• 13.687 nieuwsartikelen
  • 171.394 films
  • 11.359 series
  • 32.316 seizoenen
  • 633.692 acteurs
  • 197.064 gebruikers
  • 9.218.862 stemmen
Avatar
 

Meningen

Hier kun je zien welke berichten Collins als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Table 19 (2017)

Niet leuk.

Het plotgegeven is niet eens onaardig en kan voer zijn voor fijne humor en scherpe dialoog.

De thematiek van de underdog versus de rest van de wereld wordt echter niet als een middel voor vlijmscherpe humor ingezet. De thematiek van de verstotene versus de uitverkorene wordt zelfs helemaal niet leuk of grappig uitgewerkt. Het gegeven van de tegenstelling leidt tot geen enkele vorm van komedie, maar leidt slechts tot zoetsappige feelgood. Alle neiging tot humor is echt heel zorgvuldig en heel succesvol uit de film gefilterd. Het is gewoon doodeng.

Wat rest is een onleuke film die wordt bevolkt door irritante en lege personages met van die verplichte probleempjes, die op geen enkele manier boeiend of humoristisch worden uitgespeeld. Wat rest is een film met plotontwikkelingen die zo voorspelbaar zijn dat ik op een bepaald moment uit verveling ging denken dat de voorspelbaarheid misschien bewust werd gebruikt als stijlmiddel om een lach op te wekken. Niet dus.

Brr. Wat een ellende.

Tag (2018)

„We don’t stop playing because we grow old. We grow old because we stop playing“.

Deze zin is vaak te horen in de film. Een zin die goed samenvat waarom het in deze film eigenlijk gaat. Mannen van middelbare leeftijd die tikkertje spelen. Dat klinkt nogal belachelijk en dat is het natuurlijk ook. Het heeft echter ook iets ontroerends. Een groep mannen die weigert om zich definitief aan de volwassenheid over te geven en met het spel tikkertje een vleug kindertijd in leven houdt.

De film baseert zich op een waar verhaal. Een artikel in de Wall Street Journal beschreef een groep mannen die elk jaar in Februari een maand lang dit kinderspelletje speelt. Een maand lang beloeren ze elkaar, besluipen elkaar en infiltreren sneaky in elkanders leven. En dat alleen om het slachtoffer in een onbewaakt ogenblik op de schouder te kunnen tikken en “You’re it!” te roepen. Vlak voor de aftiteling komen nog wat originele videobeelden voorbij.

Het artikel vormt de basis van de film. Omdat het film is worden gebeurtenissen uiteraard wat overdreven, en worden personages extra vet aangezet. Het resultaat is een heerlijke absurde komedie. Onder al die dwaze komedie bevindt zich echter ook een film vol charme en nostalgie. Het is een film die de kijker doet terugdenken aan een tijd waarin de dwang van de samenleving met zijn verwachtingen en normen en de drang om carrière te maken nog geen rol speelde. Een tijd van zorgeloosheid en onbekommerd plezier.

Ja, een leuke film die het simpele kinderspel tikkertje laat uitgroeien tot een spel met spelers die de meest waanzinnige missies uitdenken en uitvoeren om de ander maar te kunnen aantikken. Met dank aan de acteurs die zich overtuigend met al deze dwaasheid inlaten. Zij geven vorm aam prettige clichématige karakterschetsen en dat werkt prima.

Tag is leuke (op waarheid gebaseerde) nonsens.

Takeover, The (2022)

In een tijd waarin we allemaal in meerdere of mindere mate van computertechniek afhankelijk zijn, is het ondoenlijk om te weten wat zich precies in de schemering van al die programmatuur afspeelt. Je hoopt er maar het beste van. Logisch dus dat films waarin met behulp van die techniek de waarheid geweld aan wordt gedaan en de hoofdpersoon onterecht wordt beschuldigd, tamelijk populair zijn. De Nederlandse film The Takeover is zo’n film.

De fris spelende Holly Mae Brood is een computerspecialist annex hacker die per ongeluk de criminele activiteiten van een groot conglomeraat ontdekt. Omdat zij een bedreiging vormt, wordt haar het leven met behulp van allerhande trackers en manipulatieprogrammatuur flink zuur gemaakt. De frisse Holly wordt met gebruikmaking van generatieve software zelfs een moord in de schoenen geschoven. Ze wordt opgejaagd door de politie en het conglomeraat.

Het scenario bevat in de basis voldoende elementen om een spannende film te produceren. Origineel is het verhaal niet, maar met wat eigen kunstzinnige inbreng valt er best iets van te maken. Het thema deepfake waarmee de film zich bezighoudt, is natuurlijk uitermate geschikt om spannende beelden en paranoïde toestanden op te roepen. Helaas bestaat The Takeover uit een clichématige opsomming van voorvallen die in vele andere films al te zien waren. Elke vorm van originaliteit ontbreekt. Noch de personages, noch het verhaal doen de wenkbrauwen in verbazing omhoog gaan. Voorspelbaarheid is troef.

Ook met de actie is het mager gesteld. De scènes met Holly die zich rennend door de stad beweegt en een paar confrontaties met haar belagers heeft, zijn niet spannend. De scènes waarin wordt gehackt laten de gebruikelijke getallenreeksen zien die in een schemerdonkere omgeving over het scherm flitsen. Niet opzienbarend en ook niet spannend. Andere actie is amper serieus te nemen omdat die verzuipt in matig acteerwerk en sneue dialogen. En dus is The Takeover de zoveelste vlakke thriller waarin een ten onrechte beschuldigde protagonist op eigen houtje de waarheid boven tafel moet zien te krijgen terwijl haar leven op het spel staat.

Gelukkig is het tempo van de film hoog. Op die manier wordt al te veel ergernis voorkomen en is verveling niet echt aan de orde. Het puntje van de stoel wordt echter nooit bereikt. The Takeover is een matige thriller met één lichtpuntje. Het lichtpuntje heet Holly Mae Brood. Veel meer valt er niet in te beleven.

Talchul: Project Silence (2023)

Alternatieve titel: Project Silence

Losgeslagen cyborg-honden zorgen voor een angstaanjagend scenario als ze in een tunnel ontsnappen waar zojuist een enorme verkeerschaos is ontstaan. De film brengt actie-, thriller- en science fiction-elementen samen en legt er nog een laagje horrorpotentieel op. Ik zeg met opzet potentieel want hoewel de losgeslagen honden her en der verschrikkelijk tekeer gaan en arme automobilisten verscheuren, zie je daar geen klap van.

Project Silence houdt niet van suspense en zet in op actie. Om de actie te begeleiden, wordt een luidruchtige soundtrack opengetrokken. Ook de bombastische effecten zijn meer actiegericht dan horrorgericht. Explosies, spectaculaire aanrijdingen. Dat werk. Veel aandacht gaat uit naar de personages in de tunnel. Die willen overleven en smeden allerlei plannetje teneinde dat voor elkaar te krijgen. De honden zijn gelukkig nogal dom en hebben blijkbaar geen enkele reukzin. Bijna elk plannetje wordt met succes uitgevoerd. Ja, het is een spannende film.

