• 13.687 nieuwsartikelen
  • 171.394 films
  • 11.359 series
  • 32.316 seizoenen
  • 633.692 acteurs
  • 197.064 gebruikers
  • 9.218.862 stemmen
Avatar
 

Meningen

Hier kun je zien welke berichten Collins als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Kajaki (2014)

Alternatieve titel: Kilo Two Bravo

De oorlogssituatie met manschappen die klem zitten in een ravijn gevuld met landmijnen wordt zeer realistisch weergegeven. Dat gebeurt met plastische scenes (bloed en open wonden) en met het inzoomen op de persoonlijke strijd tegen gekte. Kortom, de paniek, de stress en de hoogspanning spatten van het scherm.

Fascinerend om te zien hoe men onder hoge druk probeert koel en psychisch stabiel te blijven. De middelen die de manschappen inzetten zijn kameraadschap, slap geouwehoer en (galgen)humor. Inderdaad geen humor om te lachen, maar humor om te overleven. Kajaki is immers geen Hollywood.

Overtuigend geacteerd.

Kalevet (2010)

Alternatieve titel: Rabies

De eerste Israëlische horrorfilm is een horrorkomedie. De film is behalve door het Hebreeuwse taalgebruik nauwelijks als zodanig herkenbaar De setting doet sterk denken aan een willekeurige setting in een Amerikaanse slasher. Dat geldt ook voor de aanzet van het verhaal.

Alles in de film doet in beginsel denken aan de zoveelste variant in het Backwood-horror genre. Na de introductie van de personages, die in een gemiddelde Amerikaanse slasher eveneens niet zouden misstaan, volgt de film echter zijn eigen verrassende koers. De film is een originele aaneenschakeling van misverstanden en toevalligheden.

Ook origineel is de omgang met de karakters. Die beschikken niet over veel psychologische laag. Dat is niet nieuw en niet verrassend. Over de personages kom je niet meer te weten dan het hoogstnodige. Het originele zit ‘m in de vergeefse pogingen om de personages meer diepte te verlenen. Soms geven de personages in onderlinge gesprekken meer dan de hoogstnodige informatie prijs. Meteen een reden om zo’n personage interessant te vinden of sympathie voor hem te ontwikkelen. Het leuke is dan dat het leven van dat personage heel gemeen en heel abrupt wordt beëindigd. En weg is het personage dat sympathie en interesse opriep. Humor heet dat.

De film speelt zich volledig in het daglicht af. De zon schijnt volop en de temperatuur is aangenaam. Een grappig contrast met de bloedige gebeurtenissen die zich in slashers normaal gesproken in een schemerige omgeving afspelen. Geslaagd.

De film is in verscheidene verhaaltjes opgedeeld die zich parallel aan elkaar afspelen maar niet los staan van elkaar. Allemaal met een eigen logica, maar ook allemaal samenvallend onder één verhaal. Beetje warrig soms, maar erg goed voor de dynamiek. Momenten van verveling en stilstand kent de film (behalve bij de introductie van de personages) als gevolg van deze vertelwijze niet. Ook geslaagd dus.

Rabies is een film met excessief geweld en een redelijke hoeveelheid bloed. Rabies is ook een film met leuke relativerende zwarte humor. Rabies is een bijzonder aangenaam niet-routinematig vervaardigd werkje en is ook in die zin absoluut geslaagd.

Kamera o Tomeru Na! (2017)

Alternatieve titel: One Cut of the Dead

De film werd gemaakt voor een bedrag van 25.000 dollar. Dat gebeurde in acht dagen tijd. Hij draaide in eerste instantie in één Japanse bioscoop, maar slaagde erin meer bekendheid te krijgen door zijn verschijning op diverse filmfestivals. Met succes. De film raakte alom gewaardeerd. Een uitgebreide release in de Japanse bioscopen volgde. Eveneens met succes. De film bracht in Japan 28 miljoen dollar op. Meer dan het duizendvoudige van de investering. Bijzonder natuurlijk, maar al minder bijzonder na het bekijken van de film. Hij is ongelooflijk grappig en conceptueel redelijk uniek, volgens mij. Uiteraard is het ook zo dat succes en geldelijk gewin niet aan Hollywood voorbij gaan en de rechten voor de remake schijnen dan ook al aangekocht te zijn. Zo gaan die dingen. Ik zit er niet op te wachten.

De film is opgedeeld in drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk boeit maar matig. Getoond wordt een horrorfilm met zombies. Een vervelend stuk film dat zelfs enige ergernis opwekt. Een amateuristische en zeer rommelige bedoening. Alles aan de film ziet er goedkoop uit. Het verhaal is weinig boeiend en het acteerwerk zeer belabberd. Misschien dat een verstokte Trash fan er vreugde aan beleeft. Ik deed dat absoluut niet. Wel opmerkelijk aan het stuk film is dat het in slechts één take werd opgenomen. Weet je meteen waar de filmtitel de inspiratie vandaan haalt.

Met One Cut of the Dead moet je echter geduld hebben. Vertrouw erop dat alles goed komt. Na het eerste stuk met de zombies slaat de film geheel andere wegen in. Wegen die doen verwonderen. In het middenstuk wordt dat al zichtbaar en in het laatste stuk film is het overduidelijk. Al het voorafgaande wordt erdoor in een geheel ander daglicht geplaatst. Het laatste deel lanceert een spervuur aan grappige situaties, die vooral grappig zijn door de kennis die in het vervelende eerste deel van de film wordt opgedaan.

Na afloop heb ik het vervelende eerste hoofdstuk nogmaals bekeken. Nu was de kijkervaring een stuk leuker en kon ik er zelfs echt van genieten. Ik kan iedereen een herziening aanraden.

Bijzonder leuke film. Bekijk de film zonder enige voorkennis. Bijt je door het eerste hoofdstuk heen. Dat deel heb je helaas nodig. En geniet!

Kameradschaft (1931)

Alternatieve titel: Comradeship

De eerste wereldoorlog is 10 jaar geleden afgelopen en de relatie tussen Frankrijk en Duitsland is niet erg goed. Ook in het grensgebied waar zowel aan Franse als aan Duitse zijde steenkool wordt gewonnen zijn de verhoudingen gespannen. Als er aan Franse zijde een mijnongeluk gebeurt waarbij 600 mijnwerkers ondergronds vast komen te zitten, wordt het politieke oud zeer overstegen en wordt in het kader van solidariteit tussen de arbeiders vanuit Duitsland een reddingsteam samengesteld om de Fransen te helpen.

Kameradschaft van G.W Pabst is gebaseerd op een mijnongeluk dat in 1906 in Courrières gebeurde. Het verhaal van de ramp werd in een later tijdvak geplaatst en geografisch verplaats naar de Duits-Franse grens. Pabst gebruikt de gebeurtenissen in de film om een politiek statement te maken. Een uitzonderlijk streven in een tijd dat de machtsverhoudingen in de Weimarrepubliek instabiel waren, de sociale ongelijkheid groot was en de meeste films de behoefte van het volk honoreerden en zich op lichtzinnig amusement richtten.

