. Hij tracht in ieder geval een eerlijk leven te leiden en niet weeral het verkeerde pad op te gaan. Een simpel leven waarbij hij de kost verdiend als afwasser in een fast-food keten en in een motel verblijft. Totdat hij de snoezige Ella ontdekt in een vuilcontainer.
Ook al beseft hij van begin af aan dat het bijna onmogelijk is om voor een baby te zorgen, aarzelt hij toch om de lieftallige baby over te dragen aan de autoriteiten. Wat volgt zijn aandoenlijke momenten die hij ervaart met de paar maanden oude Ella. Zijn onwetendheid over de verzorging van een baby en de verantwoordelijkheidszin die hij ineens ervaart, nemen voor even de aandacht weg van het deprimerende leven dat hij tot dan leidde. Ook al brengt de ontdekking van Ella een kentering in Russell’s leven, toch was dit voor mij niet het centrale thema. Dit hulpeloos en onschuldig kleine meisje laat op een spontane manier dankbaarheid zien. Geen desinteresse, ongeduld, onbegrip of spot zoals volwassenen. De meest emotierijke scene is die aan het strand waar Russell een deel van zijn levensverhaal vertelt.
“Adopt a Highway” is een melancholische en aandoenlijke film die bij menig kijkers een gevoelige snaar zal raken. Zo ook bij mij. Sommigen zullen het een melig einde noemen. Ik vond het een logische ontknoping. Een voorbeeld van menselijkheid. Het is ook een film over het verkrijgen van een tweede kans. Ik was wel verrast door het Blumhouse logo en ging al van de veronderstelling uit dat dit wel eens een heel sinistere en akelige film zou worden. Verre van dus. De verklaring ligt bij de regisseur Logan Marshall-Green die vorige jaar schitterde in de Blumhouse produktie “Upgrade”. “Adopt a Highway” is dus zijn debuut als regisseur. En wat mij betreft mag hij gerust nog zo’n juweeltje regisseren. Ik zet me er al klaar voor.
“Adopt a Highway” is te zien op Vudu, iTunes en Amazon.com
4*
Adrift (2018)
It's intense.
The infinite horizon.
After a few days, I feel reborn.
You know, just you, the wind and the sound of the boat cutting through the ocean.
Als je “Adrift” gaat vergelijken met de film “All Is Lost” waarin Robert Redford het zilte nat doorkruist aan boord van een flink uit de kluiten gewassen zeilboot, dan zal je enkele overeenkomsten opmerken. Maar ook enkele verschillen wat “Adrift” een interessantere film maakt. Allereerst kan je je weeral verwachten aan enkele idyllische beelden waarbij de woorden horizon, ondergaande zon en zeilen die wapperen in de wind gebruikt kunnen worden om een bijhorende zin mee samen te stellen. In beide films is het een opkomende storm die ervoor zorgt dat de kraaknette zeilboot gereduceerd wordt tot drijvend wrakhout. En vervolgens zie je een bewonderenswaardige overlevingsstrijd. Dat dit de overeenkomsten zijn is niet verwonderlijk. Wat anders had je verwacht in een film over een schipbreuk?
Er zijn echter ook enkele significante verschillen. Laten we het eerst eens over de conversaties hebben. In “All is lost” zijn er zoveel dialooglijnen als dat je verkeerslichten tegenkomt op de oceaan. Geen enkele dus. Maar ja. Robert Redford dobberde moederziel alleen rond, terwijl hier Tami (Shailene Woodley) en Richard (Sam Claflin) samen de oversteek wagen. Ontbrak hier enige vorm van conversatie, dan kon je wel stellen dat de beide globetrotters niet echt voor elkaar geschapen waren. En de trip over de Stille Oceaan zou in dat geval oersaai zijn geweest voor beiden. Het meest vanzelfsprekende verschil is het geslacht van diegene die alles eraan doet om te overleven. En tenslotte is er het psychologische aspect waarbij je direct aan “47 Meter down” moet denken.
De film kan je opsplitsen in twee hoofdstukken. Het gedeelte voor en na de storm natuurlijk. Verwacht je een apocalyptisch uitgesponnen gedeelte waarbij een woeste zee het bootje doet rondzwalpen als een okkernoot waarna het tenslotte geplet wordt als een kokosnoot onder een loodzware kei, dan zal je toch ontgoocheld zijn. Het stormgedeelte is extreem snel achter de rug. Waar wel veel aandacht aan wordt geschonken is enerzijds de ontmoeting tussen Tami en Richard. En anderzijds de verschrikkelijke periode op een verwoeste boot met een beperkte voorraad voedsel en drinken. En als vegetariër wordt het nog eens extra moeilijk daar het doorspiezen van een vis eerder voor kokhalzen zorgt dan voor blijdschap over vers eetbaar visvlees. Zou ik in een gelijkaardige situatie verzeild geraken, dan zou ik toch mijn principes eventjes overboord zetten.
Inhoudelijk waren de beide delen op zich wel boeiend genoeg. Alleen het romantische gedoe vond ik bij momenten een beetje teveel van het goede. Ik begrijp wel dat men trachtte het contrast tussen de gezellige en de erbarmelijke momenten aan te tonen. En dan kom ik toe aan het naar mijn gevoel minst geslaagde gedeelte. De afwisseling van fragmenten uit de twee verschillende tijdslijnen met behulp van steeds weerkerende flashbacks. Net dat je je hebt kunnen inleven in het dramatische gedeelte waarbij Tami zich tracht te beredderen en het onmogelijke doet om de zwaargewonde Richard op te monteren, flitst men terug naar een romantisch tafereel met de twee tortelduifjes die zwijmelend naar een ondergaande zon kijken terwijl ze samen aan een Cuba Libre slurpen. Ook al zijn dit soms taferelen met prachtige beeldfragmenten, vond ik toch dat ze het tempo en de spanning uit de gehele film haalden. Na elke flashback dacht ik bij mezelf “Komaan vervloekte storm. Waar blijf je?”. Maar eens dit vreselijk gebeuren voorbij is, is het wel een fascinerende film met een doordachte twist.
Uiteindelijk is “Adrift” geen slechte film. Of je moet een bloedhekel hebben aan romantiek of je wordt terstond zeeziek bij het zien van een zeilboot. Wat wel indruk maakte was het samenspel van Shailene Woodley (die hier probleemloos het acteerniveau uit “Divergent” overstijgt) en Sam Claflin. Hun liefdesrelatie leek overtuigend en realistisch. Geen nep-aanvoelende momenten. Het waren echt twee zwervende zielen die per toeval elkaar ontmoeten en gezamenlijk deze avontuurlijk zeereis ondernemen. Ze zijn niet eens in het echt verbonden en ze ondervinden nu al wat het betekent om samen te zijn in goede en kwade dagen. De film is gebaseerd op waargebeurde feiten wat meestal bij mij onthaald wordt op minachtend gegniffel. Maar was het resultaat een enorm respect voor de vrouw die deze rampspoed heeft meegemaakt. Tami Oldham is het levende bewijs dat men niet moet spreken over het zwakke geslacht en dat vrouwen in bepaalde omstandigheden best hun mannetje kunnen staan. “Adrift” laat zien dat de term “Girlpower” geen loos begrip is. Alleen zou ik er niet naar gaan kijken als er in de nabije toekomst een bootreisje op het programma staat. Ik ben er zeker van dat je met knikkende knieën aan die welverdiende vakantie begint.
3.5*
AE: Apocalypse Earth (2013)
Vreselijke SF. Het leek soms wel of de lokale film-amateurs club deze hadden in elkaar gestoken.
Wazig onsamenhangend verhaal, verschrikkelijk slecht acteerwerk , achterhaalde en vreselijk slechte SE's. Gouden les die ik hier uit heb geleerd : van nu af aan Asylum films mijden als de pest. Zelfs de opgeblazen ballonnen van Lea zagen er nep uit.
T'is zo een film om snel te vergeten. Zo snel zelfs, dat ik zelfs nu niet meer weet waarover ik aan het typen ben
0.5*
Afflicted (2013)
Alternatieve titel: Ends of the Earth
“This is not a disease!
There is no cure!
You have to kill to survive!”
Op het moment dat "Afflicted" van start ging, begon ik al te zuchten en dacht in mijn eigen : "Alsjeblieft niet weer zo'n vreselijke found footage film ….”. Meestal zijn dat zo van die reportageachtige films met amateuristische filmfragmenten. Het lijkt steeds alsof het een video-opname is van één of andere grootmoeder die telkens vergeet dat ze dat rode knopje nog eens moet drukken als ze het filmen even wil onderbreken. Als je naderhand de film bekijkt, is het een aaneenschakeling van doorsnee beelden en heen en weer slingerende onscherpe beelden. Niet bepaald iets waar je mij mee kan bekoren.
Er zijn uiteraard uitzonderingen in het genre. De moeder van alle found footage films “Cannibal Holocaust” kreeg een cult status en gebruikte voor het eerste dit nieuw element. David Carter’s citaat is eigenlijk de uitleg voor het hele principe : "The viewer feels as if they are there with the crew, experiencing the horrors with them.". "The Blair Witch Projekt” zorgde voor de opbloei van dit filmgenre en staat op een eenzame hoogte (alhoewel die status eerder komt door de hype die indertijd ontstond over het al of niet authentiek zijn van de gebruikte beelden). "Cloverfield" en schijnbaar "Chronicle" zijn dan ook weer gedenkwaardige films. Maar spijtig genoeg zijn er ook vreselijke creaties die alleen trouwe aanhangers kunnen bekoren zoals “The Dinosaur Project”,”The Tapes”,”SX Tapes”,”A night in the Woods” en “Evidence”. Het is dus een genre dat niet echt aan mij besteed is.
