- Home
- ikkegoemikke
- Meningen
Meningen
Hier kun je zien welke berichten ikkegoemikke als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
Lake Placid: Legacy (2018)
You people are out of your minds.
The place you wanna go?
It's off-limits.
Dit is nu wel echt de triestigste film die ik dit jaar heb mogen aanschouwen. Niet alleen het verhaal was totaal stupide en compleet onzinnig. Ook het acteren was soms zo erbarmelijk slecht dat ik er zeker van ben dat elke lokale toneelvereniging dit kan overstijgen. Verder waren er bepaalde elementen in het verhaal die totaal niet klopten. En last but not least, het object waar het allemaal om draaide is bijna een complete film afwezig. Het bleef hoofdzakelijk beperkt tot een boven het water verschijnende kop van het monster of een naderende schaduw met bijhorend vervaarlijk gegrom. Behalve bij de ontknoping is het monster, dat het eiland onveilig maakt, in zijn volle glorie te zien. En dat is dan ook nog eens zo erbarmelijk slecht dat ze het beter in de schaduw hadden gelaten. Hadden ze het met een handpop gespeeld, dan was het waarschijnlijk hetzelfde geweest. Afschuwelijk verouderde CGI.
Ik ben na het bekijken van deze film wat meer informatie gaan opzoeken en kwam tot de verbijsterende vaststelling dat dit al de 6de film is over dit befaamde meer. Zelf had ik nog nooit over deze franchise gehoord. En na het bekijken van deze 6de film lijkt me dat ook beter zo. Ik heb niet ineens de drang om de andere delen te bekijken. En zover ik kon lezen, was het niveau van de voorgangers ongeveer van hetzelfde kaliber. Je kan dan wel zeggen dat bijvoorbeeld de “Sharknado” reeks de domste filmfranchise allertijden is. Maar op zijn minst zat er humor in en kreeg deze uit de hand gelopen grap een onevenaarbare cultstatus. Zover zal het zeker niet komen met “Lake Placid”. Deze valt eerder in de categorie waar je de film “Dinoshark” kan vinden nl. “snertfilm van het jaar”.
In deze film is het een groepje milieuactivisten die uitgedaagd worden door een voormalig lid. Hun acties bestaat uit het binnendringen van faciliteiten van dubieuze ondernemingen die het niet nauw nemen met milieurichtlijnen en dieren/mensenrechten. Eens ze zich naar binnen hebben gewerkt, ontrollen ze meestal een gigantisch pamflet. In mijn ogen een ridicuul statement. Maar dat is naast de kwestie. En dan ontvangen ze de uitdaging om een eiland te verkennen waar zich het meer “Lake Placid” bevindt. Naar het schijnt zou het meer vervuild zijn met chemisch of nucleair afval. Maar zo gauw ze op de plek zijn gearriveerd, merken ze dat er geen sprake is van stralingen en dat er een immens lab is gebouwd. En blijkt er ook nog eens een gigantisch reptielachtig monster rond te strompelen.
En dat strompelen mag je wel echt letterlijk opvatten, want echt snel is onze vriend de krokodil niet. Niet moeilijk als je een joekel van 15 meter bent. Dat het monster razendsnel is onder water is nogal evident. Maar op land is het ding log en traag. En toch slaagt dit gedrocht erin om zich op één of andere manier door gangen, trappen, deuren en luiken te wringen. En de ongelukkigen die daar verzeld zijn geraakt, mogen lopen wat ze willen. Het onding komt telkens weer opdagen. Om eerlijk te zijn waren er maar twee waarvan ik hoopte dat ze het zouden overleven. En dat was de ex-marinier Pennie (Alisha Bailey) en de journaliste Alice (Sai Bennett). De rest waren irritante personages die het eigenlijk verdienden om in mootjes gescheurd te worden.
Is er dan niets positiefs te zeggen over deze film? Jawel hoor. De filmaffiche ziet er geweldig uit en was eigenlijk de aanzet voor mij om deze film te kijken. Ik ben er zelfs van overtuigd dat men de meeste energie heeft gestoken in het ontwerp van deze affiche. Maar over het algemeen is “Lake Placid : Legacy” simpelweg een slechte film. Ondermaats acteren, een belachelijke verhaallijn en een monster dat amper in beeld komt. En als het al in beeld komt, dan ziet het er vreselijk uit. Kortom, ’t is te hopen dat er geen vervolg wordt verzonnen. Ik zal het in ieder geval mijden, moest dat toch het geval zijn.
0.5*
Last Boy Scout, The (1991)
Tig keren gezien, nooit verveeld.
BW trekt de lijn van Die Hard hier onmiskenbaar door als nonchalante detective die soms wel eens venijnig uit de hoek kan komen. You touch me again, I'll kill ya.
Grappige one-liners, actie vergelijkbaar met Die HArd en een razend tempo.
Na Die Hard de beste film van BW.
Blijft voor mij een monument ...
4.5*
Last Days on Mars, The (2013)
There are footprints here. There’s two pairs.
Zonder enige voorkennis beginnen kijken. Het zal wel over Mars gaan zeker en het zijn dan ook nog eens de laatste dagen (Uiteindelijk is het maar één dag). Om eerlijk te zijn zag het begin er veelbelovend uit. De vergezichten van het Mars-landschap, de woestijnachtige omgeving en de aankomende zandstorm waren schitterend in beeld gebracht. De simpel uitziende elektrische voertuigen zagen er realistisch genoeg uit en de personages die de eerste momenten werden voorgesteld lieten onmiddellijk blijken dat er onderlinge spanningen waren. Het enige wat je niet weet is waarover het nu uiteindelijk zal gaan. Reeds vroeg heb je al door dat het de laatste dag is die deze bemanning gaat doorbrengen op Mars voordat ze worden afgelost door het volgende team. Is er een klimatologische ramp op komst of worden ze overmeesterd door marsmannetjes ?
Het visuele ziet er verzorgd uit zoals ik al eerder zei. Zowel in het basisstation als de buitenlocaties. Alleen vond ik de stalen toegangsdeuren binnen het station er nogal lichtjes uitzien en eerder het uitzicht hadden van een duikboot. Spijtig genoeg is het hele team weer samengesteld met de steeds weerkerende archetypes. Een gezagvoerder die een beetje gezag mist op bepaald vlak, een psychiater die uiteindelijk een angsthaas en lafaard blijkt te zijn, een kreng van een wijf die over lijken gaat als het op het behalen van persoonlijk succes gaat, een technicus die eigenlijk een kortstondige rol speelt en uiteindelijk alleen dient om een slachtofferrol te spelen. En dan heb je natuurlijk de hoofdrolspeler Vincent die lijdt onder een opgelopen trauma en die een goede band heeft met Rebecca, een ander vrouwelijk teamlid. Natuurlijk zullen deze 2 tot het bittere einde nog samenblijven. En het einde smaakt dan ook wel een beetje bitter. Liev Schreiber neemt de hoofdrol op zijn schouders en speelt dit wel met de nodige bekwaamheid. De laatste keer dat ik hem bezig heb gezien was in "Salt". En juist zoals in deze laatste film, heeft hij gedurende de hele film een bijna gevoelloze uitdrukking op zijn gezicht. Behalve de momenten dat hij die flashbacks heeft. Wat de uiteindelijk verklaring en oorzaak van deze flashbacks zijn, wordt nergens meegegeven. Romola Galai neemt de rol van Rebecca, het vrouwelijke teamlid waar Vincent zich goed mee verstaat, voor haar rekening. Geen overdonderende prestatie maar toch uitstekend. Voor mij was Olivia WIlliams als Kim de uitblinker. In die paar flitsen dat ze in beeld was, was ze wel echt een harde tante en onaangenaam persoon. Een echte "bitch".
Tot mijn grote spijt draaide het uiteindelijk uit op een doorsnee soort "World War Z" op Mars en op minuscule schaal. Er waren tenslotte niet veel personen op de planeet die konden muteren naar een naar vocht zoekend zombieachtig marswezentje. De vondst van een soort biologische levensvorm op deze planeet is de boosdoener van dit feit. Het enigste wat dan kan beginnen is een raadspelletje wie de volgende aan de beurt is en wie er uiteindelijk overblijft. En dat is dan ook niet zo moeilijk te raden !
Positief is het feit dat het maar een film is die ongeveer 100 minuten duurt en dan ook aanvoelt als een sappige hamburger uit de McDonnalds : snel klaar, rap meenemen en zo verteert. En een uur later ben je dan alweer vergeten dat je gegeten hebt. Een film als tussendoortje dus.
Sterkste moment in de hele film is wanneer Vincent de psychiater zijn aangezicht verbrijzeld met zijn ruimtehelm na enkele welgemikte kopstoten. De bloeddruppeltjes die hij naderhand wegwuift terwijl hij gewichtloos rondzweeft vond ik super in beeld gebracht.
2*
PS. Als je dan het budget (7 Mil $) vergelijkt met dat van Gravity (100 Mil $) vind ik deze film bij nadere beschouwing toch een verdienstelijke en bewonderenswaardige poging. Gravity heeft dan wel 2 topacteurs (en dat bedoel ik dan omdat ze waarschijnlijk een groot deel van het budget opslorpen) en verbijsterende grafische effecten. Maar het verhaal rond Gravity is ook zo simpel en nietszeggend als deze hier.
Last Keepers, The (2013)
Na "Beautiful Creatures" (die ik overigens wel kon apprecieren) , Hansel & Gretel en Jack the Giant Slayer, kon dit sprookje , met een voor mij onbekende Zosia Mamet , er ook nog wel bij. T'is inderdaad een feelgood jeugdfilm voor op een regenachtige zondag, waarbij je tussen het dutje door eens kijkt hoe de film voortkabbelt m.a.w. wat een slaapverwekkende vertoning dit was. Kort samengevat : weirdo meisje dat een beetje de outsider is op school tussen de jocks en babes die denken dat de wereld aan hun voeten ligt, ontdekt stilletjes aan haar gave, wordt verliefd op een gast die haar niet zo raar vind, dumpt hem , papt aan met een jock, tot ergernis van die zijn bimbo, om dan uiteindelijk terug te keren bij de uitverkorene nadat ze een bende nitwits na een autoongeval heeft laten verrijzen. Goh , uitermate spannend
PS. Als iemand zo 3 loodzware stukken boomstronk voor mijn neus laat rondzweven, zou ik met een dik ei in mijn broek paniekerig schreeuwend het hazepad kiezen i.p.v. te zeggen wat een talent ze heeft
Last Kind Words (2012)
Wel, hier word je dus ook niet echt vrolijk van. Eerder depri , ja . De poster geeft je een vertekend beeld en zeker deze die ook op IMDB staat. Je verwacht eigenlijk toch een beetje een creepy film. Het meisje lijkt mishandeld en gefolterd op deze laatste foto ... uiteindelijk is het een gewoon liefdesverhaal, verweven met een misdaad uit het verleden met rusteloze zielen als resultaat. Eli, ontmoet zo'n rusteloze ziel in de gedaante van Amanda (knappe verschijning trouwens) en ontrafelt beetje bij beetje het complete verhaal. En inderdaad , het einde maakt je er niet vrolijker op.
Brad Dourif als Waylon, de eigenaar vind ik voortreffelijk. De ietwat wereldvreemde vogel, die balanceert tussen vriendelijkheid/bezorgdheid en vijandig met een ietsiepietsie krankzinnige trekken.
Voor mij had Spencer Daniels wel de moeilijkste rol ... bij mijn weten heb ik nog nooit een film gezien , waar iemand de hele film zo triest en duf voor zich heen kijkt
2* en dat voor de prachtige scenery soms en de beklijvende muziek.
Last Knights (2015)
This man, Gezza Mott, is a cancer, growing.
And the only proper thing to do is to cut it out.
You all know what I speak of.
Het is al een tijdje geleden dat ik dit middeleeuws episch actie/drama heb gezien. Het enige dat ik me kan herinneren, is dat het qua onderwerp veel op “47 Ronin” leek, behalve dat het hier niet over samoerai ging. Ik vroeg me alleen af waar dit verhaal zich eigenlijk afspeelde, want het leek wel alsof je je in het land van de Rijzende zon bevond (zou de regisseur er iets mee te maken hebben?). Alles draait rond loyaliteit, trouw en weerwraak. Ondanks de klinkende namen is het eindresultaat toch maar een slappe bedoening met een enorm traag tempo. Op het moment dat de actie ingezet werd en de apotheose zich aankondigde, was ik al mentaal ingedommeld. Ondanks dat ik een enorme fantasy-fan ben (alhoewel er een heleboel elementen voor een echte fantasy ontbraken) vond ik het toch maar een doodgewoon en slaapverwekkend middeleeuws ridderverhaal met een ontknoping die je al van ver zag aankomen en waar je dan ook alleen maar gelaten zit op te wachten.