Pabst thematiseert in de film de gespannen relatie met de Fransen alsook de solidariteit onder de arbeiders. Uit die thematiek komt een sociaal-realistisch drama voort dat authentiek werkt door de inzet van niet-professionele acteurs. De meeste acteurs waren mensen uit de mijnregio, las ik. De Franse acteurs werden bovendien niet voorzien van de Duitse spraak met een Frans accent of in het Duits nagesynchroniseerd. De film is tweetalig en verscheen ook zo in de bioscopen. Door de tweetaligheid in stand te houden laat Pabst helder zien en horen hoe een taalbarrière onbegrip kan veroorzaken tussen volken.

Authenticiteit wordt eveneens opgewekt door op locatie te draaien. Dat levert onuitnodigende plaatjes op van een mijndorp en benauwende plaatjes van de mijn. Bijzonder sfeervol. De speciale effecten zijn natuurlijk nu niet meer heel spectaculair maar ik denk dat menig bioscoopbezoeker die de film in de jaren 30 bekeek, klamme handjes had. Het verhaal is tamelijk simpel. De boodschap die in tijden van losgeslagen kapitalisme actueel was, is dat nog steeds wel maar spreekt door de toneelmatige overdrijving waarvan de film zich bedient, niet heel erg aan. Kameradschaft is een interessant tijdsdocument uit de Duitse filmhistorie. Vooral in dat licht is de film het bekijken waard. Voor de invulling van een vermakelijk tijdverdrijf zoeke men beter iets anders.

Kamisama no Iu Tôri (2014)

Alternatieve titel: As the Gods Will

Gewelddadige Manga onzin vertaalt naar film. Een film waarin personages worden gedwongen te spelen in games waarbij alleen de sterken overleven. Dat gaat gepaard met veel geweld en liters ‘bloed’. De film is gebaseerd op een strip en de bloedige realiteit komt vaak kunstzinnig vervormd en onschuldig ogend binnen. Een voorbeeldje: een slachtoffer spuwt geen bloed maar rode knikkers. Van die geintjes.

Een film vol personages met als enige bestaansreden om zo spectaculair en zo snel mogelijk het loodje te leggen. En dat is bijzonder vermakelijk. De kills zijn afwisselend, gebeuren bijna non-stop en vinden plaats in de meest fantastische settings. De monsters en andere figuren die verantwoordelijk zijn voor het moorden zien er fantastisch en wonderlijk uit en begeleiden het uitschakelen van de spelers met cynisch commentaar. Zwarte humor. Leuk.

De gebeurtenissen zijn absurd. Niet te voorspellen. Je weet gewoon nooit wat de volgende scène gaat inhouden. En omdat ook aardige personages op gruwelijke manieren aan hun einde komen is er ook geen garantie dat een held of heldin het einde van een spel haalt. Dat gegeven levert extra leuke spanning op.

Een film met een knipoog. Ik hou daarvan. Het spelen van de games wordt heerlijk uitvergroot. Letterlijk en figuurlijk. Het vertoonde geweld dat toch behoorlijk rauw in beeld wordt gebracht, komt daarom ook niet heel intensief binnen. Alle situaties en alle spelconcepten worden overtrokken en opgeblazen en kunnen (hoe gruwelijk ook in beeld gebracht) daarom niet serieus worden genomen. Dat de inspiratiebron een strip is, komt in elk shot en elke scène herkenbaar en verzachtend naar voren. De film kijkt als een strip.

Fijne film. Lekkere zwartgallige humor in een absurd verhaal met een hoge vermakelijkheidsgraad.

Kamome Shokudô (2006)

Alternatieve titel: Kamome Diner

Japanse feelgood in Helsinki als de Japanse Sachie er een restaurantje opent en geleidelijk steeds meer mensen (dolende zielen van Japanse origine en Finse bewoners) de weg naar het restaurant weten te vinden. Regisseuse en schrijfster Naoko Ogigami maakt een lieve kleine film en vertelt een menselijk verhaal gevuld met ironie, subtiliteit en bescheiden emotie. Een film met een restaurant als middelpunt impliceert aandacht voor voedsel. En die is er ook. De gerechten zijn prachtig opgemaakt en zien er heerlijk uit. Ook de bereiding van de gerechten krijgt de aandacht en de toewijding waarmee dat gebeurt is liefdevol en straalt mystiek en kunstzinnigheid uit. Ik werd er blij van.

Een Japans restaurant in Helsinki. In eerste instantie reageert de inheemse bevolking afstandelijk op dit exotische fenomeen. De film zet die afstand wat overdreven in maar dat werkt in de context van het verhaal prima. De personages in de film zijn innemend. Misschien niet direct bij de eerste kennismaking, maar in het verloop van de film is het alsof onvriendelijke en vijandige mensen niet bestaan. En dat terwijl de culturele en uiterlijke verschillen groot zijn. Binnen de invloedssfeer van het restaurant tellen die verschillen niet meer. De film heeft trouwens een bijzonder aangename cast waarbij vooral hoofdrolspeelster Satomi Kobayashi in de rol van restauranteigenaar een fijn ijkpunt met een rustgevende uitstraling is.

Kamome Shokudô hanteert een rustig tempo een verspreidt een prettig aroma van lichtvoetigheid. Grote problemen en intens emotionele momenten komen in de film niet voor. Het is knus. De sfeer roept een goed gevoel op. De humor gedijt goed in deze atmosfeer waarin kleine gebeurtenissen de toon zetten. Het verhaal is bescheiden en schiet nergens uit de bocht. Ik raakte van de film verre van overprikkeld en heb me uitstekend vermaakt in het restaurant met zijn Japanse staf en zijn Finse gasten. Fijne film

Kate (2021)

De plotlijn over een dodelijk vergiftigd persoom die in haar laatste levenfase op zoek gaat naar haar moordenaars is een intrigerende. Regisseur Cedric Nicolas-Troyan zet in op snelle en harde actie. Gelukkig heeft Mary Elizabeth Winstead de hoofdrol als de vergiftigde Kate. Winstead etaleert een uitstekende fysieke conditie en dat maakt de actiescènes tot aangenaam vertier. Het verhaal dat veel potentieel bezit is daaraan ondergeschikt.

Tussen de actiescènes is de plaats waar het verhaal zich zou moeten bevinden. Op die plaats is niet veel aan de hand. De ruimte tussen de actiescènes wordt fantasieloos en voorspelbaar opgevuld. Het zou interessant zijn geweest als de film op die momenten erg de nadruk had gelegd op Kate‘s vergiftiging en haar lichamelijke verval. Op motieven. Op psychologische aspecten. Dat gebeurt niet. Kate ziet er hoogstens wat aangeslagen uit, zet dan even een spuit en vecht lustig verder.

Een paar goede actiescènes maken een film niet tot een goede film. De film zakt op de momenten van wapenstilstand behoorlijk in. De film investeert niet in het verhaal en in de personages. De actiescènes zijn de moeite. De rest is dat niet.

Keanu (2016)

De plotlijn is een goede aanleiding voor hilarische scènes. Twee namaak gangstas op zoek naar een kat in het keiharde criminele drugsmilieu. Een hilarisch gegeven en voer voor komische taferelen. Kom maar op. Zin in.
Maar helaas werd ik niet verwend met de humor. Met slechts een paar aardige gniffelscènes houdt het wel op. Uit de tegenstelling tussen oppassende burger en keiharde crimineel valt meer te halen dan wat aardige gniffelscènes, denk ik zo.
Dat gebeurt hier dus niet. Na de film heb ik nog immer knagende honger. Comedy is niet makkelijk.
Grappig trouwens dat de stuntman die door de voorruit van de auto vliegt, in vergelijking met acteur Luis Guzmán gigantisch grote voeten heeft. Dat vond ik dan wel weer erg komisch. Zal waarschijnlijk onbedoeld zijn, maar is wel één van de betere momenten. Tja, dat zegt ook wel iets.