“The Afflicted” was voor mij toch een aangename verrassing. Allereerst was het op visueel gebied niet onaardig en moest ik niet lopen voor een pilletje “Touristil” om aankomende zeeziekte tegen te gaan. Enerzijds komt dit doordat Clif een documentairemaker is en gebruik maakt van gesofisticeerd filmmateriaal. Hierdoor oogt het allemaal professioneel en zijn de filmopnames toch van een uitzonderlijke kwaliteit. Dus geen huis-tuin-en-keuken handycammetje met vreselijk wazige schuddende beelden. En de camerapositie is voor de meeste “First person shooter”-fans geen onbekende. Dus als je geregeld een potje fraggen gewend bent in “Call of Duty” ,”Halo”of “Far Cry” dan zal je dit beeldmateriaal wel appreciëren.
Daarnaast werd een aloude griezel legende weer nieuw leven ingeblazen op een frisse en soms humoristische manier. De eerste 30 minuten zijn niet echt opwindend te noemen. En van spectaculair acteerwerk kan men hier ook niet spreken. Het leek inderdaad op een reisverslag die de twee vrienden Derek (Derek Lee) en Clif (Clif Prowse) maakten nadat ze vertrokken zijn op een wereldreis. Mooie sfeerbeelden en panoramische vergezichten die op een toch wel prachtige manier gemonteerd zijn. Vooral de beelden van "Cinque Terre" en "La Spezia" komen precies recht uit een promotiefilmpje van een reisbureau. Het is dus wachten tot de suspense begint, want daar is het uiteindelijk toch om te doen. En als je een doorgewinterde horrorfanaat bent, dan moet het toch wel al heel speciaal zijn om te zorgen voor enige opwinding. Wel op het moment dat bij Derek symptomen verschijnen die aanduiden dat er wel degelijk iets niet juist is, bleef ik geboeid en verwonderd kijken. Een unieke benadering van het fenomeen waar Derek aan lijdt en dit op een soms humoristische (het uitproberen van zijn plots verkregen krachten en vooral het op zoek gaan naar het juiste middel om zijn honger te stillen was subliem) als enge manier (de transformatie, de pulserende aders over zijn gehele lichaam,de dreigende dierlijke geluiden en de manier van verplaatsen). Ik besefte dat het niet bepaald een doorsnee horrorfilm zou worden met paranormale activiteiten, een bende zombies, een pandemie veroorzaakt door een virus of een ouderwets spookverhaal. Ik vind het een verdienstelijke prestatie van de makers om deze film te realiseren met beperkte middelen.
Conclusie : Het begin voelde nogal geforceerd aan maar het moment dat Derek zijn mutatie zich manifesteert (en ik probeer angstvallig geen spoilers weg te geven), begint een rauw en waanzinnig relaas. Persoonlijk vind ik het een film die zowel het found-footage genre, als het aller-oudste griezelonderwerp naar een hoger niveau brengt. Een briljante cameratechniek zorgt ervoor dat deze low-budget horror toch puik uit de hoek komt. Een gedreven, bloeddorstig en griezelige horror waarbij het soms wel leek of er een nieuwe superheld werd geschapen. Het begon als iets grappigs waarbij het leuk was om eens een rots met de blote vuist te doorklieven, maar ontaard algauw in een nachtmerrie. Voor liefhebbers van het genre een “must see” en het is zeker een geslaagd experiment in de categorie “low-budget“.
3*
After Earth (2013)
I've heard stories of Earth. A paradise. Until we destroyed it.
Als SF-fan vond ik de beelden die in deze film getoond werden soms gewoonweg prachtig. De landschappen, de futuristische gebouwen en het hoogtechnologische ruimteschip. Niet dat de beelden konden tippen aan die van "Oblivion". En daar hield het dan ook op, want de verhaallijn op zijn eigen was behoorlijk langdradig en vervelend. Niet bepaald een magistraal en inventief uitgedacht geheel. De toverdoos met computereffecten werden meermaals bovengehaald en zorgden soms voor pareltjes van beelden. Zoals de vrije val en de achtervolging door de reuze arend. Het volgende fragment in het nest met de aanval door de leeuwen was dan ook weer mooi verzorgd. Alleen de Ursas konden mij niet overtuigen. Het verhaal was voorspelbaar en eentonig. Het verwonderde me dat de reuze arend Jaden niet had teruggevlogen uit dankbaarheid.
Over de acteerprestaties kan ik kort en bondig zijn. Will S. heeft door zijn rol geen acteerprestaties moeten tonen. Een emotieloos uitgestreken gezicht opzetten de hele tijd. Geen angst en geen gevoelens. Een rondlopende militaire bevelhebber, die na de crash eigenlijk zijn zoon van op afstand volgt en raad geeft. Het enigste acteren was als hij weer een pijnlijke grimas op zijn gelaat moest toveren en met spijt (denk ik) terugdenkt en zijn flashbacks beleeft. Over Jaden kan het nog korter : hij heeft zeer goed opgelet naar zijn vaders prestaties in andere films. Een plastieken gezicht zonder veel emoties en acteertalent. Blijkbaar een wipplank voor hem naar de eeuwige faam.
Ik hou van de meeste films waar Will S. in speelt en vrees dat het zwakke punt in deze film zijn zoon Jaden is.In "The Pursuit of Happiness" was deze nog te verdragen. Maar dat was door zijn kinderlijke onschuld.
1.5*
After the Dark (2013)
Alternatieve titel: The Philosophers
In the land of the blind, the one-eyed man is king.
Ik hou wel van een potje filosoferen, ondanks dat ik nooit een vak in die aard heb gestudeerd. Alhoewel het soms moeilijk is om een onderscheid te maken tussen een filosoof en een sofist. De leraar filosofie van dienst hier, had soms wel de neiging om te ontaarden in een redelijk dictatoriale sofist met zijn woordspelingen en misleidende redeneringen. Maar hij was ontegensprekelijk een intelligent man. Juist zoals de afstuderende laatstejaars studenten in deze klas gesitueerd in Jakarta. De introductie van de deelnemers in dit filosofisch steekspel, de opbouw van het verhaal, de soms filosofische gedachtegangen en de ultieme test die deze Mr. Zimit had klaargestoomd zorgde voor een prikkelend begin . Dat het echter langzaam afgleed naar een nietszeggend,onzinnig en triviaal slot, had geen enkele filosoof kunnen beredeneren.
We maken eerst kennis met de twee hoofdrolspelers Petra (Sophie Lowe) en James (Rhys Wakefield) die sinds onbepaalde tijd een koppel vormen en eigenlijk elkaars tegenpool zijn. Petra is de primus van de klas en zeer verstandig, terwijl James onderaan bengelt zoals we later zullen vernemen. Het feit dat Petra op een bepaald moment naar school vertrekt en hem waarschuwt niet in slaap te vallen , vond ik echter al niet bijster slim. Rhys Wakefield is geschikt voor deze rol als een sullig uit de ogen kijkende bink van een kerel waar meisjes zoals Petra, zo'n engelachtige verschijning met een fragiel uiterlijk en kwetsbare persoonlijkheid, voortdurend voor vallen. Rhys was te bewonderen in "The Purge" als de geschifte leider van het studentengroepje en in "+1" als de dommerik die een hele film achter zijn vriendin ligt te zoeken. Beide films stonden niet hoog in mijn waardering, dus had ik eigenlijk al zoiets van “Jezus, dit gaat toch niet weer zoiets oerdoms zijn.”. Dat viel uiteindelijk dan nogal mee. Sophie Lowe is zo'n engelachtige verschijning waar iedereen verliefd op wordt. Alleen heeft ze de mimiek van een koe en haar betrokkenheid in de conversaties geven blijk van ofwel totale desinteresse ofwel was ze stoned.
Hierna krijgen we een voorstelling van de andere medeleerlingen en kan je genieten van soms gevatte en spitsvondige conversaties. En dan de laatste test die Mr. Zimit heeft bedacht. Een imaginaire situatie waarin de 21 studenten zich bevinden terwijl er een apocalyptische kernoorlog uitbreekt. Er is echter een bunker in de buurt waar uiteindelijk maar 10 personen kunnen overleven (iets wat betreft de rantsoenering en de zuurstofvoorzieningen). Uiteindelijk krijgt iedereen een kaartje toegeschoven waarop een beroep of talent van deze persoon staat. Zij moeten door logisch redeneren nu bepalen wie uiteindelijk de bunker mag betreden, en na een jaar deze weer mogen verlaten om dan de op dat moment totaal verwoeste aarde terug op te bouwen en te bevolken. Een pientere opgave dat voer is voor een schijnbaar onderhoudende film waar je je als toeschouwer bij betrokken voelt. Je moet natuurlijk geen universitair diploma hebben om te weten dat een schrijnwerker of ingenieur wel meer waarde heeft bij de opbouw van een samenleving, dan een dichter bijvoorbeeld. En dat was dan ook het meest hilarische moment van de film. De leerling die dit beroep toegewezen kreeg, kreeg niet eens de kans om dit toe te lichten en werd ter plekke een kogel door het hoofd gejaagd door Mr.Zimit. Deze laatste heeft ook een “wild card” en beschikt over bepaalde kennis die wel of niet nuttig zou kunnen zijn voor de groep. Uiteindelijk mislukt de eerste test die eindigt met een collectieve zelfmoord.
Het vervolg is een geniale manier om de toeschouwer nog meer te betrekken in het experiment door het een tweede keer uit te voeren maar met enkele bijkomende regels. Regels die zodanig zijn opgesteld dat hierdoor individuen die eerst zeer sterk overkwamen en qua belangrijkheid er bovenuit staken, nu niet zo veelbelovend overkomen en twijfelgevallen worden. Verdere uitweiding over het vervolg van deze film zou teveel kunnen onthullen. Uiteindelijk kentert de stemming van deze film naar mijn gevoel volledig. Wat begon als een enerverende test voor een bende hoogintellectuele bollebozen om de grenzen van hun redeneringsvermogen en het vernuftig ontwikkeld logisch nadenken te verleggen, eindigt als een infantiel spel vol manipulatie en jaloezie waar de meest primitieve menselijke gevoelens aan de basis liggen. Je zou verwachten dat deze individuen, die elk onzinnig probleem rationeel en ondubbelzinnig vanuit elke hoek en perspectief bekijken, zich boven deze problemen zouden plaatsen en dit een plaats zouden kunnen geven in hun gevoelsleven. Dat het uiteindelijk alleen maar een poging was van één iemand om een andere in diskrediet te brengen, vond ik een beetje pover als afsluiter. Een duf resultaat.
