• 13.687 nieuwsartikelen
  • 171.394 films
  • 11.359 series
  • 32.316 seizoenen
  • 633.692 acteurs
  • 197.064 gebruikers
  • 9.218.862 stemmen
Avatar
 

Meningen

Hier kun je zien welke berichten Collins als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

¡Three Amigos! (1986)

Alternatieve titel: Three Amigos

Een heerlijke western-komedie van John Landis die zeer fijne humor mengt met ongenadige nonsens. Steve Martin, Chevy Chase en Martin Short. Leuk.

Een originele komedie. Het verhaal draait om het idee om acteurs in te huren die beroemd zijn geworden in een bepaalde heldenrol en die vervolgens te plaatsen in eenzelfde situatie als in hun fictieve hoedanigheid. Maar dan in de echte wereld met echt gevaar. Volgens mij een origineel idee waar een latere komedie als Galaxy Quest (1999) dankbaar gebruik van heeft gemaakt. Alhoewel het idee in Fright Night (1985) ook werd toegepast, realiseer ik me opeens. Kleinschaliger en veel minder hilarisch weliswaar, maar toch. Hoe dan ook, een schitterend uitgangspunt voor sprankelende situation comedy.

En de comedy deugt. De drie getalenteerde hoofdrolspelers grossieren in verrukkelijk grappige scènes, waarbij het me niet zou verbazen dat er hier en daar stevig geïmproviseerd wordt. De arrogantie, naïviteit en eigenwaan van de weinig talentvolle personages zijn aanleidingen voor heerlijke humor. Ook de western clichés die op de hak worden genomen zijn een bron van vermaak.

De film is geen doorlopend spervuur van grappen. Af en toe wordt het tempo teruggeschroefd en is het tijd voor meer geraffineerde humor die heerlijk samensmelt met de altijd aanwezige absurditeiten die zich in het verhaal voordoen. De afwisseling houdt het niveau hoog.

Met muziek van Randy Newman. Ik heb een gruwelijke hekel aan de muziek van Randy Newman. De uitvoering van 'The Ballad of the Three Amigos' waarmee de film aftrapt en dat gezongen wordt door Martin, Chase en Short is echter bijzonder hilarisch. Ook de nummers 'My Little Buttercup' en 'Blue Shadows' werden opgeleukt met visuele afleiding en waren verdraaglijk. Het viel gelukkig mee.

Zelfs met de muziek van Randy Newman is ¡Three Amigos! heerlijk vermaak.

¿Quién Puede Matar a un Niño? (1976)

Alternatieve titel: Who Would Kill a Child?

Met enkel de kwalificaties Horror en Mysterie neemt regisseur Narciso Ibáñez Serrador vast geen genoegen. De film is onmiskenbaar beide, maar poogt daarnaast ook een prikkelende meditatieve beschouwing te zijn over de moraalfilosofische vraag of er omstandigheden zijn waaronder het gepermitteerd is om een kind te doden.
¿Quien Puede Matar A un Nino (Who Would Kill a Child?) begint met een minutenlange proloog die de kijker alvast op die vraag voorbereidt. Nieuwsberichten over verschillende oorlogen trekken aan het oog voorbij. Het accent van de berichtgeving ligt op de kinderslachtoffers. De beelden van lijken in massagraven, van uitgemergelde en verminkte kinderlichamen en van vermoorde kinderen die je met opengesperde ogen nietsziend aankijken, zijn afschuwelijk. Bij elk oorlogsfragment wordt door de voice-over het aantal kinderen genoemd dat gedood werd in de waanzin die door volwassenen werd ontketend. Schrikbarend zijn de aantallen. Misselijkmakend de beelden.
Ziehier de opmaat voor een film die de omstandigheden omdraait en juist van kinderen een kwade macht maakt die volwassenen bedreigt en vermoordt. Op het geïsoleerd liggende eiland Almanzora krijgen zij er volop de gelegenheid voor. Na het zien van de proloog is dat ook niet meer dan gerechtvaardigd. Dat zal althans de beoogde mindsetting zijn van Serrador.
Bij mij werkte het niet echt. De kindertjes stralen berekenbare kilte uit en bevinden zich niet in ernstig bedreigende situaties waar je een motivering aan kunt ontlenen. De gevoelslink met de inleidende oorlogsbeelden als mogelijke oorzaak voor het kindergedrag ontging mij.
De film kijkt als een soort wetenschappelijk experiment. Wat als…? Ja, wat als. Me echt inleven lukte niet. De film is daarvoor te klinisch. De gebeurtenissen zijn zonder duidelijke aanleiding en daardoor nogal vergezocht. De duistere sfeer is er ook niet echt. De brandende zon die het geteisterde dorpje in zijn hitte en felle licht laat baden, verleent de gebeurtenissen geen onheilspellende gloed. Geen onder de huid kruiperij. Geen sinistere beleving. Op zijn hoogst overkomt je een gevoel van verwondering. Daar blijft het bij.
De film baseert zich op een interessante experimentele gedachte, maar het ontbreekt de film aan spanning. De twee volwassen hoofdpersonages die aan het kindergeweld zijn overgeleverd, boeien amper. Doden of gedood worden. De twee protagonisten staan uiteindelijk voor die keus. Niet opzienbarend. De titel geeft het al aan. En of ze kinderslachtoffers maken in hun strijd om te overleven? Tja…
Uiteraard doen ze dat.

...And Justice for All. (1979)

Een verbeten film over de moeilijkheden die een strafpleiter ondervindt als hij de stelregel dat iedereen recht heeft op een fair proces hartstochtelijk toepast. De begrippen ‘iedereen’ en ‘fair‘ blijken nogal rekbare begrippen te zijn. De film is een satirische vingerwijzing naar de rechtstaat waar willekeur, dubbele moraal, machtsmisbruik, gekonkel en zelfingenomenheid de dienst uitmaken.

De hoofdrol is voor al Pacino die te midden van alle schone schijn heerlijk temperamentvol laveert tussen koele beheersing en uitgesproken drift. De regisseur is Norman Jewison die zijn film heel losjes en amusant begint. De satirische insteek wordt in beginsel overdreven aangezet en is gemakkelijk te herkennen in het handelen van de personages. De vertegenwoordigers van het recht zijn lachwekkende en surrealistische karakters met bijzondere eigenaardigheden. Sommige scènes kijken als pure komedie. Pas in het verloop ontdek je dat de schijnbare surrealiteit gewoon de werkelijkheid is. De waanzin is echt. De absurd aangezette personages zijn echt. De dagelijkse gekte waarvan je dacht dat die overtrokken werd weergegeven is echt. De komische taferelen die zich in het gerechtsgebouw voordoen krijgen opeens een wrange bijsmaak.

De toon wordt ernstiger en bitter. De doldwaze gebeurtenissen blijven, maar worden aangevuld met reflectief drama dat een sinistere laag in de film aanbrengt. De praktijken in de achterkamertjes zijn niet fris. Daar wordt gedraaid, gekeerd, glad gestreken en met twee maten gemeten. Mensen worden strategisch gebruikt en keihard opgeofferd om de belangrijke spelers in het justitiële apparaat te ontzien.

Al Pacino is geweldig. Nu eens bedachtzaam dan weer hartstochtelijk impulsief, beweegt hij zich door deze justitiële hel. Zijn slotpleidooi dat uiteraard niet mag ontbreken in een rechtbankdrama is wellicht wat overdreven dramatisch aangezet, maar getuigt van groot acteertalent. Ook leuk is Jack Warden als heerlijk doorgedraaide rechter. Een soort verpersoonlijking van de gekmakende onmacht om met eerlijke rechtspraak een maatschappelijk verschil te maken. Volgens de film een illusie. Volgens mij als kijker ook.