Last Legion, The (2007)
Ik verwachte me aan een entertainende kostuumfilm over Romeinen , maar na een tijdje was het eerder een Asterix en Obelix soft-actie film. Het enigste lichtpunt was de verschijning van Aishwarya Rai Bachchan. De Romeinen hadden haar beter aanbeden. Wat een goddelijk lichaam.
Voor de rest : inderdaad Bud Spencer toestanden waarbij Gothen door het luchtruim zweven waarna Mira handenwrijvend buitenkomt, een Thomas Brodie-Sangster die de hele film met dezelfde gelaatsuitdrukking rondloopt (puike prestatie op dat vlak), Kingsley die start als een prachtig neergezette raadsman/leraar/filosoof (mooie scene in begin van de film) maar langzaam evolueert naar een irritantie magier. Dat het merlijn werd was voor mij oogboldraaiend
Of de film geschiedkundig correct is , is niet aan mij besteed. Ik hoopte op een onderhoudende film , maar kreeg een flauw armtierig historisch eposje met mannen in rokken.
1,5*
Last Light, The (2014)
Ze hadden beter het licht uitgedaan vanaf het begin. Waarschijnlijk had ik dan evenveel zinnigs gezien ...
0.5*
Last Man on Earth, The (1964)
Alternatieve titel: L'Ultimo Uomo della Terra
Fijne afsluiter van het weekend. I'm Legend uit de jaren 60. Vond het eerste deel uitermate sterk. De wezens die gedurende de nacht bij Robert Morgan trachten binnen te dringen, zagen er niet angstaanjagend uit en hun doodskreten waren soms wel lachwekkend. Maar toch wist het me te boeien. En dat voor zo'n oude, gedateerde film
3.5*
Last Passenger (2013)
“Speed”, maar dan met een trein ergens in Engeland in de hoofdrol i.p.v. een stadsbus. Dat betekent dan dat er al één verrassingselement zeker en vast niet zal voorkomen, en dat is het plots uitwijken op een andere rijstrook of het inslaan van een andere weg. Deze trein legt zijn vooraf vastgelegde route af van punt A naar B. Geen mens die daar zal of kan ingrijpen. Het enigste dat er eventueel zou kunnen voorvallen is een onverwachts obstakel op de spoorbaan. Dat gebeurt dan ook exact éénmaal in "Last Passenger" waarbij de aanstormende trein zelfs niet eens dreigt te ontsporen. Met andere woorden, deze film is zo spannend als de elastiek van een langdurig gedragen onderbroek van één of andere grootmoeder. Slappe kost dus.
De trein waar Lewis en Max mee naar huis keren, wordt onverwacht gekaapt door een geschifte persoon met zelfmoordneigingen. Deze plots opduikende nieuwe bestuurder krijg je slechts in een flits te zien. Naar de aanleiding tot deze daad kan je slechts raden. Geen moment wordt dit uit de doeken gedaan. Een politieker die slecht gezind is misschien, of een vredesdemonstrant die een statement wil maken ? Geen flauw idee. Wat je als resultaat krijgt is een groepje van 6 personen die halsoverkop van het ene eind van de trein naar het andere eind hollen, op zoek naar een oplossing en een middel om de voortrazende trein tot stoppen te krijgen.
Als apotheose krijgen we dan een soort onvoorstelbaar ongeloofwaardig “Die Hard” einde waarbij Lewis een heldhaftig moment heeft waarbij hij op wonderbaarlijke manier ongeschonden blijft. Verder moet er natuurlijk niet teveel verklapt worden, anders blijft er totaal niets over van deze doorsnee lichte actie thriller.
Is er dan echt niks positiefs te vertellen over deze hapklare film ? Natuurlijk ! In de eerste plaats is het een redelijk korte film van om en bij de 97 minuten. Dus een avondvullertje voor als er niks op de buis is. En verder is de interactie tussen de zes overblijvende passagiers op een degelijke manier uitgewerkt en boeiend om de verschillende karakters in de loop van de film te leren kennen. Chirurg Lewis Shaler (Dougray Scott )is samen met zijn zoontje Max (Joshua Kaynama) onderweg naar huis met de nachttrein. Hij is een alleenstaande vader en krijgt onderweg een telefoontje dat hij zich snel moet reppen naar het hospitaal om een verkeersslachtoffer te opereren. Max stoot per ongeluk tegen Sarah Barwell (Kara Tointon) zodanig dat deze lieftallige dame haar koffie over zich morst. Dat is dan het begin van een ontluikende romance tussen Sarah en Lewis. Dat Kara Tointon een bevallige charmante verschijning is met de meest innemende glimlach ooit, is het minste wat je kan zeggen. Ze heeft zo'n uitstraling waar de meeste mannen direct voor vallen. Met andere woorden : 't is een lekker ding, die Kara. Vervolgens leren we de redelijk arrogante Jan Klimowski (Iddo Goldberg) kennen die nogal verdacht overkomt, de gedistingeerde Peter Carmichael (David Schofield) die de hele tijd belerend erbij loopt en Elaine Middleton (Lindsey Duncan) die een soort gelaten indruk geeft en alleen verwonderd zou opkijken over het hele gebeuren als ze een steek zou laten vallen bij haar breiwerk. Met dit gezelschap moeten we het stellen tot er een einde komt aan deze dolle rit.
“Last Passenger” doet een poging om een spannende actiefilm voor te stellen maar slaagt hier jammerlijk genoeg niet in. Uiteindelijk is het alleen maar een abnormale treinrit met een groep personen die noodgedwongen met elkaar opgescheept zitten en gaandeweg elkaar beter leren kennen. Kwestie van de tijd te doden tijdens een treinrit ...
2*
Last Shift (2014)
“And the commotion the next morning...
I got a glimpse into their cell.
And the bodies were gone. But...pure evil covered those walls.”
Mijn eerste gedachte na het bekijken van “Last Shift” was dat Jessica Loren toch wel een medaille verdient voor haar doorzettingsvermogen. Ik was al lang in panische angst dit verlaten politiekantoor buiten gestormd en vervolgens een welgemeende middenvinger opsteken naar Sergeant Cohen. Geen haar op mijn hoofd die er aan zou denken om daar een minuut langer te blijven. Maar ondanks alle verdachte geluiden, verschijningen en bovennatuurlijke gebeurtenissen, blijft ze trouw op post. Wil ze niet falen in haar taak waardoor ze een eventuele toetreding tot het korps wel kan vergeten ? Of wil ze niet onderdoen voor wat haar vader betekende als politieagent in het verleden ?
Ik moet wel toegeven dat het al lang geleden is dat ik zo een uitermate griezelige film heb gezien. Weliswaar is alles sober aangekleed en wordt er minimaal gebruik gemaakt van speciale effecten. Een groentje dat opgesloten zit in een kantoor dat opgedoekt wordt en buiten een verdwaalde landloper geen enkele levende ziel als gezelschap heeft. Het enige wat ze moet doen is de nacht doorkomen tot er in de morgen een poetsploeg arriveert om achtergelaten bewijsmateriaal op te ruimen. Het eindresultaat is een aaneenschakeling van angstaanjagende taferelen, huiveringwekkende geluiden en verontrustende beelden. De film slaagde er zelfs in om me een paar keer de daver op het lijf te jagen. Iets waar ik meestal totaal immuun voor ben.
Ondanks dat het overduidelijk een low-budget film is en het zich afspeelt op een beperkt actieterrein, maakte men toch uitermate goed gebruik van, weliswaar welgekende, horror-technieken om er een ellenlange griezelrit van te maken. Misschien was dit dan al een minpuntje. Het duurde iets te lang allemaal. Maar het werd uiteindelijk toch eng en creepy met een dreigende sfeer en constant onheilspellend. Vooral de geleidelijke spanningsopbouw vond ik geslaagd. Het volledige relaas wordt geduldig uitgeklaard. Alhoewel ik paranormale films zo beu ben als koude pap, werd ik toch aangenaam verrast.
Juliana Harkavy weet op een overtuigende manier de hele film te dragen. De aandacht is dan ook bijna de hele film op haar gevestigd. Zelfs het groepje geschifte duivelaanbidders die Jessica het leven zuur maken zijn maar een klein gedeelte van de tijd te bewonderen. Er werd zelfs een soortement “The Sixth Sense” moment in verwerkt met de medewerking van politieagent Ryan Price (Matt Doman). Alleen vroeg ik me af wat die clochard er eigenlijk mee te maken had. Een toevallige passant op zoek naar zijn schoenen ? Een redelijk bizar figuur die diende als opvulling. En ondanks hun kortstondig optreden waren de drie Paymon familieleden overtuigend genoeg om te concluderen dat deze familie wel uitermate gestoord was. Bloedstollende getuigenissen die niks aan de verbeelding overlieten.
Spijtig genoeg werd het einde weeral verprutst. Een ongeïnspireerde afloop die qua originaliteit zeker niet hetzelfde niveau behaalde als de rest van de film. En niveau was er wel degelijk. Zowel de opbouw en de geluidseffecten als het gemonteerde eindresultaat was uitstekend in deze psychologische terreurfilm.
3*
Last Stand, The (2013)
Arnie is back
Leuke,vermakelijke op-en-top actie met Arnold als sherrif in een godverlaten gat ergens tegen de Mexicaanse grens op weg naar zijn pensioen. Verwacht geen doordacht verhaal want het is soms lachen hoe het soms verloopt. Maar het gaat puur om de actie. Verschillende vuurgevechten, waar de kogels in overvloed rondvliegen. Waren de meeste inspecteurs maar zoals hem in de film, dan zouden de misdaden nogal snel worden opgelost.
2 Truckers in een cafe en een dode oude boer en Arnold wist onmiddelijk dat er een connectie was en dat het er nogal zou gaan stuiven
Vermakkelijke achtervolging in een maisveld dat afgesloten wordt met een heroisch gevecht ...
Voor mij prima voor een zaterdagavond.
Maar overduidelijk hoe erbarmelijk slecht het acteertalent van Schwarzie is. Hij had teveel tekst in deze film en zou zich beter beperken tot de pure actie
Ben eens benieuw of er nog films van hem gaan uitkomen !
3.5*
Last Vegas (2013)
Met zo'n sterrencast als deze zou men toch van de veronderstelling kunnen uitgaan dat dit nooit van zijn leven zou mislopen. En inderdaad, "Last Vegas" is een grappige en onderhoudende feelgood film. Het heeft enkele schater momenten maar moet het vooral hebben van de humoristische oneliners en soms toch wel hilarische situaties. Voor een keer nog eens recht door zee humor. Geen absurde situaties of platvloerse kolder. Een bende pensioengerechtigde heren die een vrijgezellenavond organiseren in Las Vegas, met alle vanzelfsprekende consequenties.
De Niro, Freeman, Douglas en Kline zijn vier klasbakken die hun strepen al lang verdiend hebben in Holywood en tonen hier weerom waartoe ze in staat zijn en om het even wat genre van film aankunnen. Toegegeven, het is soms aan de melige kant en enorm voorspelbaar. Dat Kline het blauwe pilletje niet nodig had, zag je van mijlenver aankomen. Maar ze doen het met zoveel naturelle en hebben blijkbaar ervan genoten om in deze film mee te spelen want dat straalde nu eens echt van het scherm af. De complicaties die zich voordeden waren niet bijster origineel te noemen. Dat elk van hen een beslommering meedroeg dat een gevolg is van hun gevorderde leeftijd was te verwachten.
Kline zit in een fase waarbij hij zich omringd ziet met nog oudere mensen dan zichzelf. De openingsscène in het zwembad was al een indicatie van welk niveau de film zou zijn. Een paar dijenkletsers met een baard waar Sinterklaas jaloers op zou zijn, werden hier gebruikt, maar dankzij de mimiek en intonatie van Kline bleken ze wonderwel te kloppen en kwam het hilarisch over. Freeman heeft een lichte hartaanval achter de rug en wordt overdreven bemoederd door zijn zoon waardoor hij alleen nog toelating heeft om voor de televisie te zitten en minutieus zijn pilletjes in te nemen. De Niro zit weg te kwijnen op zijn appartement na het overlijden van de liefde van zin leven en krijgt alleen nog eens occasioneel bezoek van een buurmeisje dat soep brengt (onvergetelijke conversatie tussen deze twee). Alleen Douglas zit nog goed in zijn (strakgetrokken) vel en staat op het punt te trouwen met een veel jonger iemand, wat weer aanleiding geeft tot plagende kwinkslagen van de drie boezemvrienden. Samen vormden ze "The Flatbush Four" en zijn ze al 60 jaar de allerbeste vrienden. Een vriendschap die jammerlijk verstoord werd door een misverstand, dat uiteindelijk opgelost gaat worden.