Het concept was origineel en veelbelovend, maar over het einde hadden ze beter een beetje langer gefilosofeerd ….
2*
Aftermath (2017)
“I would like for someone to say that they're sorry for killing my family.
I want the company to apologize.”
“Aftermath” is het relaas over een tragisch vliegtuigongeluk waarbij twee lijnvluchten frontaal op elkaar invliegen. Het gevolg zijn 271 te betreuren levens. Daaronder de vrouw en zwangere dochter van de Russische voorman Roman (Arnold Schwarzenegger). Verwacht je niet aan hallucinante beelden van het ongeluk met explosieve beelden en angstig schreeuwende passagiers. Het enige beeldmateriaal dat je te zien krijgt over dit incident is dat van Jake (Scoot McNairy) in de controletoren die verweesd naar zijn monitor kijkt waar zonet de twee symbolen van de bewuste lijnvluchten verdwenen. En een kort fragment op de plek waar de wrakstukken zijn neergestort en Roman die erin slaagt om aan te sluiten bij een groep vrijwilligers om bewijsmateriaal te verzamelen en slachtoffers te lokaliseren. Nee, de film focust zich op de nasleep (vandaar de titel) en op de impact dat het ongeluk heeft op de twee betrokken personen.
In eerste instantie dacht ik dat het vliegtuigongeval het resultaat was van een complot en dat de telefoon opzettelijk gesaboteerd was. Kortom, ik verwachte eigenlijk een suspenserijke thriller waar Arnold Schwarzenegger weer eens van katoen kon geven. Verwacht je echter niet aan een actierijke film. “Aftermath” is een trage film waarbij het omgaan met verlies en schuldgevoelens meer aandacht krijgt. Een film met als centraal thema verdriet en zelfbeklag door een traumatische ervaring. Het is een doorgedreven karakterstudie van twee personen wiens leven ineenstort door dit tragisch ongeval. Maar daaronder suddert de voor de hand liggende wraakneming en de vanzelfsprekende confrontatie tussen het slachtoffer en de veroorzaker van al het leed.
Het enigste dat Roman wenst, is dat er iemand zich verontschuldigd en simpelweg eens “Het spijt ons” zegt. Het is dus een collage met beelden van een treurende Schwarzenegger en Scoot McNairy die zijn fatale fout niet weet te verwerken. Hun emotionele staat is de reden waarom ze niet meer naar behoren functioneren. Roman sluit zich op en is niet meer in staat iets zinnigs uit te voeren. Zijn nachten brengt hij al slapend door op het graf van zijn gestorven familieleden. Jake trekt zich terug in een cocon van zelfmedelijden en verwijt. Hij verzeilt in een onhandelbare gezinssituatie waardoor dit uiteenvalt nadat zijn vrouw een tijdelijke pauze inlast.
Schwarzenegger weet me weer te verbazen met een karakterrol in een drama. Eerder deed hij dit al in “Maggie”. ’t Is een acteur met zijn beperkingen, die niet direct geassocieerd wordt met rollen waarbij iemands karaktertrekken belangrijker is dan bruut geweld. Hier bewijst hij nog maar eens dat hij meer aankan dan alleen maar indrukwekkende spierbundels tonen. Dit laatste is dan ook niet meer zo evident gezien zijn leeftijd. Niet alleen zijn gezicht is gegroefd door de ouderdom. Ook zijn zitvlak ziet er niet meer zo strak uit, zoals blijkt uit een douchescene. Een duidelijk bewijs dat zelfs een berucht actiefiguur niet gespaard blijft voor een vergrijzende ouderdom. Maar het moment waarop hij recht tegenover enkele gevoelloze advocaten zit die op denigrerende toon hem aanspreken, laat Schwarzenegger nogmaals zien hoe intimiderend en dreigend hij kan overkomen. Zonder weerga de meest fantastische scene uit de gehele film.
3*
Aftershock (2012)
Jongelui die een vakantie doorbrengen in Chili en nachtclubs bezoeken, worden onverwachts verrast door een desastreuze aardbeving. Het is in ieder geval choquerend slecht De aardbeving is niet eens van zulk een formaat dat half Chili omgewoeld zou worden. Voor de rest is het slaapverwekkend saai en gebeurd er bijna niets. En dat einde is zo ongelofelijk voorspelbaar. Al een geluk dat die grieten er nog leuk uitzagen, anders was het helemaal niets geweest. Snel vergeten dus.
1.5*
Aggression Scale, The (2012)
Aggression Scale : (noun) A psychological test measuring the frequency of overt aggressive behaviors that may result in physical or psychological injury to others.
Eigenlijk was het de bedoeling te beginnen met een quote van Owen, de tiener die in het middelpunt van deze bloederige home-invasion staat, maar dit is eigenlijk onmogelijke daar hij gedurende de hele film geen enkel woord zegt. Geen enkel geluid. Ik verwachtte me eigenlijk aan een doorsnee B-film maar naarmate de film vorderde was deze film een aangename verrassing. Je kan het gerust “Home Alone” voor volwassenen noemen (“The Aggression Scale is like Home Alone on crack.” las ik ergens) : bloederiger, venijniger en soms rechtuit expliciet gewelddadig. Vergeleken met Owen was die Kevin toch maar een watje. En de venijnige truckjes en boobytraps die Owen opzet voor zijn belagers, zijn toch een graad erger en dodelijker.
Het verhaal op zijn eigen stelt in wezen niet echt veel voor. Ene zekere Bellavance (Ray Wise) verlaat de gevangenis en wil samen met zijn zoon naar veiliger oorden trekken. Tot hij tot de ontdekking komt dat zijn zuurverdiende geld gestolen werd. Vier trouwe bendeleden krijgen de opdracht om het geld terug te vinden. En deze opdracht wordt op een eenvoudige manier aangepakt : men neemt een lijstje van alle personen die er iets mee te maken hadden en werkt deze af van boven te beginnen. Diegenen die geen antwoord kunnen geven op de gestelde vragen, worden zonder pardon voorzien van enkele verluchtingsgaten. En dat is dan ook het eerste beeld wat je te zien krijgt in “The Aggression Scale”. Vlakaf onmiddellijk een zinloze afslachting waarbij het slachtoffer naderhand bekeken niet eens de tijd had om vragen te beantwoorden. Maar het had wel effect, deze in-your-face geweldscene. Ik moet toegeven dat ik me eventjes rechtzette. Een echte aandachtstrekker die je direct duidelijk maakt waar het naartoe gaat.
Wat Lloyd (Dana Ashbrook) en zijn kompanen niet hadden voorzien was de aanwezigheid van de jonge telg Owen (Ryan Hartwig) in de familie Rutledge die als volgende op het lijstje stond. Deze zwijgzame jongen verbergt een redelijk destructief geheim. De Rutledge familie is juist naar hun nieuwe woonst verhuist waar ze proberen een nieuw leven op te bouwen. Dit is niet zo naar de zin van Lauren (Fabianne Therese) die dat ook duidelijk laat merken en die helemaal geen zin heeft om babysitter te spelen voor de weirdo Owen in dit nieuw samengesteld gezin. Ze beseft echter nog niet dat ze blij mag zijn dat deze snotneus aan haar zijde staat.
Het is overduidelijk een low-budget film, maar wel eentje dat enorm in de smaak viel bij mij. Een razendsnelle agressieve film waarbij je aandacht geen minuut verslapt. De continue stroom van geweldsscènes zijn perfect gedoseerd en de doordachte acties van Owen maken het boeiend. Alhoewel hij soms wel leek op een jeugdige MacGyver die door vergezochte methodes en met de nodige portie geluk en toevalligheid resultaten boekte. Alle lof ook voor de vertolkingen. Ray Wise, die natuurlijk overbekend werd als Leland Palmer in Twin Peaks, zijn bijdrage was niet veelomvattend. Maar de momenten dat hij in beeld kwam wist hij toch een gewetensloze gangster te portretteren . Wie ook wel bekend was van Twin Peaks is Dana Ashbrook (als Bobby Briggs). Ik had hem echter niet direct herkend met dat grijzend haar en dat ringbaardje. Hij deed me eerder denken aan Ruben Block, de zanger van Triggerfinger. Maar wat een charisma hij uitstraalde op het scherm. De sfeer veranderde ogenblikkelijk als hij ergens verscheen. Dreigend en ongenaakbaar komt hij over waardoor iedereen zich ongemakkelijk begint te voelen. Hij laat zich omringen door enkele stereotype individuen : de hersenloze spierbundel met een enorm incasseringsvermogen, een debiele snul en het cowboy-type met een “Je mon fou” houding. Maar het is Ryan Hartwig die uitblinkt in zijn woordenloze rol. In het begin leek het een autistisch achterlijk jongetje die echter uitgroeit tot een slimme en inventieve survivalist op het moment dat hij familie en zijn eigen lijf moet zien te redden. De enige die me mateloos op de zenuwen werkte was Lauren. Als je koelbloedige moordenaars probeert te ontvluchten, ga je niet als een hysterisch tienermeisje schreeuwend door het woud rennen. Gelukkig kon ze naar het einde toe een beetje meer haar zelfbeheersing terug vinden.
Er zijn meerdere films die tonen hoe iemand psychologisch kan ineenstorten om plots extreem agressief te reageren. “The Aggressive Scale” laat echter zien hoe ver iemand kan gaan in zijn agressiviteit. Een verontrustende gedachte dat iemand zonder medicatie niet in staat is om zijn agressiviteit te bedwingen en constant een bedreiging is voor anderen. Maar het is wel een uitgangspunt om een boeiend concept rond te weven. Het mooiste verborgen item in deze film was de manier waarop Owen en Lauren naar elkaar groeiden. Ze begonnen als twee vreemden die apathisch met elkaar omgingen en eindigen als een soort Bonnie en Clyde. Onafscheidelijk en dodelijk wraakzuchtig.