…And Justice for All is een indrukwekkende satire, die ernstige misstanden in het Amerikaanse justitiële apparaat consequent voor het voetlicht brengt. Hier en daar wat springerig, waardoor niet elk potentieel kruitvat effectief tot ontploffing wordt gebracht, maar wel steeds losgeslagen komisch en schrikwekkend dramatisch. Fijne film.

...E tu Vivrai nel Terrore! L'Aldilà (1981)

Alternatieve titel: The Beyond

Deze film kijk je niet vanwege het diepzinnige of logische verhaal.

Deze film kijk je meer om de surrealistische sfeer en de bloederige en sadistische gore. Goed uitvergroot en zeer gedetailleerd komen hier de meest vunzige plaatjes voorbij. We kijken naar lijken die worden overgoten met een bijtende vloeistof, naar oogbollen die worden doorboord en legio scènes waarin andere gezichtsorganen het zwaar te verduren hebben. Van die dingen. En dan niet subtiel of suggestief weergegeven. Nee, de camera registreert het kliederfeest tot in detail en schuwt daarbij de close up niet. Geweld en agressie worden in deze film intens beleefd. Bruutheid is een feest en dat zullen we weten ook. De camera zoomt in en uit en wringt zich in allerlei bochten om maar niets van het gore fest te missen. En dat gebeurt bepaald niet vluchtig. Nee, de minutieuze weergave van alle weerzinwekkende activiteiten die plaatsvinden, duurt echt minutenlang. Het was walgelijk.

Nee hoor, het was heerlijk.

Het grote manco aan de film is het verhaal. Het verhaal is ondergeschikt aan de visuele pracht. Het verhaal kent weinig logica en leest als een zweterige nachtmerrie. Het verhaal springt van de hak op de tak. Gebeurtenissen vinden niet per sé in een bepaald logisch perspectief plaats, maar voltrekken zich vanwege de prachtige plaatjes die het oplevert, zo lijkt het.

De personages doen er ook niet echt toe. Ze zijn volledig inwisselbaar. De personages zijn niet meer dan een middel om weer eens een lekkere horrorscène tevoorschijn te toveren.

De plaats van handeling is een oud hotel dat gebouwd is op één der zeven poorten naar de hel. Waarom de film dan vergeven moet zijn van waggelende zombies en niet van sinister en flitsend demongebroed is mij dan ook een raadsel. Teleurstelling daar.

En zo zijn personages en zombies de zwakke broeders in een verder voortreffelijk voortrazend visueel avontuur dat uit losse nachtmerrieachtige fragmenten bestaat met daartussen een springerige dunne lijn, zijnde het verhaal, dat daarmee ook als zwakke broeder mag worden bestempeld..

[Rec] (2007)

Alternatieve titel: Rec

De gruwelijke en duistere nachtmerrie uit de synopsis valt in beeldend opzicht wel wat mee. Weinig angstaanjagende spanning te bekennen. De meeste spanning wordt kunstmatig opgeklopt door wilde camerabewegingen en door een niet aflatend hoog geluidsvolume.

Het meerendeel van de gebeurtenissen in beeld is inhoudelijk nogal leeg en toont vooral veel hysterische beweging zonder dat er iets aan de hand is. Trapje op. Trapje af. Zoom in hier. Zoom uit daar. Gehijg, overslaande stemmen en gegil. In feite gebeurt er de meeste tijd niets. Opgeklopte spanning dus.

Een enkele keer gebeurt er daadwerkelijk iets. En dat enkele schaarse enge beeld of enge effect wordt vervolgens onmiddelijk minder eng vanwege de omlijstende geluidsoverlast, die al heel snel heel irritant is. Opgeklopte spanning door hysterie. Zonde dat met name dat geluidsvolume zo'n devaluatie van die paar goed gelukte shots veroorzaakt. Er is echt geen subtiliteit te bekennen.

Heb [Rec] ² (2009) hier ook nog liggen. Die zal wel onbekeken blijven.

#Horror (2015)

Chaotische en schreeuwerige film die totaal niet boeit. Een warrig verhaaltje zonder spanning, waarin vervelende personages luidruchtig en adhd-achtig aanwezig zijn.

Tussen de scenes zien we opzichtige en luidruchtige popup schermen. Iemand speelt blijkbaar een killergame en het doel is om als speler je populariteit te verhogen door mensen te vermoorden. Dat is de kern van het verhaal. Zoiets is het. Het ging een beetje langs me heen, geloof ik. Niet boeiend.

De muziek overheerst in luidruchtigheid en maakt ook geen spannende impulsen los. Wel zenuwen. Echt afgrijselijke muziek.

Slechte sfx en slecht acteerwerk. Zelfs van Sevigny. Oei! Wat erg!

Flauwe oninteressante warboel.

10 to Midnight (1983)

Alternatieve titel: Ten to Midnight

Een vermakelijke B-film geproduceerd door Cannon Films. De productiemaatschappij Cannon Films was actief in de jaren 1967-1992. In de jaren 80 werden veel actiefilms geproduceerd waarin onder andere acteurs als Chuck Norris en Charles Bronson figureerden. Veel van die films waren meuk, maar er zat ook aardig werk tussen.

10 to Midnight is geregisseerd door J. Lee Thompson. Een redelijk gerenommeerde regisseur die zijn hoogtijdagen rond de jaren 60 vierde. Bekend werk van hem: The Guns of Navarone (1961) en Cape Fear (1962). Hij regisseerde ook een aantal films onder de Cannon vlag met Charles Bronson in de hoofdrol. Deze productie is er één van.

10 to Midnight is een bloedige exploitatie thriller. Een film waarover een smerige atmosferische deken hangt. Een film waarin de jacht op een seriemoordenaar met veel geweld en een drukkende intensiteit gepaard gaat. De sfeer is verontrustend. De moorden zijn heftig. De moordenaar is een sinistere engerd, die zijn moorden in een ongewone outfit pleegt. Vooral dat laatste aspect maakt hem heel succesvol tot een beangstigende perverseling, die geen enkele vorm van begrip of sympathie verdient.

De hoofdrol is als vermeld voor Bronson. Mooie rol. Zijn koele en eigenzinnige optreden als politie-inspecteur is heerlijk klassiek. De wet heeft bij hem niet altijd voorrang in zijn zoektocht naar de moordenaar van jonge vrouwen. Hij is ondoorgrondelijk en oogt een beetje tragisch. Hij is fout, maar dan wel op een goede manier. Ja, fijne rol.

Het verhaal is niet heel geloofwaardig. Daarvoor laat het script simpelweg teveel toevalligheden gebeuren. In het licht van de huidige tijd bezien, is de film trouwens ook nog eens niet erg politiek correct. Bronson gedraagt zich op meerdere momenten prettig incorrect. Het einde van de film laat dat in al zijn overtrokkenheid ondubbelzinnig zien. Ach, wel of niet correct, ik begreep Bronson wel.

10,000 Saints (2015)

Alternatieve titel: Ten Thousand Saints

Film die de tijdgeest van de jaren '80 behoorlijk raakt. De pessimistische sfeer, de drugs, de muziek, de krakers, de demonstraties. Het zit er allemaal in. De sfeer van de tijd is goed getroffen.

Het verhaal is niet heel bijzonder. Niet heel emotioneel. Niet heel heftig. Zelfs wat voorspelbaar. Desondanks best aardig.

In het acteerwerk van Butterfield en Steinfeld komt duidelijk de sombere en perspectiefloze visie van de jaren '80 (sub)cultuur tot uiting. Goed gedaan.

Hawke heeft als de ontspoorde vaderfiguur een leuke rol te pakken.

De film zou een komedie/drama zijn. Dat laatste klopt. Het komische element is me echter ontgaan.

100 Bloody Acres (2012)

Zwarte humor en bloed. Het zijn de bepalende ingrediënten voor deze Australische horrorkomedie van de gebroeders Colin en Cameron Cairnes. Een leuke debuutfilm van het duo.