Aan diepgang doet men niet. De kijker vertoeft weliswaar veel tijd bij de personages maar komt niets van hen te weten. Over het nut van de creatie van valse honden blijft de kijker ook wanhopig in het duister tasten. De film maakt verder ook amper indruk. Na afloop herinnerde ik mij enkel nog een spectaculaire instorting van een brug en de matige computeranimaties waarmee de honden tot leven werden gebracht. Ook weet ik nog dat er mensen buiten beeld verscheurd werden en dat er overlevenden waren. De rest is gewoon niet blijven hangen.

Tale, The (2018)

Een zwaar onderwerp. Maar toch niet erg emotioneel gebracht. Niet erg zwaar op de hand. Wel opvallend afstandelijk en feitelijk. Soms een beetje spannend in de confrontaties. Verder is er weinig drama of emotionele opwinding.

Een seksuele relatie tussen een coach en een minderjarig meisje is een onderwerp om erg boos over te worden. Dat dacht ik tenminste. De meeste personages zijn dat niet met me eens. Ze praten er tamelijk nonchalant en wegwuiverig over. Zelfs de moeder van het meisje stroomt niet over van mededogen. Opvallend vaak wordt de tijdgeest er als excuus bij gesleept. In de jaren 70 lag de (seksuele) moraal anders, is een kreet die vaak langs komt. Niemand lijkt het erg serieus te nemen.

Zelfs het misbruikte hoofdpersonage niet. Zij wordt in eerste instantie slechts geleid door nieuwsgierigheid. Ze is journaliste en de kans op een mooi verhaal is natuurlijk welkom. Haar speurtocht naar haar eigen verleden is een hele feitelijke zoektocht. Erg zakelijk en afstandelijk. De journalistieke aanpak is voor haar een veilig middel om de confrontatie met haar verleden op te zoeken. We blijven dan ook verschoond van veel emotie.

Die aanpak werkt voor haar prima en is haar gegund, maar is voor de film niet goed. Die wordt er tam van. Als kijker waan je je soms in een langdradige documentaire. Soms fascinerend, maar vooral feitelijk en koel en met herhaling van zetten. "Ga eens even lekker tekeer, dacht ik af en toe. Laat eens zien dat je eigenlijk heel boos bent. Doe niet zo begripvol. Doe niet zo tam. Stel eens een confronterende vraag". Mijn pleidooi was tevergeefs.

In de verbetenheid waarmee de hoofdpersoon zich op haar zoektocht naar het verleden stort, herken je de emotie trouwens wel. Er zit duidelijk woede en venijn in de zoektocht. In haar dagelijkse gedrag is die emotie nauwelijks waarneembaar.

Laura Dern doet het verder goed, maar is gewoon geen brok sensitiviteit. Veel warmte komt er niet vanaf en veel sympathie roept ze niet op. Zo'n koele verschijning is natuurlijk prima in een film waar de ontwikkeling van een woede bijna onzichtbaar plaats vindt, maar Ik houd in beide gevallen gewoon meer van expressiviteit en zichtbaarheid, denk ik.

Tales from the Crypt (1972)

Alternatieve titel: De Griezelige Crypt

Vijf schuld en boete verhaaltjes gebaseerd op de Amerikaanse horrorstrips van William M. Gaines. Er zouden meer films met dezelfde titel volgen maar dan zonder regisseur Freddie Francis. Hij maakte nog wel een andere horroranthologie (Tales That Witness Madness (1973)) en regisseerde nog één aflevering van de tv-serie 'Tales from the Crypt' in 1996. En dat was het.

Tales from the Crypt (1972) bestaat uit een raamvertelling met daarin vijf losse episoden waarin het dubbelhartige in het menselijke wezen centraal staat. Vijf episoden waarin zaken als schijnheiligheid, harteloosheid en persoonlijk gewin aan de kaak worden gesteld. De verhaaltjes worden rustig opgebouwd en werken toe naar een climax met een ‘onverwachte‘ twist. Erg vermakelijk. Het is psychologische horror die een rustige toon hanteert, een tikkeltje ironie bevat (‘t Is tenslotte een Britse adaptie van de strips) en elk verhaaltje voorziet van enkele venijnige uithalen. Men denke daarbij aan moord en aan doodslag

Vijf prima episoden. Toch is er één die er uit springt. Centraal in deze omnibus staat wat mij betreft de derde episode met de titel ‘Poetic justice‘. In deze episode speelt Peter Cushing een fijne rol die nu eens niet doet denken aan al die ingetogen en verstandige personages die hij zo vaak vorm geeft. Hier speelt hij een lieve oudere man met veel gevoel en veel extraversie. De episode is samen met de laatste episode iets langer dan de rest en kan daarom net even meer aandacht besteden aan karakterbouw en spanningsopbouw. En dat gebeurt ook. De laatste episode maakt trouwens minder goed gebruik van zijn lengte en valt vooral op door zijn trage handelingssnelheid die de spanningsopbouw in de weg staat. De minste episode. Toch is ook het minste verhaaltje niet vervelend.

Het was leuk. Ik zag vijf episoden met een ouderwetse macabere uitstraling vol ouderwetse charme. De één iets beter dan de ander, maar allemaal bovenmaats leuk.

Tales from the Crypt Presents: Demon Knight (1995)

Alternatieve titel: Demon Knight

De film begint met een scène die er zo goedkoop uitziet dat de moed je gelijk in de schoenen zakt. Meteen moet er een keuze worden gemaakt. De film nu stopzetten. Of gewoon doorgaan met als gevolg dat de film dan ook uitgekeken moet worden. Ik gun mijzelf altijd een paar minuten om een film te aborteren. Als ik het moment laat passeren, moet ik door. Dat is een vreemd trekje dat ik heb. Een autistische vorm van masochisme ofzo. De lichte variant natuurlijk. Vraag er verder maar niet naar…
Ik heb dus doorgezet. En geen spijt. Het filmintro bleek slechts een filmpje in de film te zijn en is duidelijk bedoeld om kijkers humoristisch te laten schrikken. Wel grappig.
De hoofdfilm is hartstikke leuk. Ook met humor, maar minder uitgesproken als in het intro. De stekeligste humor ontspringt uit de vileiene teksten van de antagonist die ‘Collector’ wordt genoemd. Een hele aardige rol van Billy Zane. De overige personages komen ook regelmatig met grappige dialoog en oneliners uit de hoek. De film deugt tekstueel humoristisch absoluut.
De film heeft meer humor, maar dan van een geheel andere orde. Meer visueeel. Fun-splatter heet dat. Groteske scènes waarin flink gemoord wordt en men niet kijkt op een bloederige explosie of een schadeberokkenend geweerschot meer of minder. Prima effecten. En leuk.
De film heeft trouwens een fijne duistere sfeer en is spannend. De situatie is er ook naar. Een groepje braveriken wordt belaagd door een groepje demonische slechteriken. Verder stelt het verhaal weinig voor. Heel rechttoe rechtaan volgt het verhaal het principe van de tien kleine negertjes.
De voorspelbaarheid doet er overigens niet erg toe. Het stoorde me tenminste allerminst. De gore, de humor, een goeie dosis spanning en een aantal demonische jumpscares doen je de voorspelbaarheid gauw vergeten.
Leuk dit.