3,5*
Alice through the Looking Glass (2016)
“I do not know who you are.
You're not my Alice.
My Alice believes in me.”
Ik ben nooit een liefhebber geweest van het “Alice in wonderland” sprookje. Ik vond het een nogal bizar verhaal ontsproten uit het vindingrijke brein van Lewis Carroll. Niet dat het aan fantasie ontbrak, maar ik had toen de indruk dat het eerder het literair gegoochel was dat de meeste aandacht verdiende. Een verhaal rijkelijk gevuld met olijke woordspelingen. Toen ik me dus waagde aan deze “Alice through the looking glass” was er dus één ding in mijn nadeel. Mijn totale onwetendheid over het personage Alice. Ik heb me zelfs niet de moeite gedaan om de film “Alice in Wonderland” uit 2010 te kijken. Dat maakt dus dat een personage als Hatter (Johnny Depp) voor mij een volslagen onbekende was.
De openingsscène van de film is eigenlijk een weerspiegeling van de rest. Een uitermate professioneel in beeld gebrachte achtervolging op zee waarbij Alice Kingsleigh (Mia Wasikowska) haar schuit behendig over een rif manoeuvreert door gebruik te maken van een onwaarschijnlijk zeiltruc. Waarom ze achtervolgt werd door deze Maleisische piraten was compleet onduidelijk voor mij en werd naderhand ook nergens toegelicht. En dat is dan ook het beeld dat ik had over deze film. Schitterend in beeld gebracht, maar zo onduidelijk en uiterst verwarrend. Natuurlijk speelt mijn gebrek aan kennis over Alice hierin mee. Maar de wijze waarop Underland, waar Alice naar terugkeert door doorheen een magische wandspiegel te stappen, uitgewerkt werd, is werkelijk fenomenaal. De kleurenpracht spat van het scherm af. Een surrealistische wereld vol wonderbaarlijke zaken en betoverende personages. Het deed me een beetje denken aan “Oz the Great and Powerful” waar je ook in een veelkleurig sprookjesland terechtkwam.
En niet alleen het fantasierijke landschap overweldigt. Ook de prachtige personages zien er onwerkelijk en mega-fantastisch uit. De oude vrienden van Alice die ze terug ontmoet na lange tijd, zijn een bont gezelschap. Absolem, Thackery en Cheshire Cat zijn prachtige tot leven gewekte animaties. Tweedle dee en dum (Matt Lucas) zien er naargeestig, komisch uit. Mirana, de witte koningin (Anne Hathaway) is nogal, tja, kleurloos. Iracebeth, de rode koningin (Helena Bonham Carter) is niet alleen een irritant personage, maar ook een interessant en bij momenten soms doldwaas personage. En daartussen dwarrelt Alice die totaal niet verbaasd naar deze wonderbaarlijke wereld kijkt, daar het niet de eerste keer is dat ze hier belandt. En dan heb je natuurlijk Hatter Tarrant Hightopp, de geschifte en carnavaleske hoedenmaker, wiens gezondheid zienderogen achteruitgaat. De enige remedie is zijn familie terugvinden. Niet zo evident daar ze blijkbaar omgekomen zijn in het verleden. De enige manier om hierin te slagen is terug te keren in de tijd. En dat is dan ook hetgeen Alice gaat vragen aan Time (Sacha Baron Cohen). En dan zijn we beland bij de magistrale vertolking van Cohen (ook gekend als Borat) die de verpersoonlijking van de tijd op een sublieme wijze hier speelt. Briljant, soms angstaanjagend en tegelijkertijd meesterlijk grappig.
Visueel is het dus een plaatje. Inhoudelijk is het vreselijk chaotisch. Ik kon op een bepaald moment echt niet meer volgen. Ik weet het wel. Die onwetendheid is een vreselijk nadeel. Maar ik kreeg op een bepaald moment echt het gevoel dat men probeerde zoveel mogelijk wetenswaardigheden, personages en verhaallijnen in één film te proppen. En die tijdreizen maken het ook niet bepaald simpeler. Zelfs de excentrieke Depp kon me als Hatter niet echt overtuigen. Daar het hele verhaal rond hem draait waardoor hij het overgrote deel in beeld komt, waren dit voor mij de meest irriterende momenten. Liefst van al zag ik de andere personages in actie. Zoals Time. Zonder weerga het beste uit dit Alice in Wonderland hoofdstuk. Een pedant, despotisch figuur die er niet voor terugdeinst om je in een oneindige tijdlus in te sluiten. Bijgestaan door zijn onderdanige medewerkers (minions genaamd) beheerst hij de tijd in dit wonderland. En dit minutieus werk verricht hij vanuit zijn impressionante paleis van de tijd (The palace of Time). Een indrukwekkend bouwwerk en fantasierijke creatie. Maar uiteindelijk kwam ik tot dezelfde conclusie. Alice in Wonderland is niet “my cup of tea”.
2.5*
Alien: Covenant (2017)
“They disobeyed a direct order.
She buried her husband.
No, Karine, it's not that.
They don't trust me.
And they don't trust me for the same reason the company didn't trust me...
to lead this mission.”
Ik had nooit gedacht dat ik ooit de volgende vraag zou stellen : “Mr. Scott, zou je alsjeblieft een streep kunnen trekken onder het heel Alien gebeuren en je concentreren op andere projecten?”. Ik als “Alien” fan van het eerste uur was zo diep teleurgesteld over deze film, dat ik zelfs “Exodus : Gods and Kings” beter vond. Dus begraaf de plannen voor de “Alien : Covenant Sequel” die gepland staat om te verschijnen in 2019.
Over “Prometheus” was ik eigenlijk meer enthousiast in de tijd dan over deze creatie. De hele heisa omtrent het religieuze en existentiële aspect in “Prometheus” heb ik links laten liggen. Ik vond deze film een verademing na de desastreuze delen III en IV uit de “Alien” saga. Toegegeven, de xenomorphs in “Prometheus” eisten een iets mindere hoofdrol op. Maar de grafische weergave was weergaloos en lieten mijn SF-hart weer opspringen. Scott liet een frisse wind door deze SF-horror waaien. Bij deze “Alien : Covenant” is het eerder een gebruikte wind die erdoor waait. Enerzijds is het functionele van deze film de oorzaak hiervan. Tenslotte is het een brug tussen het “Prometheus” project en het oudere “Alien” werk. Maar anderzijds ligt de gemakzucht om dit eindproduct te creëren aan de basis, want uiteindelijk is het niets anders dan een recyclage van oud materiaal.
In “Prometheus” werd een ruimteschip de ruimte ingeschoten om op zoek te gaan naar de zogenoemde scheppers (“Engineers”) van de mensheid om uiteindelijk te constateren dat deze scheppers tabula rasa-gewijs hun scheppingswerk van tafel willen vegen. Het einde van de film laat een glimp zien van de creaturen die later dood en verderf zaaien in de Alien-saga. Nu zien we het ruimteschip “Covenant”, afgeladen vol met kolonisten en embryo’s, die (net als in “Passengers”) op weg is naar een planeet in een ander zonnestelsel om daar een nieuwe kolonie te stichten. Totdat het schip te maken krijgt met een “neutrino burst” en de bemanning hardhandig uit hun kunstmatige slaap wordt geschud. Als één van de bemanningsleden tijdens een reparatiewerk “Take me home” van John Denver als signaal ontvangt, wordt er zonder pardon koers gezet naar de oorsprong van dit signaal. En aldus belanden ze op een naar onze standaarden leefbare planeet waar ze sporen van een eerder landing terugvinden.
Ondanks het feit dat “Alien : Covenant” niet meer is dan een verbindingsstuk tussen het “Prometheus” relaas en de originele eerste aflevering, begon deze film veelbelovend. Achteraf gezien is het echter niet meer dan een herkauwen van reeds eerder gebruikte ideeën. Zelfs de Aliens die veelvuldig aanwezig zijn, maakten geen indruk op me. De agressie en intimiderende blik van het ruimtemonster uit de eerste films zorgden voor angstaanjagende filmmomenten. In deze film waren ze niet bijster intelligent en verre van slijmerig. Het enige originele in deze film was de zijde die het zich ontwikkelende schepsel gekozen had om uit een menselijk lichaam te barsten.
Als “die hard” fan van de Alien saga wachtte ik vol ongeduld (ook al ben ik geen voorstander van prequels en sequels) op deze nieuwe episode en verwachtte ik ook grootse dingen. De teleurstelling is dan ook bij mij enorm groot als je ziet hoe zo’n origineel en berucht episch verhaal door commerciële beslissingen herleid werd tot het niveau van een nietszeggende, hersendode soap. Ook al is het visuele aspect van ongekend niveau (het is tenslotte Ridley Scott die de teugels in handen had) en het eerste half uur (ondanks de clichématige inhoud) veelbelovend was, kwam ik uiteindelijk tot de vaststelling dat het bekomen resultaat beschamend slecht was. De Aliens waren niet afschrikwekkend en leken op een bepaald moment op de raptors uit “Jurassic Park”. Sommige scenes waren ronduit debiel. En geef eerlijk toe, Katherine Waterston zal nooit het magistrale personage van Ripley kunnen evenaren. Het enige pluspunt en bewonderenswaardige was de dubbelrol van Michael Fassbender.