Het decor heeft wel iets van "Texas Chainsaw Massacre“. De verwachtingen van de kijker over het verloop van de film gaan in beginsel ook die kant op. Doch, achter de façade van een vervallen boerderij gebeuren behalve bloedige dingen vooral veel komische dingen. Situatiekomedie afgewisseld met een fijn spervuur aan humoristische dialogen verzachten de aanblik van rondvliegende lichaamsdelen en de verwoestende werking van een shredder.

De personages zijn goed gelukt. De twee broers die in hun vervallen boerderij kunstmest met humanoïde extracten produceren, verschillen erg van elkaar. De één een lankmoedige killer. De ander een barbaarse psychopaat. Er ontspint zich een chaotisch duel dat over de hoofden van een drietal gevangen genomen tieners wordt uitgevochten. De scènes zijn niet steeds even geslaagd op het komische vlak, maar over de gehele linie grappig genoeg. De tieners zijn minder prominent aanwezig en fungeren meer als sidekick. Hun aanwezigheid levert een paar hilarische scènes op en daarmee is het doel van hun inzet bereikt.

100 Bloody Acres is low-budget met een hoop grappige zwartgalligheid en een onverwacht leuk (horror)werkje.

100 Dinge (2018)

Twee vrienden die tegelijkertijd elkaars rivalen zijn, gaan een weddenschap aan. Ze starten zonder enig bezit en mogen elke dag één consumptiegoed uit een opslagplaats aan hun bezit toevoegen. Een kledingstuk, een smartphone, een matras. Van die dingen. En dat gedurende een periode van 100 dagen. Voor twee consumptieverslaafden een moeilijke opgave.

Een leuk uitgangspunt waar regisseur, schrijver en hoofdrolspeler Florian David Fitz een aardige film van breit. Geen origineel idee overigens. Fitz liet zich inspireren door de Finse documentaire Tavarataivas (2013), waarin een filmmaker dit experiment een jaarlang onderging. De gedachte achter de documentaire was om te kijken wat men nu werkelijk nodig heeft om een kwalitatief goed leven te leiden. Serieus maar met een knipoog. Lijkt me een interessante docu.

100 Dinge gaat minder serieus met de materie om. Minder serieus omdat de beide hoofdrolspelers steeds iets overkomt dat op grappige wijze hun weddenschap in gevaar brengt. 100 Dinge is een komedie die commentaar heeft op commercie en overconsumptie, maar het altijd luchtig houdt. Heel verfijnd is de film niet. Grappig is de film af en toe. Werkelijk bijtend is de film nooit. Het uitgangspunt klinkt leuk en noodt tot cynisme en bijtende spot. In werkelijkheid is 100 Dinge een film die niet door durf of maatschappelijke gedrevenheid opvalt, maar gewoonweg een film is die kleurt binnen veilige lijntjes.

100 Dinge is braaf en redelijk voorspelbaar, maar kijkt desondanks wel aangenaam weg.

101 Reykjavík (2000)

De film speelt zich voornamelijk af rond de kerst- en nieuwjaarsperiode. U weet wel. De tijd van leugenachtig sentiment en verschrikkelijke kitsch. Op voorhand zat de schrik er daarom een beetje in, maar dat bleek nergens voor nodig, want die zaken vinden we in deze film gelukkig niet terug. Behalve een kerstboom en wat vuurwerk is er niet veel dat in directe zin met de feestdagen te maken heeft. Hier geen suikerzoet feestdagengevoel en goedkope tranentrekkerij. En dat is fijn.

De film is een gitzwarte tragikomedie en speelt zich heel benauwend af op een paar 100 vierkante meter in de stad Reykjavik. Met een sombere en levensmoede hoofdpersoon die zuchtend en steunend en zonder enig perspectief door het leven gaat. Zijn eigen keus.

Het gebied 101 uit de filmtitel reflecteert zijn bekrompen leefwereld. Zijn woonomstandigheden zijn belabberd en confronterend. En grappig. Ze versterken de sombere uitstraling van zijn bestaan en helpen mee om de film te voorzien van een absurdistisch accent.

De dialogen zijn venijnig, vermakelijk dronkemansachtig en absurd. Maar altijd humoristisch op een vaak droogkomische manier. Net als de bizarre omstandigheden waaronder hoofdpersoon leeft en net als de bizarre situaties die hem overkomen.

Een zwaarmoedige film met humoristische en absurdistische lichtpuntjes. Leuk.

10x10 (2018)

Goed begin. Strak gefilmd. Elementair. Twee personen. Amper tekst. Sprekende beelden. Ongemak, nervositeit. Kale kille entourage geaccentueerd door grijzig weer. Een enkele muzikale klank. Wisselend perspectief. Onderhuidse spanning. Een gevoel van dreiging. Ja, heel sfeervol. Hoog niveau.

De film houdt dat niveau niet vol. Het elementaire blijft immer goed overeind en dat is prettig, maar het verhaal boeit dan weer minder en minder.

De grote lijnen van het verhaal zijn snel duidelijk. Het verhaal blijft vervolgens die grote lijnen steeds verfijnen met invuloefeningen die niet heel interessant zijn. De verrassing is op een bepaald moment gewoon weg en dat werkt negatief door op de sfeer en werkt verkorting van de aandachtsspanne in de hand.

Dat zelfde geldt voor de psychologische en fysieke actie. Niet heel verrassend wat er op beide vlakken gebeurt. De interactie tussen beide personages is voornamelijk voorspelbaar. Na verloop van tijd begint de film daardoor enigszins te slepen. Een heftig slot heft het gesleep in eerste instantie op, maar wordt vervolgens te lang uitgesponnen waardoor de film toch nog eindigt zonder enige vorm van verrassing.

Het elementaire visuele beviel goed. Het verhaal erin had beter gekund.

12 Angry Men (1957)

Alternatieve titel: Twelve Angry Men

Naar aanleiding van een televisiefilm uit 1954, besloot Sydney Lumet een bioscoopfilm te maken. En zo geschiedde. 12 Angry Men werd geen kassucces, maar kreeg wel een aantal Oscarnominaties, die overigens niet werden verzilverd. De hoofdrol is voor Henry Fonda die als jurylid bij een moordproces niet overtuigd is van de schuld van de aangeklaagde, terwijl de andere juryleden dat wel zijn. Fonda speelt die rol in een schitterende film die zijn plek in de filmgeschiedenis inmiddels ruimschoots heeft verdiend. Een drama dat vooringenomen laagjes bij de personages afpelt en hen dwingt de confrontatie met zichzelf aan te gaan.

De afloop van de film zal voor niemand een verrassing zijn. De verrassing is de manier waarop Lumet de kijker deelgenoot laat zijn van de beraadslagingen van de jury. Behalve een kort stukje aan het begin en een kort stukje aan het einde, speelt de film zich af in de vergaderruimte waar de 12 juryleden de zaak bespreken. De hittegolf die de stad teistert, dringt genadeloos door in de enge ruimte. De ventilator die voor verkoeling moet zorgen, werkt niet. De hitte is verschrikkelijk. Als de gemoederen dan ook nog eens in toenemende mate verhit raken, is het in de kleine ruimte waar de mannen dicht opeen bivakkeren nauwelijks meer te harden. De onenigheid neemt toe. De halsstarrigheid van sommige personages ook. De sfeer is magnifiek beklemmend.

Een intrigerende situatie ontwikkelt zich als Fonda zijn twijfels deelt met de anderen. Het is interessant om hun reacties te peilen en hun beweegredenen waarom de aangeklaagde schuldig zou zijn te doorgronden. Let wel: hun taak is bloedserieus. De inzet is de doodstraf. Toch reageren de meeste juryleden afstandelijk of onverschillig. De aangeklaagde die uit een arm milieu afkomstig is en in een gebroken gezin is opgegroeid, doet er als persoon niet echt toe.