Morgan Freeman heeft me het meest verrast als Archie met zijn spitsvondige opmerkingen. Mijn favoriete scene is die waar ze zich in de nachtclub hebben binnengekocht en tussen het jong volk genieten van een Vodka Red Bull. De vertoning die Freeman hier geeft als hij uitlegt hoe hij langs de ene kant redelijk aangeschoten raakt en langs de andere kant vol energie zit, is geweldig. Ik heb zelf deze scene herhaaldelijk herbekeken omdat ik het een sterk staaltje van acteren vind en uit de reactie van zijn kompanen kan je afleiden dat er wat improvisatie bij kwam kijken. Het leek echt een komisch onderonsje tussen goede vrienden.
Ben ik blij dat ik de trailer niet heb gezien want blijkbaar zaten hier al de meeste grappige momenten in verwerkt. “Last Vegas” is een komisch drama dat eigenlijk de eeuwige vriendschap wil tonen en dat plezier maken ook nog weggelegd is voor senioren. Er zullen geen oscars uitgereikt worden voor deze prent, maar van mij krijgt het een persoonlijke nominatie als de betere komedie die ik de laatste tijd heb mogen aanschouwen. Deze steekt toch wel huizenhoog uit boven de rest van de komedies die de laatste tijd uitkwamen. De meeste daarvan waren meer om te huilen dan om te lachen. En ik hoop dat ik ook zo'n vitaliteit en levensvreugde zal hebben gelijk deze oude knarren, als ik dezelfde gezegende leeftijd bereik.
4*
Last Witch Hunter, The (2015)
“Today we both die.
I curse you with life.
To never know peace.
To walk the Earth alone for eternity.
You will never die.”
Niets leuker als een ouderwetse heksenjacht nog eens gebruiken in een doorsnee actie-fantasy film. De laatste keer dat ik nog eens een duo aan het werk zag die dit venijn in de kiem wilde smoren was in “Hansel & Gretel : Witch Hunters”. Deze laatste was ook maar een middelmatige film, waarbij de proportioneel uitgebalanceerde rondingen van Gemma Arterton bij meer enthousiasme opwekte, dan de film zelf. In “The last witchhunter” was zo’n personage niet opgenomen, maar als tegenprestatie was Vin Diesel bereid om hierin mee te spelen, zodanig dat er al een garantie was voor opgeblazen lichaamsdelen. In dit geval de spierbundels van deze brommende kleerkast.
De film moet opwarmen zoals een echte diesel. Eens dit achter de rug is, wordt er in een hogere versnelling geschakeld. Wel een iets te hoge versnelling want de film dreigt zich bij momenten te vergalopperen. De intro laat een middeleeuws gezelschap zien met ruige, bebaarde mannen die bewapend zijn met groteske, primitieve wapens. Hieronder bevindt zich Kaulder (Vin Diesel) die door de pest zijn familie is verloren. De krijgers zijn van plan om de opperheks die deze vloek heeft opgeroepen, te elimineren. Kaulder slaagt hierin. Maar voordat de opperheks sterft, vervloekt ze Kaulder tot het eeuwige leven. Flash forward naar de huidige maatschappij waarin we Kaulder furieus (tja) zien rondscheuren in een blitse sportwagen, zijn intrek heeft genomen in een peperduur penthouse waar hij klaarblijkelijk zijn lusten botviert op beeldschone dames en tussendoor op een meer modernere manier tracht de wereld te verlossen van dit ellendige ras.
Wat dan volgt is een redelijk moeilijk te volgen verhaal waarbij er een soortement complot werd gesmeed om de heksenkoningin terug tot leven te wekken en Kaulder met de medewerking van de niet zo kwaadaardige heks Chloe (Rose Leslie) dit tracht te voorkomen. Ook nog eventjes vermelden dat deze heksenjager bijgestaan wordt door iemand van een middeleeuwse orde om alles in juiste banen te leiden. Een priester die Dolan heet (Michael Caine). Wanneer deze raadsman schijnbaar vermoord wordt, springt zijn opvolger te hulp (Elijah Wood). Ja, je kan inderdaad wel stellen dat het wel een rommelig verhaal is.
Over deze doorsnee film kan je kort en bondig zijn. Het beste aan deze film zijn de soms toch wel schitterende speciale effecten. En daar is dan ook de kous mee af want de rest is echt te triest voor woorden. Ongeïnspireerd acteren (behalve dat van Rose Leslie die er wat humor in bracht) met een doodsaaie, emotieloze Diesel en een overdreven sullige Wood wiens witte coltrui me de hele film irriteerde. Die avond had ik eerder nachtmerries over dit vreselijke kledingstuk dan over akelig uitziende toverkollen. Spannend wordt het omzeggens nooit en het komt nogal ongeloofwaardig over. Diesel’s gegoochel met enkele oeroude runenstenen aan boord van een lijnvliegtuig om een storm te bedwingen, is hiervan een voorbeeld. Redelijk lachwekkend. Al bij al zie ik Vin liever verschijnen in een film zoals “xXx” zodanig dat hij zijn spierballen weer eens kan laten rollen onder begeleiding van zijn primitief gegrom. Schijnbaar is er een vervolg in de maak. Die zal ik dan toch maar magischer wijze langs me heen laten gaan.
1.5*
Late Phases (2014)
“So we suggest during the day you don’t walk by the perimeter of the woods if you’re alone.
And at night, please, stay in your house, keep the doors closed and the windows closed
until we sort this out. Okay?
Starting now.”
Het weerwolven genre is precies bezig aan een heropleving. Toegegeven, het is niet veel speciaals wat er wordt gefabriceerd op dit gebied. “Night Wolf” was abominabel slecht. “Wolves” is een mislukte poging om een commercieel tienerproduct te lanceren. En “Wer” was dan weer een originele poging om dit genre wat nieuw leven in te blazen. De eerste twee wanproducten blonken uit in vreselijke vertolkingen, belachelijke grime en het ongegeneerd exploiteren van dit subgenre met als einddoel een commercieel en winstgevende franchise te initiëren. “Wer” was dan weer een origineel concept waarbij het weerwolf-type niet beantwoorde aan de clichématige voorstellingen zoals in oudere films. “Late Phases” situeert zich er een beetje tussenin. Enerzijds geslaagd op acteervlak. Maar anderzijds is het weeral een totale mislukking als het gaat over het uitzicht van een weerwolf en het totaal gebrek aan spanning. En tenslotte is dat toch hetgeen waar ik naar uitkijk als het over een weerwolf-film gaat.
Lazarus Effect, The (2015)
“There's something
seriously wrong with that animal.
It's like it was possessed or something.”
Alweer een film waarin een beetje voor God spelen voor levensbedreigende situaties zorgt. Herinner je je “Pet Sematary” nog? En ook “The other side of the Door” toont dat het geen goed idee is om een overledene die je dierbaar is op een niet alledaagse wijze terug onder de levenden te brengen. Hetzelfde overkomt Frank (Mark Duplass) en Zoë (Olivia Wilde) in deze ondermaatse Scifi/horror. Zoë ontwikkelde een serum, “Lazarus serum” genaamd, die het mogelijk maakt om medici meer tijd te geven om hun werk te doen. Door middel van dit serum zou men overleden patiënten terug tot leven kunnen brengen. Als tijdens een proefneming op een dode hond blijkt dat niet alleen het beestje terug kwispelend rondloopt maar ook zijn cataract in ver stadium genezen is, beseffen ze dat ze iets revolutionairs hebben gefabriceerd.
Natuurlijk zie je al van ver aankomen wat er te gebeuren staat en dat het middel ook gebruikt zal worden om één van hun tot leven te brengen. In dit geval is het Zoë die door een ongelukkig voorval geëlektrocuteerd wordt. Maar niet getreurd. Zonder dralen injecteert Frank het revolutionair goedje. En voor dat je het weet zitten ze met een niet zo menselijk vrouwmens opgescheept, wiens hersenen zich in een snel tempo ontwikkelen, waardoor ze algauw beschikt over demonische en niet menselijke krachten en gaven. Tevens speelt een jeugdtrauma een voorname rol en algauw heeft Zoë de onweerstaanbare drang om iedereen te sturen naar dat plekje waar ze juist vandaan kwam. Het hiernamaals.
Ik heb geen probleem met herkauwde concepten. Alleen moet de verpakking dan wel origineler zijn en nieuwe ideeën geïntroduceerd worden. En als dit niet verwezenlijk wordt, dan verwacht ik toch dat het op zijn minst een enge, angstaanjagende horror is. Spijtig genoeg faalt het op alle vlak. Het is niet origineel en er worden geen nieuwe invalshoeken gebruikt. En echt eng kan je deze film ook niet noemen. Zelfs Zoë’s koolzwarte ogen helpen niet hierbij. Ik moet wel toegeven dat de neurochirurgische vaktaal die hier gebruikt werd, zeer geloofwaardig overkwam. Om eerlijk te zijn was dit het enige gecompliceerde in dit voor de rest redelijk onbenullig verhaal.
Dus ondanks het wetenschappelijk geneuzel en zelfs de poging om er een religieus tintje aan te geven, is deze film gewoon een flauw afkooksel van andere films waarbij het laten verrijzen van overledenen het centrale onderwerp is. Het enige waar ik heel eventjes enthousiast over werd, was de manier waarop er met Clay (Evan Peeters) en Niko (Donald Glover) afgerekend werd. Maar dat is toch teleurstellend weinig om het boeiend te maken. Clay had beter “Pet Semetary” gelezen van Stephen King in plaats van "Cujo". Dan had hij het miraculeuze tot leven brengen van Zoë zeker niet toegelaten. Of op zijn minst zich uit de voeten gemaakt. Maar ja, anderzijds was er dan ook niet deze film geweest die gelukkig ook maar 90 minuten duurt. Toch één positieve eigenschap.
2*
Learning to Drive (2014)
I never learned to cook because I thought my mother would always be there to cook for me.
And then there was half the world between us.
So I make my own food.
Your point ?
No point.
Rijlessen volgen als metafoor voor het leven. Een originele wijze om dit te belichten maar net zoals de rijlessen in het dagelijks leven, is deze film een beetje saai en herhalend. Toegegeven, je kan het leven inderdaad hiermee vergelijken. In het begin loopt er veel fout en weet je niet echt goed hoe eraan te beginnen en hoe alles te bevatten, maar met veel oefenen en ervaringen op te doen, kan je elke hindernis aan. En soms kan het dan wel eens vreselijk verkeerd aflopen met brokken als resultaat. Maar hou je het vol, volg je wijze raad op en overtreed je niet teveel regels, dan slaag je in de hele opzet. En zo kan je wel nog meer raakpunten met het gewone leven verzinnen. Maar zoals ik al zei, echt opwindend is het allemaal niet. Trouwens vraag ik me ook af waar het romantische in deze film ergens zit. Het feit dat Wendy (Patricia Clarkson) een scheiding doormaakt en Darwan (Ben Kingsley) een bruid toegeschoven krijgt die hij van haar noch pluim kent, is niet bepaald mijn beeld over romantiek. En een echte komedie was het nu ook weer niet op een paar ludieke momenten na. Het was eerder allemaal tragisch. En toch was het een film die ik moeiteloos kon uitkijken. En dat door de sublieme vertolkingen.
Inhoudelijk is het dus niet echt speciaal. Meermaals werd het onderwerp al gebruikt waarbij twee vreemden, die qua karakter totaal verschillen, op een spontane manier elkaar ontmoeten en vervolgens een onverwachte steun zijn voor elkaar zodanig dat ze doorheen een moeilijke periode geraken. Zo ook de boekrecensent Wendy en de instructeur Darwan. Wendy is de emotioneel gekwetste, deftige dame die vanwege haar beroep een afgebakend territorium rond zichzelf heeft vastgelegd waar zowel haar echtgenoot als dochter niet zijn toegelaten. Als gevolg neemt Ted (Jake Webber) van de ene op de andere dag zijn biezen en neemt zijn intrek bij zijn maîtresse (een schrijfsters wiens boeken ook geprezen worden door Wendy). Darwan is een Sikh, die naast rij-instructeur ook nog eens taxichauffeur is. Een traditioneel persoon die het als zijn levenswerk ziet om ervoor te zorgen dat Wendy haar rijbewijs haalt. Geduldig en vol wijze raadgevingen laveert hij haar zelfs over een brug. Hij lijkt eerder een psychiater met een instructiewagen als relaxerende zetel.
