• 13.687 nieuwsartikelen
  • 171.394 films
  • 11.359 series
  • 32.316 seizoenen
  • 633.692 acteurs
  • 197.064 gebruikers
  • 9.218.862 stemmen
Avatar
 

Meningen

Hier kun je zien welke berichten Collins als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Lady Eve, The (1941)

De screwball-komedie staat voor turbulentie. Turbulente omstandigheden. Turbulente relaties. Turbulente situaties. In de screwball is ook altijd sprake van een dominante vrouw die heel zelfbewust de mannelijke partner overheerst. Al deze elementen zijn in The Lady Eve terug te vinden. Een film waarin de relatie tussen Henry Fonda en Barbara Stanwyck centraal staat. De rijke Fonda keert na een expeditie in het amazonegebied per luxe schip terug naar New York. Tijdens de reis ontmoet hij de verleidelijke Stanwyck op wie hij meteen verliefd wordt.

Henry Fonda als fatsoenlijke, onervaren en naïeve miljonairszoon die niet is opgewassen tegen de door de wol geverfde Barbara Stanwyck die een zelfbewuste sensualiteit uitstraalt die overweldigend is. Hevige emoties, misverstanden en communicatieproblemen ontstaan. Ze worden uitstekend uitgespeeld door de twee hoofdrolspelers. Des te jammer dat de kwaliteit van de dialogen enigszins tegenvalt. De woordgevechten die zo kenmerkend zijn in dergelijke films ontbreken. En dus ontbreekt het vuur een beetje in de confrontaties tussen Fonda en Stanwyck.

Hoewel de film zijn komische momenten heeft, liggen die momenten dus niet zozeer bij de dialogen tussen de personages. Enigszins teleurstellend. Juist in screwball-achtige films, verheug ik me daar erg op. De komedie die hier wordt gebezigd is veel meer situatiekomedie. Een type komedie waar ik dol op ben, maar die hier wat belegen oogt. En dat gemis aan lachwekkende momenten doet tenslotte toch enige afbreuk aan het kijkplezier.

Lady Vanishes, The (1938)

Het eerste halve uur wordt gebruikt om de personages te introduceren. Dat gebeurt op een onschuldige en luchtige manier. Plaats van handeling is een overvol hotel in een fictief Oost-europees land, waar zich vanwege vertraging gestresste treinreizigers hebben verzameld in afwachting van hun aansluitende rit. Een lange amusante proloog die doet denken aan een screwball comedy.

In de vermakelijke chaos die een verzameling doelgerichte mensen op een klein oppervlakte altijd veroorzaakt, gebeurt de voorstelling van de belangrijkste personages heel zorgvuldig. Leuke personages zijn het. Twee arrogante Engelse heren met een zeer behoudende instelling die goed is voor veel komische interacties. Een levensgenieter met een zelfverzekerde présence en humoristische teksten. Een mooie jonge vrouw onderweg naar haar huwelijk, waarover zij niet zeker lijkt. En natuurlijk de onvermijdelijke lieve oude dame die altijd wel ergens opduikt in een film waarin per trein wordt gereisd.

Als je Hitchcock zegt, zeg je suspense. Een bekend thema in zijn films is het hoofdpersonage dat wordt geconfronteerd met een penibele situatie. Zo ook hier. De bruid ziet zich tijdens de treinreis geconfronteerd met de verdwijning van de lieve oude dame. Niemand gelooft haar. Niemand herinnert zich zelfs het bestaan van de dame. Een benauwende en uitzichtloze situatie onstaat. Suspense is geboren.

Het scenario voorziet allereerst in het zaaien van twijfel over de mogelijke toerekeningsvatbaarheid van de protagoniste. Als die spannende factor is uitgewerkt, wordt de onduidelijkheid daarover opgelost en gaat de film over naar de hoe-vraag. Naar de ontrafeling van het raadsel van de mysterieuze vermissing.

Dat gebeurt in een hoog tempo vol ingenieuze invallen die steeds op het juiste moment het gebeuren effectief voortstuwen. Het zo zorgvuldig opgebouwde luchtige sfeertje uit de introductie houdt zich ook in deze spannende fase goed staande en heeft wat mij betreft geen bijzonder negatief effect op de spanning en de suspense.

Want daarom gaat het. Het gaat om de spannende situatie. De rest doet er niet erg toe. Zo wordt het uiteindelijke antwoord op de waarom-vraag nogal terloops vermeld. Ook de afloop in de vorm van geschiet en geknal is nogal simpel en is waarschijnlijk alleen in het leven geroepen als probaar middel om de film te beëindigen nadat de hoe-vraag is beantwoord. Fantasieloos en weinig spannend. Gelukkig neemt het allemaal niet veel tijd in beslag. Desondanks had de verpakking van de afsluitende scènes beter gekund.

Het zijn slecht kleine puntjes van kritiek voor een fijne film.

Laid to Rest (2009)

Sinds de jaren 80 grossiert het horrorgenre in slashers. Daartussen zit onnoemelijk veel schroot, maar het subgenre heeft ook vele bijzonder aardige films met legendarische killers opgeleverd, waarvan sommige zelfs de cultstaus hebben bereikt. 'Laid to Rest‘ is geen schroot. Het lijkt me ook sterk dat de film ooit de cultstatus zal bereiken. Het is een behoorlijke film die met ene Chromeskull een behoorlijke killer in huis heeft.

De film trapt heftig af met opengesneden slachtoffers en dientengevolge met bloed en gore. Na de heftigheid neemt het bloedgehalte eventjes af en belandt de kijker in rustiger vaarwater. Tijd om de personages beter te leren kennen. Tijd om iets van een verhaal op te bouwen. Dan blijkt dat de kijker die van heftige actie houdt beter bediend wordt dan de kijker die daarnaast (heel bescheiden) eisen stelt aan verhaal en karakterbouw. Die kijker wordt beduidend minder goed bediend.

De grootste zwakten van de film liggen bij de competentie van de hoofdrolspeelster en bij de voortgang van het verhaal. Dat verhaal loopt niet lekker. Het gaat van de ene kant naar de andere kant, hangt van vreemde keuzes aaneen en kruipt uiteindelijk veel te aarzelend voort. Een grote stoorzender is het vele zinloze geleuter dat de doorloop van het verhaal belemmert. Funest voor de spanning.

De hoofdrol en het mikpunt van de sadistische toorn van Chromeskull heet Bobbi Sue Luther. Zij is geen goede actrice en weet met haar belabberde spel weinig sympathie op te wekken. Dat heeft als voordeel dat de kunsten van killer Chromeskull klinisch kunnen worden bekeken en genoten. Op zich heel bevredigend, maar toch heb ik liever enige compassie met een bedreigde protagoniste. Dat voelt prettiger en is beter voor de spanning. Die ontbreekt nu grotendeels.

Desondanks is Laid to Rest door een prima killer en prima effecten een hele redelijke slasher.

Lake Mungo (2008)

Een leuke Australische fake documentaire, die bij mij de haartjes af en toe rechtovereind kreeg. De aaneenschakeling van amateurvideo‘s, foto‘s, geluidsfragmenten en interviews met betrokkenen, maakt dat de documentaire allesbehalve fake overkomt. Ik moest mezelf meerdere keren voorhouden dat het verhaal dat werd verteld een gefingeerd verhaal was. Het wordt erg overtuigend en geloofwaardig gebracht en is bij wijlen nog eng ook.

Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik bijzonder vatbaar ben voor geestverschijningen in films en dus een gemakkelijk slachtoffer. De meest verschrikkelijke gore, de meest bloederige kill en het meest afschuwelijke monster doorsta ik prima, maar toon mij een geestverschijning en alle realiteitszin verlaat mij. Om even aan te geven hoe erg dat kan zijn, kan ik meedelen dat een vage schaduw soms al volstaat. Uiteraard moeten de omstandigheden (sfeer, verhaal en suspense) wel een beetje meewerken, maar toch is de geestverschijning altijd een prettige zwakke plek die door mij graag wordt omarmd.

Ik heb me met deze film goed vermaakt. De gehanteerde documentaire vorm is goed afgekeken en wordt heel consequent tot het einde doorgetrokken. Geen half werk. Een fris idee uitgevoerd in een solide vorm. Geen schreeuwerige schokeffecten of andere opzichtige trucs. Niets van dat. De film draait gewoon op sfeer, verhaal en suspense en doet dat in een beheerste cadans.

Eigenlijk gaat het in deze film niet eens zozeer om een geestverschijning, maar veel meer om het drama dat loskomt na de dood van een geliefde. Het gaat over rouwverwerking. Over verdriet. Over schuldgevoel. Over geheimen. De film is een dramatische ontdekkingsreis. De geestverschijning is de creepy katalysator in het verhaal dat daardoor een diepere dramatische laag krijgt dan op voorhand verwacht.

Een goed doordacht verhaal. Wel een verhaal dat af en toe de grenzen van de persoonlijke geestelijke rekbaarheid aantikt. Een aantal keren is het lastig om mee te gaan in de zoveelste verrassende ontwikkeling. Het bleek echter steeds overkomelijk.

Lake Placid (1999)

Een groot meer met een spiegelglad wateroppervlak omringd door dennenbos vormt het idyllische decor voor de film Lake Placid. Aangezien het hier een horrorfilm betreft, is de idylle slechts schijn, want in het diepe water loert een gigantisch gevaar dat zijn tanden graag in mensenvlees zet, zoals de heftige openingsscène de kijker meteen laat zien.

Een aangename eerste kennismaking met het grote reptiel, dat hierna even een tijdje met rust wordt gelaten om de kijker te laten kennismaken met de sfeervolle setting en de plezierige personages. De film heeft met mensen als Brendan Gleeson, Oliver Platt, Bill Pullman en Bridget Fonda de beschikking over een behoorlijk gerenommeerd stel acteurs. En dat is bijzonder voor een film die verhaaltechnisch zonder enige twijfel in de categorie B-film thuishoort. Het acteerniveau doet de film goed. De personages hebben fijne verbale interacties die de film een prettig komisch laagje verlenen. De film schuwt overigens ook niet de personages in te zetten voor leuke situatiekomedie. Ik heb me op het komische vlak goed vermaakt.

Ook op het horrorvlak is het goed toeven. De film stijgt uit boven de doorsnee monsterfilm. Regisseur Steve Miners speelt subtiel met het loerende gevaar. Hij houdt de dreiging levendig met spannende scènes maar houdt de aard van het gevaar lang verborgen. Juist dat sluimerende element is goed voor het creëren van een permanente dreigende sfeer.

Lake Placid is een goed gelukte monsterfilm. Met een speelduur van 82 minuten verliest de film geen tijd aan wijdlopige zijplotjes en geeft de film weinig achtergrond bij de personages. Toch word je in die korte tijd meegezogen in de sfeervolle setting, voel je je betrokken bij de personages en staat de spanningsboog steeds strak.

Prima genrefilm.

Lakewood (2021)

Alternatieve titel: The Desperate Hour

Naomi Watts geeft alles in deze matige thriller. Regisseur Philip Noyce laat zijn ster een uurtje hardlopen en buiten adem allerlei telefoongesprekken voeren en chats beantwoorden. Om de verschrikkelijke hectiek en paniek die zich in het hoofd van Watts afspeelt te vangen, laat Noyce de camerman wild rondjes om haar heen lopen en krijgt het sound department opdracht om opzwepende muziek met het ritme van een schietende mitrailleur te produceren. Het ligt er allemaal een beetje te dik op.

Het plot klinkt niet slecht. Tijdens het joggen wordt Watts middels diverse telefonische boodschappen opmerkzaam gemaakt op een schietincident in de school van haar zoon. Watts wil natuurlijk zo snel mogelijk naar de plek waar het gebeurt, maar ze is in haar enthousiasme heel ver van de bewoonde wereld gejogt en niet in staat om zich heel snel te melden. En dat is reden voor veel nerveuze handelingen en paniekerige acties.

De film focust op Watts. Ze is alleen in het bos en heeft slechts haar telefoon ter beschikking om te communiceren met deze en gene. Chaotisch telefoonverkeer, halfslachtige informatievoorziening, een geschokte Watts en natuurlijk de harde ritmiek van de muziek zorgen voor veel opgelegde spanning. Veel gelegenheid om te ervaren of het nu wel echt zo spannend is, krijgt de kijker niet. Hij wordt veel te veel afgeleid door de hectische omlijsting die uitschreeuwt dat de film heel erg spannend is.

Maar gelukkig. Op een enkel moment permitteert de camera het zich om middels drone opnamen de kijker te trakteren op een bovenaanzicht van het prachtig gekleurde herfstwoud waarin Watts zich bevindt. De rust keert even weder. Dan realiseer ik mij dat het met de spanning wel meevalt. Het is de omlijsting die overprikkelt. Inhoudelijk is de film nogal betekenisloos.

Watts is goed. Het plot veelbelovend. Verder rest er veel geschreeuw en maar weinig wol.

Lamb (2015)

Een man ontmoet een emotioneel verwaarloosd meisje en neemt haar mee op reis. Omdat de omstandigheden die tot het reisje leiden nogal schimmig en verdacht zijn, kleeft er aan het reisje en daarmee aan de film een gevoel van onbehagen.

De camera heeft een belangrijke rol. De beelden zijn vaak van dichtbij geschoten. Ze zijn koel en beschouwend. Zonder een zweem van sentiment of vrolijkheid. Ze confronteren en kweken een ongemakkelijk en somber gevoel. Ze onderstrepen het onbehagen.

De personages volgend, sijpelt het verleden van de man meer en meer door. Evenals het meisje is de man ook emotioneel beschadigd. Onvoltooide verwerking van trauma's uit het verleden blijken nog steeds een rol te spelen in zijn gedrag. Er ontstaat door dat inzicht in de psyche van de man zelfs iets van begrip voor de “kidnapping”.

Tijdens de reis en op de plek van bestemming ontvouwt zich een eigenaardige maar tedere en liefdevolle vader-dochter relatie. Doordat de man veel verheimelijkt, en de ware aard van de relatie verborgen blijft voor de buitenwereld, ontstaat er onderhuidse spanning. Welke kant gaat het verhaal op?

Het hardvochtige einde laat de kijker met vraagtekens achter. Een goed einde, vind ik. Het past goed bij de versluierde en sombere teneur van het verhaal.

Opvallend mooi spel van Laurence als het vroegwijze kind. Zij is heel overtuigend in haar emoties.