De één sluit zich aan bij de mening van de meerderheid. Een ander houdt simpelweg heethoofdig vast aan zijn mening zonder in te willen zien dat er sprake zou kunnen zijn van gerede twijfel. Weer een ander vindt alles best, als er maar een eenduidig oordeel komt, zodat hij weg kan en een honkbalwedstrijd kan gaan bekijken. En weer een ander is behept met stringente vooroordelen. Zo heeft een ieder een overtuiging die zijn persoonlijkheid weerspiegelt.

En zo ontrafelt 12 Angry Men met scherpe dialogen en observaties de verschillende componenten waaruit de samenleving bestaat. Een samenleving die in geconcentreerde vorm aanwezig is in de jurykamer. Een verzameling van goede en slechte karaktereigenschappen en gefundeerde en ongefundeerde meningen.

De film laat de krachtige uitwerking zien die een transparante discussie op de meningsvorming heeft. Een muur van vooringenomenheid kan op die manier worden geslecht en eenstemmigheid worden bereikt. De werking van het democratische organisme in een notendop. Een tikje moraliserend is het wel. Maar behalve een educatieve boodschap brengt de film vooral spannend drama. Het is verrekte boeiend om te midden van een constante dialoog met wendingen en openbaringen geleidelijk op de hoogte te raken van de ins en outs van de moordzaak en de karakters van de personages te leren kennen.

12 Angry Men is een heerlijke en tijdloze film.

12 Feet Deep (2017)

Alternatieve titel: Trapped Sisters

Als Tobin Bell (bijna steevast getypcast als schurk en heel bekend geworden als Jigsaw in de Saw-reeks) in een kleine rol als onsympathieke badmeester het zwembad sluit, blijven twee zussen per ongeluk achter in het water onder de afdekking. In het vervolg van de film zullen ze er alles aan doen om uit het zwembad te geraken.

Regisseur en schrijver Matt Eskandari creëert een bescheiden plot voor een film die met 85 minuten speelduur weliswaar niet erg lang is, maar die nog wel een end moet nadat de zussen zich in deze penibele situatie hebben gemanoeuvreerd. Benieuwd wat voor elementen Eskandari inbrengt om de spanning tot het einde op niveau te houden.

Aan de twee zussen zal het niet liggen. Die spelen hun rol overtuigend en hebben onderling nog wat oud zeer te verwerken dat de stemming er niet beter op maakt. Een uitgekiende score en de koelblauwe kleurzetting versterken het beklemmende gevoel nog eens extra. De aftrap is helemaal niet verkeerd.

Toch weet de film niet over de volle lenge te boeien. Ondanks de inbreng van enkele verwachte en onverwachte elementen, begint de film toch wat langgerekt aan te voelen. De elementen zijn op zich interessant, maar het gedoe rondom de ingebrachte elementen duurt gewoon te lang. Nieuwsgierigheid, fascinatie en spanning ebben op die manier langzaam weg.

Matt Eskandri kreeg het idee voor de film naar aanleiding van zijn eigen angst om in een zwembad opgesloten te raken. Mensen met eenzelfde angst zullen deze film ongetwijfeld sidderend ondergaan. Mensen die van deze angst geen last hebben, zullen gewoon een middelmatige film te zien krijgen.

14 Cameras (2018)

Geen idee waarom er zo nodig een vervolg op Slumlord (2015) (subtitel: 13 Cameras) moest worden gemaakt. Dit is echt zo’n film waarop niemand zit te wachten. Ok, Slumlord is best het aanzien waard, maar is zeker niet geweldig. Het verhaal over een man op leeftijd die via verborgen camera’s zijn niets vermoedende huurders bespiedt, levert tenslotte niet meer dan een redelijke psychologische thriller op.

Waar Slumlord er nog in slaagt een onaangename en beklemmende sfeer in de film te zetten, is daar in het vervolg (met de invalsrijke titel 14 Cameras) geen sprake van. De film biedt meer van hetzelfde maar doet dat in overdreven mate. Hoe meer hoe beter. Nog meer camera’s. Nog meer huurders, Nog meer slachtoffers. De film heeft meer prikkelende scènes te bieden dan de voorganger, maar gaat op het gebied van spanning absoluut kopje onder.

De film bestaat uit een aaneenschakeling van steeds dezelfde scènes, waarin mensen worden bespied door een vieze oude man, die snuivend en kreunend toekijkt. De rol van de snuivende psychopaat wordt wederom perfect smerig vertolkt door Neville Archambault. Het jammere is alleen dat zijn slachtoffers geen smoel krijgen. Ze zijn oppervlakkig vorm gegeven en inwisselbaar voor willekeurig wie. Hun lot zal de kijker dan ook geen fuck interesseren. En dat doet afbreuk aan de viezige rol van Archambault. Hij verdient met zijn présence behalve een welverdiend gevoel van walging absoluut ook wat beter tegenspel. Dat zou in ieder geval een spanningselement in de film brengen. Tegenspel en spanning ontbreken helaas.

14 Cameras is een overbodig vervolg.

1917 (2019)

Het verhaal dat 1917 te vertellen heeft, is niet heel omvangrijk. De handeling bestaat bijna alleen uit twee Britse soldaten die door vijandig gebied moeten trekken om een belangrijk bericht aan een andere Britse eenheid door te geven. Onderweg komen ze vrienden en vijanden tegen in ontmoetingen die soms een paar minuten en soms zelfs maar een paar seconden duren. Onder de castleden bevinden zich grote namen. Benedict Cumberbatch, Andrew Scott, Colin Firth en Mark Strong. Enigszins misleidend. Ze doen inderdaad mee maar ze staan aan de zijlijn van het verhaal en hun speeltijd is kort.

De hoofdrollen zijn voor George MacKay en Dean-Charles Chapman. Twee prima acteurs die hun personages fantastisch vormgeven. Ze verbeelden perfect de rusteloosheid die het gevolg is van hun onberekenbare tocht door het vijandelijke gebied. Een tocht waarbij elk moment een vijand kan opduiken om je neer te knallen. Een koortsachtige tocht die bijna zonder rustmomenten wordt afgelegd. Het is een hectisch gebeuren. De camera dicht op de beide soldaten. Als kijker zie je net zo veel als zij. De camera geeft geen comfortabel overzicht van de situatie en de kijker wordt evenals de beide mannen soms ruw overvallen door het onverwachte. Hij wordt meegesleurd in het gevaar, in de waanzin. En dat levert voortdurend een hoge spanningsboog op.

De film creëert succesvol de illusie dat hij in één take gedraaid is. Bijna waar, volgens mij. Ik heb slechts één enkele onderbreking waargenomen. Misschien zijn er meer. De illusie is belangrijk omdat de filmduur min of meer dezelfde duur is als de tijd die de tocht duurt. We kijken niet alleen maar naar twee soldaten die bezig zijn met het volvoeren een welhaast onmogelijke opdracht, maar we volgen de beide soldaten in real-time en in voortdurende paraatheid. Het is verrekte realistisch. Het is chaotisch. Het is onoverzichtelijk. Er gebeurt veel. De camera is beweeglijk en vangt de hectiek, de waanzin, de angst en de razernij fantastisch in smerige, spookachtige, beklemmende en soms ook surrealistisch aandoende beelden.

Regisseur en coauteur Sam Mendes gunt de kijker geen tijd om even bij te komen. Zelfs voor het verwerken van de emotionele momenten is geen tijd. Op het moment dat ze gebeuren zijn ze al weer ingehaald door de hectiek van de oorlog. De film slaagt er uitstekend en voortdurend in om het gevoel van gejaagdheid dat de soldaten ervaren op de kijker over te brengen. Evenals de soldaten krijgt hij gewoon geen rust om de dingen te verwerken. Dat kan pas na afloop van de missie.