Wanneer gaan ze eens in Hollywood beseffen dat als een vervolg op een succesfilm niets wezenlijks bijdraagt aan het verhaal en gewoonweg een herhaling is van het origineel, maar dan in een nieuw jasje gestoken, men beter kan afzien van deze release. Maar ja, de film heeft ondertussen een trouwe schare fans opgebouwd die vol verwachting uitkijken naar een nieuwe episode (denk aan Sinterklaas en het veelbetekenende refrein “vol verwachting klopt ons hart” en je weet wat ik bedoel). Het maakt niet uit hoe vreselijk slecht dit vervolg is. Er zal altijd voldoende aandacht zijn vanuit die hoek. Het enthousiasme wordt in de meeste gevallen gevolgd door ontgoocheling. De voorbeelden zijn legio. Van “Die Hard” naar “Terminator”. Of kijk maar eens naar “Beverly Hills cop”, “Nightmare on Elm street” en “Home alone”. De pilootfilm is zinnenprikkelend en uniek. In sommige gevallen biedt het vervolg een meerwaarde en hoogst entertainend. Maar vanaf dan gaat het meestal bergaf en blijft er van het geweldige van de film niet veel meer over. Het lijkt wel alsof alleen het commerciële dan nog telt. Schaam je Mr. Scott. Schaam je diep. U was nu echt de laatste waar ik dit van verwachtte.
1.5*
Alita: Battle Angel (2019)
While I'm learning name, do you have one for me?
Alita.
It's a nice name.
I love it!
Hier had ik wel enorm veel zin in. Een cyber-punk setting en weergaloos gecomputeriseerde beelden die perfect geïnjecteerd worden in een real-life omgeving. Je weet dan wel dat Alita (Rosa Salazar) het resultaat is van een hardwerkende grafische ontwerper die urenlang heeft liggen zweten achter zijn computerscherm om een grafische schil te projecteren op een levensecht persoon. Het stoorde me echter niet. Alita leek me een levensecht persoon. Ook al had ze van die onnatuurlijke grote Bambi-ogen. Ik geef toe dat mijn blikken aan het begin telkens afdwaalden naar haar derrière om te zien of er daar niet ook zo’n lieftallig klein kwispelend staartje te zien was. Maar uiteindelijk vond ik het eindresultaat nogal povertjes.
Misschien waren mijn verwachtingen iets te hoog. Of kwam het door de meligheid van het vader-dochter verhaal? Een alles verterend verdriet na het verlies van een dochter. Een zoektocht naar een surrogaat dochter om dit verdriet te sussen. En dat zorgt ervoor dat Dr Dyson Ido (Christoph Waltz) de stortplaats van Zalem (de laatste lucht-stad dat me direct aan de film “Elysium” deed denken) afschuimt naar afgedankte cyborg-onderdelen en alzo Alita samenstelt. Een soort Frankenstein, maar dan gebruikmakend van niet-menselijke onderdelen.
Of misschien was het romantische gedeelte. Iets waar ik niet op stond te wachten. Het moment dat Hugo (Keean Johnson) in beeld kwam, wist ik al dat deze rebels overkomende bink een romantische connectie zou maken met dit artificieel wezen. En ik had echt geen zin in romantische frivoliteiten waar jonge tienermeisjes van gaan zweven. Het enige waar je niet zeker van bent is de afloop. Een happy end? Of een katastrofische afloop?
Het enige waar ik achteraf spijt van had, was dat ik het niet op het witte doek heb kunnen zien. Waarschijnlijk zal het dan allemaal grootser en indrukwekkender zijn geweest. Want eerlijk gezegd, het visuele is toch wel echt verbluffend te noemen (mag ook wel met dat budget). Veel oog voor details. Een stad die lijkt op een vervallen mierenhoop waar metaalachtige constructies naast restanten uit het verleden staan. En een hele resem futuristische technologieën en voertuigen.
De actierijke gevechtsscenes zien er eigenlijk top uit. Eén en al wervelende beelden in slow-motion en een choreografie om u tegen te zeggen. Vooral het gevecht in de bar met Zapan (Ed “The transporter refueled” Skrein), de schermutseling in een steegje nadat ze Ido is gevolgd en het ondergronds gevecht met Grewishka (Jackie Earle Haley) spreken tot de verbeelding. Tenslotte zijn er ook nog de Motorball wedstrijden. Actierijk, flitsend en likkebaardend strak in beeld gebracht. Het deed me direct denken aan de oeroude film “Rollerball” uit 1975.
Maar ondanks al het grafisch geweld en snoeiharde actie, vond ik het als geheel ontgoochelend en matig. Ook al waren de gevechten qua uitzicht oerdegelijk, toch vond ik het allemaal te braaf en binnen de lijntjes gekleurd. Misschien omdat men op een jong publiek mikte. Maar vooral miste ik een degelijk en vooral duidelijk verhaal. Men maakte gewag van een zogenaamde grote oorlog (“The Great War”) maar doet daar bitter weinig mee. Ook de vliegende steden waren voor mij een compleet raadsel. Het ontbrak aan duiding. Pas op, ik had dat ook een beetje bij “Valerian and the city of a thousand planets”. Ook zo’n visueel overweldigende film met een praktisch niet te volgen verhaal. Deze laatste film is tevens gebaseerd op een stripverhaal, net zoals “Alita”. Ik kan me best voorstellen dat fans van deze comics zich meer kunnen inleven in het verhaal. Maar mijn allergrootste ergernis was dat ik op het uiteinde besefte dat ik naar een ellenlange intro had gekeken voor het vervolg dat hoogstwaarschijnlijk nu al op tafel ligt bij Twentieth Century Fox. En ik heb zo’n hekel aan sequels. Goede raad Fox. Voorzie het vervolg liefst van een vleugje humor, want die ontbrak hier ook.
Conclusie: een film met indrukwekkende graphics maar een belabberd verhaal.
2.5*
All Good Things (2010)
“My father always said to only regret the things you didn't do not the things you did.”
“All good things” is een schitterend liefdesverhaal dat langzaam overgaat in een psychologisch drama en eindigt in een mysterie. Een mysterie dat onopgelost blijft uiteindelijk en een open einde heeft zo groot als de Grand Canyon. Het is dan ook gebaseerd op waar gebeurde feiten en gereconstrueerd aan de hand van gerechtelijke documenten. In werkelijkheid ging het over Kathleen Durst, die tot op vandaag nog altijd als vermiste persoon staat geregistreerd. Ze was getrouwd met Robert Durst, zoon van een invloedrijke makelaar in New York. Op 31 januari 1982 verdween de toen 29-jarige studente uit Manhattan, New York. En nu na al die jaren is er deze verfilming waarbij de hoofdpersonages nu de namen Katie en David Marks kregen.
Er werden twee klinkende namen gestrikt voor deze film die toch op een herkenbare en overtuigende manier het turbulente liefdesleven uitbeelden. Kirsten Dunst speelt een schitterende aangrijpende rol als de lieftalige Katie die voor de charmante David valt, gespeeld door Ryan Gosling. Persoonlijk ben ik niet zo onder de indruk van Gosling’s zijn acteerwerk. Ik vreesde al dat ik weeral een hele film tegen een uitgestreken gezicht moest aankijken waar geen greintje emotie op te bespeuren valt. Maar dat viel redelijk mee en doorheen de film toonde Gosling een waar pallet van allerhande menselijke emoties : vreugde, verliefdheid, verdriet, angst, pijn en woede. De twee films “Drive” en “Only God Forgives” bijeengenomen, hadden nog niet een kwart van de tekst die hij hier moest onthouden (“All good things” is echter van voor deze periode) . Schitterende vertolking. Vooral de geleidelijke overgang van een charmante jongeman naar een getormenteerd, agressief en in zichzelf gekeerd persoon was een sterk staaltje acteerwerk.
Idem dito voor Kirsten Dunst die je van begin af aan inpalmt met haar lieftallige verschijning en hoogst aandoenlijke glimlach. De wanhoop die ze uitstraalt na een bepaalde tijd en het intens verdriet dat ze heeft terwijl ze beseft dat er een mogelijkheid moet zijn om te kunnen ontsnappen aan deze nachtmerrie, is ook een pracht vertolking. Het is in ieder geval een subtielere rol dan gewoon het vriendinnetje van Spiderman spelen.
“All good things” begint dan ook over al die goede dingen die deel uitmaken van een menselijk leven. Het ontmoeten van iemand waarbij de vonk overspringt, het flirten en intens gevoel van verliefdheid, de toekomstplannen zoals een eigen stekje, trouwplannen … Alles doorspekt met vreugde en liefde. Het leven kan niet meer stuk. En dan verandert die roze wolk in een donkere grijze regenwolk. Het moment waarop de kinderwens naar bovenkomt en dit radicaal wordt afgewezen door David, is een ommezwaai in de hartstochtelijke relatie die er was tussen deze twee geliefden. En voor je het weet slaat de sfeer om en komen die geesten uit het verleden terug naar boven. David verandert in een depressief,wispelturig en agressief iemand. De kloof tussen de beiden groeit met de dag. Het gaat van kwaad naar erger en Katie begint de mogelijkheden tot een echtscheiding te verkennen. En dan verdwijnt ze … En dat is tot op heden nog altijd zo. En onopgelost.
Het moment dat het verhaal die ommezwaai maakte van een aandoenlijke romantische en emotionele film naar een thriller dat bol staat van mysterie, verloor ik de aandacht. Het werd ook plots allemaal enorm absurd en verwarrend. De chemie tussen David en Katie en de opgebouwde spanning was schitterend om te zien. Maar het gedeelte over de verdwijning en het daaropvolgend gerechtelijk onderzoek met versnipperde fragmenten was redelijk vaag. Het enige dat duidelijk wordt gedurende de film is de loodzware last die op David’s schouders rust. Dat David zich in de anonimiteit terugtrok doordat de beschuldigende vinger algauw naar hem werd opgestoken, kan ik nog begrijpen. Maar dat die maskerade en verkleedpartij erbij kwam kijken, was een beetje teveel van het goede. Uiteindelijk blijft het een film zonder eenduidig antwoord. Dat kon ook niet anders daar dit ook in werkelijkheid zo is. En uiteindelijk blijf je zitten met nog meer vragen dan toen de film begon ! Het is eigenlijk een film die thuishoort in de categorie “TV-films over onopgeloste verdwijningen” zoals “The Lindbergh Kidnapping Case” met Anthony Hopkins. Een banale film dus die je nog eens kan bewonderen op een regenachtige zaterdagavond op één of andere televisiezender.