Tales from the Darkside: The Movie (1990)

In de raamvertelling zien we heks Debby Harry die op het punt staat een vetgemeste jongen te prepareren voor het diner. De jongen probeert dat moment uit te stellen en leest haar drie verhalen voor. Drie appetijtelijke verhalen die prettig gestileerd door regisseur John Harrison werden verfilmd. Leuke verhaaltjes die gedurende anderhalf uur een prima afleiding zijn voor de dagelijkse beslommeringen van de kijker.

Leuke verhaaltjes met zwarte humor en een morbide touch. Het eerste segment gaat over een mummie, is niet heel origineel maar heeft wel een fijne duistere sfeer. Met Cristian Slater en Steve Buscemi. In de tweede episode wordt een huurmoordenaar gecontracteerd met als opdracht een schijnbare killerkat te doden. Een origineel idee dat niet helemaal bevredigend wordt uitgespeeld. De locatie in de vorm van een oud herenhuis met vele kamers, trappen en spaarzame verlichting zorgt voor een onbehaaglijke sfeer. Het laatste filmpje is een liefdesgeschiedenis. Een bijzonder sfeervol begin maar in zijn geheel minder sfeervol dan de rest van de film. Als idee en in de uitvoering echter een plezierige beleving. Bovendien speelt Rae Dawn Chong mee. Voor mij een pluspunt.

Tales from the Darkness is een vermakelijke film die vooral sfeervol is en leuke zwarthumoristische momenten kent. Stilistisch mooi. Inhoudelijk blijft het aan de banale kant. De verhalen bezitten meer potentie dan het uiteindelijke resultaat laat zien. De handeling blijft aan de oppervlakte hangen. Er viel meer te halen. Dat zal voornamelijk te wijten zijn aan de korte speelduur van elk segment. Heel logisch en volgens verwachting maar jammer is het wel.

Tales of Halloween (2015)

Alternatieve titel: The October Society Presents: Tales of Halloween

Een film met tien korte segmenten waarvan de rode draad gezien de titel wel duidelijk is. Tien verhaaltjes die zich allemaal afspelen in hetzelfde stadje gedurende dezelfde avond van Halloween. De verhaaltjes spelen zich onafhankelijk van elkaar af, maar er zijn wat kruisverwijzingen en soms zien we een personage uit een ander filmpje ergens anders ook voorbijkomen. Tien verhaaltjes in een film met een speelduur van 92 minuten. Lekker kort en puntig. Leuk.

Het zou bijzonder zijn als alle verhaaltjes even goed verteerbaar zouden zijn. Dat is dan ook niet zo. Met elf regisseurs en screenwriters is er verandering van spijs en van kwaliteit. Toch bevinden het niveau en de amusementswaarde van de filmpjes zich niet ver van elkaar. Grote uitschieters naar boven en naar beneden zijn er niet. Er is geen filmpje dat ik met afgrijzen heb bekeken.

Wat in bijna alle filmpjes opvalt is de humoristische aanpak. Eén filmpje met de titel ‘Grim Grinning Ghost’ is de serieuze uitzondering. Een spannend verhaal over een jonge vrouw die alleen op weg naar huis is, maar toch niet zo alleen blijkt te zijn. Een opvallende uitzondering in vergelijking met de overige negen bijdragen die een komische insteek bezitten.

Weinig kwalitatieve omderlinge verschillen wat mij betreft. De één wat leuker dan de ander, maar op zich kijken alle filmpjes prettig weg. Toch sprongen drie filmpjes er net iets positiever uit. Het eerste is “Trick” een confronterende maar ook zwartkomische bijdrage van Adam Gierasch (regisseur van Night of the Demons (2009)) over wraaknemende kinderen. Ik ben niet zo gecharmeerd van zijn werk, maar deze bijdrage was erg leuk. Het tweede is het zwartgallige en bijtende sprookje “Ding Dong” van Lucky McKee (The Woman (2011)). Het derde is getiteld “Friday the 31st” en is geregisseerd door Mike Mendez (Don't Kill It (2016)). Een absurdistisch getint verhaaltje met een knipoog naar Friday the 13th.

Ik moet natuurlijk ook nog even de fijne knipoog in de vorm van Adrienne Barbeau noemen die in haar rol als radio DJ de verhaaltjes een beetje aan elkaar praat. Eenzelfde rol vervulde zij in John Carpenter’s fantastische The Fog (1980).

Tales of Halloween is een leuke film. De horrorfactor is niet heel hoog. De film is illuster popcornvermaak dat het zoekt in humor en absurditeiten en geinige twists. Ik heb er sardonisch grijnzend van genoten.

Talk to Me (2022)

Een hartstikke goed speelfilmdebuut van de gebroeders Danny en Michael Philippou. De film is een mooie combinatie van shockelementen en mysterie. Daarnaast wordt tijd ingebouwd voor de karakterontwikkeling van de personages en besteedt de film in dat kader aandacht aan sociaal-emotionele vraagstukken. De gevaren van de sociale media passeren. Maar ook diepere thema’s als de dood en rouwverwerking vinden een plek.

Tiener Mia is diep ongelukkig. Worstelend met de dood van haar moeder is de labiele Mia een heerlijke prooi voor de duistere machten aan gene zijde. Een gebalsemde hand is hun werktuig. Deze ludieke deur naar gene zijde is een grote hit op tienerfeestjes. Filmpjes van de hand en het merkwaardige gedrag van de persoon die door de hand te omklemmen een portaal naar gene zijde opent worden via sociale media grif gedeeld.

Sophie Wilde speelt Mia. Ze doet dat erg goed. Ze geeft haar personage kwetsbaarheid en onzekerheid mee maar weet haar personage ondanks deze kenmerken ook te voorzien van een sterke wil. Mia is dan wel de meest prominente figuur in de film, maar ook de karaktertekeningen van de minder prominente figuren is redelijk rijk aan facetten. De onderlinge verhoudingen die soms goed en soms niet goed zijn, stralen dientengevolge een hoge mate van realisme uit. Uiteraard hebben de meer dan redelijke acteerprestaties daar eveneens een aandeel in.

Het tempo van de film is razend. De horror is explosief, bruut en bloederig. De sfeer bijna continu naargeestig. Dat wordt in eerste instantie veroorzaakt door de rouwende modus van Mia. Er zijn meer oorzaken. De experimenten met de hand hebben een sinister karakter en laten de persoon die de hand aanraakt vaak geschokt en gedesillusioneerd reageren. Als kijker word je daar niet vrolijk van. Tot slot is daar de algehele stemming onder de tieners. Die straalt straalt maar weinig optimisme en levenslust uit. Gelach en jolijt zijn herkenbaar als gelach en jolijt maar onder die oppervlakkige schil schuilen verveling, harteloosheid en onverschilligheid. Het zoeken naar snelle sensationele kicks is het middel om die verveling te verdrijven en negatieve gevoelens te voeden. Het heeft niks bestendigs. Erg deprimerend allemaal. De camera vangt het allemaal treffend.