Een merkwaardige en ongemakkelijke film. Merkwaardig omdat het moeilijk is om een oordeel te vellen. Het is moeilijk om niet vertederd te raken tijdens het kijken. Het is ook moeilijk om niet negatief te staan tegenover de relatie die zich ontspint. Het is hinken op twee gedachten en dat voelt ongemakkelijk.

Land (2021)

Ik ben altijd wel bevattelijk voor verhalen over een individu die na een ingrijpende tegenslag de maatschappij de rug toekeert en zich terugtrekt in de wildernis. Een dergelijke premisse is vaak goed voor een spannende film.

Actrice Robin Wright levert in haar filmdebuut als regisseur met deze thematiek een heel behoorlijke film af met een redelijke dosis spanning. Wright speelt zelf de hoofdrol. Ze speelt een vrouw die zich als gevolg van een familietragedie afzondert van de bewoonde wereld. Dat doet ze in een afgelegen hut in de bergen. Een lokatie die zeer geschikt is voor het tonen van prachtige beeldcomposities die de kijker heel succesvol in een staat van esthetische rust brengen. In die magnifieke entourage gaat Wright een psychische strijd aan met zichzelf en moet tegelijkertijd fysiek zien te overleven in de woeste natuur. Fijne rol van Wright.

De film is een meditatief drama en heeft authentieke flair. De scènes in de wilde natuur zijn rauw en ongepolijst en vormen een mooi aanvullend geheel met de scènes die de woeste innerlijke strijd van Wright verbeelden. Cinematografisch, sferisch en acteertechnisch is alles in grote orde.

En dan nu de tekortkomingen.

Het verhaal boeit maar ontkomt niet aan clichés. De emotionele conflicten en hindernissen die Wright tegenkomt, zijn niet verrassend en de meeste gebeurtenissen zijn voorspelbaar.

De vertelwijze is aangenaam kabbelend maar verliest soms zijn vloeiende karakter. Soms duiken opeens flashbacks op die zonder duidelijke betekenis zijn en voor de film van weinig toegevoegde waarde. Ze zorgen voor vervelende afleiding. Ik had ze in ieder geval niet nodig.

De personages worden geweldig goed neergezet maar blijven desondanks eendimensionale karakters. De film doet voorkomen alsof er onder de personages een rijk innerlijk leven bloeit, maar daarvan krijg je als kijker niet veel te zien.

De score is atmosferisch indrukwekkend maar wordt op momenten zo vet aangezet dat de muziek in plaats van een fijne emotionele laag een kitscherig gevoel opwekt.

Het meditatieve aspect van de film is veelal gelegen in de prachtige beeldcomposities. Soms beheersen die de film onevenredig. Soms verdwijnt het verhaal zodanig in het prachtige beeldmateriaal dat het verhaal vergeten lijkt terwijl het beeldmateriaal door gemis aan verhalende binding juist aan emotionele kracht inboet en als gemakkelijk vulsel aanvoelt.

Toch is Land het bekijken waard. De film biedt hier en daat middelmatig vertier maar overtuigt door fantastisch acteerwerk, geweldige sfeer en krachtige emotie.

Language Lessons (2021)

Een film waarin twee mensen zich beeldend onderhouden via de laptop of de smartphone of elkaar videoboodschappen sturen. Andere mensen komen in de film niet voor. Ze duiken hoogstens in een gesprek op. De gehele film bestaat simpelweg uit de registratie van gesprekken die de twee personages online met elkaar voeren.

Regisseur Natalie Morales die samen met Mark Duplass het script schreef en samen met hem de hoofdrol speelt, laat in haar film zien wat het betekent om via een scherm met iemand te communiceren en de enige interactie het kijken naar een beeldscherm is. Het is een bijzonder aangenaam schouwspel. De twee personages die elkaar in beginsel niet kennen, maar slechts zakelijk zijn verbonden, ontwikkelen in de loop van de film een hechte vriendschap. De gesprekken hebben dan ook al snel niets zakelijks meer in zich, maar worden heuse menselijke gesprekken.

En die gesprekken zijn leuk om te volgen. Er wordt getreurd om elkaars leed. Er wordt ook flink gelachen. En ondertussen volg je de ontwikkeling van een vriendschap. Met ups en downs. Met teleurstellinkjes. Met blijdschap. Met gedeelde vreugde. Met gedeelde smart. En soms passeert tussendoor nog wat thematiek over de verhouding tussen arm en rijk in de wereld en over discriminatie. En over de begrensdheid van virtueel contact en het verlangen naar echt aanraakbaar contact. Maar nooit te diepzinnig. De film houdt het aangenaam..

Language Lessons is een tragikomedie in de ware zin van het woord. Veel luchtigheid afgewisseld met tragiek die niet heel diep wordt uitgespit. Het acteerwerk is zeer naturel. De inleving in de karakters is geen enkel probleem. Ik vond het heerlijke feelgood.

Lapsis (2020)

Lapsis is een bizarre film die de problematische mengeling van mens, technologie en kapitaal behandelt. In een interview over deze film zei verantwoordelijk filmmaker Noah Hutton dat de verbinding tussen mens en techniek zich niet per se in een probleemveld hoeft te bevinden. Denk daarbij maar eens aan de hoeveelheid factoren die afhangen van de samenwerking tussen mens en techniek bij het maken van een film.

In lapsis laat Hutton een wereld zien waarin die collaboratie door het toenemende belang van de factor kapitaal wordt uitgehold. Het gevolg is een film die verhaalt over een bizarre en verwarrende toekomstvisie waarin de techniek het bestanddeel is waarop de prestatiemaatschappij is gegrondvest en de mens zijn ondergeschikte is.

Ook de natuur moet eraan geloven. De techniek vordert de natuur. De natuur wordt door de techniek aangetast en verliest haar identiteit. In de film stoort de onevenwichtige symbiose van natuur en techniek helemaal niemand. Dat technische uitwassen de natuur bezoedelen wordt in de film niet als een probleem ervaren. Er is ogenschijnlijke harmonie. Voor de kijker is die ervaring anders. De botsing tussen beide is schrijnend om te zien. Het ziet er gewoonweg niet uit.

Steeds weer wordt in de film de dienstbare mens met de superioriteit van de techniek geconfronteerd. De techniek is hem steeds een stap voor. De mens wordt weggezet als een goedkope arbeidskracht, die meehelpt om de voorwaarden voor absolute overheersing van de techniek te realiseren. Is die realisatie een feit, dan verliest de arbeidskracht zijn nut. Gedreven door de noodzaak om geld te verdienen om te kunnen leven, wordt deze waarheid door de arbeidskrachten genegeerd.

Hutton toont met Lapsis een grotesk beeld van de vertakkingen tussen kapitaal, menselijke inspanning en techniek waarin de techniek niet meer dienstbaar is aan de mens maar de mens opzweept tot grotere inspanningen. Een wereld waarin een zorgenvrij leven wel bestaat maar nog even afhankelijk is van bezit en sociale status als voorheen. De vrijheid is slechts weggelegd voor het establishment. Net als nu dus.

Lapsis is een statement. Een mix van SF, drama en (bizarre)komedie. Een visie op een wereld waarin de vermenging van kapitaal, mens en technologie bijna volledig is. Gelukkig houdt Hutton in zijn statement nog wat ruimte over voor menselijke weerstand en menselijke veerkracht. Er is nog hoop.