2.5*
All Hallows' Eve (2013)
“All Hallows´eve” is niet bepaald een makkelijke film en zal zeker weinigen bekoren. Het is duidelijk een low-budget film met een ietwat lugubere en absurde sfeer, vermengd met wat gore scenes en een sfeer die je doet herinneren aan jaren 80 horror films. Dat is dan ook het sterkste en meest positieve punt waarom ik eigenlijk toch deze film kon apprecieren. Dat nostalgisch gevoel en de stemming in deze “Haloween”-achtige film. Het leek inderdaad op een gehuurde VHS met een gedateerde film. Compleet met slijtage verschijnselen en ruis op de beeldband. Denk er nog de monotone muziek van een ouderwetse synthesizer bij en het is compleet.
Alles begint op een Haloween avond. Sarah (Katie Maguire) moet die avond babysitten en de twee tieners, Timmy en Tia, zijn terug van een rondje “Trick or treat”. Juist voordat ze gaan slapen, ontdekt Timmy dat er tussen zijn snoepgoed een VHS tape zit. Ze overtuigen Sarah om eens te kijken wat er eigenlijk opstaat, in de veronderstelling dat het waarschijnlijk wel een enge Haloween film zal zijn. Uiteindelijk blijken er op de film 3 korte griezelfilmpjes te staan waarin “Art the Clown” een centrale figuur speelt.
“All Hallows´eve” is een anthology film m.a.w. een bloemlezing van verschillende verhalen. De verschillende verhalen zijn dan wel het minpunt. Ze zijn niet bijster origineel en de eerste 2 zijn zelfs ronduit slecht. Het eerste verhaal is redelijk absurd en verwarrend. Buiten een claustrofobisch gevoel en de intentie om er een soort demonisch martelverhaal van te maken, laat het niet bepaald een denderend indruk na. Een inhoudloos en onbeduidend geheel. Het vertonen van enig goor beeldmateriaal maakt het zeker niet beter. En dan leek het wel alsof er door marsepein werd gesneden en gehakt. Niet bepaald een geslaagd deel dus. De clown kwam hier al eventjes in beeld maar meer als rekwisiet (en ook wel de oorzaak). Een opwarmertje dus.
Het tweede verhaal sloeg een heel andere weg in, maar werd volledig verknoeid door het ontwerp van het wezen. Het leek wel de figuur die geportretteerd staat op “De Schreeuw”, maar dan voorzien van allerhande attributen. Totaal onzinnig, geen suspense of angstmomenten. Zelfs Art kwam er niet in voor in levende lijve.
Het derde verhaal was dan ook het hoogtepunt. Een goor en extravagant slotverhaal met Art als dirigent in een bloederig treurspel. Een collage van bloeddoordrenkte messen, een ijzerzaag met restanten van menselijk vlees en een stilleven van het verloren gereden meisje met obscene woorden volgekerfd. Duidelijk het betere verhaal van de trilogie ...
Uiteindelijk verloopt het verhaal dan ook zoals verwacht. De film heeft overeenkomsten met “V/H/S” en “Playback”. De hele film draait rond Art en ik moet toegeven dat dit wel een echt gestoorde clown is die er bloeddorstig, griezelig en creepy uitziet. Een geslaagde voorstelling van een humoristische nachtmerrie, onschuldig maar dodelijk tegelijkertijd. Een duiveltje in een doos die telkens op zijn claxon speelt en die de overstap doet van de imaginaire wereld naar de realiteit. Een echt rariteitenkabinet met veel onbegrijpbare creaturen, afgewisseld met enkele macabere beelden en bloederige momenten. De andere personages waren niet bepaald slecht. De meesten keken eigenlijk alleen angstig uit hun ogen gedurende de hele film. Katie Maguire speelde een overtuigend rol waarin ze zowel de tieners op het gemak moet stellen als haar eigen angsten moet overwinnen.
Velen zullen dit waarschijnlijk een barslechte film vinden. Anderen zullen het beoordelen als een subliem werk. Ik zit er pal middenin. Waren de eerste 2 verhalen wat beter uitgewerkt, dan was dit inderdaad niet zo een clowneske vertoning geweest.
Zorg er wel voor dat je deze helemaal uitkijkt want het venijn zit hem in de staart.
2,5*
All Is Lost (2013)
Normaal gezien begin ik een review met een quote uit de desbetreffende film. Dat is een beetje moeilijk in het geval van "All is lost" door het gebrek aan conversaties. Het enige dat eventueel in aanmerking zou komen is een gefrustreerde uitroep van het welbekende F-woord. Voor de rest is het alleen klotsend water, krakend hout, kletsende touwen en veel regen en neerstortend water wat je gedurende de hele film hoort. Ik kan zijn frustratie wel begrijpen, want hoe is het in godsnaam mogelijk om in die onmetelijk oceaan met je plezierbootje recht op een container te knallen terwijl je een middagdutje doet ?
Je kan deze film dan ook moeilijk zenuwslopend spannend noemen. Ik durf zelfs te zeggen dat het doodsaai werd na een bepaalde tijd. Het enigste besluit dat ik genomen heb na het bekijken van deze film is dat ik nooit van zijn leven voet zet aan boord van zo'n eenmaster om dan het ruime sop te kiezen en rond te dobberen met alleen maar water rondom je zo ver je kan kijken. En in het slechtste geval niet alleen rondom je, maar ook nog van bovenaf op je neerdondert.
Robert Redford, het icoon van het witte doek, moest de hele film dragen. Hij was tenslotte de enigste levende figuur in deze doornatte film. Buiten een ongeïdentificeerde hand op het laatste moment. Geen flauw benul trouwens wat RR's naam was. Er is trouwens een totaal gebrek aan achtergrondinformatie over zijn personage. Behalve dat we weten waar hij precies ligt te drijven. Aan zijn acteerprestatie zal het niet liggen want dit was somtijds verbluffend. Het enigste wat me echt verwonderde was de stoïcijnse kalmte die hij uitstraalde de hele tijd. Een klote container slaat een lek, geen elektriciteit of radio, een storm die opdaagt, de hele boot die ondersteboven draait, een knal tegen een ijzeren paal, de boot zinkt, de reddingsboot die weeral in een storm terechtkomt, ook ondersteboven flikkert en dan ook nog eens in de fik vliegt ... maar zie je een spier vertrekken op zijn gezicht ? Nope ! De kalmte zelf en een toonbeeld van uiterste zelfbeheersing. Dit vond ik toch een beetje overdreven want ik zou in die omstandigheden toch een reservedoos pampers nodig hebben !
De verklaring zou kunnen zijn dat hij wel een ervaren zeiler is. Maar toch moet deze ervaren zeeman het handboekje erbij nemen om zijn positie te kunnen bepalen aan de hand van de sterren. En blijkbaar heeft hij nog niet veel keren een sextant ter hand genomen. Er waren momenten dat het zo voorspelbaar was. Ik zei op een bepaald moment dat het me niet zou verwonderen als "Jaws" ineens zou opdagen. Naderhand zwierven ze rond zijn rubberbootje. En dat zijn boot ieder moment zou kunnen zinken, kon hem niet weerhouden om een tweede keer aan boord te kruipen.
Het was geen rotslechte film, maar erg onderhoudend was het ook niet. En zeilen lijkt me zo te zien dan toch maar een saaie bedoening. Het einde was weer enorm melig en volgens de welgekende Holywood richtlijnen. Voor mij zou het einde enorm in kracht gewonnen hebben, indien op dat ultieme moment dat RR de reddende hand wilt vastgrijpen, hij meegesleurd zou worden door een enorme witte haai. Maar dat is dan ook weer overdreven en zou het toppunt van ironie zijn
1.5*
All Nighter (2017)
“Uh, it's just up that-a-way.
That's gotta be the 15th fucking time you said "that-a-way." Are you Hopalong Cassidy?
Who's Hopalong Cassidy?”
“All nighter” is zo’n film die hoegenaamd niet slecht is, maar tegelijkertijd ook niet zo bijster goed. Er zijn soms van die avonden in het weekend dat je uitgeteld in je zetel ligt en ongeïnteresseerd alle kanalen op je televisie doorloopt om te zien of er ergens wel iets interessants te zien is. En dan stoot je op een onbekende film waarin een bekend persoon speelt. En na een tijdje besef je dat het eigenlijk niet veel soeps is. Maar omdat je te lui bent om een andere zender te zoeken, kijk je de film toch maar volledig en ga je vervolgens slapen zonder nog te beseffen waar het allemaal over ging. “All nighter” is zo’n type film.
Op het moment dat J.K. Simmons in beeld kwam, had ik zo’n juichmoment waarop ik dacht dat het wel eens een goede film zou kunnen zijn. Twintig minuten laten besefte ik dat J.K. Simmons niet zo’n fascinerende rol speelde als in “Whiplash”. Dat hij door zijn specifieke gelaatstrekken en kaal hoofd er nogal streng en gedisciplineerd uitziet, paste wel bij deze rol als Mr. Gallo, vader van het lieftallige meisje Ginnie (Analeigh Tipton) die een relatie heeft met de banjo-spelende loser Martin (Emile Hirsch). Al bij de eerste ontmoeting tijdens een etentje, toont Mr. Gallo bewust of onbewust zijn minachting ten aanzien van Martin. Als hij 6 maanden later aan Martin’s deur aanbelt om te vragen waar zijn dochter uithangt, blijkt Martin ook van niks te weten (ze zijn ondertussen uit elkaar) en is dit het begin van een nachtelijke tocht langs locaties waar Ginnie de laatste keer werd gespot.
Tja, als men het woord cliché nog niet had uitgevonden, was dit bij het verschijnen van deze film zeker en vast gebeurd. Werkelijk alle aspecten die in deze film voorkomen zijn al eens ergens anders gebruikt. Twee totaal verschillende personen, die elk een ander levenspad hebben gekozen, worden noodgedwongen verplicht om elkaars gezelschap te tolereren. Vanzelfsprekend zal naarmate de avond vordert de twee meer en meer respect krijgen voor elkaar. Intense levensverhalen worden uitgewisseld. Men ontdekt gemeenschappelijke interesses. En voor je het weet worden alle vooroordelen aan de kant gezet en worden ze vrienden voor het leven.