Keep, The (1983)

De plot is heel simpel. Een stelletje Nazi's overvallen door hebzucht ontketent een oud kwaad dat binnen de dikke muren van een slot gevangen zit en nu dreigt te ontsnappen. Een oude Joodse geleerde is nodig om het oude kwaad weer te ketenen. Meer is het eigenlijk niet.

Maar ja eromheen zit zoveel meer. Een hele sfeervolle en trage film zit eromheen. Alleen de openingscredits al...dat duurt en duurt. Een film met lange scènes, trage shots en veel somber beeldmateriaal. Een kil kasteel met dikke muren. Een kalme golvende mist die op kniehoogte door het beeld dobbert. Fluorescerend licht. Een rijtje blinkende crucifixen. Van die dingen. Heel naargeestig en bijna bewegingsloos gevat door de camera. Voor alles wordt de tijd genomen.

In die atmosfeer gebeurt het. En wat het dan precies inhoudt is niet helemaal duidelijk. De grote verhaallijn dringt door. Die is duidelijk. Van sommige sublijntjes en sommige personages blijft de betekenis echter geheel of gedeeltelijk verhult. Prima passend in de sfeer, maar zonder verbindende betekenis. En hoe goed de sfeer ook wordt weergegeven en hoe goed de bijzondere muziekscore die sfeer nog eens beklemtoont, het gebrek aan een helder verhaal valt nochtans op. Er is geen inzichtelijke kapstok die je helpt om alle losse puntjes te verbinden. Een dikke min, vind ik.

Wel nog even het creatuur vermelden. De film beschikt over een fijn monster. Het kwaad ziet er goed uit en vergoedt de dikke min van eerder enigszins. Ja, het kwaad is echt de moeite.

Van de film ben ik minder overtuigd. De film is eigenlijk een bijeengeraapt zootje scènes dat in zekere mate een lopend verhaal vormt. Dat lukt redelijk, maar het blijft een rommeltje. Nu blijkt wel dat er flink in de film is geknipt. Van de oorspronkelijke versie van 210 minuten resteren er slechts 96. De onbegrepen plotlijntjes, stotterige scènewisselingen en doelloze aanwezigheid van sommige personages vallen met deze kennis beter te plaatsen.

Tegelijkertijd vraag ik mij toch ook af hoe traag de volledige 210 minuten wel niet aan het netvlies voorbij hadden getrokken en of die traagheid wel zo verhelderend gewerkt zou hebben. Misschien komen we er ooit nog achter. Ik ben trouwens matig geïnteresseerd.

Keeping Room, The (2014)

Film met een opzienbare en spannende start die vervolgens geleidelijk terugvalt naar niet veel meer dan niets.

De opening is fantastisch. Mysterieus en opwindend. Met spannende cameravoering. Puntje van de stoel. Haren recht overeind. Zo mooi.

En dat was het dan ook. Hierna volgt een lang middenstuk dat gekenschetst kan worden als saai en traag met af en toe een korte opleving. Er gebeurt bijna niets. Wel met goed camerawerk en met een prima somber en dreigend sfeertje. Ja, dat wel.

Al die traagheid, al die scenes waarin niet veel gebeurt maar die wel een dreigende en sombere sfeer neerzetten, moeten dan welhaast de opmaat vormen voor een fantastisch spektakelstuk aan het eind. Ja, dat kan toch zeker niet anders.

Die blijde verwachting maakt het middenstuk draaglijk. Als aan het eind het spektakelstuk uitblijft is de teleurstelling groot. Het einde is niet spectaculair en sluit naadloos aan bij het saaie en sombere middenstuk. Eigenlijk gebeurt er nog steeds niets opzienbarends.

Sfeer en camera goed. Rest niet bijzonder. Kater.

Kerron Sinulle Kaiken (2013)

Alternatieve titel: Open Up to Me

Aardige film over opoffering, (zelf)acceptatie en vooringenomenheid. De spil van de film wordt gevormd door een transgender die de levens van anderen (en van haarzelf) beïnvloedt door haar sekseverandering en de daarbij horende gedragsverandering.

Overtuigend geacteerd door Klemola. Soms triest, soms luchtig. De overige rollen worden matig ingevuld, waardoor niet elke scene overtuigt. Enkele scenes komen nogal onecht over. Ik had op die momenten het idee dat ik (qua sfeer en acteerprestaties) naar een goedkope soft-erotische film zat te kijken in plaats van naar een serieuze sociaal bewogen film.

Wel jammer, eigenlijk. Gelukkig beklijft na het kijken vooral de waarachtigheid van het verhaal.

Ki-sool-ja-deul (2015)

Alternatieve titel: Criminal Designer

Rommelig en chaotisch overkomende film. Te weinig spannend en bovenal erg langdradig. Wat meer snijwerk tijdens de editing, zou niet misstaan hebben.

Het verhaal is voorspelbaar. De dubbele bodems zijn voorspelbaar. De filmische karakters zijn eendimensionaal, simplistisch en ook voorspelbaar.

Het acteerwerk is erg matig.

De grappig bedoelde scenes tijdens de aftiteling zijn niet grappig en overbodig. Gelukkig is het de laatste aanslag op het geduld van de kijker.

Kid Detective, The (2020)

Deze kleine Canadese misdaadkomedie is een leuke verrassing. Het verhaal heeft een origineel uitgangspunt en is amusant. In de stijl van de Film Noir strooit schrijver en regisseur Evan Morgan in zijn eerste langspeler met grote porties zwarte humor en fleurige jaren 50 nostalgie, hoewel het verhaal zich in de huidige tijd afspeelt.

De film heeft zeker in beginsel een lichtvoetige toonzetting. Naarmate het verloop verschijnen steeds indringender duistere accenten die een mooi afgewogen tegenwicht bieden aan de luchtigheid. De mix is goed. Humor, drama en spanning zijn in balans. De dramatische accenten voorkomen dat de film een puur komische voorstelling wordt. Iets dat gemakkelijk had gekund gezien het luchtige uitgangspunt. De film slaat daarin niet door.

Hart en ziel van de film zijn kid detective Adam Brody en zijn tegenspeelster Sophie Nélisse. Prima rol van Brody als de verlopen detective die in zijn jonge jaren een gevierde detective was, maar zich na een teleurstelling meer voedt met alcohol en drugs dan met speurzin. De bijrollen zijn perfect ingevuld, waarbij vooral het optreden van Sarah Sutherland als Brody‘s receptioniste zeer amusant is.

Leuk.

Kid, The (1921)

Alternatieve titel: Het Jochie

The Kid is een stomme film die werd geregisseerd en geschreven door Charles Chaplin die ook nog eens een hoofdrol vervult. De film draait om het lot van een te vondeling gelegd kind dat door Chaplin’s alter ego "the tramp" wordt gevonden en opgevoed. Een spannend en innemend klassiek verhaal volgt dat is gevuld met dynamisch acteerwerk. Behalve de expressieve Chaplin valt het grandioze talent van Jack Coogan als de titulaire kid op. De kleine Coogan blijkt over een geweldig potentieel aan lichamelijke uitdrukkingsvaardigheid te beschikken die niet onder doet voor de grote Chaplin.