Lara (2019)

In de eerste minuten van de film lukt het regisseur Jan-Ole Gerster om met enkele beeldimpressies al veel te zeggen over de gemoedstoestand van hoofdpersonage Lara. De eerste scènes zijn meteen ook illustratief voor de verteltrant die wordt gehanteerd. Niets in de film wordt uitgekristalliseerd. Gerster zet in op het verborgene. Op hetgeen dat niet wordt uitgesproken maar wel op een geraffineerde manier zichtbaar is. De ontmoetingen vertellen op een impliciete manier veel over de personages. Het is informatie die zich indringend nestelt in de hoofden van de kijker.

Alle ontmoetingen die Lara heeft, verlopen ongemakkelijk als gevolg van innerlijk psychologisch ongerief. Lara is een ongelukkige vrouw omringd door een keiharde schil die voorkomt dat ze wordt geconfronteerd met allerhande psychische kwetsuren die ze met zich meetorst. De schil heeft er tevens voor gezorgd dat alle mensen die in haar nabijheid verkeerden van haar zijn vervreemd. Gedurende 90 minuten volgt de kijker Lara op een roadtrip door Berlijn. Een roadtrip die zij gehuld in een mantel van ontevredenheid, hoogmoed en liefdeloosheid ondergaat, terwijl haar teleurstelling over mogelijkheden die niet werden benut, innerlijk heimelijk schemeren.

De gedetailleerde en emotioneel beladen enscenering alsmede de geweldige acteerprestatie van Corinna Harfouch zorgen ervoor dat de monstrueuze, ijskoude, bittere en berekenende Lara door de kijker niet wordt uitgekotst. In haar genuanceerde spel toont zij achter haar verachting voor de wereld een meelijwekkende zelfverachting die wordt gevoed door onvervulde verlangens. Vooral de diepe ontwrichting die zichtbaar is in de verhouding met haar zoon (tevens het emotionele centrum van de film), maakt indruk.

Lara is een film die de kijker ruimte biedt om zelf antwoorden te verzinnen. Het is een film die dichtbij zijn haatdragende hoofdpersonage staat. De film heeft daarom een benauwende sfeer en kijkt soms wat onaangenaam. Het is een ingehouden film. Een emotionele film. Een menselijke film. Een schitterende film.

Lásky Jedné Plavovlásky (1965)

Alternatieve titel: The Loves of a Blonde

Ergens in een saai stadje op het Tsjechische platteland werkt de 18-jarige Andula in een schoenenfabriek. Ze is zoekende. Naar liefde bijvoorbeeld. Ze heeft een nietszeggend vriendje. Ze flirt met een boswachter die haar over de paringsdrift van dieren vertelt. Op een dansfeest belandt ze tussen geile reservisten van middelbare leeftijd. Ze belandt in bed met een jonge pianist die haar lichaam vergelijkt met een gitaar. Geen gewone gitaar maar een hoekige gitaar die door Picasso geschilderd zou kunnen zijn. Een compliment? Zou kunnen.

Het is een hopeloos bestaan. Een kansloos bestaan. Een vreugdeloos bestaan dat nog eens wordt geaccentueerd door het harde zwart-wit van de beelden, die weinig reden tot verlichting geven. Het is een neerslachtig stemmende setting. Milos Forman construeert met gevoelvolle observaties uit het dagelijkse bestaan van Andula een ietwat lethargisch portret van een wispelturige jonge vrouw met dromen en verlangens die in haar weinig opwekkende milieu nauwelijks tot ontplooiing kunnen komen.

En dus ontmoet de naïeve Andula samen met de kijker onverschilligheid, bevreemding en afwijzing in haar zoektocht naar een spannender en rijker leven dan de onbevredigende sleur die het dagelijks bestaan haar oplevert. Andula houdt tot het einde haar illusies in stand. Knap. Ik geloofde er niet meer in. Ik werd er ook een beetje moe van.

Last Breath (2025)

De film verhaalt van een ongelukkige gebeurtenis die zich in 2012 voordeed op de bodem van de ijskoude Noordzee ter hoogte van Schotland. Een beroepsduiker wordt van de luchttoevoer afgesneden en zijn collega-duikers proberen er alles aan te doen hem te redden. De regisseur van Last Breath is Alex Parkinson die in 2019 al een documentaire over het voorval maakte. De film gebruikt af en toe originele beelden die ook in de documentaire worden gebruikt.

Last Breath is een spannende survivalthriller. De film besteedt voldoende tijd aan de introductie van de personages om met hen te kunnen meeleven. Niet heel uitgebreid maar net voldoende. Uitgebreide karakterschetsen zijn in een survivalthriller ook niet nodig, vind ik.

De film speelt zich op twee niveaus af. De kijker brengt zowel tijd door met de bemanning van het schip aan de oppervlakte dat de supervisie over de duikers heeft als met de duikers onder water. De afwisseling is dynamisch. De twee perspectieven geven samen een indringend beeld van de gehele operatie. De keuze voor tweeledigheid werkt eveneens verhelderend en die verheldering was welkom. De verkregen inzichten in de wereld van het beroepsduiken en in de technische aspecten eromheen bevorderden de spanningsboog.

De film biedt een claustrofobische ervaring. Als kijker word je de beklemming ingezogen. Drie duikers onder water. Een kleine setting. Weinig bewegingsruimte. Ingesnoerd in een duikuitrusting. Vast onder water. In een duikbel op de bodem van de ijskoude Noordzee. Onder compressie. En dan. Een duiker in de problemen. Twee duikers die vooral machteloos moeten toekijken. Het was vreemd prettig om af en toe aan de stress onder water te ontsnappen en te worden overgeleverd aan de stress aan de oppervlakte. Ja, Last Breath is een spannende film.

Last Bus, The (2021)

Timothy Spall speelt Tom. Een oude man met een onzekere tred, een naar binnen gerichte blik en een markant gezicht dat is getekend door de jaren. Hij onderneemt een soortement pelgrimstocht van Schotland in het Noorden naar Land’s End in het uiterste Zuidwesten van Engeland. Een reis per bus, want dat kost de niet erg welvarende Tom niets. Gepensioneerden reizen gratis met het streekvervoer. Heel nauwkeurig stippelt Tom de route met vele overstappunten uit en gaat op weg. Voorwaar, het begin van een reis vol mooie en melancholische momenten en het begin van een fantastische film.

Wat volgt is een fijn gecomponeerd verhaal dat is opgebouwd uit gevoelvolle miniatuurtjes. Kleine episoden die vertellen over ervaringen en belevenissen onderweg. Emotionele momenten. Vreugdevolle momenten. Verbazingwekkende momenten. Menselijke momenten. In al die momenten schemert immer dezelfde basismelodie: Tom heeft eigenlijk al afscheid genomen van het leven maar heeft voor hij echt afscheid kan nemen nog een persoonlijke missie te vervullen. Een heilige missie die hem voortstuwt, van energie voorziet en hem over momenten van teleurstelling en tegenslag heen tilt. Toch is Tom niet blind voor zijn omgeving. Tijdens zijn reis laat hij zich steeds weer beroeren en reageert vaak wat onhandig maar met gemeende empathie op het wel en wee van de mensen die hij tijdens zijn reis ontmoet.