Clarkson en Kingsley vormen samen een bont duo. Een mengeling van culturen. Clarkson, die ik ook in “October Gale” de hoofdrol voor haar rekening nam, is een charmante dame die ik al te graag wel eens wil zien schitteren in een film samen met Helen Mirren. Haar uitstraling en emoties kwamen oprecht over. Daartegenover staat dan de kalmte en geduldigheid die Kingsley toont. Een gedistingeerd en waardig personage. Het acteren van de beide hoofdpersonages zorgen ervoor dat dit schijnbaar niemendalletje toch nog genietbaar werd.
Uiteindelijk is “Learning to drive” een teder en aandoenlijke film vol symboliek. Het mist echter een beetje energie en kabbelt een beetje te rustig voort. Een beetje zoals Wendy zich door het verkeer navigeert. Het moet niet altijd suspense en een knalfestijn zijn. En dankzij de topprestaties van de twee briljante hoofdacteurs was deze film toch nog genietbaar en een plezier om te kijken. Voor mij was het geslaagd.
3*
Legend (2015)
“Come to Philadelphia! You see a nice girl, we'll get her for you!
I prefer boys. Italians, sometimes Greek, but I am not prejudiced. “
“Legend” zal zeker niet de geschiedenis ingaan als een briljante gangsterfilm. Het kan zeker niet vergeleken worden met een gangsterepos zoals “The Godfather” of “The untouchables”. Deze verfilming met de beruchte Kray tweelingbroers in de hoofdrol heeft wel een enorm geslaagde retro-look meegekregen en toont hoe de broers hun zakelijk imperium opbouwden vol glamour en geweld. En hoe dit imperium geleidelijk aan afbrokkelde. Enerzijds doordat ze constant in de gaten gehouden werden door de autoriteiten en anderzijds door het psychotische gedrag van één van de broers. Het summum wat deze film te bieden heeft, is de acteerprestatie van Tom Hardy. Het lijkt wel op een revanche na “Mad Max : Fury road” waar hij fungeerde als weerloze bloeddonor en moeiteloos weggespeeld werd door Charlize Theron. “Ik ga iedereen eens laten zien uit welk hout ik gesneden ben” zal hij gedacht hebben en dus vertolkt hij hier zomaar eventjes de voltallige tweeling.
Het was pas na een tijdje dat ik ineens besefte dat ik naar één en dezelfde persoon aan het kijken was. Zo griezelig verschillend zijn de twee hoofdpersonages. Niet alleen op fysiek gebied. Ron heeft bolle wangen, een ziekenkasbrilletje en een afhangende onderlip waardoor bij woede-uitbarstingen het speeksel alle kanten uitvliegt. Reggie is het meer afgeborstelde, intelligente type. Maar ook de persoonlijkheidsverschillen zijn magistraal gespeeld. Reggie is het meesterbrein achter de hele operatie die zowel een charmante als een meedogenloze zijde bezit. Maar vooral zijn bezorgde houding tegenover zijn broer speelt in zijn nadeel. Ron is het onberekenbare deel van de tweeling. Een nogal opvliegend karakter die zichzelf zou moeten temperen mits inname van medicatie. De meeste aandacht gaat naar de moeilijke relatie tussen de beide broers. Een verbazingwekkend staaltje acteerkunst.
Verwacht je niet aan veel gewelddadige scenes. Er is slechts het incident in een lokale pub met een rivaliserende bende waarbij de broertjes hun harde aanpak eventjes demonstreren. Wees er maar zeker van dat er naderhand enkele met pijnlijke knieschijven rondlopen. De rest wordt opgevuld met het bekende “politieman probeert crimineel in te rekenen zonder veel succes”, korte verblijven in de gevangenis, een langzaam openbloeiende relatie die gedoemd is om te falen en het ineenstorten van het Kray-rijk door de fratsen van de geschifte broer. Verder alle lof voor de decors en de authenticiteit die je te zien krijgt. Het oude Londen uit de jaren 60 herleeft terug in deze film. De soundtrack paste er perfect bij. En verder zit er heel wat verdoken humor in deze film.
Legendarisch is deze film niet te noemen. Het is een mengelmoes van verschillende verhaallijnen. Het reilen en zeilen van een gangster duo die de onderwereld van Londen stevig in hun greep houden. Connecties met de Amerikaanse maffia wordt onderhouden om een heel witwascircuit op te bouwen. De charismatische broer start een relatie met de lieftallige Frances (Emily Browning) die erop hoopt dat Reggie zijn gangsterpraktijken laat varen. De wig die geslagen wordt tussen de twee broers door Frances, wordt maar slecht verteerd door Ron, die hierop totaal schizofreen reageert. Grootste obstakel waren de dialogen die gevoerd werden in een redelijk zwaar Engels dialect. Vooral de in zichzelf mompelende Ron was moeilijk verstaanbaar. Het enige legendarische aan “Legend” is de wereldprestatie die Tom Hardy levert.
3*
Legend of Hercules, The (2014)
“I declare to you that I love another; he’s the reason I want to wake up in the morning, embrace the day, if your sword wound him and his face was unrecognizable to me, I will love him. If his tongue was cut from his throat, and I hadn’t his voice to delight me, I would love him. And if you make only a memory of him, I would love him even more eternally. That’s what you have to look forward to”.
“The Legend of Hercules” heeft nu eens in de verste verte niks te maken met die legende van Hercules (Of Herakles zoals de Grieken hem noemen) zoals we die kennen uit de Griekse Mythologie. Ik kan me nog herinneren dat ik als klein jongetje naar de plaatselijke bibliotheek ging en terug thuis kwam met een prentenboek over de 12 werken van Hercules. Deze prentenboek was zo reusachtige, dat als ik deze aan het bewonderen was, niemand mij nog kon zien zitten. En daarin zag ik Hercules een leeuw van Nemea en de veelkoppige slang Hydra verslaan, een Erymantisch zwijn vangen, de stallen van Augius schoonmaken met behulp van een rivier,de vleesetende paarden van Diomedes ophalen en de hellehond Cerberus uit de onderwereld ontvoeren. Heroïsche heldendaden die me toen tot de verbeelding spraken. En nu nog trouwens. Maar daarvan is in deze Griekse tragedie (triestige bedoening dus) niet veel te merken.
Uiteindelijk is het een zielig samenraapsel van thema's uit verschillende films. Een klein beetje uit "Pompeii" waarin ook sprake was over een verboden liefde tussen een prinses en een slaaf die moest aantreden als gladiator op de spelen in Pompeii. De vechtscènes waren een zwak afkooksel van "300 : Rise of an Empire" en "300" zelf. Vooral door het gebruik van slow motion effecten. Een vergelijking met “Gladiator” is ook niet ver af. En het einde heeft dan veel weg van een kindermatinee op zaterdagmiddag waarbij tekenfilms van mythologische superhelden zoals “He-Man : Masters of the Universe” eindeloos worden getoond. Flauw, inspiratieloos en weinig legendarisch. Het enige indrukwekkende in deze film was de borstkast van Kellan Lutz, die Hercules vertolkt. Misschien kan dit wel indruk maken bij tiener trienen die zich vergapen aan het gespierde mannelijk vlees. Op mij maakte het minder indruk dan een lekker knapperig gebakken piepkuikentje op mijn bord tijdens het middagmaal.
In 1200BC valt koning Amphitryon het koninkrijk Argos aan. Het komt tot een gevecht tussen hem en zijn rivaal koning Galenus. Na zijn overwinning op Galenus wordt het koninkrijk Argos geannexeerd en Amphitryon draagt deze overwinning op aan zijn vrouw Alcmene. Alcmene is echter verontwaardigd over de dorst naar macht die haar man uitstraalt. Die avond vraagt ze Hera, de vrouw van Zeus, voor hulp. Hera verschijnt uiteindelijk en voorspeld dat ze een zoon zal baren van Zeus. Hercules (Zijn vader noemt hem echter Alcides) wordt geboren. Na 20 jaar is Hercules uitgegroeid tot een knappe gespierde jongeman die verliefd is op de lieftallige Hebe. Op het moment dat ze het nieuws krijgen dat Hebe uitgehuwelijkt zal worden aan Iphicles, de oudere broer van Hercules, proberen de twee te vluchten. Ze worden echter gegrepen en Hercules wordt door zijn vader op een strafexpeditie gestuurd naar Egypte, hopend dat hij het er niet levend vanaf zal brengen. Uiteindelijk blijkt het een opgezet plan te zijn, waarbij het regiment in een valstrik lopen en Hercules en de trouwe Sotiris overblijven. Ze worden verkocht als slaven om te vechten als gladiatoren. Hercules doet er nu alles aan om bij de derde maan terug te keren naar Tires om het huwelijk tussen zijn oudere broer en zijn geliefde Hebe tegen te houden.
Qua originaliteit zal dit verhaal niet snel ergens een prijs wegkapen. Qua SE’s is het ook al niet veel soeps. Het gevecht dat Hercules aangaat met een leeuw in het begin van de film ziet er voor een aantal seconden veelbelovend uit, maar de geanimeerde leeuw heeft hetzelfde uitzicht als de gecomputeriseerde beelden uit "Jumanji" van 1985. Niet echt een vooruitgang dus. De gladiatorgevechten konden me toch een beetje bekoren. Maar toch was het een enorme teleurstelling uiteindelijk. Het gevecht dat Hercules moest aangaan met 6 nog nooit verslagen gladiatoren was iets waar ik naar uitkeek. Maar het was precies alsof Zeus himself zich er mee ging bemoeien, want op dat moment brak er bij ons een onweer uit. Bij de eerste bliksemschicht werd ik eventjes afgeleid, waarna ik het hele gedoe terug moest spoelen want het fantastische heroïsche gevecht was al achter de rug. Ook nog eens vermelden dat diegenen die niet echt goed tegen bloed kunnen, zich niet al te veel zorgen moeten maken, want daar is nu eens in deze film geen spatje van te zien. Volgens mij zaten ze door hun voorraad nepbloed na het maken van “300 : Rise of an Empire”.
Nog enkele dingen waar ik over moest gniffelen of me over ergerde. Volgens mij was Amphitryon redelijk slechtziend of verblind door woede. De avond dat Zeus op bezoek komt bij Alcmene om Hercules te verwekken (wat met redelijk veel wind gepaard gaat en me deed denken aan “The Entity”), betrapt hij zijn vrouw bij deze bovennatuurlijke daad. En ondanks dat het over een grote lege slaapruimte gaat , waarbij je bijna onmogelijk ongezien zou kunnen wegglippen, geeft Amphitryon toch orders om op zoek te gaan naar de onbekende persoon. Als je afgaat op de uitleg van Alcmene was deze bevruchting ook niet niks : “Zeus came into my bed and blasted me with his seed to spawn a son to end your reign.”
Op het moment dat Hercules en Hebe elkaar terug ontmoeten bij het meertje kreeg ik algauw een deja vu gevoel door die rondvliegende pluisjes. Ook iets waarover ik me ergerde tijdens “300 : Rise of an Empire”. En het eindgevecht met het bliksemende zwaard, waarbij honderden soldaten werden neergebliksemd, en het daaropvolgend gevecht dat Hercules met zijn vader uitvocht, was een beetje bij de haren getrokken. Het leek wel zo’n Jean-Claude Vandamme scenario, waarbij de held eerst eens wat moet incasseren voordat hij de overwinning opeist.
De vertolkingen zijn ook redelijk beperkt en nietszeggend. Kellan Lutz ziet er schrikbarend gespierd uit en Scott Adkins ziet er eerder een triestig rondkijkende koning uit i.p.v. een vreeswekkende heerser. Misschien komt het door de overdosis aan sandalenfilms de laatste tijd waardoor ik niet zo onder de indruk was van deze “Hercules”-remake. Het enigste wow-gevoel had ik bij de openingsscene waarbij de camera opduikt uit het water, over een slagveld met aanstormende soldaten zwiert en dan tussen de verdedigende boogschutters doorzwiept . Een schitterend moment. Maar dit niveau werd niet de hele film aangehouden. De rest is een opeenstapeling van oudbakken en zoutloze situaties. Hopelijk is “Hercules” met Dwayne Johnson, die in de loop van dit jaar uitkomt, van een ander kaliber.
1*
Legend of Tarzan, The (2016)
“Bring it to me.
Bring him to me.
And you shall have your diamonds.”