1922 (2017)

Wat gebeurt er met een mens als hij een ander mens doodt. Meer films houden zich met dit thema bezig. Sommige doen dat door het accent op de interactie van de dader met de buitenwereld te leggen. Andere doen dat door zich te richten op het innerlijke gevoelsleven van de dader. Stephen King schreef een novelle over een moord en richt zich daarin vooral op de psyche. Zak Hilditch bewerkte het geschrift tot een filmscenario en regisseerde een bovennatuurlijk drama en een klassiek en bezienswaardig spookverhaal.

De film is goed herkenbaar als een King verfilming. King schrijft vaker over de duistere zijden van het Amerikaanse platteland. Over de geïsoleerde mensen, hun donkere geheimen en hun vergiftigde psychen. In 1922 is dat niet anders. Hilditch laat de novelle in zijn waarde en voegt nauwelijks eigen inbreng toe. Anders dan de producten van sommige andere filmmakers die zich aan een King verfilming wagen, werkt die instelling uitstekend. 1922 is een goede en spannende film.

De spanning wordt langzaam opgebouwd. Heel zorgvuldig worden de psychologische touwtjes rondom de belevingswereld van hoofdpersonage Wilfred strakker aangetrokken. Dat doet de film door Wilfred in een wereld te plaatsen waarin hem dingen overkomen die zich op de grens van waan en realiteit afspelen. Voor de kijker is nooit helemaal duidelijk of de bovennatuurlijke aspecten die Wilfred waarneemt zich werkelijk voordoen of zich enkel in zijn hoofd afspelen.

De film strooit tijdens deze procesgang met sombere beelden die zijn isolement, zijn wanhoop en zijn verdriet sfeervol ondersteunen. Een stroom beelden van de schijnbaar oneindige weidsheid van het land rondom de boerderij die bepaald geen bevrijdende maar juist een beklemmende indruk achterlaten. Of beelden van een maisveld waarin de lichtjes wiegende maiskolven onheilspellend afsteken tegen de nachtelijke hemel.

Thomas Jane is Wilfred. Met weinig woorden en subtiele mime portretteert hij glansrijk de eenvoudige maar met boosaardige boerenslimheid uitgeruste boer, die vastgeroest, hardvochtig en korzelig de film beheerst. Knappe rol van Jane die erin slaagt van de botte boer een personage te maken dat de kijker emotioneel beroert.

1922 is een fijnzinnig drama dat zich bezig houdt met zondeval en schuld en boete. Ook met horrorelementen, die zich soms fysiek laten zien, maar vooral zijn te vinden in de kwellende psychische afgronden die Thomas Jane bezoekt.

1BR (2019)

David Marmor heet de regisseur en de schrijver, die met 1BR zijn eerste langspeler aflevert. Een fijne psychologisch thriller die zich in een aantrekkelijk appartementencomplex afspeelt waar de sympathieke en eenzame Sarah haar intrek neemt. Opvallend vriendelijke medewoners ontvangen haar bijzonder hartelijk. Sarah lijkt een waar paradijsje te hebben gevonden om in te wonen. Hm. De geoefende kijker voelt de ontnuchterende bui al hangen.

En dat gevoel klopt. Aan paradijselijke toestanden valt in een thriller niet veel plezier te beleven. Er ontspint zich een spannend verhaal dat zijn fundament vindt in een twist. De twist wordt al vroeg geopenbaard en zorgt voor een beklemmende laag in het verhaal. Veel meer moet je voorafgaande aan de film eigenlijk niet willen weten. De film kijkt veel beter met minieme voorkennis. Lees dus niet verder.

David Marmor kreeg het idee voor de film toen hij als midtwintiger naar de grote stad trok. Een bevreemdende gewaarwording voor Marmor die in de stad niemand kende en zich alleen voelde. Niet leuk natuurlijk, maar de anonimiteit prikkelde echter ook zijn fantasie.

Het idee voor de film kreeg vaste vorm toen hij zich ter vermaak ging afvragen of al die vriendelijke buren in zijn appartementencomplex achter gesloten deuren nog even vriendelijk zouden zijn. Toen hij daarenboven hoogte kreeg van allerhande utopische gemeenschappen die zich schijnbaar ondergronds in Los Angeles bezig waren te grondvesten, braken de dijken der fantasie definitief door. Et voilà. Een film was geboren.

1BR is een beklemmende film die een rustige opbouw plotsklaps loslaat om de kijker mee te trekken in een zenuwtergend verhaal. Een film zonder veel fysiek geweld, maar met veel effectieve psychologische lading. Regisseur Marmor doorspekt zijn verhaal met voldoende wendingen om de spanningsboog strak te houden. Dat lukt zodanig goed dat de punt die aan het einde wordt gezet, prettig shockeert.

Ja, het is fascinerend wat zich allemaal achter gesloten deuren afspeelt.

2036 Origin Unknown (2018)

Alternatieve titel: Origin Unknown

Stel je een donkere tv studio voor met daarin een hele set aan computerschermen waarop de ene na de andere simulatie en animatie verschijnt. In de studio bevindt zich het hoofdpersonage (Katee Sackoff) in dialoog met een kunstmatige intelligentie, die de rol van Hal 9000 wannabe prima vertolkt.

Zie hier de structuur van de film. Een enkele uitstap naar een ander personage of naar een andere setting is er wel, maar die is te verwaarlozen. We zitten vast in de starre atmosfeer van de tv studio. We zijn strak ingesnoerd. Toch is er geen beklemmend gevoel. Het oogt en voelt te geforceerd.

Het is een tamelijk minimalistische setting waarin het verhaal zich afspeelt. Een minimalistisch verhaal ook. Een dialoog tussen computer en personage. Hier en daar onderbroken door een korte interventie van een ander personage, maar de focus ligt onlosmakelijk op "Hal" en Sackoff. De laatste is het meest in beeld en doet het menselijke acteerwerk in de film. Ze doet het overtuigend en levendig. Met een zekere charme. Ze is leuk om naar te kijken.

De een-tweetjes tussen computer en Sackoff bevatten wat humor, zijn bijtend en amuseren. De dialogen zijn dus best leuk en voorzien de film van enige dynamiek. De dreiging waar het in de film eigenlijk over gaat en die de spannende factor zou moeten zijn, heeft die dynamische impact niet. De spannende beelden op de computerschermen zien er gewoon niet overtuigend genoeg uit. Niet confronterend en niet dreigend.

Met een pseudo Hal in de hoofdrol ontkomt de film niet aan een onderliggende vraag. De vraag of kunstmatige intelligentie een welkome aanvulling is op het menselijke potentieel schemert dan ook duidelijk door. Een vraag die natuurlijk vaker in een film is gesteld. Een gevaar of niet. That's the question. Een onoriginele vraag die desondanks nog steeds boeiend en verrassend kan worden uitgewerkt in een film. In deze teleurstellende film gebeurt dat natuurlijk niet.

20th Century Women (2016)

Nadat hij met de film Beginners (2010) zijn vader een eerbetoon bracht, doet regisseur en schrijver Mike Mills hetzelfde voor zijn moeder in de film 20th Century Women. Een film die zich in de jaren 70 afspeelt en drie krachtige vrouwen in het middelpunt zet. Dorothea (Annette Benning) een sterke onafhankelijke vrouw van middelbare leeftijd die zonder man en met tienerzoon Jamie door het leven gaat. Abbie (Greta Gerwig) die een kamer bij haar huurt en bijzonder energiek, controversieel en vechtlustig is en geen uitdaging uit de weg gaat. En tenslotte de tiener Julie (Dakota Fanning) die op zoek is naar zichzelf en goed bevriend is met de tienerzoon. Hoewel in zekere mate intrigerend, is zij het minst opvallende en minst interessante personage in de film. Mills laat haar wat dobberen.