Timothu Spall die in 2019 ongeveer 30 jaar jonger was dan zijn personage Tom, speelt hem fenomenaal. Het ongemak dat met zijn hoge leeftijd gepaard gaat, geeft hij fantastisch gestalte. De last van een door ouderdom geteisterd lichaam is hem goed aan te zien. Het geworstel met de gebreken en het gevecht tegen pijnlijke gewrichten is tastbaar. Zijn mondhoeken zijn vertrokken in een grimas. De ogen samengeknepen. Ook de vreugdevolle momenten zijn zichtbaar in de expressie. Het verkrampte gezicht ontspant en de ogen lichten op.

Tom heeft zich neergelegd bij zijn onafwendbare lot dat ouderdom heet. Hij bivakkeert in het heden maar gedijt daarin op herinneringen aan vroeger en aan de dromen die hij eens had. Herinneringen aan andere tijden. Herinneringen die door regisseur Gillies MacKinnon in een sprookjesachtig licht tot leven worden gebracht. Ze vormen een troostrijk filter dat voor Tom en de kijker de verwerking van verlies vergemakkelijkt en de bitterheid van de ouderdom verlicht.

The Last Bus is een ontroerende film over de laatste levensfase. Soms treurig. Soms onthutsend. Maar ook humorvol en blijmoedig. De balans tussen zwaarmoedigheid en luchtigheid is wonderschoon. Fijne film.

Last Christmas (2019)

Last Christmas is een tearjerker in kerstsferen en geen onaardige film. Aan de film zijn vele bekende namen verbonden. De regie is in handen van Paul Feig die hier en daar een redelijke komedie afleverde. Het script schreef Emma Thompson samen met acteur Greg Wise. Beiden hebben tevens een rol in de film, hoewel de rol van Wise niet noemenswaardig is. Een leuk ensemble verzorgt de uitvoering met in het middelpunt daarvan de frisse hoofdrol van Emilia Clarke.

De titel van de film roept onmiddellijk associaties op met het bekende nummer van Wham. En ja hoor. Het nummer valt meerdere keren te horen evenals andere nummers van Wham. Een hemeltergende score, die duidelijk is bedoeld om de zoetsappige kerstsfeer van de film te verhogen. Van mij had het niet gehoeven. Ik kon me er redelijk goed voor afsluiten. Gelukkig heeft de muziek weinig of geen dirigerende invloed op de verhalende inhoud. Die is natuurlijk melancholisch, sentimenteel en komisch zoals het de doorsnee kerstfilm betaamt. Het verhaal draait om Kate (Clarke) die een mysterieuze knappe vreemdeling leert kennen en in de loop van de film langzaamaan leert waar het in het leven eigenlijk om gaat. Een typisch verhaal voor een kerstfilm dus.

Toch vervalt Last Christmas niet helemaal in een standaard romcom-werkje. Het schrijversduo morrelt wat aan de verwachtingen van de kijker die natuurlijk een voorspelbare romantische liefdesgeschiedenis verwacht. Die verwachtingen worden niet helemaal ingelost. Daarnaast is de inbreng van sociale elementen opvallend. Zo spelen daklozen een belangrijke rol en wordt ieder individu omarmt in het licht van de tolerantie die in een vergevingsgezinde kerstsfeer nu eenmaal rijkelijk vrijkomt. De armen worden wijd geopend voor mannen, vrouwen, hetero’s, homo’s, inlanders en buitenlanders. En ja, hou het dan maar eens droog bij zoveel sentiment terwijl onderwijl een hemeltergend lied van Wham de oren teistert.

Het is melodrama en het is kitsch, maar het werkt wel. Ik kon het soms inderdaad niet helemaal droog houden. Gelukkig wordt het allemaal nooit al te serieus. De lichtzinnigheid voert uiteindelijk de boventoon met dank aan de karikaturale personages die meerdere keren een lach aan mij wisten te ontlokken. Last Christmas is een film die ook de niet-kerstgevoelige kijker weet te raken met sentiment, sociale issues en humor. En da’s knap.

Last Days on Mars, The (2013)

De helden in The Last Days on Mars ontdekken dat Mars niet alleen bestaat uit een troosteloze woestenij met zandstormen en ijskoude nachten, maar dat er ook een vorm van leven huist. Uiteraard is dat een vorm van leven die geen weldaad voor de mens betekent. De film biedt een mager verhaal dat zich met dit gegeven bezig houdt en voor de helft opgaat aan een wilde achtervolgingsjacht tussen zombies en overlevenden. En natuurlijk strompelen de overlevenden dan heel onvoorzichtig en onverantwoordelijk door de setting om aldus het verhaal te verlengen en de zombies een faire kans te geven om te overwinnen. Hoe sportief.

Wat een verhaal! Wie een verhaal verwacht dat heerlijke horror bevat en vol verrassingen zit, wordt hevig teleurgesteld. Het boeit niet erg. The Last Days on Mars is een mislukte poging om het horrorgenre te verbinden met het sci-fi genre. De film is te tam voor een horrorfilm en biedt behalve een treurig marslandschap en een futuristische laboratoriumachtige setting maar weinig dat sci-fi waardig is.

Eén van de weinige dingen waar de film goed in slaagt is in het neerzetten van een beklemmende sfeer. Die sfeer ontstaat niet door de dreiging of door plottechnische verwikkelingen. Die sfeer ontstaat door de uitstekende setdesign die met name een schitterend landschap te voorschijn tovert. En te midden van die prima setting werkt alles (voorspelbaar verhaal, vlakke personages, onevenwichtig camerawerk) net iets beter dan het werkelijk is. En dat is dan nog steeds middelmatig.

Last Embrace (1979)

Alternatieve titel: Dodelijke Omhelzing

Last Embrace is een vroeg werk van Jonathan Demme en lijkt een eerbetoon aan Hitchcock. Een film die wat in de vergetelheid is geraakt. Geen grootse film, maar wel een film waarmee Demme bewijst over een groot artistiek potentieel te beschikken.

Last Embrace is niet terug te brengen naar één bepaald werk van Hitchcock. Demme reist met zijn film door meerdere werken van de master of suspense en pakt dat wat het beste bij het verhaal, het concept past. Visueel is het een prachtige film. De visuele herkenning komt van The 39 Steps, Vertigo en van een film als North by Northwest. Gewoon prachtig.

Het verhaal grijpt terug op het bekende Hitchcock motief van het onschuldige personage dat wordt belaagd. In deze film wordt de onschuldige gespeeld door Roy Scheider. De naam van zijn personage staat zonder aanwijsbare reden vermeld op een dodenlijst. Nu is Scheider niet een weerloze onschuldige, maar een geheim agent, die zich goed kan verweren en aldus een tegenstander van formaat is. Prima actiescènes zijn het gevolg. Daaromheen natuurlijk de prangende vraag: waarom wil iemand Scheider vermoorden?

Visueel mooi. Verhaaltechnisch kampt de film met een gebrek aan spanning. De prangende vraag wordt maar magertjes beantwoord. Het motief van de moordenaar is vergezocht. De verhaallijn op weg naar de oplossing is bovendien in grote lijnen redelijk voorspelbaar. Veel spanning genereert de film daar niet mee.

De aanwezige spanning komt voort uit het camerawerk. De camera heeft interactie met de personages, vangt hun expressie, hun houding. Spannend. Enkele scènes waarin de camera met de personages meebeweegt of de personages nietig en verloren in een monumentaal of bombastisch decor plaatst zijn stilistisch mooi alsook beklemmend.