Als kleine knaap mocht ik wel eens in de winkel een stripverhaal uitkiezen van mijn moeder. Dan koos ik steevast voor zo’n tot de verbeelding sprekend stripverhaal van Tarzan. De heerser over de jungle die zich verplaatste via lianen en heerste over zijn wilde medebewoners in de jungle. Ook die films uit de oude doos met Johnny Weissmuller konden me bekoren. Weismuller was vergeleken met de Tarzan uit deze film wel indrukwekkender. En dan bedoel ik op het gebied van borstomvang en ontwikkelde biceps en triceps. Deze Tarzan lijkt een maatje kleiner en had zich al aangepast aan de moderne maatschappij. Geen “Me tarzan. You Jane” toestanden dus. Nee, deze Tarzan luistert liever naar de naam John Clayton (Alexander Skarsgard). Een gedistingeerde Engelse heer die statig op zijn twee benen rondloopt en welbespraakt zijn medemensen te woord staat. Beschaafd met andere woorden.
Maar dat is dan buiten Leon Rom (Christoph Waltz) gerekend die Afrika afschuimt op zoek naar waardevolle diamanten om de expansiedrang van de Belgische koning Leopold II te kunnen bekostigen. Rom is een vastberaden globetrotter die voor niets terugdeinst en over lijken gaat als hij daarmee zijn doel kan bereiken. Het obstakel tussen hem en de waardevolle diamanten is Chief Mbonga (Djimon Hounsou) die maar één wens vervult wil zien in ruil voor de diamanten. En dat is dat Tarzan aan hem wordt overgeleverd. Tijd dus voor Rom om geslepen plannen te smeden en de heer van de jungle op een pientere wijze naar het donkere Afrikaanse continent te lokken. Dat deze joelende junglebewoner het gezelschap van zijn lieftallige vrouw Jane (Margot “Focus” Robbie) moet dulden, is een bijkomende kopzorg.
Is “The Legend of Tarzan” een slechte film? Neen, niet echt. Maar het is dan ook weer geen bovenste beste film. Het ziet er soms een beetje gedateerd uit. Ook al wordt Tarzan in een totaal andere tijdsgeest geplaatst en is zijn houding ten aanzien van de inboorlingen in Afrika niet autoritair te noemen. En zelfs Jane is niet meer zo’n teergevoelig blondje die gillend het oerwoud uit rent op het moment dat het eerste minuscule wilde dier zich laat zien. Uiteindelijk ontplooit de film zich als een doorsnee Tarzan verhaal waarbij de schrik van de jungle zijn vrouwtje moet zien te redden uit de handen van de slechteriken. Zo ging het eraan toe in de stripverhalen en de oudere films. Dus zo legendarisch is het allemaal niet meer.
Dat Tarzan er niet echt uitziet alsof hij probleemloos de oerkracht van de Mangani kan weerstaan en eigenlijk onder de mokerslagen van zo’n belager niet zou misstaan als vloerkleed in één of andere hut in de brousse, kon ik nog door de vingers zien. Het gaat tenslotte om een legende. Een onaantastbare en onoverwinnelijke superheld wiens status iconische proporties heeft aangenomen. Dat deze groep gorilla’s er niet overtuigend uitzagen, viel me het meeste op. Vergeleken met “The Jungle Book” zag de CGI van de wilde dieren er somtijds echt belabberd uit. Die troep struisvogels die zich “Jurassic Park”-gewijs voortbewogen, zagen er dan wel weer schitterend uit. Waar mijn rationeel verstand niet bij kon, was de manier waarop de achtervolging werd ingezet op de voortsnellende trein met behulp van lianen. Welk ingenieus systeem hierachter zat, kon ik niet direct uitmaken. Maar het zag er toch wel echt belachelijk uit.
Voor een gezellige filmavond is “The legend of tarzan” geschikt materiaal. Er zit voldoende actie in verwerkt. En Samuel L. Jackson zorgt weeral voor de komische noot. Margot Robbie ziet er weer adembenemend uit als de “vrouwe in nood”. En de confrontatie tussen Tarzan en de stam van Mbonga was schitterend tot op het moment dat de gedigitaliseerde gorilla’s zich ermee bemoeien. De makkelijkste rol was weggelegd voor Waltz. Die moest gewoon zich zelve weeral spelen. Een groot acteur, maar ik zie geen afwisseling. Maar ondanks alles is en blijft Tarzan een levendige legende.
2.5*
Leggenda del Pianista sull'Oceano, La (1998)
Alternatieve titel: The Legend of 1900
“You're never really done for, as long as you've got a good story and someone to tell it to.”
Er zijn zo van die films die, ondanks dat ze zo ellendig lang duren, je niet snel gaan vervelen. Er zijn echter ook films die een reguliere tijdsduur hebben waar je je stierlijk bij verveelt. Bij de eerste categorie reken ik “The Lord of the Rings”, ”The Wolf of Wall Street” en “The Shawshank Redemption”. Deze “The Legend of 1900” of “La leggenda del pianista sull’oceano” mag je met zijn 165 minuten daar gerust aan toevoegen, want dit is dus een adembenemend en boeiend meesterwerk. Een muzikale ontdekkingsreis samengevat in een sprookjesachtige vertelling die je bij je strot grijpt in het begin en je pas loslaat als de aftiteling begint. Ik ben niet echt een Jazz liefhebber of piano recitals specialist, maar het wekte wel mijn muzikale nieuwsgierigheid. Alhoewel je soms het gevoel hebt dat je een muzikale opvoeding krijgt en eigenlijk continue naar virtuoos pianospel ligt te kijken zoals in “Grand Piano”, is er wel een groot verschil met deze laatste. En dat is het feit dat het je niet begint te vervelen, dat je geïntrigeerd blijft verder kijken om te zien hoe het nu verder afloopt en je geen tandenstokers nodig hebt om je dichtvallende ogen omhoog te houden. Het is wel geen recente film, maar er was iemand die zo de loftrompet stak over deze film dat ik hem perse moest zien.
Het hele verhaal is verteld vanuit het perspectief van Max Tooney (Pruitt Taylor Vince) die jaren als brass trompettist samen met een legendarische pianist speelde in een orkest op het luxeschip The Virginian. Die legendarische pianist was iemand die ooit als zoon van arme immigranten te vondeling gelegd werd in het departement van de rijkere passagiers, waarschijnlijk om zijn toekomst te verzekeren, maar uiteindelijk ontdekt en geadopteerd wordt door Danny Boodmann (Bill Nunn), een stoker uit de machineruimte. De jonge snaak kreeg de naam Danny Boodmann T.D. Lemon Nineteen Hundred. Oftewel gewoonweg 1900, zijn geboortejaar. Om geen problemen te krijgen met bepaalde instanties, leeft 1900 diep in het ruim van dit cruiseschip tot op de dag dat Danny sterft. Dan is hij ineens onvindbaar. Tot hij op een nacht weer verschijnt, zittend achter een piano, en een wonderbaarlijk pianospel ten gehore brengt. Hij groeit uit tot de meest virtuoze fabelachtige pianist ter wereld die echter niet de moed heeft om voet aan wal te zetten.
“The Legend of 1900” werd geregisseerd door Giuseppe Tornatore en is gebaseerd op de theatermonoloog Novecento van de schrijver,muziekcriticus,saxofonist en gelegenheidsacteur Alessandro Baricco. Globaal gezien zag ik drie grote hoofdstukken in deze film. Het eerste deel kan omschreven worden als “Oliver Twist on The Titanic”. Dezelfde sfeer en omkadering zoals in Titanic, maar dan zonder een ijsberg in de hoofdrol waardoor de oversteek naar Amerika zonder problemen voltooid werd en men het Vrijheidsbeeld ongeschonden kon aanschouwen. Een soort Walt Disney-achtig gedeelte waarbij op een amusante manier de eerste levensjaren van 1900 worden verteld. Het tweede gedeelte is het ruimste en muzikaalste gedeelte. Een aaneenschakeling van muzikale intermezzo’s inclusief het pianoduel tegen Jelly Roll, “The man who invented Jazz” zoals mensen beweerden, en 1900. Ennio Morricone verzorgde de muzikale omlijsting. Dan weet je dus dat dit gegarandeerd meesterlijke muziekstukjes zullen zijn die bijblijven. Het derde deel is het meest filosofische en tragikomisch gedeelte. De poging die Max onderneemt om 1900 zover te krijgen om het oude,te slopen cruiseschip te verlaten. Drie in elkaar overlopende gedeeltes waarbij in het begin het heden en verleden door elkaar vloeien d.m.v. flashbacks. Een innemende, komische en ontroerende film die blijft boeien en verwonderen.
Tim roth , die ik onlangs nog zag schitteren in ‘Broken’ en daarlangs een indrukwekkend palmares op zijn naam heeft staan, neemt de hoofdrol als de volwassen 1900 voor zijn rekening. Ik vind hem een pracht acteur die precies een aangeboren kalmte uitstraalt, afgewisseld met een intrieste melancholische houding en blik. De kinderlijke verwondering over alledaagse dingen en de wereldvreemdheid worden door hem op een ongecompliceerde en ongekunstelde manier uitgebeeld. Hij lijkt een bescheiden,timide en overvriendelijk persoon, tot hij een welgemeend “asshole” gebruikt. Een pianist die zijn emoties en de geobserveerde karaktertrekken van medemensen in zijn pianospel gebruikt en eigenlijk alleen leeft voor zijn muziek. Een schitterend moment was de opname door een platenfirma, die hem wereldberoemd en steenrijk zouden maken, waarbij de toon en sfeer van zijn pianospel langzaam overgaat naar heel intieme klankkleuren louter en alleen door het verschijnen van een lieftallige dame. Zelfs de diep filosofische redeneringen klonken aanvaardbaar, ondanks dat 1900 geen academische opleiding heeft genoten. Een simplistische explicatie over zijn gemoedstoestand en angst voor het onbekende.
Pruitt Taylor Vince neemt de rol van Max, de eenzame muzikant die zijn instrument genoodzaakt is te verkopen, voor zijn rekening. Hij was niet zo echt bekend voor mij. Als ik zijn biografie dan lees blijkt hij nogal furore gemaakt te hebben in de jaren 80-90 waarbij hij een Emmy won voor zijn rollen in “Murder One : Diary of a Serial Killer” en schitterde in “Mississippi Burning”,”Jacob’s Ladder” en “Heavy”. Uiteindelijk is hij na “The Legend of 1900” dan toch wel een beetje in de vergetelheid geraakt en heeft hij alleen kleine bijrolletjes gespeeld zoals in “Beautiful Creatures”,”Homefront” en “13 Sins”. Zo klein waarschijnlijk dat ik hem zelfs niet meer kan herinneren. Al bij al vond ik hem hier wel in passen ondanks dat er soms wel sprake was van overacting en hij niet echt synchroon (om niet te zeggen “volkomen tegen de fysica ingaand”) heen en weer liep te zwalpen tijdens de storm. Deze stormachtige scène kwam bij mij nogal te dramatisch en slapstick-achtig over, met het voorwenden van zeeziek zijn en de heen en weer slingerende bewegingen tot en met de walsende dans zittend achter de piano.
Ondanks dat deze film zich hier voor leent, is het toch geen groots overdreven Hollywood spektakel geworden waarbij men er niet aan zou kunnen weerstaan om overmatig sentimenteel gekwijl en overdreven actierijke breedhoek effecten te gebruiken. Het komt somtijds wel overweldigend en indrukwekkend over. Het moment waarop iemand het Vrijheidsbeeld in het vizier krijgt en het hele schip zakdoekzwaaiend en joelend zich overgeeft aan een intense vreugde (terwijl de gegoede klasse het houdt op een beleefd ingetogen applausje) is bij de eerste keer een kippenvel bezorgend moment. Na de zoveelste keer is het echter, ondanks de toch geslaagde komische benadering dan, te veel van het goede. Ook het piano duel was een hoogtepunt waarbij het onomstotelijk vaststond dat 1900 op dusdanige manier speelde dat het wel leek alsof hij met 4 handen speelde. Maar toch had ik op een bepaald moment een verzadigingspunt bereikt. Schitterend duel en schitterende expressies, maar toch wel overdreven lang . Maar deze minuscule bedenkingen wegen niet op tegen de grootsheid van deze film.
4.5*
Let It Snow (2019)
Snow can make a difference!
Especially on Christmas Eve.
And sometimes it's not just the eve of Christmas,
it's the eve of everything,
of the rest of your life.
Kerstmis. Dat is de periode dat iedereen weer vrolijkgezind is. Familiereünies. Een bruingebakken kalkoen met een verfijnde vulling die door het engste gaatje werd geperst. Kerstbomen vol fonkelende kerstballen, engelenhaar en zachtgele LED-lampjes. Om de haverklap wordt er een kerstliedje de ether in gelanceerd. Kerstcadeautjes stapelen zich op. En iedereen hoopt dat op deze christelijke feestdag het firmament zich vult met zwangere sneeuwwolken die het aardoppervlak bedekt met een zacht, donzig sneeuwtapijt. Ik word er zowaar lyrisch van. Spijtig genoeg is dit niet overal het geval. Als je een gematigd zeeklimaat hebt, zoals in België, dan is het met de kerst eerder druilerig en herfstachtig. En een bijkomend fenomeen zijn de welbekende kerstfilms die men dan van onder het stof haalt. Op Twitter komt dan de jaarlijks terugkerende vraag “Wat is de ultieme kerstfilm?” weer razendsnel voorbij geflitst. Spijtig genoeg zal “Let it snow” niet vaak worden vermeld.