De film is niet vrij van clichés. De jumpscares, de duistere gestaltes in het donker en de grotesk aangebrachte make-up ontbreken niet. De broers Philippou hanteren de trucs echter niet doorlopend en dat werkt doeltreffend. De film is geen aaneenschakeling van opgelegde schrikmomenten. De film laat soms ook gewoon de neerslachtige en onheilspellende sfeer zijn werk doen. Zonder clichématige fratsen. Dan komt de psychologische horror om de hoek kijken. Zielenpijn, angsten en driften worden door de ontmoetingen met gene zijde aan de oppervlakte gebracht en doen hun angstaanjagende werk. De combinatie van plastische en psychologische horror maken van Talk to Me een erg fijne horrorfilm.

Tall Stranger, The (1957)

Alternatieve titel: The Rifle

Een bijzondere acteur, die Joel McCrea. Ik ken hem eigenlijk alleen uit westerns, maar de man speelde in de eerste helft van zijn carrière veel in romantische komedies en had zelfs de hoofdrol in de thriller Foreign Correspondent (1940) van Hitchcock. Een film die ik hoognodig eens moet bekijken en Joel McCrea is daarvoor een goede reden. In de tweede helft van zijn carrière speelde McCrea voornamelijk in westerns. Zoals in The Tall Stranger naar een boek van Louis L’ Amour, waarin hij de rol van Ned Bannon gestalte geeft. Een veteraan uit de burgeroorlog die zich onvoorzien aansluit bij een karavaan van kolonisten op weg naar het westen. Vervolgens gebeuren er wat vervelende dingen.

The Tall Stranger is exemplarisch voor een western met Joel McCrea in de hoofdrol. De film is prettig aanschouwbaar. Met een paar mooie oogstrelende landschappelijke settings. Met een uitgeslapen en eerzame held. Met een mooie vrouw. Met wat gerommel met schurken. The Tall Stranger is gewoon een goede western en is eveneens een western die geen overweldigende indruk maakt.

Westerns met Joel McCrea doen dat bijna nooit. Ze zijn altijd ok, maar zijn films bevinden zich toch een plateautje lager dan westerns met figuren als James Stewart of Burt Lancaster. McCrea is een doorsnee cowboy en mist het charisma dat zijn collega‘s wel bezitten. Toch kijk ik graag naar een western met McCrea. Ik houd van de personages die hij speelt. Ik houd van de weinige opsmuk in zijn films. De held is bijna altijd simpel vorm gegeven. Het verhaal is bijna altijd eendimensionaal. De verfilming is bijna altijd lekker rechtoe rechtaan. De korte speelduur van de films geeft natuurlijk weinig mogelijkheden om meer te laten zien. En dat is prima.

Kijken naar een western met Joel McCrea is simpelweg kijken naar een western zonder daarbij hele hoge verwachtingen te hebben om vervolgens te ondervinden dat de verwachtingen die je wel had gewoon zijn uitgekomen. Ik kan daar echt van genieten.

Tamara Drewe (2010)

Een film die zich afspeelt op het Engelse platteland met in het hart een zomerkamp voor schrijvers met een writer’s block. In feite is Tamara Drewe een simpele feelgood film met een laagje cynische wereldbeschouwing. Heel consequent wordt in deze film alles dat naar het snelle stadse leven verwijst als belachelijk neergezet. Dat gebeurt met typische Britse humor die nogal schamel wordt ingezet. De echte esprit ontbreekt. Na eindeloze en weinig originele plotwendingen te hebben ondergaan en bestrooid te zijn geweest met onnozele literaire wijsheden, gaf ik mezelf een schouderklopje. Knap, dat je je tolerantievermogen zodanig hebt opgerekt dat je de film hebt uitgezeten.

Stephen Frears is de regisseur. Een veelzijdige regisseur die zo’n beetje alle genres wel heeft uitgeplozen. Met Tamara Drewe voegt hij de verfilming van een comic aan zijn oeuvre toe. Het script is gebaseerd op de stripreeks Tamara Drewe waarin een lelijk eendje na een succesvolle neusoperatie en in het bezit van een glansrijke carrière als krantencolumnist, terugkeert naar het idyllische platteland van Dorset, alwaar zij werd geboren. Haar verschijning zorgt met name in het pension waar de teergevoelige schrijvers zich hebben genesteld voor grote opschudding.

Dat klinkt amusant en is het in beginsel ook wel. De film verliest zich echter in talloze zijplotjes die vervelen en lijdt aan een gebrek aan scherpte. In de werken van Frears gaat het vaak om de prikkelende botsing tussen individu en instituut. Een thema dat ook in Tamara Drewe het hoofdthema is, maar tamelijk lusteloos en plichtmatig wordt behandeld. De prettige anarchistische chaos uit Sammy and Rosie Get Laid (1987) of de ontroering en humor van Philomena (2013) ontbreken volkomen. Het is allemaal uitgekauwd en braaf. Niet spannend.

In het prachtige Dorset suddert onder een dunne laag idylle een dorpse samenleving die geregeerd wordt door haat, nijd en intolerantie tegenover alles en iedereen die niet uit de idylle afkomstig is. De landelijke setting wordt satirisch ingezet. De stereotiepen liggen voor de hand en worden niet erg verrassend benut. De personages voegen zich in het stereotiepe. Het personage Tamara Drewe (Gemma Arterton) is sexy en brengt mannen het hoofd op hol. De schrijvers zijn ijdele malloten. Een wereldse popster (een irritante Dominic Cooper) die aangelokt door de sexy Tamara per ongeluk in de idylle terecht komt, gedraagt zich als een egoïstische idioot. Enzovoort. Enzovoort.

De satire is gemakzuchtig. De humor is spaarzaam en vaak niet leuk. Het verhaal is vaak niet spannend en vaak niet verrassend. De personages zijn leeg en vervelend. Enzovoort. Enzovoort.

Tammy and the T-Rex (1994)

In Tammy and the T-Rex is de naam van de zwarte sheriff Black. Een gemakkelijke en slechte grap. Het is echter een van de betere grappen in de film, zo blijkt. Dat zegt natuurlijk veel over het niveau van de film. Verwonderlijk is het lage (komische) niveau overigens niet. Als je de premisse leest, weet je het eigenlijk al. Een mechanische dinosaurus met een menselijk brein gaat samen met zijn vriendjes op zoek naar een nieuw lichaam voor het brein. De dino wordt met animatronics en met stopmotion tot leven gewekt. De animatronics is te doen. De stopmotion ziet er slordig uit en oogt stuntelig in plaats van indrukwekkend.

Tammy and the T-Rex is een ergerlijke familiefilm. Geen leuke personages en een verhaal dat je van tevoren in grote lijnen al kunt invullen. Geen spanning. Infantiele humor ook, zoals reeds vermeld. Ik las dat er een brute en bloedige versie van de film zou bestaan. Ik kan het me maar moeilijk voorstellen. Hoewel ik moet toegeven dat sommige grappen op het randje van het betamelijke balanceren. Het zou best kunnen dat men de onbetamelijke oneliners uit de film heeft geknipt. Het zelfde zou kunnen gelden voor de speciale effecten. Die zijn tamelijk onschuldig en eerder lachwekkend dan schokkend. Het zou best kunnen dat men ook hier wat heeft bijgeknipt om de tere kinderziel niet teveel te shockeren.

Denise Richards deed het leuk en sommige effecten waren ok. Geen enkele grap deed iets met mijn lachspieren. Vreselijke film. En laat die harde en brute versie ook maar zitten.