Emile Hirsch (die in mijn ogen een excellente rol speelde in “Just Jim”) is zo’n typische alternativo die niet bepaald op zoek is naar een goedbetalende job om een zorgeloze toekomst mee op te bouwen. Nee, liever staat hij wat te tokkelen op zijn banjo. Frank moet dan ook nog eens tot afgrijzen vaststellen dat Martin vegetarisch is, allergisch is voor alles en nog wat en een onverbeterlijke kluns is. Zijn dochter zal dezelfde conclusie hebben gemaakt en heeft de nietsnut ingeruild voor een schijnbaar vermogende yuppie waarmee ze naar Bora-Bora vertrekt.
Misschien zou deze would-be komedie nog interessant kunnen worden als Frank en Martin op hun nachtelijke tocht fascinerende personen zouden ontmoeten. Spijtig genoeg zijn de meeste personages uiterst vervelende individuen. Jimothy (Jon Daly) de junkie die steevast alleen te zien is in onderbroek en kamerjas. Roberta (kristen Schaal) en Gary (Taran Kilam) het kibbelende koppel waarbij Gary blijkbaar een nogal ongezonde belangstelling toonde voor Ginnie. Trevor (Jon Bass) als arrogant ventje die wel degelijk een muilpeer verdiende. En nog enkele nietszeggende randfiguren die alleen diende als richtingswijzer om het duo verder op pad te sturen.
“All nighter” zou een perfecte komedie zijn, mits de aanwezigheid van enige humor. En dat is dus hetgeen er ontbrak. Omzeggens niks was een gniffel of bescheiden lachje waard. Het was allemaal zo geforceerd en flauw. Zelfs het verorberen van hallucinatie bezorgende paddenstoelen was niet humoristisch genoeg. Diep vanbinnen hoopte ik dat hij er in zou stikken. En zo trekken ze van de ene plek naar de andere waar Ginnie niet meer komt of werkt. Frank is hierbij de gereserveerdheid zelf met de door liefdesverdriet gebroken Martin op sleeptouw. Uiteindelijk is de reden voor Ginnie’s afwezigheid nogal gewoontjes en valt uiteindelijk alles in de juiste plooien. Ik vond “Meet the fockers” (ook een soortement toekomstige-schoonzoon-ontmoet-toekomstige-schoonvader rampscenario) al pijnlijk om te kijken, maar deze volgt deze laatste toch nipt op. Al een geluk dat het maar een korte pijn was dit keer want deze verwaarloosbare film duurde maar een 80tal minuten.
1.5*
Allagash (2020)
Alternatieve titel: Blood and Money
I just want to get out there and bag my buck.
Als je deze film zonder enige voorkennis zou beginnen kijken, zou je zweren dat je naar iets aan het kijken bent van de jaren 80. Een filmperiode waar Tom Berenger ook al meespeelde in ouderwetse misdaadprenten zoals “Someone to watch over me” of “Shoot to kill”. Deze acteur zal me altijd bijblijven als Sergeant Barnes (de meedogenloze militair met een afzichtelijk litteken die het liefst alle Vietnamezen wou uitmoorden) uit de legendarische Vietnam-film “Platoon”. Weliswaar was deze allrounder in deze oorlogsfilm een pak jonger. Tom Berenger heeft dan ook de gezegende leeftijd van 71 bereikt dit jaar. Maar dat belet hem niet om alsnog door het ijzige landschap van Allagash (stadje in de regio North Maine Woods) te strompelen op zoek naar wild.
En dat strompelen mag je dan ook letterlijk nemen. Niet alleen is het een man op leeftijd. Blijkbaar lijdt hij ook aan een vreselijke ziekte waardoor hij van tijd tot tijd bloed ophoest. Dus voor Jim Reed is het een zware klus om zich doorheen het dikke sneeuwdek voort te bewegen. Daarnaast draagt Jim ook nog eens een loodzware geestelijke last met zich mee. Naarmate de film vordert wordt dit duister geheim beetje bij beetje onthult. Het feit dat je hem een AA-bijeenkomst ziet bijwonen, geeft je al een idee wat de ellende heeft veroorzaakt. Een gebeurtenis waardoor deze ex-Marinier een geliefd familielid verloor en de rest van zijn familie met hem elk contact weigert. Eigenlijk iets gelijkaardigs als Rayborn meemaakt in “The Silencing”. Ook toevallig dat ik deze film nog maar pas onlangs gezien heb.
“Blood and money” is een vreselijk trage film. Het eerste gedeelte is een kennismaking met Jim die op zoek is naar een hert in het uitgestrekte natuurgebied. Je bent getuige van het solitaire leven dat hij leidt in zijn omgebouwde camper. En de vriendschappelijke relatie die hij heeft met de vriendelijke, niet onaantrekkelijke serveerster Debbie (Kristen Hager) in een eethuis. Een wanhopige vrouw die liefst van al dit godvergeten oord achter zich wil laten en ook haar huiselijke problemen heeft. En verder occasionele onderonsjes met een soort boswachters die registreren wie het natuurgebied betreedt of verlaat. Kortom, weinig om enthousiast over te worden. Totdat Jim het hert, waar hij zo wanhopig naar op zoek is, ontwaart. Vervolgens aanlegt en een fataal schot afvuurt. Spijtig genoeg zal er geen sappig stuk hertevlees op zijn bord liggen tijdens de kerstdagen. Want wat blijkt: hij heeft per ongeluk een vrouw dodelijk verwond. En als blijkt dat het een lid van bende is die net een casino beroofd hebben en ze in het bezit is van een sporttas vol dollarbiljetten, dan is dat waarschijnlijk het moment dat de film actierijker en spannender zal worden.
Tja, dat zou je verwachten. En dat is gedeeltelijk ook zo. Maar echt indrukwekkend of spectaculair wordt het hoegenaamd niet. Je kan dan ook niet verwachten van een gepensioneerde jager die slecht te been is, dat die zich gaat gedragen als een geslepen in-vorm-zijnde Rambo. Ik had ook de indruk dat hij steeds hetzelfde traject aflegde op een beperkte vierkante kilometer. Het voordeel is dan wel weer dat je immens kunt genieten van het idyllische sneeuwlandschap. Maar ik ben er zeker van dat de meeste kijkers een ander soort entertainment verwachtte dan mooie “National Geographic” plaatjes. Verwacht je aan idiote slechteriken die, mits ze over een bepaalde hoeveelheid intellect beschikten, met gemak deze oude knakker hadden kunnen overmeesteren. De manier waarop ze soms in de luren werden gelegd, was ronduit lachwekkend. En buiten de tas met dollarbiljetten, is Jim ook niet bepaald voor het geluk geboren. Dat merk je wel telkens hij een wapen weet buit te maken.
“Blood and Money” zal geen blijvende indruk nalaten. Het verhaal op zich is niks nieuws. Alleen Tom Berrenger maakt indruk, gezien zijn leeftijd. Een karakterrol pur sang. Maar spijtig genoeg wisten ze dit niet ver genoeg uit te diepen. Hetgeen hem overkwam in het verleden, bleef nogal vaag. En verder kwam het actie gedeelte nogal amateuristisch over. Een middelmatige film dus. Ben je bewonderaar van Tom Berrenger, dan moet je deze vanzelfsprekend kijken. Er zijn echter betere thrillers te vinden die zich ook afspelen in een sneeuwlandschap.
2*
Alligator People, The (1959)
Eerlijk gezegd vond ik dit helemaal niet zo slecht. Een origineel concept. Tja, het resultaat na de transformatie zag er wat karnavalesk uit. En soms waren de ideeën beetje belachelijk (Cobalt 60 is hoog radio-actief. Geen probleem. Trekken we wat rubberen handschoenen aan). Maar toch wel een bewonderenswaardige film voor die tijdsperiode.
3*
Almost Human (2013)
"Something weird is going on !"
Ben je een liefhebber van het slasher-genre en moet het allemaal niet te ingewikkeld zijn, dan zal je ˝Almost Human˝ zeker appreciëren. Deze extreem korte film van nog geen 80 minuten vliegt er meteen in na een geslaagde introductie en raast dan vooruit in een angstaanjagend tempo. Waar Joe Begos, schrijver-producer en regisseur van deze scifi-slasher, de mosterd heeft gehaald is overduidelijk. Dat hij voor deze low budget een beroep heeft gedaan op een brede kennissenkring is het enigste minpunt uiteindelijk. Acteertalenten kan je het nauwelijks noemen. Maar ik moet toegeven dat het technisch en script-gewijs wel aardig in elkaar stak.
Patten,Maine,13 Oktober 1987. Seth (Graham Skipper) komt met een rotvaart aan bij zijn goede vriend Mark (Josh Ethier) en vertelt overstuur het onwaarschijnlijke verhaal dat een andere vriend Rob in het niets verdween nadat een blauw schijnsel vanuit de hemel hem opzoog. Mark gelooft er niets van, totdat dezelfde verschijnselen zich bij hem thuis manifesteren : blauw licht en een oorverdovend schel geluid. Voor de ogen van Seth en Jen (Vanessa Leigh), Mark zijn vriendin, verdwijnt deze laatste ook. Twee jaar gaan voorbij en Seth heeft nog steeds last van deze traumatische ervaring : neusbloedingen, slaaploosheid en eindeloze bezoeken bij een therapeut. Zelf werd hij aangehouden omdat men dacht dat hij iets te maken zou hebben met de raadselachtige verdwijning, maar wegens gebrek aan bewijsmateriaal werd hij vrijgelaten. Jen heeft ondertussen de draad terug opgepakt en heeft een omgecompliceerd leven met een andere levenspartner, totdat Seth komt opdagen met het nieuws dat er iets niet pluis is en hij het gevoel heeft dat Mark zal terugkeren.