En zo is Last Embrace ondanks een ietwat futloos en onaandoenlijk verhaal wel een film die een bepaalde basisspanning weet op te wekken die intrigeert. Voeg daar het gave acteerwerk van Scheider en Janet Margolin aan toe plus een paar aardige bijrollen en je hebt een redelijke film.

Last Exorcism, The (2010)

Het eerste halve uur is erg goed. De toon is ironisch. Het camerawerk dynamisch. De film heeft vaart. Het exorcisme is intrigerend. Het acteerwerk is uitstekend. Met name Patrick Fabian als charismatische duivelsuitdrijver is geweldig. In dat halve uur bouwt de film aan een dichte, drukkende atmosfeer met ruimte voor ironische opklaringen. Het begin vormt een geweldige set-up om religieus fanatisme te ridiculiseren. En dat lukt heel goed.

Vervolgens verliest de film zijn vaart. De frisheid vervlakt. Het verhaal verwordt een beetje tot een herhaling van zetten. Toch zakt de film niet volledig weg in sleur en saaiheid. Daarvoor zorgen enige geroutineerde maar effectief geplaatste schokmomenten plus de vraag of de bezetenheid wel of niet een bovennatuurlijke oorsprong heeft. Het zijn deze elementen die steeds net genoeg prikkelen om de aandacht vast te houden.

The Last Exorcism is een hele redelijke film. Het is found footage die niet te zeer is beladen met clichés en zelfs kans ziet om op ironische wijze fanatisme te bekritiseren. Als aan het einde de film toch nog vervalt in clichématig geschud met de camera, is dat teleurstellend. Desondanks overtuigt The Last Exorcist over de gehele linie met een creatieve verhaallijn, goed acteerwerk en een fijne duistere sfeer met ruimte voor spotternij.

Last Hard Men, The (1976)

Regisseur Andrew V. McLaglen vond het na een hele reeks brave westerns met John Wayne en James Stewart blijkbaar tijd worden om eens een andere kant van de western te onderzoeen. Van de beschouwende ouderwetse western met een vleug romantisch verlangen naar het rauwere werk waarin kogels bloedige wonden achterlaten en de dood op een niet theatrale manier intreedt.

De ruige maar charmante cowboy die vanuit een romantisch gevoel van edelmoedigheid zijn laatste kunststukje voltrekt, moet in deze film wijken voor met cynisme omkleed geboefte en vergane glorie waarop het woord edelmoedig niet goed toepasbaar is. In deze film zijn het grijs geworden revolverhelden die de moderne tijden waarin de auto en de telefoon hun intrede doen, op gepaste wijze becommentariëren met ouderwetse zekerheden zoals hun revolver en hun meedogenloze bruutheid.

De film draait om een achtervolging. Een kat- en muisspel. Een ontsnapte gevangene, halfbloed indiaan en onbehouwen analfabeet genaamd Provo (James Coburn) en een gepensioneerde marshal die betere tijden heeft gekend (Charlton Heston) wiens dochter door Provo wordt gekidnapt. Een persoonlijke kwestie waaraan wederzijdse wraakgevoelens ten grondslag liggen. Tevens een ode aan een generatie brute revolverhelden die niet meer is. Een ode zonder winnaars. Een ode gedrenkt in hopeloosheid, valse verwachtingen en pessimisme. De invloed van de Italiaanse western is onmiskenbaar.

Prima acteerwerk van Coburn en Heston en van de kittige Barbara Hershey in een western met een mager verhaal maar met een prachtige setdesign, een geslaagde sombere rauwe sfeer en een goede dosis spanning.

Last Horror Film, The (1982)

Alternatieve titel: Fanatic

Heel goed is het niet. Een warrige verhaallijn en een warrige montage zorgen voor een chaotisch werkje. Het duurt even voordat je mee kan in de chaotische wereld van de hoofdpersoon. Een hoofdpersoon die last heeft van Meervoudige Persoonlijkheidsstoornis (tegenwoordig heet dat trouwens Dissociatieve identiteitsstoornis, las ik ergens) is gewoon lastig te volgen. Het duurt even voordat dingen op hun plek vallen, er gewenning optreedt en er meer lijn zichtbaar wordt.

Als de warrigheid na verloop van tijd gewenning wordt, is de film meteen beter te pruimen. Achter de warrigheid schuilt eigenlijk wel een aardig verhaaltje. Plotseling blijken er humor, wat twists en redelijke dialoog gehanteerd te worden. Ook de sfx en de gore vallen positief op. Het is redelijk genoeg om de film iets op te waarderen na iets van slag te zijn geweest door alle wanorde. De film krijgt opeens een bepaalde aandoenlijkheid.

Het acteerwerk is wel van laag niveau. Dat kan zelfs de chaotische opmaak niet verbergen. Ach, echt storend is het niet. De verwachting is ook niet hoog.

De setting is alleraardigst. Het filmfestival van Cannes anno 1981. Een hele mooie en levendige entourage. Hier en daar lopen zelfs heuse filmsterren door het beeld. Wel leuk.

Last House on the Left, The (2009)

Regisseur Dennis Iliadis kiest niet voor een rustige opbouw. Vanaf het eerste moment slaat het buitensporige geweld je om de oren. Vanaf het eerste moment is er schokkende turbulentie. De spanning slaat toe en die verdwijnt in de loop van de film niet meer. Zelfs de rustige momenten voelen onbehaaglijk. Onderhuids broeit het steeds. Gewelddadige explosies komen uit het niets. Als kijker hou je daar ook gewoon rekening mee. In de eerste scène word je al heel tactisch geprogrammeerd om de film op die manier te bekijken.

Het programmeren gebeurt heel simpel. De criminelen worden meteen vanaf het begin als psychopathisch en zeer gewelddadig neergezet. Een eerste scène waarin ze zich excessief op een slachtoffer uitleven, zet de toon. Je weet meteen, dat de criminelen zichzelf amper onder controle hebben en dat ontsporend gedrag dus op elk moment kan geschieden. Zelfs op een moment dat er geen directe aanleiding voor is. Als dat eenmaal duidelijk is, wordt elke volgende situatie met beklemmende verwachting bekeken.

Het programmeren gaat vervolgens op dezelfde simpele manier door. Om het contrast tussen goed en slecht te benadrukken, staat er tegenover de criminele kant een doorsnee gezin, dat geïntroduceerd wordt als fatsoenlijk, gezagsgetrouw en moralistisch. Perfecte tegenhangers voor het kwaad. Geen dubbele bodems of ingewikkelde karakterschetsen. Als kijker heb je het makkelijk. Je sympathiseert met het gezin.

Een simpel verhaal en een simpele filosofie, maar het werkt wel. ‘The Last House on the Left’ is een solide film vol gewelddadige en hardvochtige scènes. Er wordt gruwelijk gemoord. Er wordt verkracht. Er vloeit bloed. De camera houdt zich niet in. Die registreert alles op een rechtlijnige manier. Niet sensationeel, maar gewoon zonder opsmuk. Het is afschuwelijk. Het is spannend.

De tagline bij de film luidt: If bad people hurt someone you love, how far would you go to get them back? Die vraag wordt ondubbelinnig beantwoord door het doorsnee gezin. En dat gebeurt zonder het gewelddadige karakter van de film geweld aan te doen.

Nee, het einde is absoluut niet verrassend, maar zo is de film ook niet bedoeld.