Tangerine (2015)

Tangerine vertelt over een hoop gedoe en turbulentie rondom twee transseksuele prostituees die aan de zelfkant van Los Angeles bivakkeren. De film werd vanwege budgettaire redenen met een iPhone opgenomen. Dat wekt natuurlijk interesse, maar doet ook het ergste vermoeden. Gelukkig is de film meer dan zijn gimmick.

Ik zal eerlijk zijn. Bij het kijken van de film had ik helemaal niet in de gaten naar een iPhone-film aan het kijken was. Tangerine lijkt gewoon met een professionele handcamera te zijn opgenomen. De film heeft een prima dynamiek die recht doet aan het springerige verhaal. De film verkrijgt er een authentiek en documentaire-achtig karakter door. Het lijkt soms alsof je naar een werkelijke situatieschets zit te kijken in plaats van naar een gefingeerde.

De twee transseksuele prostituees worden erg goed gespeeld door Kitane Kiki Rodriguez en Mya Taylor. Ze slagen er met hun driftige meeslepende spel in om de kijker deelgenoot te maken van een wereld waar hij in het echte leven waarschijnlijk part noch deel aan heeft. Met name de onervaren Rodriguez valt op door haar naturelle optreden. Bijzonder is trouwens dat de meeste rollen in de film door amateurs worden gespeeld. Ook bijzonder is dat er geen enkel slecht optreden valt te bekritiseren. Hoewel bijzonder? Aangezien de meeste acteurs afkomstig zijn uit de schimmige wereld die het decor van het verhaal vormt en dientengevolge dicht bij zichzelf kunnen blijven, is dat bij nader inzien misschien niet eens echt heel bijzonder.

Het verhaal is rechtlijnig en overzichtelijk en heeft grappige momenten. Regisseur en schrijver Sean Baker vertelt een typisch menselijk drama over jaloezie en wraak. De wereld waarin het verhaal zich afspeelt is dan wel een vreemde wereld en de gebeurtenissen zijn dan wel met uitbundige emoties beladen maar het verhaal zelf is in de kern herkenbaar. Het draait om vriendschap en loyaliteit. Universele thema’s die eraan bijdragen dat vooral het menselijke aspect centraal staat en niet per se de transseksualiteit van de twee hoofdpersonages.

Tangerine is een film die zich in een curieus milieu afspeelt en curieuze karakters en curieuze gebeurtenissen laat zien maar desondanks ook een film is die in de kern een herkenbaar verhaal vertelt. Fijne film.

Tár (2022)

Tár is pas de derde film van Todd Field die lang geleden in 2001 debuteerde met In the Bedroom (2001). In 2006 volgde Little Children (2006) en recentelijk was daar de film Tár. Een psychologisch drama over muziek, macht en manipulatie gecentreerd rond de briljante dirigent Lydia Tár en briljant vertolkt door Cate Blanchett.

Lydia Tár is een intrigerende vrouw. Een gecultiveerde vrouw. Een vrouw met twee gezichten. Een vrouw die welbespraakt is, charmant en humorvol kan zijn, maar ook een vrouw die mensen veracht. Voor haar tellen de kunst van de muziek en haar persoonlijke welbehagen. Slechts de mens die op beide vlakken iets kan bijdragen is voor haar waardevol. De anderen kunnen haar niet schelen.

Lydia Tár manifesteert zich in de film niet als een aimabele persoon. Ze is er goed in om mensen tegen zich in het harnas te jagen. Dat is een eenduidig feit. Todd Field plaatst de weinig vleiende karakterisering van Lydia Tár echter wel tegen een bepaald verklarend licht. Hij memoreert een talentvolle vrouw die zich in de patriarchale muziekwereld met vallen en opstaan heeft moeten bewijzen om tot de gerenommeerde positie op te klimmen die zij nu inneemt. Ze is perfect geassimileerd in het door mannen gedomineerde beroepsveld waarin zij het patriarchale conservatisme weliswaar afwijst maar waarvan zij ook dankbaar gebruik maakt door met inzet van machts- en manipulatieve spelletjes haar positie te bestendigen. Lydia Tár is een control freak die doodsbang is om de controle en dus haar macht en gerenommeerde positie kwijt te raken..

De rol van Lydia Tár is bij Cate Blanchett in goede handen. De film laat de dirigent in al haar facetten zien. Charismatisch, ijskoud, monsterlijk, sterk, arrogant, gekwetst. Blanchett beheerst alle facetten van haar personage overtuigend en laat de kijker in onzekerheid of ze nu een puur ijskoud monster is of dat enige empathie haar soms toch niet vreemd is. Een fascinerende persoonlijkheid is ze in ieder geval. Tár is dan ook een fascinerende film. Een pessimistisch drama met een aangename soundtrack. Een drama over kunst en conservatisme, genialiteit en wreedheid, identiteitspolitiek en zelfverlies. Tár is een mooie film.

Tarantula (1955)

Alternatieve titel: Tarantula!

Fijne regisseur die Jack Arnold. Veel van zijn films passeerden in mijn verleden reeds op de Duitse tv als nagesynchroniseerde versie de revue. Volgens mij was The Incredible Shrinking Man (1957) (met daarin trouwens een spannende scène met een spin!) de eerste die ik ooit als zodanig bekeek. Deze 'Tarantula' hoort ook als één van de eerste in dat Duitse rijtje thuis. Vandaag de film voor het eerst in de originele Engelse taal bekeken. Dat beviel goed.

Lekkere jaren 50 monster film. Een uit zijn krachten gegroeide spin die in de woestijn rondwaart en slachtoffers maakt. Heerlijk.

Goed verhaal. De verfilming is spannend. Goeie opbouw waarin de toeschouwer steeds meer weet dan de personages. Die intellectuele voorsprong wekt heel effectief de spanning op.

De personages zijn nogal vlak vorm gegeven. Toch boeien ze net genoeg om iets van sympathie op te roepen. Knap als dat bereikt wordt in een film met een tijdsduur van slechts 80 minuten. Veel diepgang wordt hun immers niet toebedeeld, maar ze zijn desondanks zodanig herkenbaar getypeerd dat het gemakkelijk is om je met hen te kunnen identificeren, denk ik. Hoe dan ook, het werkt in ieder geval.

Mooie score. Spannende Jaren 50 filmmuziek die de spannende momenten extra beklemtoont. Prettig herkenbaar.

De spin is overtuigend in de film geplakt. De ingezoomde spin ziet er eng uit. Zeker bezien in het sfx licht van die jaren. iets meer spin had overigens gemogen.

Het enige dat ik in de film miste waren de politiesirenes. In films uit die jaren hebben ze zo'n typisch rondzingend geluid. Heel uitgesproken en heel indringend. Altijd goed voor een extra brokje sensatie. Beetje jammer.

Fijne film.

Tarot (2024)

De film volgt een scenario dat in horrorfilms wel vaker wordt gebruikt: een groep jongeren onderwerpt zich ter vermaak aan een oud ritueel en krijgt vervolgens te maken met de gevolgen van hun lichtzinnigheid. Zoals de titel al aankondigt gaat het om tarotkaarten die door het groepje worden gebruikt om de toekomst te voorspellen. En die toekomst ligt na het uitspreken van de voorspelling op boosaardige wijze vast en achtervolgt de groepsleden.