De eerste gedachte die bij mij opkwam bij het zien van de filmaffiche is de gelijkenis met die van ˝The Thing˝ en die van ˝Scanners˝. ˝Almost Human˝is dan ook een hommage aan het VHS tijdperk uit de jaren 80. Het is een mix van B-slasher films uit die periode zoals ˝Friday the 13th˝ en ˝Sorority House Massacre˝ en SF films over buitenaardse ontvoeringen zoals ˝Invasion of the Body Snatchers˝ (vooral de oerkreet van Mark doet me daaraan herinneren) uit de jaren stilletjes en de recentere ˝Dark Skies˝. Je kan je dan ook verwachten aan het inventief gebruik van slagersmessen, hakbijlen en een kettingzaag. Soms komt het nogal simplistisch en ondoordacht over. Als Mark iemand benadert met een jachtgeweer terwijl die persoon bezig is met een kettingzaag en er ook nog eens een boomstronk te zien is met een hakbijl in, dan moet je niet al te snugger zijn om te raden hoe dit gaat aflopen. Het bloederige gore gedeelte is dus rijkelijk aanwezig en zal de echte horror fans zeker kunnen bekoren. De iets kritischer filmliefhebber zal echter struikelen over het soms abominabel slecht acteerwerk. Mark zijn poging om Jen te bevruchten was dan weer een origineel moment.
De twee hoofdrolspelers Graham Skipper en Josh Ethier konden nog het meeste overtuigen. Vooral Ethier leverde een schitterende prestatie. Skipper startte veelbelovend maar evolueerde langzamerhand naar een bedrukt en een door Gods hand geslagen persoon die het precies allemaal niet kon vatten en telkens herhaalde dat hij het niet echt begreep en dat er iets niet klopte.Zijn gelaatsuitdrukking was dan ook vanaf een bepaald moment louter infantiel te noemen. De rest van de cast acteerden alsof het een privilege was om deel te nemen aan deze film en dat het een prestatie was waarover ze naderhand konden opscheppen tijdens een partijtje bowling met enkele vrienden. Vooral de collega´s van Jen en Seth kwamen nogal amateuristisch over. Enerzijds keken ze alsof ze bang waren om hun volgende zin te vergeten. En anderzijds keken ze zoals een peuter die voor het eerst op het potje een plasje heeft gedaan : voldaan en vol trots. De reactie van Jens nieuwe verloofde als Mark ineens voor zijn deur staat is dermate stupide dat het gerechtvaardigd was afgeslacht te worden. Die kerel verdween op mysterieuze wijze en komt dan plots terug tevoorschijn na 2 jaren. Ik zou toch anders reageren.
Buiten de soms slappe vertolkingen waren er ook enkele onvolkomenheden die me opvielen. Het zijn dan wel kleine details , maar het vermijden van zulke foutjes komt de geloofwaardigheid van een film wel ten goede. Zo waren er de twee jagers die Mark als eerste ontdekten in het bos. Toen één van hen het eens van dichterbij wou gaan bekijken , onbevreesd omdat hij toch een joekel van een jachtgeweer vasthield, en de andere met het geweer in de aanslag achter hem aankwam, moest deze laatste toch nog zijn geweer beginnen laden toen ze werden aangevallen. Redelijk stupide voor een ervaren jager, lijkt me. Vervolgens was er het moment dat Mark met de buitgemaakte jeep wegreed aan het tankstation met een voorruit besmeurd met liters bloed. Het volgend moment rijdt hij rond met een propere voorruit alsof hij juist de carwash heeft bezocht.
Toch heeft ˝Almost Human˝ mij kunnen bekoren. Een korte,flitsend snelle SciFi horror met enkele gore fragmenten. Spannend is het niet echt te noemen. De acteerprestaties zijn dan wel soms belabberd, maar de montage van deze film is wel uitstekend. Geen moment had ik het gevoel dat ik naar een low-budget film aan het kijken was, dat gefilmd werd met een doorsnee digitale camcorder. Joe Begos is zeker een naam om in de gaten te houden.
Naderhand zat ik wel nog met een onbeantwoorde vraag : Waar is die Rob nu uiteindelijk gebleven ?
2,5*
Alone in Berlin (2016)
Alternatieve titel: Jeder Stirbt für Sich Allein
“You're to blame.
You and your damn war!
You and your damn fuhrer!”
Er zijn ontelbare films over het verzet in WOII. Maar nog nooit had ik gehoord van een verzet door Duitsers tegen het Nazi regime. Ik ben er zeker van dat er wel meer Duitse burgers niet opgezet waren met de gang van zaken in het Duitse rijk. De meeste hielden dit angstvallig voor zichzelf uit angst voor represailles. Dat Anna (Emma Thompson) en Otto Quangel (Brendan Gleeson), die in het ware leven Hampel heetten, misschien al een aversie hadden voor het regime, doordat hun zoon ingelijfd werd in het Duitse leger, staat buiten kijf. De dag dat ze te horen krijgen dat hun zoon gesneuveld is aan het front, is een kantelpunt voor beiden. Anna trekt zich terug en rouwt op een serene manier, terwijl Otto’s rebels karakter naar bovenkomt en het plan aanvat om compromitterende berichten op postkaarten te schrijven en ze naderhand ergens in Berlijn achter te laten. Hij tracht op die manier anderen duidelijk te maken dat het Duitsland waar ze leven, niet zo ideaal is. Ook al is er maar één iemand die ook een stil verzet opstart, dan nog is Otto ervan overtuigd dat hij geslaagd is in zijn opzet. En dit als wraak voor de dood van zijn zoon.
“Alone in Berlin” is niet bepaald een actierijke oorlogsfilm en gaat traag vooruit. Het enige wat je de hele film te zien krijgt, is Otto die op een geduldige manier zijn protestteksten op een postkaart neerpent (met fluwelen handschoenen en in een andere schrijfstijl), de onhandige en gevoelloze manier waarop deze twee verzetstrijders met elkaar omgaan en het onderzoek dat door de jonge politie inspecteur Escherich (Daniel Bruhl) wordt gevoerd. Alhoewel ik me eigenlijk afvroeg wat deze inspecteur zijn tactiek was om de verantwoordelijken op te sporen. Het enige wat hij deed was eindeloos naar een stadsplan van Berlijn kijken waar een hele resem speldjes op waren geprikt. Elk speldje vertegenwoordigde een gevonden briefkaart. Exact 285 van die briefkaarten. En het enige aanknopingspunt dat Escherich heeft, is het handschrift op de briefkaarten waar men bepaalde karaktertrekken van de schrijver uit kan afleiden.
Dus buiten een nevenplot over een Joodse bovenbuurvrouw die probleemloos door de Quangel’s in bescherming wordt genomen indien nodig, is men alleen getuige van hun stille protest en de relatie tussen de beide langgetrouwden. Een huwelijk waar de affectie en passie totaal verdwenen is. Zelfs de brief over het overlijden van hun zoon, ontlokt geen tekenen van enige emotie. Ondanks het sublieme acteerwerk kwam het allemaal redelijk saai over. Zelfs het gebruik van Engels als voertaal, met een belachelijk klinkend Duits accent, voelde geforceerd aan. Dat dit een strategische zet was, zodanig dat ze twee klinkende namen konden engageren, was overduidelijk. “Alone in Berlin” toont wel aan dat niet alle burgers fervente aanhangers waren van Nazi-Duitsland, maar deze eenmansactie had uiteindelijk geen enkele invloed op de opkomst van Adolf Hitler zoals we wel weten uit de geschiedenisboeken. Uiteindelijk was het niet meer dan wat schreeuwen in de woestijn. Hadden ze de naalden gebruikt die nodig waren voor aan te duiden waar de prentbriefkaarten gevonden werden, en deze in Hitler’s achterwerk geplant, dan was dit pijnlijker geweest dan deze bewonderenswaardige actie.
2.5*
Amazing Spider-Man, The (2012)
Als ukkie heb ik tig Marvel comicbooks verslonden en ben verslingerd op alles wat maar te maken heeft met superhelden. Ik vind deze film dus fantastisch om mee te swingen met Spiderman tussen gebouwen.
Prima verstand-op-nul film met aardige acteerprestaties,goede effecten,een angstaanjagende slechterik en een verhaallijn dat aansluit bij de comic-books. Wat scheelt er dan aan ? Niks alleen dat het voor mij een remake is van "Spider-Man" uit 2002. Het verhaal van Peter Parker wordt weer overgedaan en , buiten de slechterik, brengt niks nieuws bij. Zoals iemand al opperde : de merchandising moesten ze weer eens aangezwengelen
Ook vond ik in die van 2002 Tobey Maguire een betere vertolking neerzetten van Peter Parker. En Kirsten Dunst vond ik dan weer appetijtelijker als side-kick van het spinnemannetje Maar Emma Stone is dan ook weer om van te smikkelen.
Willem Dafoe vond ik dan weer veel beter als gemuteerde slechterik t.o.v. Rhys Ifans.
Maar misschien is er het feit dat ik film uit 2002 "Spider-Man" op DVD heb en al tig keren heb gezien , dat ik deze ook beter vind.
3,5*
American Heist (2014)
“It was always me and you against the world.”
Verwacht je een goede film nadat je opgemerkt hebt wie de hoofdrollen spelen, dan kan ik je nu al waarschuwen. Dit is een bedroevend slechte film. Adrien Brody, Oscar winnaar voor zijn schitterende prestatie in “The Pianist”, en Christensen, die ontegenzeggelijk een virtuoos is in het hanteren van een lichtzwaard maar een présence tentoonspreidt die zonder probleem overtroffen wordt door pakweg Chewbacca, zijn dus geen garantie om er een genietbare film van te maken. De filmaffiche op zijn eigen is sowieso al een aanwijzing dat het een fletse B-film zou zijn. En hoezeer de beide heren ook getatoeëerd zijn en een woordenschat gebruiken die een gemiddelde kwajongen laat verbleken, komen ze toch nog altijd over als twee zachte eitjes.