Last Laugh, The (2019)

The Last Laugh zet met de menselijke thema’s ouder worden en sterfelijkheid een amusante tragikomedie in elkaar. De thematiek is luchtig ingevlochten in het verhaal zonder afbreuk te doen aan de ernst van de thema’s. De humor is subtiel. Het verhaal is onderhoudend. De personages gespeeld door Chevy Chase en Richard Dreyfuss laveren heel prettig tussen uitgelaten en ingetogen. Ze zijn menselijk en wekken empathie op.

De film is een sympathieke tragikomedie. Een nostalgische roadtrip van twee heren op leeftijd. Onderweg zijn er de gebruikelijke leuke omtmoetingen, de gebruikelijke levensbespiegelingen en de gebruikelijke momenten van inzicht. Verder nog zijn er vermakelijke interacties tussen Chase en Dreyfuss. Het is het gangbare scala aan ingrediënten dat je in een humoristische roadmovie kunt verwachten. Het is weinig verrassend maar gewoon leuk om naar te kijken.

Er is drama. Er is humor. Het drama bevindt zich in de thematiek en blijft op een aangenaam oppervlakkig niveau hangen. De humor baseert zich voornamelijk op het contrast tussen de leefwereld van oude mensen en de moderne leefwereld daarbuiten. De wereld waar de oudere niet meer thuis hoort en is uitgerangeerd. De humor is niet uitbundig en niet venijning. Eerder onschuldig, gemoedelijk en vriendelijk. Best leuk. En zo is de film ook. Niet heel verrassend of opzienbarend, maar vriendelijk, gemoedelijk en best leuk.

Last Man Club (2016)

Goedbedoelde maar ook erg simpele en zoetsappige feelgood. Desondanks redelijk te doen als je je hersens op de stand 'inactief' zet.

Onwaarschijnlijkheid en zoetsappigheid wisselen elkaar af in deze roadmovie. Gebeurtenissen worden erg simpel gepresenteerd en uitgewerkt. De verhaallijn vertoont veel gaten. De logica is ver te zoeken.

Als kijker moet je bereid zijn tot verregaande mentale buigzaamheid of inactiviteit om in het spoor van de film te kunnen meegaan.

't Is allemaal zo lief. Zo karakterloos. Zo gebrekkig uitgewerkt. Zo zonder spice. Neem nou de humor. Die bestaat uit ladingen voorspelbare oubolligheid en is niet leuk. Geen stukje spice te bekennen.

Voor de interacties tussen de personages geldt hetzelfde. Af en toe wat opzichtig spelen met vuur maar in de grond steeds erg tammetjes en correct en sympathiek en enthousiast.

Ook het acteerwerk is niet bepaald goed te noemen. Nu zijn de personages ook wel wat vlak en oninteressant vorm gegeven en daar valt als acteur sowieso niet veel eer te behalen, maar ik kreeg sterk de indruk dat deze cast gewoon niet beter kon.

Niet geweldig.

Last Night in Soho (2021)

In de eerste helft van de film werkt regisseur Edgar Wright vooral met een spirituele mix van heden en verleden. Hij laat zijn protagonist Eloise romantisch dromen over het kleurrijke Londen in de jaren 60 terwijl zij gekluisterd aan haar platenspeler muziek uit die tijd beluistert. Als de film de setting verplaatst van het knusse Engelse platteland met ruimte voor nostalgische dromen naar het harde meedogenloze hedendaagse Londen is het contrast met haar droomwereld groot. De romantische voorstelling van Eloise wordt in de Engelse hoofdstad keihard de nek omgedraaid. Het huidige Londen lijkt in niets op haar droombeelden. De jaren 60 zijn er vervlogen.

Schitterend geënsceneerde film. Met gevoel voor timing en met kunstzinnige overgangen laat Wright twee contrasterende tijdsperiodes in elkaar overvloeien. Ingebed in een aangename soundtrack ontvouwt zich het verhaal over een modestudente en haar droomwereld. Een wereld waarin grenzen vervagen. Het is een aangename en bedwelmende tijdreis.

En terwijl je je zo genietend laat onderdompelen in die prettige nostalgische atmosfeer, sluipen onheilspellende elementjes de film binnen. De aangename en bedwelmende sfeer verandert in een sfeer van verontrusting, terreur en duisternis. Opeens zit je niet meer naar een leuke en sentimentele feelgood te kijken maar naar een film met spanning. Een film met horrorelementen. Het is een bijzondere atmosferische wending, maar tevens een zeer geslaagde.

Intrigerende personages ook, die stevig bijdragen aan de geweldige sfeer. Vooral is dat Thomasin McKenzie in de rol van Eloise de modestudente die als persoon heerlijk zwabbert tussen een angstige boerenpummel en een zelfbewuste designer en bovendien is uitgerust met een stevige dosis paranoia. Ook leuk is het optreden van Diana Rigg in haar laatste rol als chagrijnige hospita. Tot slot noem ik nog even Matt Smith als charmante maar ondoorzichtige manager wiens optreden een heerlijke onaangename uitstraling heeft.

Last Night in Soho is kunstzinnig geënsceneerd. Met name de eerste helft is een audiovisueel meeslepend avontuur. In het tweede deel komt de nadruk meer op de horror te liggen. Nog steeds visueel prachtig alsook spannend maar ik moet helaas ook constateren dat de horrorscènes hier en daar teveel werden gerekt en de schwung in het verhaal op die momenten wat weg viel.

Last of the Mohicans, The (1936)

Niet de eerste verfilming van de roman van James Fenimore Cooper maar wel een goeie. Het verhaal speelt zich af in het jaar 1757. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zijn in oorlog en die strijd wordt ook op het Noord-Amerikaanse continent gevoerd. Tegen die achtergrond bindt de trapper Hawkeye samen met de Mohikanen Chingachgook en Uncas de strijd aan met de vileine Huron Magua die voor het Franse kamp actief is en de twee dochters van een Engelse kolonel heeft geschaakt.

De film blijft redelijk trouw aan de roman. Slechts aan het eind veroorlooft de film zich afwijkingen van het originele verhaal. Storend is dat niet. De film is prima gestroomlijnd en heeft dynamiek. De film heeft vaart en kent maar weinig stille momenten. Randolph Scott vertolkt de rol van Hawkeye. Net als in zijn westerns speelt hij de held op een stoïcijnse manier. Hij is cool, zou je kunnen zeggen. Zijn Mohicaanse companen worden evenals Magua gespeeld door blanke acteurs. Niet ongebruikelijk in die tijd, maar het maakt dat de inleving in de Indiaanse karakters wat moeizaam verloopt.

Nog leuk om te vermelden is dat delen van de score van Max Steiner uit King Kong (1933) in deze film worden gebruikt. Ze zijn vooral bij de actiescènes hoorbaar. Een ander leuk weetje die een andere verbinding met King Kong inhoudt, is dat Bruce Cabot die hier de rol van Magua speelt in King Kong de rol van John Driscoll speelde.

Tegenwoordig is de versie van Michael Mann natuurlijk de bekendste verfilming van The Last of the Mohicans. Moderner vormgegeven, flitsender en ook een goeie film. De verfilming uit 1936 houdt echter goed stand en doet wat mij betreft amper onder voor die uit 1992.