De handeling volgt na deze gebeurtenis een ongeïnspireerde weg. De handeling loopt volgens verwachting. De een na de ander bijt in het stof. Zoals in dergelijke films gebruikelijk verschijnt ook in deze film na verloop van tijd een oude wijze mysterieuze figuur die meer weet van de boosaardige kracht achter de kaarten. Het hangt van clichés aaneen.

Toch heb ik mij vermaakt met deze film vol clichés. Het regisseursduo Spenser Cohen en Anna halberg dat ook het script schreef, slaagt er namelijk heel goed in om de aandacht vast te houden met enkele mooie scènes. Bovendien hangt er een geslaagde sinistere sfeer en zijn de kills best leuk om te observeren. Dat de personages nietszeggend zijn is jammer, want enige inleving in een personage is altijd welkom. Dat het verhaal erg voorspelbaar is, is eveneens jammer. Desondanks is Tarot goed te doen, maar is geen spraakmakende horrorfilm. Waarschijnlijk zal de film snel uit mijn herinnering zijn verdwenen.

Tarzana, Sesso Selvaggio (1969)

Alternatieve titel: Tarzana, the Wild Girl

Een avonturenfilm staat hierboven als genre aangeduid. Dat is op zich wel correct. Een zoektocht naar een verwilderde blanke vrouw in de diepe Afrikaanse jungle is immers een avontuur. Heel geloofwaardig is het natuurlijk allemaal niet. Dat begint al met het eerste het beste stamhoofd waar onze avonturiers mee te maken krijgen. Voorzien van een goed getrimd baardje en een slick voorkomen, vergt het weinig fantasie om de beste man ergens in Harlem te posteren alwaar hij zich ledig houdt met de verkoop van illegale waar. Die imaginaire stap is klein.

Het opgeroepen beeld dient als voorbeeld om het hoge onzingehalte van de film te verduidelijken. No budget, dus weinig aandacht voor een realistische aankleding en voor andere zaken, zoals bijvoorbeeld een degelijk verhaal. De film heeft dan ook veel te weinig te bieden gezien de redelijk lange speelduur en verveelt al snel.

Hoe zit het met Tarzana dan? Zij is ok. Zij is meteen ook het beste excuus om deze film te bekijken. Tarzana draagt geen beha (dat drukt de kosten) en ziet er heel appetijtelijk uit. Met het gezicht keurig opgemaakt en de haren in een prachtig verzorgde coupe slingert zij heel vrouwelijk van boom tot boom en communiceert zij met de dieren. Ze slaakt er af en toe een kreet bij.

Ach ja, die Tarzana is wel eventjes leuk om je mee te vermaken.

Teacher's Pet (1958)

Journalist James Gannon (Clark Gable) is een door de wol geverfde krantenjournalist. Hij gelooft dat praktijkervaring van iemand een goede journalist maken. Het vak leer je in ieder geval niet op een cursus journalistiek die aan de universiteit wordt gegeven door Erica Stone (Doris Day). Zoals het een romantische komedie betaamt, ontmoeten de twee tegenpolen elkaar en wel als Gannor tegen zijn zin en anoniem acte de présence geeft bij de cursus van Stone.

Het vervolg kun je uittekenen. Theorie en praktijk versmelten. Leuke rollen van een frisse Day (die op een momentje na gelukkig niet in zingen uitbarst) en van een morsige Gable. Leuke bijrollen ook. Van Mamie van Doren als sexy nachtclubzangeres en van Gig Young in een humoristische rol als alleswetende wetenschapper en bron van irritatie voor Gannon. Leuke personages zonder veel diepgang die allemaal hun grappige momentjes hebben en tezamen een prima dynamiek tentoonspreiden.

Het verhaal houdt geen verrassingen in. Aanloop en afloop zijn bekend. De ingrediënten waarmee het verhaal wordt opgeleukt zijn eveneens bekend, maar zijn leuk en doeltreffend. Een beetje slapstick, een beetje situatiekomedie, grappige dialogen en veel seks. Niet letterlijk natuurlijk, maar Gabel kijkt zijn ogen uit en het woord wordt volgens mij zelfs een keer genoemd. En dat laatste is opmerkelijk voor een film uit 1958. Best leuk dit.

Ted 2 (2015)

Minder verrassend (logisch natuurlijk) en minder leuk dan de eerste Ted. Bij dit vervolg lijkt de formule al iets te zijn uitgewerkt. Desondanks, prima vermaak, hoor.

De film is fragmentarisch. Er is wel een rode draad, maar de humor bevindt zich daar meestal naast. De humor is vooral grof, plat en fysiek. Geen subtiliteiten. Ach, ik heb af en toe behoorlijk moeten lachen.

In de film een aantal geestige verwijzingen naar films. De humorvolle parodie op een scene uit "Plaines, Traines and Automobiles" vond ik met name zeer geslaagd.

Minder leuk en sprankelend dan no. 1, maar leuk genoeg.

Teddy (2020)

Teddy is geen volbloed horrorfilm, maar is in feite een coming of age-film. De gebroeders Boukherma die verantwoordelijk zijn voor de regie en het schrijfwerk, nemen de tijd om het personage Teddy te introduceren. Teddy is een jongen die in een Franse plattelandsgemeente opgroeit en probeert er het beste van te maken. Daarbij loopt hij vaak tegen grenzen aan, zoals dat in een film over volwassen worden wel vaker gebeurt. De kijker krijgt ruim de gelegenheid om zich vertrouwd te maken met de leefwereld van de protagonist. Onderdeel daarvan is natuurlijk de transformatie die hij ondergaat als hij door een wolf wordt gebeten.

De film blijft ver van sensationele effecten en onthoudt zich van bruut geweld. Teddy is een film die vanaf het begin heel ontspannen verloopt. Dat gebeurt met rustig camerawerk, met veel aandacht voor het landschap en met relativerende humor. Aangenaam dus. De eerste helft van de film is heel ingetogen maar ook heel vermakelijk. Wie hoopt dat het er in de tweede helft waarin de transformatie een duidelijker plek krijgt, rauwer aan toe gaat, wordt teleurgesteld. Zo blijft een heuse transformatiescène uit en worden moordpartijen niet daadwerkelijk getoond.

Ook de kijker die hoopt dat de tweede helft even bedachtzaam en vermakelijk verloopt, wordt enigszins teleurgesteld. De hectiek neemt toe en zorgt er voor dat veel gebeurtenissen te snel worden afgeraffeld. De luchtigheid verdwijnt en de bedachtzame vertelwijze eveneens. Nog steeds redelijk aangenaam kijkwerk hoor, maar nu zonder de nonchalante esprit uit het begin.

En zo is Teddy een aardige coming of age waarin het thema van de weerwolf meer psychologisch dan plastisch wordt uitgebuit. Teddy is geen echte horror. Op zijn hoogst een tragikomedie met horrortrekjes. Best ok.

Teenage Cocktail (2016)

Tjonge jonge! Om mee te gaan in het verhaal van deze film heb je als kijker wel erg veel fantasie en goodwill nodig. Dat lukt in beginsel met enige moeite als de eerste paar onrealistische hobbels in de verhaallijn genomen worden, maar is onbegonnen werk als die hobbels maar blijven opdoemen en op den duur te talrijk blijken. Dan stoppen fantasie en goodwill subiet.