Als je, net zoals ik, een grondige hekel hebt aan “Love actually”, dan zou ik deze jongeren-versie zeker mijden. “Love actually” is nu echt zo’n typische film die tijdens de kerstdagen tot vervelens toe op verschillende televisiezenders getoond wordt. Misschien zorgt de film bij sommigen voor extra magie tijdens deze winterse feestdagen. Bij mij zorgt het voor een extreme vorm van racekak telkens ik die grijns van Hugh Grant op het scherm zie. En “Let it snow” gebruikt hetzelfde concept als deze laatste film. Een verstrengeling van verschillende verhaallijnen die dan samenkomen in een extatisch crescendo. Alleen zijn de hoofdrolspelers nu allemaal tieners. Elk met hun eigen liefdesleven-gerelateerde issues. De film is dan ook gebaseerd op een populair winterboek waarin drie auteurs een kortverhaal brengen.
Spijtig genoeg had ik na enkele minuten al door dat ik niet echt behoor tot het doelpubliek. Niet dat ik me stierlijk verveeld heb. Uiteindelijk volgen de verhalen het stramien van een triljoen andere rom-com verhalen. Allen bewandelen ze het befaamde spreekwoordelijk pad van de liefde vol valkuilen, struikelblokken en obstakels. En aan de meet is alles koek en ei, peis en vree en stijgt het liefdesgevoel met enkele graden Celsius. Kortom, het is zo voorspelbaar als een verhaaltje van Wickie de Viking. Een ultieme feel-good film dus waar tienerachtige bakvissen eens meelevend bij zullen zuchten en kreunen terwijl ze met grote kalverogen naar het scherm kijken en zien hoe de koppeltjes elkaar innig besnuffelen en knuffelen. Tja, mijn besnuffel-periode ligt ver achter mij. Vandaar.
Meest positieve in deze film zijn de deelnemende acteurs. De meeste ken ik wel niet, want ik ben niet zo’n een aanhanger van Netflix series. Alleen Julie (Isabela Merced) herkende ik direct (Ja hoor, “Dora and the Lost City of Gold” heb ik nog onlangs gekeken met mijn twee deugnieten). Zij heeft dan ook toevallig de meest bevallige en overtuigende rol toebedeelt gekregen. De wijze waarop ze de verantwoorde Julie neerzet is bewonderenswaardig. Het is de meest aandoenlijke en triestige rol in het hele verhaal. Zelfs het popidool Stuart (Shameik Moore) kon ik appreciëren. Hij paste dan weer wonderwel bij de lieftallige, snoezige Julie als de eenzame, door roem geteisterde zanger die de kerst eenzaam en alleen doorbrengt op een hotelkamertje. Tristesse alom. Ook al zal hij zich wentelen in alle luxe die hij zich kan veroorloven. Ook de rol van Tobin (de voor mij onbekende Mitchell Hope) vond ik geslaagd. Maar enkel en alleen omdat zijn humor en timide houding perfect paste in deze stroperige film. En ook hier wisten ze de perfecte gezellin te vinden in de vorm van The Duke (Kiernan “The Silence” Shipka). Meest grappige personage was die van Jacob “Spider-man: Homecoming & Far from home” Batalon als de hyperkinetische Keon.
Gooi er nog een lesbisch meisje bij met liefdesperikelen en een vriendin die niet haar beste dag heeft, en je hebt alle cliché-typetjes die een film als “Let it snow” nodig heeft. Laat iedereen vervolgens de gehele film worstelen met zijn emoties en brei er tenslotte een happy-end aan vast. Niet mijn meug, maar wie ben ik om daarover te klagen. ’t Is tenslotte een kerstfilm. En moet een kerstfilm niet over geluk en liefde gaan? Ook al druipt de meligheid er vanaf en is het zo suikerzoet dat een spontane buikkramp opkomt. Ik gun het de romantische zielen. Dus koppeltjes dezer aarde, verenigt u en ga deze film massaal kijken. Het is jullie gegund. Op naar de volgende film dan maar weer!
2*
Let's Be Evil (2016)
“The past can define our future.
But I won’t let it.”
De openingsscène van deze sci-fi horror was veelbelovend. Beter zelfs, het was een momentopname dat direct mijn aandacht trok. Een subliem en fascinerend tafereel waarna ik me knus in mijn zetel nestelde in afwachting van iets verrassends. Ik was er direct van overtuigd dat dit een dijk van een film was. Wat had je anders verwacht? Met zo’n hoge score op IMDb kan het al helemaal niet fout gaan. Het bevroren beeld van een verweesd kijkend meisje besmeurd met bloed gaat naadloos over in een duidingsprogramma waar we het zwartgallige beeld van een generatie zonder toekomstperspectieven voorgeschoteld krijgen. Het onderwijssysteem moet aangepakt worden zodanig dat een nieuwe generatie intelligente jongeren het daglicht zien en niet een generatie hopeloze, obese jeugdigen. De beelden zagen er futuristisch uit met een gepast grafisch design. En dan wordt de flashy als een google glass uitziende bril geïntroduceerd. Een gadget waardoorheen we het hele gebeuren zullen zien tijdens de rest van de film.
Nog maar recent heb ik “Jeruzalem” gezien waar er ook gebruik gemaakt werd van zo’n bril. Een ontgoochelende film waarbij ik alleen enthousiast was over het gebruik van dit hoogtechnologisch apparaat. Spijtig genoeg was dit facet van “Let’s be evil” voor mij een eerder storend element. Erger nog. Het begon me dusdanig de keel uit te hangen dat ik er eigenlijk al halverwege de brui aan wou geven. De krakkemikkige soundtrack was misschien al een voorteken. Geef toe. Als je een futuristische film wilt maken, moet je niet met van die oudbakken Jean-Michelle Jarre polyfonische geluidjes komen aandraven. Het leek wel alsof ik zo’n derderangs SF uit de jaren 80 aan het kijken was. Spijtig genoeg bleef het niet alleen bij deze storende elementen. Bij de eindgeneriek was mijn eindconclusie dat dit wellicht het slechtste was wat ik dit jaar voor ogen heb gekregen.
Allereerst het algehele beeld dat je te zien krijgt het grootste deel van de film. Dat het zich afspeelt in een virtuele omgeving (die de drie geselecteerde kandidaten alleen te zien kregen door gebruik te maken van de bril) is in eerste instantie een opwindende en interessante manier van beeldvorming. Het ziet er allemaal wel tof en gekend uit (zeker voor diegenen die wel eens achter een scherm plaatsnemen om zich te amuseren met één of ander PC-spel) maar heeft wel één groot nadeel. Na een half uur wazige, rondslingerende beelden, begin je er toch stilaan een hekel aan te hebben. Grootste voordeel is dat een niet zo talentrijke cameraman met omzeggens geen enkele ervaring er mee wegkomt als er eens een wazig, onscherp fragment tussen zit. Combineer dit met een duister ondergrondse bunker waar de verlichting bestaat uit pulserende verlichting in allerhande kleuren en het op de zenuwen werkend geheel is compleet. Het leek wel alsof het hele verhaal zich in een betonnen duikboot afspeelde.
Vervolgens zijn er de actoren die op basis van onbekende vereisten aangenomen werden om mee te werken aan dit "Posterity Project". Als je afgaat op de gevoerde conversaties, was het intelligentieniveau die vooropgesteld werd om deze job uit te voeren niet bijster hoog. Hun uiteindelijke functie is het observeren van de groep tieners die ook in deze ondergrondse faciliteit aanwezig zijn (en hun dagen doorbrengen door in het luchtledige rond te zwaaien) en indien nodig af en toe zo’n verdwaalde tiener terug te begeleiden naar de groep. Niet bepaald intrigerend en spannend. Dat de groep kinderen naderhand een soort artificiële opstand organiseren waarbij ze op een onbegrijpelijk manier het elektronische systeem manipuleren was de start van een verwarrende afloop en naderhand bekeken belachelijke ontknoping.
Tot slot datgene wat me het meest frustreerde. Ik had geen idee welke thema deze film zou aansnijden en bij de afsluiting wist ik dit nog steeds niet. Misschien speelt de ouderdom een beetje mee en sluipt er een lichte vorm van dementie mijn systeem binnen, maar ik kreeg er kop noch staart aan. Wat had de begingeneriek nu in godsnaam te maken met de rest van de film. En dat einde was ook niet bepaald een opheldering. Dat het weeral een subtiele manier was om de gevaren van technologieën en de manier waarop ze verstrengeld raken in ons dagelijks leven aan te duiden, was overduidelijk. Maar uiteindelijk stelde ik me toch een reeks vragen over het gebeuren. Zo af en toe lust ik ook wel eens een gesofisticeerde film met een niet zo eenvoudige verhaallijn. Maar dit is dan toch een niveau te hoog voor mij blijkbaar. Ik stel toch voor dat de makers van de IMDb website hun algoritmen eens nakijken, want de score die daar staat voor “Let’s be Evil” is totaal irrationeel. Of hebben de makers van deze film artificieel ingegrepen? Spooky!
0.5*
Level 16 (2018)
Each hall has its top girl
and in this hall it's me.
“Level 16” is echt wel een originele film. Misschien redelijk minimalistisch en beperkt wat betreft verhaallijn, maar groots wat betreft de ontknoping. Het moment dat de gehele opzet duidelijk wordt, voelt het allemaal nogal luguber aan. De impact op je gevoel is immens als de ware aard van het meisjesinternaat bekend wordt gemaakt. Level 16 is het laatste stadium dat de meisjes kunnen bereiken in een kleurloos gebouw van Vestalis. Het laatste level voordat ze kans krijgen om geadopteerd te worden. En als voorbereiding op die heugelijke dag worden de meisjes gedrild als militairen. Hun wordt voorgehouden dat meisjes rein zijn, attent en plichtsgetrouw. De meisjes van de Vestalis Academie moeten bescheiden,eerlijk en geduldig zijn. Maar vooral loyaliteit is iets wat hoog in het vaandel staat.
En onderwijl fantaseren de meisjes over hoe ze ’s nacht naar de volle maan kijken, de dag dat ze het gebouw verlaten. Want buiten komen ze nooit. Naar verluidt heeft de school hun gered van de giftige dampen in de buitenwereld. Is er een apocalyptische oorlog uitgebroken? Dat blijft een raadsel. Alsook de exacte plaats waar het zich allemaal afspeelt. Je kan alleen maar vermoeden dat het zich in een Slavisch land afspeelt als je de conversaties hoort tussen Miss Brixil (Sara Canning) en de Terminator-achtige bewakers. Bewakers die telkens opgetrommeld indien één van de meisjes niet de afgesproken regels opvolgt. Zoals op militaristische wijze hun avondritueel uitvoeren waarbij ze volgens strikte instructies hun aangezicht reinigen. Het breken van zo’n regel heeft gevolgen voor de ongelukkige. Een trip ligna recta naar een benedenverdieping waar een lijfstraf te wachten staat. iets wat Vivien (Katie Douglas) aan de lijve ondervond toen ze op level 10 haar vriendin Sophia (Celine Martin) wilde helpen. Niet verwonderlijk dat ze agressief reageert als ze 6 jaar later terug herenigd wordt met Sophia op Level 16.
Van meet af aan heb je het gevoel alsof dit een soort concentratiekamp is met Miss Brixil die de orde handhaaft als een echt drilsergeant. Ze leek wel een beetje op Ilsa (uit "Ilsa, de wolvin van de SS"). Toepasselijk want haar ega of vriend Dr. Miro (Peter Outerbridge) zou dan vergeleken kunnen worden met Josef Mengele. En beide regeren over dit artificieel, ingedamd wereldje waarbij ze als ware tirannen het heft in handen houden. De meisjes worden psychologisch gehersenspoeld waarbij ze gehypnotiseerd naar een vooroorlogse televisieset kijken waar de deugden en ondeugden op een kille manier worden opgesomd. En met de regelmaat van de klok worden ze gesommeerd om een dosis vitaminen in te nemen die nodig zijn voor een gezond lichaam en om ziektes te vermijden. Het is tenslotte Sophia die Vivien in vertrouwen neemt en haar verteld dat nietalles lijkt zoals het zou moeten zijn. En dat de instelling een heel ander doel voor ogen heeft dan dat ze beweren.