Een fijngevoelig verhaal ontvouwt zich dat tragedie en komedie in zich verenigt, waarbij de komedie in mijn beleving een minder prominente plek inneemt. The Kid brengt een tragisch verhaal waarin de onderliggende maatschappijkritiek goed voelbaar is. De erbarmelijke sociale verhoudingen, de armoe, de sloppen. Soms zijn de maatschappijkritische tikken die worden uitgedeeld speels. Soms ook sarcastisch. Zo staat in het begeleidende stukje tekst in de scène waarin een eenzame jonge vrouw met wanhopige blik en een bundeltje mens in haar armen het ziekenhuis verlaat en het bundeltje te vondeling legt: „The woman – whose sin was motherhood“.

Het zijn de armen en de zwakken die zowel met een geslepen, een verslagen als een rechtgeaarde houding de sympathie van de kijker veroveren. Het is niet voor niets dat bij aanvang van de film de tekst “A Picture with a Smile – and perhaps, a Tear” prominent in beeld verschijnt. Een understatement. De film heeft absoluut heerlijke komedie in huis, maar niet veel daarvan beklijft. De traan overheerst. Ik zie het liever andersom.

Kikareta Onna no Mirareta Yoru (2007)

Alternatieve titel: Man, Woman, and the Wall

Een film die speelt met de voyeuristische tendensen die in ieder mens schuilen. Obsessieve personages, een beetje geweld en een leuk vrouwelijk schepsel dat zich bij de erotische scènes niet inhoudt. Je zou deze Japanse pink film als een erotische thriller kunnen betitelen. Met betrekking tot de erotica is de film nog wel amusant, maar zelfs dan zijn 90 minuten veel te lang voor een film die verder maar bitter weinig heeft te bieden.

Het thema ‘obsessief voyeurisme’ is al snel uitbehandeld. Een man, een vrouw en een dunne scheidingswand tussen beider appartementen. De man speelt luistervinkje en dat is het eigenlijk wel. Saaie man. Pornoactrice Aoi Sola speelt de vrouw. Zij doet in beheerste vorm wat zij waarschijnlijk in een hardere pornofilm veel excessiever doet. Ze kleedt zich uit, straalt wellust uit, bevredigt een man en kleedt zich weer aan. Zij herhaalt dat kunstje een paar keer. De erotica verveelt snel.

Tussen alle erotica door spelen nog wat oninteressante verhaalsporen die op mij geen enkele indruk maakten. Aan het einde nog een opwekkende boodschap die de kijker vertelt dat de realiteit altijd onderdoet voor de kracht van de verbeelding. Of om in het spoor van de film te blijven: de echte vrouw van vlees en bloed is niet zo fascinerend als het ideaalbeeld in het hoofd van de man. Het zou een commentaar kunnen zijn op de gangbaarheid waarmee seks via internet, tv of film wordt geconsumeerd en het steeds gewoner wordt dat veel mensen heus nog wel genieten van seks met een ander geliefd persoon maar dan moet die persoon wel het eigen ego zijn.

In Man, Woman and the Wall wekt het heimelijk observeren, het zinnenprikkelende afluisteren een sterkere erotische prikkel op bij de mannelijke bewonderaars dan de echte vrouw opwekt. Heel diepzinnig wordt die stelling niet uitgewerkt, maar het levert in ieder geval wat afleiding op. Op de erotische belevenissen ben je snel uitgekeken en het verhaal is net zo dun als de dunne scheidingswand tussen beider appartementen. Matig.

Kill Command (2016)

Goeie opbouw met mysterieuze omstandigheden en redelijk boeiende personages. Een spannende aanzet en in beginsel nog redelijk subtiel ook. Prima spanningsboog. Nu vasthouden, dacht en hoopte ik met klem.

Hopeloos, want al snel worden alle mysterie en subtiliteit overboord gegooid en knapt de opgebouwde spanningsboog. In die plaats veel actiescenes die bij mij associaties met videogaming opriepen. Niet slecht en best even te doen, maar dat is het dan ook. Meer verrassing of laag krijgt de film niet meer. En van een film met alleen maar repeterende actiescenes krijg ik snel genoeg.

Compliment voor de sfx en de graphics. Die zijn erg ok. Evenals de acteerprestaties trouwens.

Kill List (2011)

Een overtuigende harde thriller. Met een nuchtere en zakelijke enscenering die de illusie van een realistische verfilming in de hand werkt, laat regisseur Ben Wheatley zijn twee meedogenloze hoofdpersonages zonder veel poespas en met extreem gewelddadige intenties op de kijker los.

Het complexe draaiboek, de zeer overtuigende personages en de nihilistische atmosfeer, dragen zorg voor een film die met een immer dreigende sluier is bedekt. Voeg aan dat rijtje nog de muzikale ondersteuning toe die bestaat uit een verzameling van elektronische oprispingen zonder enige vorm van harmonie en je hebt de perfecte ondersteuning en verdieping van de inktzwarte en nihilistische atmosfeer die in bijna elke scène van de film aanwezig is.

Het verhaal is somber, bruut en spannend. De acties van de killende personages zorgen voor behoorlijk wat shock treatment. Dat komt natuurlijk in de eerste plaats door de harde actiescènes, maar wordt bij nader inzien nog meer veroorzaakt door de nonchalante houding van de twee killers, die het tijdens hun koelbloedige moordpartijen over alledaagse dingetjes hebben. Een beetje als in Pulp Fiction, maar dan zonder de humor. De acties van de twee killers komen daarom ook veel harder binnen dan in voornoemde film. Daarbij geeft de setting op het saaie Britse platteland dat is gevuld met grijzige luchten, ook nog een extra neerslachtig klap op al het koelbloedige moordwerk.

Het is een fijne strakke en fijne sombere film die helaas ook een storend element bezit. In het laatste deel van de film komt opeens een plotwending uit de hoge hoed te voorschijn, die een stijlbreuk betekent en invloed heeft op de grauwe kilheid en de koudbloedigheid van het verhaal. De strakke en gefocuste aanpak moet het daar opeens ontgelden en veroorzaakt enkele scheurtjes in mijn waardering.

Het zijn gelukkig kleine scheurtjes. De film wordt vooral herinnerd door een ijzersterk en intelligent scenario vol gewelddadige actie en nachtmerrieachtige gebeurtenissen, dat met behulp van schemerige beelden, ijskoude personages, jumpcuts en een afgrijselijke score, het vertrouwen in de medemens naar een ultralaag niveau brengt.

Kill Me Three Times (2014)

De acteurs spelen erbarmelijk slecht. De uitzondering geldt Pegg. Hij doet het aardig.

De verhaallijn is niet erg boeiend. Niet spannend, uitgekauwd en onnodig gecompliceerd.

Een paar redelijke scenes hielden de moed er nog even in, maar niet voor lang.

Op de filmposter vond ik de tekst: "Once is never enough". Wel, helaas voor de makers, maar één keer kijken, was al meer dan genoeg.