Sterke karakters en sterke façades. Achter de façades zijn de dingen minder helder gedefinieerd. De film is doordrenkt van conflictsituaties. Mills wisselt daarbij steeds van perspectief. Nu eens via Dorothea dan weer via zoon Jamie belicht Mills conflicten en bewustwordingen. Een springerige aanpak. Mills werkt daarbij ook nog eens met tijdsprongen, die de springerigheid nog eens versterken. Van het heden naar de toekomst. Of via flashbacks het verleden in. Zo ontstaat een episodische vertelstructuur die dynamisch is en geen doorlopend verhaal kent maar een heerlijke aaneenschakeling is van roerige, grappige, trieste en hartverwarmende momenten.

Het roerige vrouwentrio is indrukwekkend. De vrouwen zijn in het bezit van een hoge uitdrukkingsvaardigheid en voorzien van een ontwapenende eerlijkheid die kwetsbaarheid toont en hen tegelijkertijd tot sterke persoonlijkheden maakt. Een belangrijke rol is weggelegd voor het personage William, gespeeld door Billy Crudup. Evenals Abbie een huisgenoot. Te midden van het vrouwengeweld blijft hij wat in de schaduw, maar hij is de rots in de branding als in het roerige huishouden de commotie weer eens losbarst. Prima rol. Het personage van de tienerzoon wordt heel plezierig gespeeld door Lucas Jade Zumann. Hij neemt het coming of age-gedeelte voor zijn rekening en voorziet de episoden daarmee van eigen accenten. Ook een prima rol.

Door alle emotionaliteit en roerigheid heen, besteedt de film aandacht aan de tijdsperiode. Mills die in 1966 werd geboren, verwerkt in de episoden persoonlijke anekdotes en eigen ervaringen, die behalve het opwekken van politieke, feministische en allerhande andere vormen van bewustwording die zo typisch voor de jaren 70 zijn, ook gewoon een mooi en authentiek beeld geven van het tijdsgewricht.

20th Century Women is een heerlijke film. Een meeslepende tragikomedie en een ode aan het leven. Aan de zin en de onzin ervan.

24 Wochen (2016)

Alternatieve titel: 24 Weeks

Mag je moreel gezien een zwangerschap afbreken van een kind dat gehandicapt ter wereld zal komen? De film "24 Wochen“ behandelt dit thema en maakt het de betreffende ouders niet gemakkelijk. Ik had het ook niet makkelijk. De camera zit de twee personages dicht op de huid en maakt het de kijker moeilijk om afstand te bewaren. De relatie van het koppel staat in het middelpunt van de film. De relatie beslaat de film. Buitenstaanders, zoals een vriendin of een moeder, hebben geen echte toegang, komen maar weinig aan het woord en dragen met voor de hand liggende meningen tevens weinig bij aan de voortgang van de handeling.

Regisseur Anne Zohra Berrached die ook meeschreef aan het script, plaatst de kijker in een verstikkende atmosfeer. Een atmosfeer die geen enkele afleiding biedt, geen enkele mogelijkheid geeft om soms even voorbij het getroffen koppel naar de buitenwereld te kijken. Om even buiten het benauwende wereldje te verblijven. Om even op adem te kunnen komen. In het kader van het emotioneel verstikkende verhaal, begrijp ik op zich de drukkende manier van dramaturgie bedrijven die Berrached hanteert., maar de verplichting die de film mij oplegt om zo dicht in de belevingswereld van de ouders te moeten verkeren, beviel me gewoon niet. Het emotionele lijden werd mij zodanig dwingend indringend door de strot gedouwd, dat het hele verhaal, het hele dilemma, het verdriet van het koppel mij steeds minder iets kon schelen.

Het gaat in deze film niet om het afwegen van argumenten om voor of tegen deze specifieke abortus te zijn. Het gaat in deze film om een strak gekaderde beschrijving van het besluitvormende proces van het echtpaar. De filmstijl waarin dat proces plaatsvindt, is geen prettige. Hoewel 24 Wochen een kundig gemaakte film is met goed acteerwerk, stond mij de onmogelijkheid om tijdens het kijken een beetje te kunnen relativeren erg tegen.

28 Days Later... (2002)

Volgens regisseur Danny Boyle en schrijver Alex Garland moet ’28 Days Later’ niet als een typische zombiehorror met opwindende actie en spectaculaire splatter effecten worden gezien, maar veel meer als een film die aansluit op de verontrustende actualiteit, waarin infectieziekten om de haverklap de kop opsteken.

Ik vond de film vooral spannend en vermakelijk. Maar goed. Zij zijn de makers. Zij zullen het weten.

Ik heb de film bekeken terwijl de toenemende wereldwijde paniek over het coronavirus hevig woekert. Ik moet toegeven dat de berichtgeving hieromtrent zeker een extra dimensie aan de kijkbeleving toevoegt.

Het Verenigd Koninkrijk is getroffen door een virus dat van mensen zombies maakt. Het land bestaat enkel nog uit ruïnes. De samenleving zoals die ooit bestond is niet meer. De beschaving is verdwenen. Wat rest is de strijd om te overleven.

Een groepje niet-geïnfecteerden doet dat. Een spannende tocht door de puinhopen van het eens zo trotse Brittannië in een poging andere overlevenden te vinden is het gevolg.

Het groepje komt veel ontwrichting tegen. Totalitaire machtsstructuren, geweld en bedreiging. Waar de beschaving ophoudt te bestaan, houden immers ook de beschaafde omgangsvormen op te bestaan. De groep is logischerwijs getuige van de tomeloze uitleving van de laagste driften van hen die ooit mens waren en van hen die nog mens zijn.

Is de mens van nature slecht en dientengevolge gedoemd om uit te sterven? Die vraag dwarrelt af en toe door de film heen. Erg interessant is de vraag niet. Althans niet op de geforceerde manier waarop deze invalshoek soms wordt gebruikt in het verhaal. Als onderliggend aandachtspunt is zo’n vraag bovendien wel wat uitgekauwd in het zombiegenre. Mij kon het in ieder geval niet veel schelen. De protagonisten houden zich er gelukkig ook niet echt mee bezig.

Die hebben trouwens wel andere dingen aan het hoofd. Die houden zich bezig met zaken die de film leuk maken. Overleven bijvoorbeeld. En dat is prettig, want de kracht van de film is niet de filosofische tint. De krachten van de film zijn de actie en de krampachtige verhoudingen en spanningsvelden tussen de personages.

De destructieve oerdriften waar sommige overlevenden maar vooral de anonieme horde der geïnfecteerden aan toegeven, weerspiegelen de ware natuur van de mens. Het gaat in deze wereld om het overleven. Het gaat om voedsel. Om het voortbestaan van de soort. Dat staat voorop en gaat ten koste van alles. Vooral deze 'openbaring' maakt de hectische zoektocht naar andere overlevenden gewoon hartstikke interessant en spannend.

De setting draagt sfeervol bij. Die is ruïneus en grauw. Het decor bestaat uit een ingestorte stad. Uit puin. Uit verspreid liggende lijken. Het kleurgebruik is groezelig grijs. De ondode dreiging komt in dit decor goed tot zijn recht. De sfeer is verontrustend en duister en voedt de personages met wantrouwen en paranoïa.

28 Days Later is een duistere en onheilspellende film, die vooral erg spannend is. Tegen het einde ligt de klemtoon misschien wat belerend veel op het beestachtige gedrag dat los komt onder extreme omstandigheden, maar tegen die tijd gaat van dat gedrag zo‘n spannenede werking uit dat ik mij aan een eventuele sociologisch opvoedende onderlaag gemakkelijk kon ontworstelen.

Genoten.