Het verhaal is erg onwaarschijnlijk. Een aaneenschakeling van toevallige gebeurtenisjes die amper emotie oproepen en amper een verrassing inhouden. 't Is allemaal zo fletsjes en simpeltjes. Zo zonder fundament. Zo zonder passie ook. De spannende scènes zijn slechts soms spannend. De dialogen zijn zelfs nooit pakkend.

De personages pakken je ook al niet in. Ze zijn plat en rechtlijnig en wekken geen enkele positieve beroering op. Ho nu! Dat laatste is niet helemaal waar. De hoofdrolspelende dames zien er best leuk uit en acteren best aardig. Hun leuke uitstraling werkt absoluut positief op het gemoed.

Maar goed, dat gevoel duurt echt niet de gehele filmlengte. Meer dan een tijdelijk doekje voor het bloeden is het niet. Het verhaal wordt er immers niet beter of interessanter of realistischer door. Dat blijft hobbelig.

En zo vergoeden een paar leuke dames en een beetje acteertalent wel iets, maar is het te weinig om van deze 'Cocktail' een goede film te maken. Daar is toch echt meer voor nodig.

Tell (2014)

Film over sympathieke schelmse crimineel die na zijn vrijlating uit de gevangenis wordt geconfronteerd met personen uit het verleden die de verdwenen buit van een bankoverval komen opeisen.

De film kijkt prettig weg. De intriges zijn niet heel moeilijk. Het verhaal kent weinig verrassing. En, ondanks dat het allemaal niet bijster origineel is, heeft de film best leuke momenten.

Er is wat humor. Er zijn overdreven gekke situaties. En er vloeit bloed.

De film zal na het kijken niet lang in de herinnering blijven hangen. Daarvoor is de film toch te vlak, te voorspelbaar en te voortkabbelend van aard.

Er wordt trouwens erg goed geacteerd.

Tell-Tale Heart, The (2016)

Visueel is ie aardig. Inhoudelijk ie ie niet zo sterk. Eigenlijk wel wat saai en langdradig. En vreemd genoeg is het ook een film zonder spannende scenes.

Plot en setting zijn dan wel overduidelijk geïnspireerd op het gelijknamige verhaal, maar wijken sterk af van het origineel. Niet ten goede, vind ik.

Tekstueel is de dialoog wel herkenbaar als en grotendeels van Poe. Het verhaal is echter in een temporainer jasje gestoken. Het sfeertje en de aankleding is gelukkig nog wel 19e eeuws gothic.

De film doet nogal rommelig aan. Veel warrige en kunstzinnig uitziende droomsequenties van psychedelische aard. Mooi om te zien, maar tevens een vorm van kunstzinnigheid die afleidt van en afbreuk doet aan het eigenlijke verhaal. Ik vond het lastig om in het visuele geweld steeds de weg weer terug te vinden naar de kern.

Ondanks dat de film geïnspireerd is door een 19e eeuws griezelverhaal, is de film niet bepaald een inspirirende gotische griezelfilm geworden. Daar is het verhaal te schraal en de film gewoon niet griezelig genoeg voor.

Temps (2016)

– “How do you express yourself?

– “ I'm not sure I do”.

– “That's your problem”.

– “Why does everybody think I have a problem lately? I'm actually very happy with my life”.

– “That's your problem too”.

De film is vooral tekstueel sterk. Acteertechnisch en verhaaltechnisch is de film van mindere kwaliteit.

Tekstueel genieten. En dat terwijl de meeste conversaties eigenlijk nergens over gaan. Ze hebben een soort semi-filosofisch onzingehalte. Het zijn absurde en maffe dialogen, die tegelijkertijd ook scherp en intelligent en adrem zijn. Een erg leuke combinatie, vind ik.

De acteurs komen helaas wat hopeloos, wat stuurloos over. Door gebrekkig acteertalent, worden de prima teksten soms zo zouteloos uitgesproken, dat de sierlijkheid, de humor of de pointe van het gezegde te weinig tot z'n recht komt. Zonde!

Het verhaal mist die sturing eveneens. Het kabbelt eigenlijk maar wat voort. Beetje van dit. Beetje van dat. Het verhaal maakt een doelloze onevenwichtige indruk. Niet meer dan een verzameling losse bijeengeraapte fragmenten. Het oogt rommelig.

Hoewel de personages niet steeds in vrolijke sferen verkeren en de doemfactor wel degelijk op de loer ligt, handhaaft de film bijna continu een luchtig toontje. Hoofdzakelijk veroorzaakt door de teksten die perfect werken als doekje voor het bloeden.

Die voortdurende luchtigheid heeft een keerzijde. De luchtigheid zorgt er voor dat de film uiteindelijk een te vlakke vertoning is. Het gevoelsleven van de personages iets meer uitgespeeld en uitgediept, zou ik op prijs hebben gesteld. Er is nu te weinig beleving, te weinig vuur, te weinig pit.

De personages zijn daardoor tevens niet heel memorabel in beleving en karakter. Ze worden net als het verhaal na de kijkbeurt dan ook weer snel vergeten, denk ik.

Nogal “temps” dus.

Tender Bar, The (2021)

Muziek is alomtegenwoordig in The Tender Bar. Met name daarom ademt de film die is gebaseerd op de memoires van de Amerikaanse journalist en schrijver J.R. Moehringer, een nostalgisch tijdsbeeld. Vergezeld door een toelichtende voice-over verbeeldt de film de jonge jaren van Moehringer in twee tijdslijnen. Als vaderloos kind en als vaderloos student.

De film wisselt veelvuldig tussen JR als jongen en JR als student en poogt zo de betekenis die de ontbrekende vaderfiguur heeft op de ontwikkeling van zijn identiteit vorm te geven. Die verteltechniek is springerig en verhoedt helaas al te grote geestelijke verankering in de psyche van de jonge Moehringer. De film is trouw aan een paar rode draden en gebruikt losse fragmenten uit het leven van JR om die rode draden te voeden. Het fragmentarische aspect voorkomt dat de film erg indringend wordt. Het blijft redelijk luchtig. Maar goed, erg vermakelijk is de film wel.

Eén van die rode draden is de vriendschappelijke band die JR met zijn oom Charlie (prettig gespeeld door Ben Affleck) heeft. Hun relatie is het emotionele hart van de film. De band tussen beide overstijgt in de microkosmopolitische wereld van JR in aangrijpend opzicht alle andere relaties en verwantschappen. En dat zijn er nogal wat. In deze film passeren vele personages. Al die interacties houden de film levendig maar zijn er tevens de oorzaak van dat verhaallijntjes tamelijk oppervlakkig worden behandeld. En zo is The Tender Bar nooit meer dan een leuke en hartverwarmende Coming of Age en een leuke en hartverwarmende feelgood.

Tenebre (1982)

Alternatieve titel: Tenebrae

Ik las het hierboven ook al, maar wat is dit inderdaad een schitterende poster!

De film schittert minder, maar is zeker interessant en absoluut sfeervol. Mooie shots, paar mooie scènes met opzienbarend camerawerk- en beweging, opvallende achtergronden met daarin strak geregisseerde persoonsbeweging en kleurig kleurgebruik afgewisseld met soberheid. Allemaal mooi.