Misschien ziet het er allemaal een beetje te strak en steriel uit. En het tempo van de film zal voor sommigen een beetje te traag zijn. Hetgeen wel indruk op me maakte was het acteerwerk en inlevingsvermogen van de meisjes. Vooral Katie Douglas was een genot om te aanschouwen. Niet alleen vanwege haar engelachtig en smetteloos uiterlijk. Maar ook vanwege haar acteerwerk. Het ene moment kijkt ze bloedserieus en angstig als een in de val zittend proefkonijn. Het volgende moment is er een onschuldig en spontaan glimlachje vanwege een kortstondige beloning. Het ene moment is ze de barmhartigheid zelve en vervolgens zien we haar als een ijskoud medeleerling wiens enige doel is om te slagen in datgene waarvoor ze opgeleid zijn. Het brave meisje zijn dat uitverkoren zal zijn om geadopteerd te worden. En hiervoor gaat ze over lijken. Schitterend gewoonweg.
De film “Level 16” is moeilijk te categoriseren. Enerzijds heeft het een dystopisch karakter. Anderzijds heeft het ook wel horror elementen. En misschien kan je het ook zien als een maatschappijkritische film waarbij het begrip vrouwelijk schoonheidsideaal onder de loep wordt genomen. Het heeft ook iets weg van een psychologisch thriller waarin je kan zien hoe geïsoleerde individuen reageren in bepaalde omstandigheden (vergelijkbaar met “The experiment” bijvoorbeeld). Misschien zat het tempo aan de lage kant, maar de ontknoping maakt veel goed. “Level 16” verraste me op een aangename manier. En het magnifieke acteren is daar ook de oorzaak van. “Level 16”, een “Young Adult” film voor volwassenen.
3*
Life (2017)
“I feel hate.
I feel pure fucking hate for that thing.”
Een ruimtestation dat terugkeert van Mars met een eencellig organisme. Een wetenschappelijke doorbraak en het bewijs dat er inderdaad leven op Mars is. De euforie slaat echter snel om als blijkt dat dit lieftallig organisme, dat algauw het koosnaampje “Calvin” krijgt, een bedreiging vormt voor de complete bemanning. En naderhand bekeken een gevaar betekent voor het gehele universum. Incluis de vreedzame planeet aarde. Want voor ze het weten groeit deze eencellige buitenaardse vriend uit tot een flink uit de kluiten gewassen zeemvel. Algauw begint het bemanningsleden te vermorzelen en te verorberen. Blijkbaar beschikt het ook over een ongekende intelligentie waardoor het kans ziet om uit het observatie lab te ontsnappen. En dan is het aan de rest van de bemanning om ervoor te zorgen dat het buitenaardse wezen, dat zich verplaatst als een Patrick Star doorheen het ruimtestation, niet arriveert op het aardoppervlak.
“Life” is nog eens zo’n rasecht zenuwtergend SF-verhaal . En in tegenstelling tot Arrival heeft het buitenaards ruimtewezentje hier geen goede bedoelingen. Dat er algauw vergelijkingen worden gemaakt met de “Alien” saga is onvermijdelijk. Dezelfde omstandigheden en omgeving zorgen voor een gelijkaardig kat-en-muis spel waarbij het overleven een centrale plek inneemt. Maar zelfs met dit in het achterhoofd kan ik alleen maar constateren dat de film met een sneltreinvaart voortraast. Voordat ik het besefte was het spannend verhaal al uitverteld. Het einde is niet echt verrassend maar zal waarschijnlijk nog enkele dagen door je hoofd blijven spoken. Er werd ook opvallend veel keren “It’s beautiful” gezegd. Dan je weet je al op voorhand dat het niet goed zal aflopen.
Het verhaal op zijn eigen is dus niet denderend origineel en werd al ontelbare keren verteld in het verleden. Maar visueel is het wel een pareltje. Het ruimtestation is tot de puntjes uitgewerkt en ondanks dat het een enorm gevaarte is, heb je toch de indruk dat de bewegingsruimte nogal beperkt is, waardoor je dat claustrofobisch effect krijgt. Maar vooral het voortbewegen van de bemanningsleden in gewichtloze toestand is fascinerend. Het kantelende en draaiende station zorgt ervoor dat je op bepaalde momenten de onderkant niet meer van de bovenkant kunt onderscheiden. Ik ben er zeker van dat de CGI afdeling aardig wat werk heeft moeten verzetten om het zo realistisch mogelijk te maken. Zelfs de bloederige scenes worden ineens boeiende fragmenten waarbij gedemonstreerd wordt hoe druppels bloed zich in gewichtloze toestand gedragen.
Ook over de cast geen slecht woord. Het zijn stuk voor stuk oerdegelijke acteurs die hun steentje bijdragen in deze spannende ruimtehorror. De meest bekende namen zijn vanzelfsprekend Ryan Deadpool Reynolds, als de spacecowboy Rory Adams die satellieten uit de ruimte plukt en als eerste een reglement aan zijn laars lapt, en Jake Gyllenhaal (toch wel mijn meest favoriete acteur op dit moment) als David Jordan, ex-marinier die het wereldrecord “verblijf in de ruimte” op zijn sokken verbreekt omdat hij een hekel heeft aan het leven op aarde. Hiroyuki Sanada, die in The Railway Man een voorname rol wegkaapte, krijgt in “Life” de meeste menselijke rol op het moment dat hij live de geboorte van zijn kind meemaakt aan boord van de ISS. Rebecca “Mission Impossible” Ferguson, Olga Dihovichnaya en Ariyon Bakare vormen de rest van de bemanning die zich reppen doorheen het ISS om het flapperende ruimtewezen te ontlopen (of is het ontzweven?).
Ondanks de vanzelfsprekende overeenkomsten met “Alien”, weet Daniel Child 44 Espinosa een enge, duistere en intense film af te leveren. Het zal wel geen klassieker worden als “Alien”, maar geslaagd is de film wel op meerdere vlakken. Ik hoop wel dat indien toekomstige Mars-expedities ook maar de geringste vorm van één of ander buitenaards leven ontdekken, ze zo verstandig zijn om het links te laten liggen en vooral niet mee te nemen als een soort trofee om mee uit te pakken hier. Voor filmliefhebbers die nog niet de kans hebben gehad om “Alien” te zien (onvoorstelbaar in mijn ogen, maar toch), zal deze retespannende SF zeker de moeite waard zijn.
3.5*
Life Itself (2018)
So, what does that tell us?
That the only truly reliable narrator is life itself.
But life itself is also a completely unreliable narrator
because it is constantly misdirecting and misleading us and taking us on this journey
where it is literally impossible to predict where it's gonna go next.
Af en toe kom ik zo’n film tegen die me weet te verrassen. In eerste instantie vroeg ik me af waar het eigenlijk over ging. Meestal neem ik dan een afwachtende houding aan en kijk dan hoe het verder verloopt. Indien er geen verbetering is op verhaalvlak en het allemaal bijster oninteressant blijft, wordt deze zonder pardon afgezet. Gelukkig gebeurt dit maar zelden. En in het geval van “Life itself” zeker niet. Naarmate de film vorderde werd het (voor mij althans) fascinerender. Voordat ik het wist zat ik verbouwereerd naar de aftiteling te kijken en dacht ik bij mezelf : “Wow, wat in hemelsnaam was dit”. Ik ben een druktemaker en notoire grappenmaker. Als een film me dan stil kan krijgen en achterlaten als van Gods hand geslagen, dan is dat toch een hele prestatie.
Achteraf was ik ietwat verbaasd over de negatieve commentaren met betrekking tot deze film. Ik begrijp wel dat er personen zijn die een allergie hebben voor tragedie, dramatiek en droefheid in films. Maar de salvo’s van tirades die afgevuurd worden, vind ik persoonlijk nogal overdreven. Ofwel is het mijn anarchistische natuur die in opstand komt. Om “Life itself” nu de titel “Slechtste film van het jaar” te geven, is toch wel echt kort door de bocht. Ik veronderstel dat men dan alleen de crème de la crème op gebied van film heeft bekeken dat jaar. Ik durf toch wel echt toegeven dat ik veel slechter heb gezien vorig jaar. Het lijkt alweer zo’n sneeuwbaleffect te zijn nadat er enkele recensies van vooraanstaande filmcritici zijn verschenen. En uitdrukkingen als “semi-intellectueel”, “filosofisch geneuzel” en “overdreven melodramatisch” worden overmatig overgenomen zodanig dat het wel op een wij-tegen-zij situatie lijkt. Een acuut geval van navelstaarderij? Of zijn het allemaal mannelijke critici die, net zoals Dan Fogelman liet ontvallen in een interview, een bloedhekel hebben aan emotionele films? Misschien een verdedigingsmechanisme om niet het verwijt te krijgen dat hun stoere torso teveel vrouwelijke hormonen herbergt. Maar ja. Als je je alleen toespits op de juistheid van tijdslijnen en de juiste inkleding van de verschillende tijdsvakken, verlies je misschien oog voor het groter geheel.
Ik ben er wel heilig van overtuigd dat onder die notoire critici er enkelen zijn die onbewust in bepaalde zaken geloven die perfect zouden passen in de context van deze film. Is het niet zo dat men in de volksmond spreekt over een soulmate die ergens in de wereld rond paradeert? Dat er ergens een welbepaald persoon leeft die perfect bij je past? En is karma ook niet zo’n term die te pas en te onpas wordt gebruikt? Of dat toeval niet bestaat? Of bestaat het toevallig wel? En dan het toppunt van mysterieuze kracht waar miljoenen in geloven. Het goddelijke dat over ons waakt en ons leven stuurt. Wedden dat er onder die opiniestukschrijvers er enkele zijn die deze termen al eens heeft gebruikt? Of zelfs wekelijks zijn communiezieltje wil redden door de kerk plechtig te betreden? Tja, ik niet dus. Ben ik te realistisch? Te argwanend? Kan zijn. Maar dat een samenloop van omstandigheden en lotsbestemmingen de basis kunnen vormen van een verhaal zoals “Life itself”, daar geloof ik wel in.
Zonder twijfel is het eerste hoofdstuk die met de meeste impact. Een hoofdstuk vol verwarring, psychologische ontreddering en trauma. Maar ook vooral een hoofdstuk over eeuwige liefde. Het vinden van die ene welbepaalde persoon die onvoorwaardelijk bij je past. Will (Oscar Isaac) en Abby (Olivia Wilde) zijn zo’n koppel. Het levend bewijs van de bekende spreuk over het potje en het dekseltje. Totdat Abby op een dag Will verlaat waarna Will’s leven ogenblikkelijk een ware puinhoop wordt. Een ruïne die gerestaureerd moet worden met de hulp van een psychologe. Het is een hoofdstuk waarbij de verhaallijn zich op een ingenieuze wijze kronkelt rond Will’s verleden en heden. Met en zonder Abby. Met en zonder levenswil. Een hoofdstuk vol flashbacks. Een hoofdstuk dat ingeleid wordt door Samuel L. Jackson die de “onbetrouwbare verteller” voorstelt. Het onderwerp van Abby’s thesis. Maar tegelijkertijd een personage uit een scenario die Abby en Will samen gingen schrijven. “A husband and wife Tarantino”. Daarom dat Samuel L. Jackson zijn “Pulp Fiction” intonatie gebruikt. En dan zijn er sommigen die beweren dat zijn bijdrage er verder weinig toevoegt aan het verhaal. tja, je moet het wel willen zien dan.
Het hoofdstuk eindigt met een schok. Een slag van een voorhamer als het ware. En vanaf dan begint het verhaal zich intercontinentaal te verspreiden. Van de rebelse Dylan (Olivia “Me and Earl and the Dying Girl” Cooke), eindresultaat van de wonderbaarlijke liefde tussen Abby en Will, wiens leven gedomineerd wordt door sterfgevallen. Naar Spanje, waar de rijke olijfoliefabrikant Mr. Saccione (Antonio Banderas) zijn levensverhaal verteld aan één van zijn landarbeiders Javier Gonzalez (Sergio Peris-Mencheta). En ook al hebben deze twee verschillende stambomen initieel niets met elkaar te maken, smelten de beide verhaallijnen op een verbijsterende wijze samen. Maar dat moeten jullie maar zelf ontdekken hoe het geheel samenhangt.