3:10 to Yuma (1957)

Alternatieve titel: De Trein van Tien over Drie

Een film naar een kort verhaal van Elmore Leonard. De film begint met een toevallige en onheilspellende ontmoeting tussen twee mannen die in niets op elkaar lijken. De ene een fatsoenlijke en armlastige rancher gespeeld door Dan Evans. De ander een meedogenloze bandiet en bendeleider gespeeld door Glenn Ford. Als bandiet Ford iets verderop in de film wordt gearresteerd is rancher Evans bereid hem tegen betaling te bewaken en hem op de trein van 3:10 naar Yuma te zetten om aldaar berecht te worden. Evans doet dit in de wetenschap dat de leden van de bende er alles aan zullen doen te voorkomen dat Ford op de trein wordt gezet.

Een spannend rechttoe-rechtaan-verhaal over een deugdzame held en een gewetenloze schurk ontspint zich. Zo lijkt het en zo is het oppervlakkig gezien ook. De film van regisseur Delmer Daves speelt echter op subtiele wijze met de zwart-witte toonzetting van het verhaal. De twee mannen worden voorzien van een achtergrond en een ronder profiel die aan de gebeurtenissen in de film meer kleur geven. En zo ontstaat een film met interessante karakters, met een verhaal dat morele grenzen opzoekt en dat (losstaand van de karakterinvulling) geweldige visuele elementen bevat. De factor tijd speelt als spanningselement een belangrijke rol. Het koppige plichtsbesef van Evans wekte bij mij frustrerend onbegrip op en heeft daardoor ook een spannende uitwerking. Bij het kijken naar de film kwam High Noon (1952) herhaaldelijk in de herinnering bovendrijven.

Het psychologische duel dat de beide mannen met elkaar spelen en waarin Ford excelleert, is eveneens een spannende factor van formaat. Gekrenkte trots, volhardende loyaliteit en existentiële nood. De gewetenloze en intelligente Ford herkent de zwakke plekken van Evans binnen een paar minuten en probeert hem daarmee te beïnvloeden. 3:10 to Yuma ontwikkelt zich alras tot een boeiende mengeling van psychologische thriller, karakterdrama en western. Fijne film.

30 Days of Night (2007)

De setting van de film is fantastisch. Een suf stadje in het Noorden van Alaska aan het einde van de wereld. Bedekt met sneeuw en gedurende 30 dagen verstoken van zonlicht. Je vraagt je af waarom er überhaupt mensen wonen. Het antwoord komt al in een vroeg stadium van de sherrif en tevens het belangrijkste personage in de film: „We live here for a reason: Because nobody else can“. Ok, duidelijk.

De film gaat over isolement, over een belegering, over een uitzichtloos gevecht. Een gevecht tussen goed en kwaad. En dat allemaal in dat naargeestige stadje, waar met het laatste zonlicht ook alle vreugde lijkt te zijn verdwenen. De beelden van het stadje waarin kou en duisternis de hoofdrol spelen, spreken boekdelen. De camera vangt de troosteloze sfeer goed.

Ondertussen en langzamerhand leren we de belangrijkste personages kennen. De sherrif, zijn love interest en nog wat geharde bewoners. De kennismaking duurt niet al te lang en geeft net genoeg informatie om voorzichtig met de personages mee te kunnen leven. Intensievere hechting is in een actievolle vampierfilm immers niet nodig. Het spel kan beginnen.

Het verhaal is gebaseerd op een strip. De belagende vampiers voldoen derhalve niet aan het authentieke en gotische beeld van de vampier. De vampiers zijn meedogenloos, houden zich enkel met het vergaren voedsel bezig en zien er zeer onverzorgd en onappetijtelijk uit. Het zijn kille roofdieren waarmee geen vorm van bonding mogelijk is. Niet als kijker. Niet als belaagde. En dat terwijl de vampiers blijkbaar wel een vorm van beschaving hebben ontwikkeld. Dat moet ook wel als je eeuwig leeft, lijkt me. In dat opzicht is het feit dat de vampiers in een eigen taal communiceren nog wel een leuk detail.

De voorwaarden voor een goede en spannende film liggen er. Het komt er echter niet uit. Na een sterke opening met hoopgevende aanzetten in de vorm van mysterieuze verdwijningen en enkele bloederige confrontaties, glijdt de film langzaam af naar een middelmatig niveau. De voornaamste oorzaak is een voortdurend patstelling tussen het goed en het kwaad. Er gebeurt gewoon niet veel.

Om de film bijna twee uur boeiend te houden zonder veel actie, is psychologisch fundament nodig. Meer inkijk in de personages en hun persoonlijke geworstel. Meer achtergrond bij de monsters. Die moeite wordt niet genomen. En ja, dan is het kijken naar geworstel gewoon niet heel boeiend.

3096 Tage (2013)

Alternatieve titel: 3096 Days

Film die is gebaseerd op de biografie van Natascha Kampuschs die als tienjarig meisje werd ontvoerd en zoals de titel al aangeeft 3096 dagen werd gegijzeld. Een bij vlagen boeiende film die vooral impact heeft door het ongelofelijke verhaal en door de overtuigende acteerprestaties van de twee hoofdpersonages.

De rol van Kampuschs wordt (behoudens het eerste stuk film) gespeeld door Antonia Campbell Hughes. Nu schijnt Campbell Hughes in het echte leven een model te zijn en wel van de hyperslanke soort en dat helpt haar hier bij de geloofwaardige vertolking van haar personage. Ze geeft aan de sterk vermagerde en verzwakte Kampbusch heel realistisch en meelijwekkend gestalte.

De ontvoerder wordt gespeeld door Thure Lindhardt. Hij speelt zijn rol als buitenbeentje en excentriekeling prima. Een eenzaat die zo gepreoccupeerd is met structuur en controle dat ook hij evenals zijn gevangene geen handelingsvrijheid heeft. En hoe sneu dat gegeven ook is, met hem krijg je als kijker geen medelijden. Zijn enige motief om te ontvoeren lijkt mij dat hij per sé een vrouw wil bezitten. Geen vreemd streven, maar de illegale manier waarop hij dat wil bewerkstelligen is dat natuurlijk wel. En dus is en blijft hij te allen tijde de gestoorde ontvoerder, die verachtelijk is.

Behalve dat het verhaal van de ontvoering verschrikkelijk is en automatisch fascineert, is er nog een aspect aan het verhaal dat (vooral in de aftastende fase) bevalt. En dat is de weergave van de emotionele en lichamelijke verhouding tussen ontvoerder en gegijzelde. De drukkende en angstige atmosfeer waarin dit schouwspel zich afspeelt maakt gevoelens van verontrusting en ongemak los bij de kijker en brengt interessante dynamiek in het verhaal.

Toch boeit de film niet over de hele linie. De relatie tussen de personages intrigeert en prikkelt vooral in de aftastende fase. De interesse verflauwt daarna snel. Het is zelfs zo dat Ik vaak dacht in een saai relatiedrama terecht te zijn gekomen en de link met een ontvoering gewoonweg vergat.

31 (2016)

Een simpel verhaal. Vijf geketende mensen bevinden zich in een reusachtig fabriekscomplex en moeten 12 uren overleven. Om het overleven wat uitdagend te maken worden ze achterna gezeten door een stel smerige clowns.

Veel verder dan deze bescheiden zinsneden gaat het verhaal niet. Van spanningsopbouw of een intrigerend stukje drama is geen sprake. De regisseur van deze pracht heet Rob Zombie en die doet niet aan verhaallijnen, plotontwikkeling of karaktervorming.

Hij doet wel aan sfeer. De setting is perfect. Het verwaarloosde complex zorgt voor een afgeleefd en viezig sfeertje. Dat is tenminste iets. Door in dat sfeertje de ene na de andere brute steekpartij en moord te laten plaatsvinden, blijft de film kijkbaar. Het tempo van handeling ligt redelijk hoog en houdt de kijker waakzaam. Dat is ook iets waard.