Kill Switch (2017)

Alternatieve titel: Redivider

Het verhaal is ok. To the point. Niet te ingewikkeld. Perfect voor een actie sci-fi van anderhalf uur. Verveling is niet aan de orde. Actie en beweging voldoende.

De acteurs zijn functioneel. Inwisselbaar. In dit type film met de nadruk op actie hoef je als acteur ook niet erg goed te zijn. Om je als zodanig te onderscheiden moet er iets te acteren zijn. Iets doen met dialoog bijvoorbeeld. Dat is hier niet aan de orde. Hier roept men wat lettergrepen naar elkaar. En dat is het. Prima hoor.

De CGI dan. Niet onaardig. De drones, de intekening van A'dam, de toren. Overtuigend genoeg.

Dat FPS perspectief werkt behoorlijk op de zenuwen. Als perspectief voor een game voldoet het uitstekend, maar in een film werkt het niet. Misschien hoopt de maker dat je op die maniet meer betrokken bent. Je meer inleeft. Direct op de actie zit. Ik roep maar wat. Voor mij werkt het niet op die manier. Ik vond het erg chaotisch werken. Het snelle bewegen van de camera is erg onoverzichtelijk. Laat mij maar lekker beschouwen vanaf de zijlijn. Dat werkt voor mij beter.

Eigenlijk is het filmische perspectief het grote struikelblok. De rest kan er mee door.

Killer Klowns from Outer Space (1988)

Goedkope stompzinnige troep is de gedachte na 10 minuten film kijken. Niet goed. Amateuristisch gedoe met slechte effecten. Stom verhaal. Dat hou ik echt geen 90 minuten vol, en...

na afloop is de kern van de gedachte nog steeds dezelfde. Stompzinnige troep. De gedachte gaat echter nu gepaard met een brede glimlach, want ook al klopt bovenstaande nog steeds, het is een hele leuke film.

Na 10 minuten betrapte ik me op een onverwacht lachje. Ik schrok er zelfs een beetje van. Het werd opeens leuk en dat bleef het. Op de een of andere manier grijpt het stompzinnige verhaal over moordende klowns je. Of je wilt of niet.

Er is genoeg op de film aan te merken. De sfx zijn niet hoogstaand. De dialogen zijn zozo. De decors zijn overduidelijk van piepschuim. De plotontwikkeling is onzinnig. De acteurs zijn niet goed. En ga zo maar door. Klopt allemaal. En het maakt ook allemaal niet uit, want wat overheerst en wat de film zo leuk maakt is de maffe sfeer, de gekte. De maffe klowns, die heel hilarisch uit de hoek komen. Klowns die dodelijk grappig hun slachtoffers tot zich nemen. De stompzinnigheid is grappig. De film is gewoon een en al pret en plezier.

Ben blij dat ik na 10 minuten film mee kon gaan met de fijne stompzinnigheid en de prettige gekte.

Ondertussen rumoert het al jaren over een vervolg. Komt nog niet echt van de grond. Houen zo. Dit truukje werkt vast geen twee keer. Helemaal niet als de verwachting hoog is en het budget verhoogd wordt. Dodelijk voor de sfeer. Koester de film lekker in de jaren 80, zeg ik.

Killer Shrews, The (1959)

Alternatieve titel: The Attack of the Killer Shrews

Bij een team wetenschappers lopen experimenten om spitsmuizen te vergroten uit de hand. Ze bedreigen het team dat is aangevuld met een stoere kapitein van een schip dat voorraden kwam brengen. Een Tropische storm zorgt voor een sfeervolle entourage. Het klinkt spannend maar de film is ondanks de geringe speelduur van 66 minuten eigenlijk een beetje saai.
Heel opvallend is het dat de enige zwarte man en de enige Mexicaan als eerste het loodje leggen. Het is voorspelbaar. Met de ogen van nu bekeken, voelt het ook een tikje onaangenaam. De manier waarop creëert achteraf een klein gevoel van schaamte. De manier waarop ze aan hun einde komen is namelijk eerder komisch dan spannend en (het is heel erg) ik moest erom lachen. Het was sterker dan mijn gevoel voor fatsoen. Eigenlijk had ik het afschuwelijk moeten vinden. Ik ben een slecht mens.
De aanvallen van het ongedierte zijn zeldzaam. Met veel schaduwwerking en slim gemanoeuvreer zijn de opnamen van nabij best te pruimen. De paar scènes waarin een totaal plaatje wordt getoond van de beestjes en hun slachtoffers zijn veel minder indrukwekkend. Ik zag duidelijk honden lopen die waren bedekt met een vreemdsoortig vachtje. De poten van een hond zien er duidelijk anders uit dan de poten van een grote spitsmuis, dacht ik nog. Het zag er lachwekkend uit en ik heb me zonder enige vorm van schuld heerlijk aan de lach kunnen overgeven.

Killer Workout (1987)

Alternatieve titel: Aerobicide

Wat een dramatisch slechte slasher. En dat voor een film uit 1987. Van zo’n film, die net na de bloeiperiode van het subgenre tot stand kwam en zich dus kon optrekken aan de vele prachtige voorgangers, mag je toch meer verwachten dan het ongeïnspireerde prul dat het is.

Weliswaar slaat de killer vaak toe , maar de moordscènes zijn zo knullig gearrangeerd dat er geen enkele spanning vrijkomt bij het kijken. Het is een slaapverwekkende film, die vooral opvalt door de grote hoeveelheid scènes waarin schone dames met spannende aerobics outfits hun fitness oefeningen afwerken. Ook een film waarin de dames veel vrijheid krijgen om hun (naakte) lichaam te tonen. En tenslotte een film met tenenkrommend slechte dialogen en tenenkrommend slecht acteerwerk.

De soundtrack bestaat uit amateuristisch in elkaar geflanste discoritmes en is afschuwelijk. Het verhaal zit slordig in elkaar. Pogingen tot verrassende wendingen zijn stompzinnig of niet verrassend. Van een onheilspellende sfeer is geen sprake. Daarvoor is de aankleding te plastic en doet het camerawerk teveel denken aan dat van een ongeoefende thuisgebruiker die heel enthousiast en trots een eigengemaakte homevideo aan goede vrienden en kennissen presenteert. Zonder enige schaamte en strontvervelend.

Bij Killer Workout krijg je op geen enkel moment een prettig gevoel. De film is foutief sleazy en doet qua sfeer sterk denken aan een goedkope softporno productie.

De * waardering is voor de beweeglijke aerobics dames.

Killer, The (2023)

"Stick to your plan. Trust no one. Forbid Empathy.”

Een huurmoordenaar aan het werk. Hij vertelt het verhaal zelf. Hij staat centraal. Bovenstaande quote is onderdeel van een mantra die hij steeds herhaalt en heel bepalend is voor de toon en het tempo van de film. De huurmoordenaar is geen cynicus maar een pragmaticus die zijn introverte levensstijl in zijn voordeel gebruikt. Hij heeft geen hevige verlangens en heeft geen morele principes. Hij is geen held om mee te sympathiseren. Hij is simpelweg de protagonist.

De film bestaat uit een verzameling sequenties die in een immer schemerige of donkere entourage plaatsvinden. Heel sfeervol, maar de zichtbaarheid is er niet altijd mee gediend. Onder de beelden een krachtig pulserende soundtrack die dreiging impliceert. In de beelden beweegt steeds de killer. Intens, kil en gefocust op zijn missie. The Killer is geen film die is volgebouwd met emotionele componenten. Geen film die andere verhaallintjes inbrengt. Geen film die de psychologische diepte in zijn protagonist zoekt.