Het enige zwak punt wat ik zou kunnen aanhalen is de voorspelbaarheid op een bepaald moment. Aanvankelijk begrijp je er niets van. Eens dat punt voorbij, zie je al waar het naartoe gaat. Als ik een muggenzifter was, zou ik dit gebruiken om “Life itself” met de grond gelijk maken. Maar het inventief verhaal en het soms toch wel excellente acteerwerk van een groep uitstekende acteurs, laten dit in het niets verdwijnen. Misschien lijkt het allemaal wel kommer en kwel. Alsof het werkelijke leven alleen maar treurnis en ellende voortbrengt. Waar men de ene tegenslag na de andere meemaakt. Iedereen heeft in zijn leven slechte periodes en emotioneel zware ervaringen. Maar misschien is de boodschap ook dat er altijd licht is aan het einde van de tunnel. Ik geloof niet in toeval of het lot. Ik geloof niet in een hemelse macht die ons leven bepaald en de route uitstippelt in ons leven. Maar geef toe. Zoals het verhaal hier verliep, zou toch in werkelijkheid ook kunnen voorkomen. Spijtig genoeg is het leven inderdaad soms een onbetrouwbare verteller.
4*
Life of a King (2013)
“Life of a King” is schijnbaar het waargebeurde verhaal van de ex-gedetineerde Eugene Brown, die een schaakclub opricht in de achterbuurten van Washington, om tieners op het rechte pad te houden en de filosofische betekenis van een spel schaken over te brengen. “Schijnbaar” zeg ik dan want ik lees op het internet dat de echte Eugene Brown alleen schaaklessen gaf op een basisschool en zeker niet op een hoge school in de achterbuurten. Hij zou naar het schijnt ook te bang zijn om zich in te laten met tieners die de hele tijd rondscheuren in snelle wagens, met revolvers zwaaien en drugs verhandelen. De film zou dus 95% fictie zijn. Het idee om een schaakclub op te richten voor kansarme kinderen kwam van ene zekere Sergeant Michael Brown (geen familie overigens) die diende bij de brandweer van Washington D.C.
Of het nu een lichtjes gewijzigde versie is van de echte feiten, doet eigenlijk niks ter zake. Ik vond het een aangrijpende en boeiende film over kansarme jongeren die de realiteit dagelijks ontvluchten en het nut van een degelijke opleiding niet meer inzien. Ze vluchten weg in de criminele wereld en keren zich tegen de maatschappelijke waarden. “Life of a King” hoort thuis in een rijtje van films die in de loop der jaren zijn verschenen en de inhoud is tweeledig. Aan de ene kant hebben we de rebellerende jeugd die elke vorm van gezag afwijst behalve die van een lokale misdadiger. Aan de andere kant hebben we weer een of andere barmhartige Samaritaan die gelooft dat deze jongeren wel een toekomst hebben en dan probeert ze te helpen. Het onderwerp is niks nieuws en er zijn een hele reeks films gemaakt met een gelijkaardig thema. Van "Boystown" en "Blackboard Jungle" , tot "Class of 1984" en "Dangerous Minds". In al deze films treedt een figuur naar voren die de wilskracht en het geduld heeft om een ontspoorde jeugd terug op het juiste spoor te brengen. Het grootste cliché in al deze films is dat iedereen pas tot inkeer komt, op het moment dat er zich een tragisch ongeval voordoet.
Cuba Gooding Jr. speelt hier een schitterende rol in. Ik ben niet zo’n grote fan van hem, maar ik vond dit toch een prachtprestatie. Hij heeft dan ook zo’n sombere, trieste blik die perfect bij deze rol past. Een man die gebroken is na een hele lange opsluiting en die tot het besef is gekomen dat hij, juist zoals in een schaakspel, een pion was die nodig is om de belangrijkste persoon te beschermen en alleen dient om opgeofferd te worden. Deze boodschap probeert hij dus ook over te brengen bij de jongeren, waar hij bij toeval als opzichter terecht komt, nadat ze de aangestelde verantwoordelijke weggepest hadden. Clifton (Carlton Byrd) is de leidersfiguur van de jongeren die voor een lokale drugsbaron dealt en ook cliënteel in de klas heeft. Het is ook de enigste die totaal niet meegaat in het plan van Eugene maar wel direct doorheeft dat deze laatste niet snel te intimideren is. Tahime (Malcolm Mays) is de meer timide jongen met familiale problemen en die Clifton tot op het einde blindelings volgt. Peanut (Kevin Hendricks) is de softie van de klas en krijgt de rol als slachtoffer aangereikt.
De boodschap die Eugene wil duidelijk maken is dat het leven zoals een schaakspel is. En als je dit eenmaal begrijpt en toepast op het dagelijkse leven, openen er zich mogelijkheden om te ontsnappen aan de negatieve spiraal. Bij momenten vond ik het heel ontroerend. Maar je kan er niet langs kijken dat het eigenlijk maar een doorsnee film is met de gebruikelijke clichés en te voorspellen situaties. Uiteindelijk beland deze film op één of andere TV-zender waar meer van die moraliserende met levensverhalen doorspekte films worden getoond. Prachtvertolkingen in een gekende omkadering.
3*
Lights Out (2016)
“You should let me stay at your place, just for a night.
Good luck with that one, buddy.”
In het vinyl-tijdperk (Inderdaad, die periode heb ik ook nog meegemaakt) kon je een extended versie van een single aanschaffen. De zogenaamde maxi-single. Soms werd je verrast door een uitgebreidere versie van die single, waar op een artistieke wijze hier en daar niet zo onaardige variaties aan werden toegevoegd. In de meeste gevallen was het gewoon een ellendig langgerekte versie met onnodige herhalingen en vervelend lange intro’s en outro’s. Het uiteindelijke gevoel wat je eraan overhield, was een lichte ontgoocheling en een plots besef dat de muziekindustrie op een gewiekste manier je geldbuidel lichter hadden gemaakt. Een maxi-single garandeerde dus niet dat een subliem klinkend muziekdeuntje nog indrukwekkender klonk. Datzelfde gevoel heb ik over “Lights out”. De kortfilm die ooit eens op You Tube viraal ging, haalde een enorm hoog niveau qua originaliteit en entertainment. De uiteindelijk film die hieruit voortvloeide, is dus niet meer dan een uitgerekte versie waarbij hetzelfde steeds maar weer wordt herhaald. Een entiteit dat zichtbaar wordt als het licht uitgaat. En geloof me, het aantal niet functionerende lichten en het aantal voorvallen waarbij het licht ineens niet meer functioneert, is irritant veel.
Dat een mens zich niet op zijn gemak voelt in het donker is een oerinstinct. Dat kinderen en zelfs volwassenen angst hebben in het donker is een vorm van zelfbescherming. Bescherming tegen het onbekende en tegen het nemen van risico’s. En dat onbehagelijke gevoel wordt in “Lights out” optimaal benut. En het feit dat het dreigende gevaar telkens weer kan geëlimineerd worden door gebruik te maken van een lichtbron, is een uniek gegeven dat voor een interessante invalshoek kan zorgen. Spijtig genoeg wordt hier het mysterie en de herkomst van het wezen al vroeg uit de doeken gedaan. Weg verrassing en spanning. Het enige dat overblijft in deze doorsnee horror zijn het acteren en de jump scares. En gelukkig vallen deze reuze mee. De meeste horrors komen op dit vlak wel eens tekort. Ze trachten je angst aan te jagen door enge of vreselijke toestanden te tonen. “Lights out” tracht je angst in te boezemen door gebruik te maken van hetgeen je niet kan zien.
Van een lange aanloop is hier al geen sprake. Het duurt niet echt lang of we zijn al getuige hoe een eng uitziend wezen dat in het duisternis ronddwaalt, voor het eerste slachtoffer zorgt. Voor hartpatiënten kan die eerste confrontatie al voldoende zijn om ernstige hartstoornissen te krijgen. En geloof me, zulke schrikmomenten gaan zich nog meermaals voordoen. Ook het in het duister levend wezen ziet er redelijk creepy uit en deed me meermaals denken aan het fenomeen dat te bewonderen was in “Mama”. De volgende slachtoffers van dienst zijn de jonge Martin (Gabriel Bateman), die nog altijd inwoont bij zijn psychisch labiele moeder Sophie (Maria Bello), en zijn oudere zus Rebecca (Teresa Palmer) die blijkbaar zelf te maken kreeg met het fenomeen in het verleden en daarom het huis uittrok. Op één of andere manier is er een connectie tussen de entiteit en Rebecca. Een soort gematerialiseerde waangedachte die zich voedt met de depressiviteit en waanideeën van de gestoorde moeder. Dat is dan ook de reden waarom het zich zo agressief opstelt tegenover bedreigingen die die relatie zouden kunnen verstoren. Zo denk ik toch dat het de hele historie in elkaar zit.
Zoals al eerder vermeld is het bij momenten toch wel echt retespannend en jaagt de film je de stuipen op het lijf. Het verhaal in zijn geheel is een beetje een tegenvaller en vergezocht. Zoals ik ergens las op het internet : “The script can basically be summed up as The Babadook but dumb”. Over de vertolkingen valt niet te klagen. De drie hoofdpersonen leveren een schitterende prestatie. Spijtig genoeg valt men ,ondanks het originele basisconcept, terug op clichématige hulpmiddelen (zoals een zich in de kelder bevindend archief waar alle antwoorden op prangende vragen teruggevonden worden) en mist deze langspeelfilm de finesse van de kortfilm. Echt vernieuwend is het niet. Maar het is wel entertainend te noemen.
2.5*
Lila & Eve (2015)
Alternatieve titel: Lila and Eve
“God, grant me the serenity to accept
the things that I cannot change...
The courage to change
the things that I can...
And the wisdom to know the difference.”
Lila (Viola Davis) en Eve (Jennifer Lopez) zijn twee door verdriet getekende vrouwen nadat hun kinderen zijn vermoord. In tegenstelling tot anderen, blijven ze niet bij de pakken zitten en zinnen ze op weerwraak. Tijd dus dat ze het heft in eigen handen nemen. En ja hoor, de zoveelste revenge-film wordt weer op de mensheid losgelaten. Dat het ditmaal twee rouwende moeders zijn die het opnemen tegen een drugsbende en hun brutale loopjongens die op elke hoek van de straat staan te dealen, is iets dat niet vaak voorkomt. Spijtig genoeg kwam het allemaal nogal ongeloofwaardig over. Het politieapparaat stuit op een doodlopend spoor waardoor het onderzoek niet echt vordert (maar volgens de twee wraakengelen is dit vanwege hun laksheid omdat het over een kleurling handelt). De twee huismoedertjes echter, wiens leven louter bestaat uit huishoudelijke taken, het herinrichten van het interieur en een zelfhulpgroep voor ouders van vermoorde kinderen bijwonen, kunnen dankzij simpele ondervragingen en enkele gegevens uit een GSM doorstoten tot aan de kingpin van de drugsbende.
Het acteren op zich was verre van slecht. Zowel dat van Davis als dat van Lopez was bij momenten uitstekend. Davis was voor mij een volslagen onbekende (omdat ik een bloedhekel heb aan televisiefeuilletons en ik dus ook niet naar “How to get away with murder” kijk) maar was schitterend aan het begin als de ineengestorte, op pillen levende moeder. Een staaltje van briljant acteren. Bij de confrontaties met de jeugdige boefjes, kwam ze minder goed uit de verf als de onhandige furie. Het meeste werd ik verrast door Lopez die, in tegenstelling met haar rol in “Parker”, hier laat zien dat ze ook niet onaardig kan acteren. Ze was redelijk overtuigend als de zelfingenomen, rebellerende vigilante die het concept van de steungroep een beetje te soft vindt en de drijvende kracht is achter Lila’s zoektocht en wraakactie.
Misschien was ik niet aandachtig genoeg of was ik doodmoe op het moment dat ik “Lila & Eve” keek, maar de plotwending op het einde had ik echt niet zien aankomen. Echt indruk maakte het echter niet op me. Ik had eerder zo’n “ah, die richting gaat het weer uit”-gevoel. De afsluiting was dan weer te sentimenteel en onwerkelijk. Uiteindelijk is het maar een gemiddelde, doorsnee film die omzeggens nergens spannend of boeiend is. Zelfs het betere acteerwerk kon deze film niet redden. Kortom, een film om toe te voegen aan je lijstje films-te-kijken-tijdens-mijn-pensioen, want dan heb je zeeën van tijd. Schijnt het!
2*
Lincoln (2012)
Ik vond het een oersterk politieke geschiedkundige film waarbij Daniel Day-Lewis een knap staaltje van acteren presenteert. Toegegeven , de Amerikaanse geschiedenis is niet mijn dada, maar ik heb er toch met bewondering naar zitten kijken. Het totaal straalde echt de sfeer van die periode uit. Er waren soms wel wat droge,saaie dialogen ... maar dat is nu eenmaal politiek
Deze film mocht van mij gerust de Oscar gewonnen hebben ipv. Argo.