Zombie geeft weinig ronding aan de personages. Die doen er niet heel erg toe. En ja, als dat de filosofie is, dan vraag je erom. Dan is het logisch dat het enige gevoel dat de personages oproepen een gevoel van afkeer is. Dat gevoel geldt niet eens zozeer de killers. Dat zou nog enigszins logisch zijn. Nee, het gevoel geldt de bedreigde mensen. Vooral op de spannende momenten zijn de zielepoten erg irritant. Hun langdurende gezanik en gezeur werkt op de zenuwen en wekt weerzin.

Hier wreekt zich de verwaarlozing van karakterontwikkeling en de inleving die daar het gevolg van is. In toenemende mate distantieerde ik mij van de irritante stakkers. Het gesnij en gehak werd door mij tamelijk gelaten en gevoelloos bekeken. Ja, dat krijg je als je je personages verwaarloost.

Er valt eigenlijk maar weinig te genieten. Gelukkig zijn er nog de kills om je in vast te bijten. Die zien er acceptabel uit. Toch? Nou, valt tegen, want de camera is een storende factor. Het ding schudt. Het ding beweegt met korte rukjes. Het ding registreert alles in scheef perspectief. Het ding filmt de personages op slechts enkele centimeters afstand. Wie is wie? Wat gebeurt er in vredesnaam? Geen idee. De beeldovergangen gaan snel en zijn onoverzichtelijk. Stroboscopische lichteffecten zaaien nog meer verwarring. Pompende muziek onderstreept de opwindende actie. Het oogt zeer hectisch en het is schijnbaar heel spannend. Je ziet er alleen geen fuck van.

Het is een slechte film. In één van de laatste scènes ontglipt één van de vertwijfelde zielepoten de opmerking: "What the fuck is going on?!“. Zij legt de vinger exact op de zere plek. Preciezer kan ik het niet uitdrukken.

355, The (2022)

Pas tegen het einde laat de film een paar goede actiescènes zien. Goed geënsceneerd zonder een storende willekeur aan cuts die de actie wel hectisch doen lijken maar eigenlijk geen fijne actiescènes opleveren. Tot die tijd komen de meeste actiescènes in The 355 tot stand met ongeorganiseerd snijwerk dat maar weinig adrenaline naar boven stuwt. De camera ergerniswekkend schuddend in combinatie met scènes die veel te lang duren, zodat elk brokje dynamiek en spanning eindigt in gezapige verveling. In het laatste halve uur is die dynamiek en spanning er wel.

Het verhaal is een lachwekkend vehikel. De exercitie ervan is een chaotische ramp en is met een speelduur van 2 uur veel te lang. Het plot is ondergeschikt aan de actie, die teleurstelt. De personages die door een internationale en aansprekende cast worden gespeeld, zijn in aanzet best interessant, maar blijven helaas erg vlakjes en genereren amper enige empathie. De dialogen zijn van een kinderlijk niveau en bevestigen vaak een gebeuren dat voor de kijker erg zichtbaar is en zijn derhalve veelal overbodig. De feministische boodschap die (met vijf stoere vrouwelijke hoofdrollen die mannelijke schurken het leven zuur maken) nogal duidelijk is, wordt door de beroerde teksten trouwens ook nog eens ontscherpt.

Opvallend is de Chinese inbreng in de film. De film speelt zich geruime tijd in Shanghai af, heeft met Fan Bingbing een prominente hoofdrol en is mede gefinancieerd door een Chinese productiemaatschappij. Het is daarom ook niet verwomnderlijk dat China positief wordt afgeschilderd. De mooie Chinese cultuur en de competentie van de Chinese geheime dienst en de Chinese politie worden benadrukt. Ja, The 355 is een aangename kosmopolitische film zonder scherpe randjes.

De Chinezen vinden de film vast goed.

388 Arletta Avenue (2011)

Een anonieme toeschouwer observeert met camera’s iedere hoek van het huis aan 388 Arletta Avenue. De film bestaat voornamelijk uit beelden geschoten door die camera’s. Ze worden afgewisseld met beelden gemaakt met een dashcam en met een handycam die de anonieme observator eveneens gebruikt. De kijker ziet wat hij ziet. Hij ziet een film die in zijn geheel wordt weergegeven vanuit het perspectief van de anonieme observator.

Found footage, maar net even anders. In 388 Arletta Avenue is geen sprake van een schuddende camera of van een uitvallende camera waarvan het doel is om spanning op te wekken of om te verbloemen dat er geen geld beschikbaar is voor een leuk speciaal effectje. De beelden blijven steady. Het scheelt natuurlijk dat de inwoners van het pand niet zelf het beeldmateriaal verzorgen, maar dat overlaten aan de anonieme toeschouwer die zorgdraagt voor evenwichtige beelden. Het scheelt ook dat er in de film geen sprake is van een bovennatuurlijke dreiging die maakt dat de camera er opeens alles aan doet om vooral niet te focussen op die dreiging. Een dergelijke dreiging komt immers meestal slecht zichtbaar beeld. In deze film komt de dreiging van de anonieme toeschouwer en die is van aardse oorsprong.

Uiteraard blijft het niet bij kijken alleen. De anonieme toeschouwer doet meer. Hij begint met wat plaagstootjes en kijkt toe hoe de bewoners reageren. Die plaagstootjes groeien uit tot een ware terreurplaag die vooral psychologisch van aard is. Het psychologische spelletje dat de anonieme toeschouwer zo gehaaid speelt, vergt veel van de slachtoffers. Niet alleen van de slachtoffers overigens. Ook van mij. De logica en geloofwaardigheid zijn namelijk ver te zoeken. Ik had het nog niet genoemd, maar voorspelbaar was het al.

De film heeft een paar aardige scènes maar dat is het dan ook wel. Een aardige scène is de slotscène, die me overigens bekend voorkwam. Gezien in een andere film? Of misschien deze film ooit eens eerder bekeken en vergeten? De laatste optie lijkt me de meest voor de hand liggende.

400 Days (2015)

Een simulatie met een aantal mensen in een afgesloten ruimte is een interessant concept voor een film.

In deze productie lukt het opwekken van die interesse bij aanvang heel behoorlijk. Bij het kijken ontstaat iets van spanning, iets van nieuwgierigheid en iets van blijde verwachting.

Het verhaal is zelfs dermate behoorlijk, dat de armoedige decors en het armoedige acteerwerk even zijn vergeten. Het verhaal heeft de aandacht.

Helaas duurt dat niet lang. De film ontspoort al snel. Mijn pogingen om nog enigszins in het spoor te blijven van de plotselinge belachelijke plotwendingen zijn eveneens snel ten dode opgeschreven.

De armoedige decors en het armoedige acteerwerk dringen weer hard binnen en worden nu ook nog vergezeld van een slap verhaal.

Het slot maakt vervolgens niets goed.

47 Meters Down (2017)

Alternatieve titel: 47 Metres Down

Een haaienfilm. Kan dat met alle illustere voorgangers in het hoofd, nog iets zijn? Ja hoor. Dat kan.

De film is spannend. Door goed gebruik te maken van het element tijdsdruk en door het opkloppen van de legendarische bloeddorst van haaien, ontstaat er een lekker sfeertje.

De film speelt daarnaast heel tactisch in op het claustrofobische gevoel dat ieder mens wel herkent. De kijker ziet en ervaart evenveel als de belaagde personages. Het sfeertje is intens benauwend en opwindend.

Wel wat veel gegil van de dames. Maar ja, dat hoort erbij. Een kleine prijs voor zoveel schoonheid.

Leuk om Modine weer eens te zien. Hier niet heel memorabel, maar toch. Na zijn grandioze rol in Birdy toch wat in de vergetelheid geraakt. Althans, hij was uit mijn bewustzijn verdwenen.

Eh, “In the Deep” dus. Ja, spannende film.