De middelen om een band met de killer op te bouwen worden niet ingezet. Zijn herkomst en achtergrond blijven vaag. Ook inzichten in de organisatie waarvan de killer zijn opdrachten ontvangt en inzichten in de reden voor een moord, worden de kijker niet gegund. The killer staat simpelweg in het middelpunt, doet efficiënt, creatief en kil wat hij moet doen en begeleidt zijn acties met zijn eigen emotieloze commentaar.

The Killer is een simpel opgezette en rechtlijnige film. De film is verdeeld in zes hoofdstukken en een epiloog. Ieder hoofdstuk behandelt een moord en is in feite een korte film. Hoofdrolspeler Michael Fassbender speelt de rol van de angstvallig consciëntieuze en genadeloze killer. Hij doet dat fascinerend en overtuigend. Zijn rustige en zwaarmoedige vertelstem past perfect bij zijn profiel en bij de sombere sfeer in de film.

De film is af en toe spannend. Af en toe suspensevol. En altijd schemerig. Helaas wreekt het ontbreken van emotionele binding met de protagonist zich op den duur. Het verhaal is te oppervlakkig en heeft een structuur van herhaling die bij iedere herhaling iets minder boeiend is. Ook zijn de personages te nietszeggend. De film had meer in deze elementen moeten investeren om het emotionele gemis op te heffen.

Killer, The (2024)

Met The Killer maakt John Woo een remake van de film die hij in 1989 ook al in Hong Kong regisseerde. De titulaire killer is in de originele versie een man. In de nieuwe versie wordt de killer die de naam Zee draagt, gespeeld door de aantrekkelijke Nathalie Emmanuel en is de setting verplaatst van Hong Kong naar Parijs. Mondain en fel verlicht. Dromerig met sfeervolle plekjes. Chique. Het gebruikelijke smoelwerk. Volgens de film bewoond door gladde mensen die coole outfits dragen en zich zielloos en nietszeggend uiten met behulp van coole slogans.

The Killer is een film waarin de personages weinig emotie laten zien. De emotie die er wel is ligt bij het personage Jenn dat getuige is van een bloedige afrekening door Zee. De schok van die ervaring heeft ervoor gezorgd dat het arme kind spontaan blind is geraakt. Ze heeft het fatsoen daarbij de passende emoties te voorschijn te toveren. De overige personages vertonen amper emotionele trekjes. Zee is een legendarische huurmoordenaar. Ze is een fantoom die haar identiteit en haar verleden verstopt achter een normaal maar stoïcijns uiterlijk. Haar tegenspeler is Omar Sy. Hij speelt de rechercheur die haar op de hielen zit. Een politieman die harde methoden en een koele houding hanteert. Een man die hoogstens een beetje aangebrand reageert als hij wordt aangesproken op zijn onorthodoxe manier van werken. Het is moeilijk om sympathie op te brengen voor personages die zelf alleen maar onbewogen rondlopen.

The Killer laat coole oppervlakkigheid zien in plaats van emotie. De emotie en de beleving sluimeren slechts af en toe. Heel bescheiden. Ook in de actiescènes is het zichtbaar, Uitstekend gestileerde actie. Technisch prima uitgevoerd. Prachtig om te zien. Ik zag er echter maar weinig beleving bij. Geen humor ook. Het is technisch genieten van een balletachtige enscenering van een bloedbad in een nachtclub of een massale aanval in en om een verlaten kerkgebouw. Gewoon goeie actie met goeie stunts en effecten. Stijlvol geschoten. John Woo is er goed in. De inzet van personages met een iets menselijker uitstraling zou voor meer bijbehorende spanning hebben gezorgd.

Killers of the Flower Moon (2023)

In deze film die met een speelduur van 206 minuten weelderig is uitgevallen, duikt Martin Scorsese in de vroege geschiedenis van de oliewinning en het keiharde kapitalisme dat als gevolg daarvan welig tierde.

In 1870 werd de indiaanse stam de Osage door blanke kolonisten uit hun woongebied verjaagd en konden zij voor een schappelijk bedrag grond kopen in een gebied in Oklahoma alwaar zij zich vestigden. In 1897 werd in dat gebied olie gevonden. Van de ene op de andere dag was de indianenstam rijk. Deze plotselinge rijkdom leidde tot nijd bij de blanken, die beweerden dat de Osage niet met deze rijkdom konden omgaan. Het congres vaardigde vervolgens een wet uit die zei dat aan elke Osage en halfbloed-Osage een voogd moest worden toegewezen die hun financiën zou beheren totdat ze zelf in staat waren hun zaakjes te beheren. Hoe edelmoedig.

De voogden werden door de rechtbanken gekozen en aangesteld uit lokale blanke advocaten of zakenlieden. Er ontstond een systeem van onderdrukking en controle dat de deur opende voor crimineel misbruik. De mazen in de wet werden gebruikt voor persoonlijke verrijking van de voogden. Als gevolg van deze wetgeving waren er tegen 1925 minstens zestig gewelddadige moorden gepleegd op leden van de Osage met als doel de olierechten in blanke handen te krijgen.

De journalist David Grann schreef er een boek over. Scorsese maakte er een film over. Een film die historisch zeer accuraat is, zo las ik. Een film ook die met regelmaat archiefmateriaal gebruikt om de accuratesse te onderstrepen. Een film ook die de taal van de Osage niet schuwt. Uiteraard is de film ook een typische Scorsese-film. Een film over opkomst en ondergang. Over hebzucht en macht. Over machtige mannen en gewetenloosheid. Over hun ondergeschikten die onder hun invloed staan en dingen doen die de gewetenloosheid van hun bazen weerspiegelt.

Een hoofdrol voor Leonardi DiCaprio die als oorlogsveteraan zijn geluk zoekt in Oklahoma. Hij wordt er opgevangen door zijn oom (Robert De Niro) die een rijke rancher is. De niet al te snuggere DiCaprio wordt ingewijd in de schimmige zaakjes van oom De Niro. Zaakjes die de rijkdom van de Osage betreffen en als doel hebben die rijkdom aan oom De Niro te doen toevallen. Middels een uitstekende DiCaprio, een uitstekende De Niro en een uitstekende cast met mensen als Lily Gladstone en Jesse Plemons bezorgt Martin Scorsese de kijker een heerlijke geschiedenisles van 206 minuten. Bijzonder overigens dat de film ondanks die immense lengte eigenlijk geen heuse inzakmomenten heeft. Erg knap. Killers of the Flower Moon is een fijne epische film.