In dramatisch opzicht vond ik de film niet heel sterk. Beetje los zand. De scènewisselingen zijn tamelijk abrupt en geven de film een rommelige indruk. De scènes voelen daardoor wat onaf aan. De verhaallijntjes daardoor ook.

Het verhaal had van mij een diepere psychologische invalshoek mogen kiezen in plaats van de gekozen whodunnit aanpak met een licht psychologisch randje. Het antwoord op de hamvraag interesseerde me minder dan het waarom. Ik miste het gedegen drama dat bij die vraag hoort. Maar goed daar is acteertalent van een zeker niveau voor nodig en dat niveau zit niet in deze film.

Voor de rest. Acceptabel bloederig, maar niet shocking en stuntelig aandoende kills die (onbedoeld, denk ik) een zekere humoristische glans oproepen.

Vond de begeleidende synthesizerklanken erg irritant. Afleidend bonkend gepingel. Een aanslag op de zenuwen en een probaat middel om de goed opgebouwde sfeer van duisternis, mysterie en schimmigheid heel effectief te verminderen. Scènes waarin de nadruk op omgevingsgeluiden lag riepen die sfeer effectiever op.

Hoe dan ook. Ik kreeg van Tenebre genoeg trek om in de toekomst meer van Dario Argento te willen verorberen.

Teo-neol (2016)

Alternatieve titel: The Tunnel

Een Zuid-Koreaanse thriller. Waarom ook niet. De verhaallijn beschrijft een nieuwsgierigmakende situatie van beklemming en indringende spanning. Zweethandjes lijken in het verschiet te liggen. Ben benieuwd.

Na ruim twee uur kijkvertier is er goed nieuws en slecht nieuws.

De film is tot op zekere hoogte en tot op zeker moment absoluut spannend. Het eerste uur is goed. Een mooi opgebouwde spanningsboog die aanspant en aanspant. Een spanning die ontstaat doordat de maker erin slaagt het overlevingsgevecht van het personage indringend weer te geven.

Behalve beeld speelt geluid daarbij een belangrijke rol. Een subtiel hoorbaar kreuntje. Een vallend stukje steen. Een waterval van gruis. Geluiden die worden afgewisseld met luid geschreeuw en getier. Minder subtiel, maar eveneens met een indringende werking.

De camera die zich in een kleine ruimte beweegt en dicht op de huid filmt, boetseert door het heel simpel tonen van een grimasje of een zweetdruppeltje, heel succesvol een extra laagje op het al angstaanjagend claustrofobisch effect. Spannend. Spannend.

De verhaallijn gaat in dat eerste uur niet rechttoe-rechtaan. Er is ruimte voor wat onverwachte ontwikkelingen, die de inleving verhogen en daarmee bijdragen aan de spanning.

Zeer geslaagd zijn de komische intermezzo's van een stuntelende sidekick. Totaal ongepast in een film die een serieuze thriller is, maar juist daarom zo fijn. Heel absurd maar 't voelt ok.

Het was een prettig eerste uurtje.

Het tweede uurtje is slepend en aan de saaie kant. Veel van het zelfde. Bovendien verschuift de focus meer en meer naar andere personages en die zijn gewoon minder interessant.

Ze brengen het gevreesde Koreaanse drama mee. Het drama van de overdrijving in spraak en gebaar. Het verhaal lijdt er onder. Het verhaal wordt een opera en ik heb daar niet veel mee.

Aldus verdwijnt de beklemmende spanning en wordt de film saai en voorspelbaar. We slepen ons naar het einde. Ook daar geen verrassing meer.

Ruim 2 uur film is dan echt te lang.

Term Life (2016)

Geen geweldige film. Erg simpel, rechtlijnig en ongeloofwaardig. Spannend? Nee.

In de film een paar zielige pogingen om het verhaal meer laag te geven door het inbrengen van een paar “dubbele bodems”. Die zijn echter zo aangedikt en aangekondigd dat ze niet verrassen en geforceerd aanvoelen.

Ook een film met een voorspelbaar en tegelijkertijd erg ongeloofwaardig einde. Een einde dat daardoor uitstekend past in de armoedige geest van de rest van de film.

Het acteerwerk is matig. Men doet typetjes. Overdreven aangezette typetjes die uiteraard enkel stereotiepe dingen zeggen en dat ongegeneerd doen zonder enige vorm van relativering.

Term Life is zo'n film waarin de slechterik mensen in de rug schiet. En de goeie altijd eervol is. Een film zonder schemergebied. Zo'n film dus.

Terminal Man, The (1974)

The Terminal Man is de adaptie van het gelijknamige boek van Michael Crighton uitgevoerd door regisseur Mike Hodges (Get Carter (1971), Flash Gordon (1980)). De film houdt zich bezig met kunstmatige intelligentie. Een actueel onderwerp waarover jaren geleden in films ook al het nodige te doen was. Crighton regisseerde eerder al Westworld (1973) gebaseerd op zijn eigen boek. In die film werd de visie van Crighton al duidelijk. Van de samensmelting van mens en machine is hij geen voorstander.

Ook in The Terminal Man is men kritisch over de fratsen die wetenschap en techniek ten behoeve van het menselijke welzijn uithalen. Hoofdpersonage Harry Benson (George Segal) lijdt zelfs aan een paranoïde waan over machines die de wereldheerschappij overnemen. De film vertelt van een wetenschappelijke poging om Harry te vrijwaren van aanvallen van razernij. Oncontroleerbare aanvallen die gepaard gaan met heftige geweldsuitbarstingen. De poging heeft betrekking op een elektronisch hersenimplantaat dat bij Harry wordt ingebracht teneinde de aanvallen af te remmen. Het implantaat slokt als het ware de razende emoties op als die vrijkomen. De operatie wordt behoorlijk minutieus gevolgd en duurt echt minutenlang. Michael Crighton was zelf ooit praktiserend arts en dat is te zien.

Het verhaal wordt langzaam opgebouwd en culmineert in het laatste stuk. De sfeer in de film is tamelijk naargeestig. Het kille steriele interieur van het ziekenhuis reflecteert de kille wereld die de vooruitgang de mens heeft gebracht. Het kleurgebruik is daarnaast ook nog eens hard en grauw en stemt niet vrolijk. Een heuse muzikale achtergrond ontbreekt. Er gebeurt ook niet bijster veel. Het zou me niet verbazen als kijkers de film als saai kwalificeren. Ik vond het echter een indringende en heerlijk zwaarmoedige exercitie die in een langzaam tempo heel zorgvuldig geregisseerd en met veel oog voor detail voorbijtrok.

Als het laatste deel van de film een aanvang neemt, de slepende pas en het ziekenhuis worden verlaten en de indringende sfeer iets afneemt, is dat welhaast een opluchting. De toegenomen levendigheid en (bloedige) actie alsmede de verandering van locatie vormen een mooi contrast met de eerdere film en halen de kijker succesvol uit de bedrukte gemoedstoestand waarin hij verzonken is geraakt. De acties van Harry en de jacht op hem vinden in een hogere versnelling plaats en zijn spannend. Het laatste stuk film beviel me eveneens goed.