Killing of a Sacred Deer, The (2017)

In 406 v. Chr. schreef de Griekse tragediedichter Euridipes het toneelstuk 'Iphigeneia in Aulis'. Hierin wordt de Griekse koning Agamemnon door Artemis (godin van de jacht) bestraft voor het doden van een gewijde hinde in een heilig stukje bos. Als gevolg hiervan wordt het Agamemnon onmogelijk gemaakt om met zijn vloot naar Troje op te rukken. Een onnatuurlijke windstilte gooit roet in het eten. De vloek kan slechts worden opgeheven door het brengen van een tegenoffer. Agamemnon moet zijn dochter Iphigenia doden en offeren aan Artemis.
Ziehier het dilemma waarmee regisseur Yorgos Lanthomis zijn hoofdpersonage laat worstelen in een film die je meevoert in de lichtelijk surrealistische wereld van “The Killing of a Sacred Deer’. Een kille wereld waar een zinsnede als deze niet vreemd klinkt: "I believe the most logical thing, no matter how harsh this may sound, is to kill a child. Because we can have another child. I still can and you can. And if you can't, we can try IVF, but I'm sure we can". Het is een harde wereld met een gebrek aan moralistisch besef. Een maakbare wereld. Het is onze moderne wereld.
De tragedie van Euridipes is de basisgedachte voor het verhaal in de film. In een modern jasje gestoken maar met dezelfde zwaarwichtige dilemma’s. Net als Agamemnon in het toneelstuk staan het hoofdpersonage in de film meerdere opties ter beschikking die allemaal een ongelukkige richting inslaan. De achterliggende dreiging is er ook. Als er geen beslissing wordt genomen, dan treedt onherroepelijk het gruwelijkst denkbare scenario in werking. De kunst is dus om steeds de minst kwade weg te kiezen en te kijken of het meest verschrikkelijke scenario kan worden afgewend of tot in het oneindige kan worden ontlopen. Het levert een indringende en spannende film op die zich net als ‘Iphigeneia in Aulis’ laat inspireren door thema’s als schuld, boete, dood en wraak.
Het speelveld is klein. Het verhaal speelt zich af in een microkosmos met slechts enkele personages die er toe doen. Binnen die kosmos gedraagt men niet helemaal normaal. Gedrag en omgangsvormen wijken steeds ietsjes af van wat door de kijker als normaal gedrag wordt beschouwd. Neem bijvoorbeeld hoofdpersonage Steven. Gezinshoofd van een onvoorstelbaar perfect gezin. Zo onvoorstelbaar dat het wel illusionair moet zijn. Steven articuleert gekunsteld en monotoon. Hij praat en beweegt als een geprogrammeerde robot. Hij maakt een apathische en onnatuurlijke indruk. Hij is niet normaal.
Evenals Steven gedraagt elk ander personage zich op een bepaalde manier ook afwijkend van de norm. De personages vertonen merkwaardig gedrag en lijken soms wel niet-menselijk. Er is afstand tot de kijker. Inleving is er met mate. De kijker heeft vooral een beschouwelijke taak.
Het gebeurt met minimalistisch acteerwerk en dat acteerwerk is erg goed. Farrell en Kidman overtuigen. Echter, de absolute ster is Keoghan, die in het begin van de film een naïeve jongen gestalte geeft, maar zich in het verloop van de film meer en meer ontpopt als een psychopatisch genie. Hij doet dat grandioos en zeer geloofwaardig.
Lanthimos vertelt met 'the Killing of a Sacred Deer‘ een absurdistisch getint verhaal vol dramatische thematiek en levert met behulp van zwarte humor en bijtende situatieschetsen, scherpe kritiek op de dubbelhartige burgerlijke moraal. Arthouse horror pur sang.
Fijne film.

Kimi (2022)

Kimi is een psychologische thriller met Zoë Kravitz in de hoofdrol. Na een vervelende ervaring lijdt zij aan agorafobie en is niet bij machte ook maar een voet buiten de deur te zetten. Uiteraard verricht zij thuiswerk en is een kei in digitale technologie. En net als in andere films met vergelijkbare bouwstenen (bijvoorbeeld in het recente The Woman in the Window (2021) meent zij een misdaad te hebben waargenomen.

Het script dat dus om een mysterieuze misdaad draait maar nauwelijks een verrassing bevat en enkele belachelijke wendingen kent, is van David Koepp. Een begenadigde scriptschrijver die hier weinig opzienbarends produceert. Gelukkig staat regisseur Steven Soderbergh aan het roer. Hij pompt genoeg visueel spektakel in de film om de spanning nog enigszins op een solide niveau te brengen en te houden. Het camerawerk is van Soderbergh zelf. Heel effectief werkt het gebruik van de handcamera om de paniekerige angst en de wanhoop van Zoë grijpbaar te maken.

Kimi is dan wel geen verrassende film, maar is ook niet echt een saaie film. Als gezegd, visueel ziet de film er prima uit. Een andere positief element is het energieke en overtuigende acteerwerk van Zoë Kravitz. Met de sfeer in de film is ook weinig mis. Die is (logischerwijs) beklemmend en sluit goed aan bij de ervaringen van de meeste kijkers in de coronatijd. De onaangename gewaarwording die hoort bij het kijken naar een psychologische thriller stak bij mij in ieder geval met enige regelmaat de kop op.

En zo is Kimi zonder een verrassend verhaal toch een vermakelijke film.

Kinds of Kindness (2024)

Met Kinds of Kindness keert regisseur Yorgos Lanthimos samen met zijn coauteur Efthymis Filippou na de meer publieksvriendelijke films The Favourite (2018) en Poor Things (2023) terug naar zijn minder toegankelijke wortels. Hoewel beide films evenals Kinds of Kindness met veel experimentalistische grepen zijn doortrokken, absurdistisch gekleurd zijn en een bepaalde asociale grofheid etaleren, zijn ze helderder van toon en lichter verteerbaar. De drie episoden waaruit Kinds of Kindness bestaat alsmede de personages die de episoden kleuren, zijn een graadje abstracter en een graadje lastiger te duiden.

Emma Stone speelt Liz. Of misschien speelt ze een persoon die doet alsof ze Liz is. Wie zal het zeggen. Ze houdt ergens in de film een monoloog over honden en autoriteit, honger en vertwijfeling, genoegzaamheid en inzichtelijkheid. Hoewel de monoloog in het licht van de film redelijk te begrijpen valt, spreidt de monoloog een hoog rariteitsgehalte tentoon. Het is een van de talrijke momenten tekenend voor de behoorlijk abstracte en hoogst absurdistische inhoud van de film. Ondanks de vaak ongrijpbare en onwezenlijke toonzetting, slaagt Lanthimos er trouwens wonderbaarlijk wel in om steeds weer een brok menselijkheid in zijn personages door te laten schemeren. Kinds of Kindness is geen film die wars is van emoties. Ook al ligt dat misschien wel voor de hand omdat de verhalen en de personages daar niet expliciet op inzetten.

In de eerste episode gaat het om ondergeschiktheid en zelfbeschikking. Controle wordt uitgeoefend. Manipulatie wordt bedreven. De personages spreken monotoon. Dialogen klinken bijna alsof ze worden opgelezen. Alsof de personages proberen zich als normale mensen te gedragen, terwijl ze dat niet zijn. Alsof de personages een afgeleide vorm van de mens zijn. Een ingestudeerde versie die raakt aan het menszijn maar het wezen net niet weet te treffen.

De hoofdrollen in dit eerste fascinerende verhaal zijn voor de ondergeschikte Jesse Plemons en zijn chef Willem Dafoe. Plemons zet met overtuiging een man neer die zich uit angst en waarschijnlijk ook uit een gegroeid gevoel van gemakzucht afhankelijk opstelt en zich voegt naar de nukken van zijn baas. Dafoe is geweldig en speelt heerlijk arrogant en emotieloos. Het is pijnlijk om de lijdzame situatie te aanschouwen maar ook verrekte fascinerend. Het verhaal heeft wat mij betreft aansluiting met soortgelijk gedrag in de samenleving van nu waarin (met name door de vloek van de sociale media) wordt voorgeschreven wat de leden moeten denken en voelen.

De tweede en derde episode zijn even fascinerend en werpen dezelfde thema’s op. Met Stone, Plemons en Dafoe als de vertolkers van de belangrijkste personages maar wel steeds in een andere rol. Ook de tweede en derde episode vertellen bizarre verhalen die bijzonder goed vermaken terwijl ze intrigerend kritisch zijn over de oprechte intenties van de personages. Er worden vragen opgeworpen die de verhaallijn prettig prikkelen.

Het is genieten. Er zijn happy endings met een bittere nasmaak. Er is controle die omslaat in geweld. Er is treurnis gevolgd door een uitbundige dans. Van die dingen. Absurd is het zeker. Scherp ironisch ook. Verontrustend af en toe. Onbehaaglijke klanken van de componist Jerskin Fendrix begeleiden het geheel. Ruimtelijk camerawerk behoedt de kijker voor teveel benauwenis. En ondertussen is het gewoon genieten geblazen. Kinds of Kindness is een geweldige film.

King Kong (1933)

Een wereldberoemde film. In 1933 was de film meteen al zeer succesvol en dat is zo gebleven. Toen de film uitkwam bracht hij in het eerste weekend maar liefst 90.000 dollar op. Dat bedrag klinkt belachelijk laag, maar in 1933 was het een recordbedrag.

Een klassieker dus. Skull Island, de blonde schone met de afsgrijselijke gil en natuurlijk de scènes met de grote aap in New York. Het beeld van de grote gorilla bovenop het Empire State Building met in zijn hand de blonde schone, zal een ieder wel bekend zijn.

De stop-motion effecten die King Kong tot leven brengen, ogen hedentendage uiteraard gedateerd, maar konden mij ook nu nog bekoren. De aap beweegt wat houterig en zijn gelaatsuitdrukkingen zien er wat onbeholpen uit, maar het geduldige vakwerk zie je er goed aan af. De aap is dan wel niet heel angstaanjegend meer, maar hij fascineert absoluut en pakte me heel retrocharmant in.

De film zelf is erg prettig kijkbaar. Een avonturenfilm met spannende settings, vraatzuchtige dinosauriërs, prima personages en een behoorlijk tempo. Het tempo verbaasde me echt. De film kent maar weinig rustmomenten. Hectiek, rumoer en chaos beheersen de film.

Ik heb de film ooit eerder als jochie bekeken. Toen zag ik een spannende avonturenfilm. Die zie ik nog steeds. Toch zie ik daarnaast bij deze volwassen schouwing iets meer dan een onschuldige spannende avonturenfilm.

King Kong gaat stevig te keer en maakt behoorlijk wat slachtoffers. Kong is geen mensvriendelijke aap. In de film is hij het monster. Zeker gezien door een kinderbril. Maar ja, als je de film met volwassen ogen bekijkt dan wordt duidelijk dat de aap niet het enige monster is.

Het personage dat King Kong ten koste van vele slachtoffers doelbewust van zijn eiland haalt om hem in New York tentoon te stellen en daarbij heel gemakkelijk een eeuwenoude en evenwichtige cultuur vernietigt, is vele malen monsterlijker dan King Kong. De grote trotse aap wordt door deze rijke arrogante blanke koning uit zijn koninkrijk verbannen, aan de ketting gelegd en tot bron van vermaak gereduceerd ten behoeve van geldelijk gewin.

Na afloop vroeg ik mij af of de maker dit arrogante gedrag in deze film serieus aan de kaak stelt of juist helemaal niet. Misschien hield de samenleving zich immers wel helemaal niet bezig met deze vragen. Misschien vond men op koloniale leest geschoeide arrogantie nog heel gewoon en zag het publiek in de jaren 30 het monsterlijke aspect er helemaal niet van in.

Maar goed. Ik dwaal af. Ondanks deze overpeinzing beleefde ik aan het weerzien met King Kong veel plezier. Het is nog steeds een fijne film.

King of Staten Island, The (2020)

Regisseur Judd Apatow levert een film af met een speelduur van 140 minuten. Dat is wel erg lang voor een film met weinig verhaal. Erg lang voor een film die weinig meer doet dan voortkabbelen. Toch is de film niet vervelend. En dat komt vooral omdat Apatow zich geheel concentreert op zijn hoofdpersonage. Dat personage amuseert en irriteert voldoende om de lange speelduur niet als een last te ervaren. Een afdoende rechtvaardiging voor de lengte is het echter ook niet. Apatow had heel goed wat beknopter te werk kunnen gaan.

De film is gebaseerd op het leven van Pete Davidson, die ook meeschreef aan het scenario. Wie is Pete Davidson? Pete Davidson is de hoofdrolspeler in de film, die een deel van zijn eigen leven naspeelt. Zo was hij evenals zijn personage daadwerkelijk de zoon van een brandweerman die omkwam bij een brand en had hij na dat tragische voorval lange tijd nodig om weer zijn weg te vinden in het leven. Davidson deed dat met behulp van stand-up comedy. Het lamlendige personage Scott dat hij in deze film vertolkt is minder actief en wentelt zich een film lang krampachtig in zijn droom om tattoo kunstenaar te worden.

Een curieuze wensdroom die gedoemd is te mislukken. Veel talent lijkt Scott niet te hebben. Bovendien voert hij weinig gerichte acties uit om als tatoeëerder aan de slag te gaan. De film richt zich daarom niet op die ampele pogingen maar zet de relaties tussen Scott en zijn omgeving centraal. Zijn omgang met zijn familie, vriendin en vrienden. En zo is de film eigenlijk een typisch Coming of Age verhaal over een persoon die moeite heeft om concrete aanstalten te maken zich van zijn passiviteit te bevrijden en door zijn wanhopige omgeving wordt gestimuleerd om dat toch te doen.

Dat proces kijkt niet ontspannen. Het is vermoeiend om steeds te moeten toekijken hoe Scott geen verantwoordelijkheden oppakt en daardoor het leven van zijn omgeving verzwaart en bemoeilijkt. Scott irriteert aan de ene kant. Aan de andere kant heeft Scott een tragikomische uitstraling die maakt dat de meest treurige en uitzichtloze momenten een dwaze, melige en humoristische ondertoon krijgen. Gelukkig is die balans aanwezig. Anders zou het kijken naar de film een erg sombere en erg treurige bevalling zijn geweest. Nu is Scott naast irritant en vermoeiend ook (op een grappige manier) onnozel en humoristisch.

The King of Staten Island is geen film waarin grootse triomfen worden gevierd. Ook geen film waarin diepe nederlagen worden geleden. De film is een kalm kabbelend werk dat steeds balanceert tussen absurd en authentiek. Een lange film waarin niet eens heel veel opzienbarends gebeurt. Een film gedragen door Davidson die een personage speelt dat iets met je doet. Ik onderging hem soms zuchtend, soms zachtmoedig en soms blijmoedig. Hij irriteert en vermoeit, maar ontroert en amuseert ook. Een prima personage om een lange film zonder veel opvallende inhoud, mee door te brengen.