Last Rifleman, The (2023)

The Last Rifleman vertelt het waargebeurde verhaal van de Britse D-Day-veteraan Bernard Jordan die in 2014 uit zijn verpleeghuis ontsnapte om de feestelijkheden in het kader van 70 jaar D-Day bij te kunnen wonen. De film kwam enkele weken later uit dan The Great Escaper (2023). Een film die precies hetzelfde verhaal vertelt en Michael Caine in de hoofdrol heeft. The Last Rifleman met Pierce Brosnan in de hoofdrol kreeg derhalve weinig aandacht en draaide niet in de bioscopen. Ik heb The Great Escaper niet gezien en kan niet vergelijken, maar ik kan wel zeggen dat The Last Rifleman een prima film is met een bijzonder goede rol van Pierce Brosnan.

Brosnan speelt de 92-jarige Artie, die door schuldgevoelens wordt geteisterd. De schuldgevoelens betreffen zijn beste vriend die in de oorlog omkwam. Artie rekent zich zijn dood aan. De schuldgevoelens zijn een rode draad die bij gelegenheid opduiken. Samen met Artie's breekbare gestel en zijn fijnzinnige gevoel voor droge humor voorziet de rode draad de film en het personage Artie van een ontroerende charme.

Nadat Artie het verpleeghuis heeft verlaten verandert de film in een heuse roadmovie. Tijdens zijn reis van Schotland naar Frankrijk ontmoet Artie bijzondere mensen. Die ontmoetingen zorgen voor luchtigheid en maken dat de melancholische ondertoon van de film niet (te ver) doorschiet naar het tragische. Regisseur Terry Loane slaagt er goed in een film te maken die ernstige thema’s als schuld, trauma en heldendom met een aanvaardbare hoeveelheid lichtvaardigheid ernstig laat zijn op een gemakkelijk te verstouwen manier die is gespeend van al te veel somberheid en kitscherigheid.

The Last Rifleman toont een emotionele blik op een man die in zijn verleden gevangen zit en geeft terloops nog wat kritiek op een samenleving die oorlogshelden eervol bejegend maar in het algemeen evengoed de oudere generatie liever niet ziet staan. The Last Rifleman is een prima film en heeft in Pierce Brosnan een uitstekende hoofdrolspeler die de film met verve draagt.

Last Shift (2014)

Van regisseur Anthony DiBlasi zag ik ooit Most Likely to Die (2015). Een zeer matig werkje dat tamelijk shockvrij aan mij voorbij trok. Ik herinner mij van die film vooral dat de link met Clive Barker (DiBlasi deed productie- en regiewerkzaamheden bij verfilmingen van zijn verhalen) mij toen op het bestaan van DiBlasi attendeerde. De eerste kennismaking met zijn eigen werk was erg teleurstellend en de man verdween in mijn geestelijke ijskast. Tot nu dan.

Het was goed dat de ijskast even van het slot ging. Last Shift is geen teleurstelling. Deze productie, die ik overigens bekeek zonder te weten dat DiBlasi de regisseur was, is gewoon goed. Het besef kwam pas bij de aftiteling. Waarschijnlijk heb ik bij de begincredits niet zitten opletten. Dat gebeurt me vaker. In dit geval een goed ding. Zijn jongste film heet overigens Extremity (2018) en die wekt nu toch wel absolute nieuwsgierigheid op, ook al wordt ie bepaald niet laaiend enthousiast bekritiseerd door medegebruikers.

Voor Last Shift bedacht DiBlasi de verhaallijn, schreef hij mee aan het script en deed hij de regie. Al die inspanning levert een goede horrorfilm op. Er zijn gemene jumpscares. Er hangt en een prima sfeer van beklemming en duisternis. Er is suspense. Er is een bedekt verhaal dat heel langzaam wordt ontrafeld. Al die zaken genereren spanning.

Ook is er een aangenaam hoofdpersonage dat geleidelijk een paranoïde, angstige en verwarde geestesgesteldheid aanneemt, die je als kijker als het ware overneemt. De film neemt je mee in haar angstige beleving en probeert je met geluid en beeld te manipuleren, zodat je bereid bent om een saai en doods politiebureau als een plaats van terreur en verschrikking te gaan zien.

Ik ging graag mee in de sinistere sfeer en zag een film die mij af en toe recht overeind staande haartjes bezorgde. Dat gebeurt me niet vaak.

Last Showgirl, The (2024)

Bij het horen van de naam Pamela Anderson denk ik aan Baywatch en aan een sekstape. Bij de naam Pamela Anderson heb ik geen associaties die duiden op een groot acteertalent. In The Last Showgirl bewijst Pamela Anderson dat ze meer kan dan schaars gekleed paraderen en seksueel actief zijn in een video. Pamela Anderson kan daadwerkelijk acteren.
Nu moet wel worden opgemerkt dat de rol van danseres Shelly in The Last Showgirl voor haar gemaakt lijkt te zijn. Anderson speelt een oudere vrouw die ooit sekssymbool was en worstelt met het feit dat de gouden jaren achter haar liggen. De toekomst is onzeker. Nou, zeg nou zelf. Dat verhaal klinkt bijna autobiografisch en is haar op het lijf geschreven. De schrijfster heeft het verhaal echter niet geschreven met de figuur van Pamela Anderson in haar achterhoofd. De film baseert zich op het toneelstuk Body of Work van Kate Gersten. Een toneelstuk dat nooit werd opgevoerd maar dat dus wel het draaiboek voor The Last Showgirl opleverde. Voor het script is Gersten ook verantwoordelijk.
Dat de oorsprong van de film in een toneelstuk is gelegen, is goed te zien. Er zijn slechts enkele locaties. De meeste scènes spelen zich in de woning van Anderson of backstage af. Een ander toneelmatig aspect aan de film is dat er weinig handeling is. De meeste tijd wordt er gepraat. Daarbij blijft veel onuitgesproken. Om uit het gebabbel een boodschap te filteren moet je als het ware onder de woorden kijken. De personages hebben de neiging om het vooral niet over bepaalde persoonlijke issues te hebben. Te pijnlijk. Te confronterend. Zo wordt Shelley niet graag herinnerd aan het feit dat zij haar carrière boven haar dochter verkoos. Dat onuitgesproken feit levert wel een van de mooiste en aangrijpendste scènes van de film op als de dochter de show van haar moeder bezoekt en zich realiseert dat die carrière niet meer voorstelt dan een rol in een ordinaire dansparade van vrouwelijk vleeswaar.
Regisseur Gia Coppola laat de film nooit te dramatisch worden. Het verhaal passeert op een rustige toon. Gebeurtenissen doen zich zonder veel ophef en als terloops voor met als gevolg dat veel in de film wordt aangestipt zonder dat een afsluiting van het aangestipte volgt. Bij de personages blijven louterende momenten en besluitvaardige inzichten uit. The Last Showgirl is geen feelgood. In de film worden de dingen zonder enige vorm van zoetsappigheid tegenover elkaar geplaatst. Schoonheid en lelijkheid. Begeerlijkheid en onaantrekkelijkheid. Introspectie en oppervlakkigheid. De film schroomt niet om de droomwereld waarin de meeste personages zo gerieflijk en vol zelfbedrog verkeren, te demonteren. En dat levert een schrijnend beeld op en is ontroerend zonder dat Coppola opzichtig op de traan speelt. Goeie film.

Last Voyage of the Demeter, The (2023)

De film baseert zich op de roman Dracula van Bram Stoker. Dat is gezien het enorme aantal verfilmingen van dat boek op zich niets opmerkelijks. Wel opmerkelijk is dat de film zich richt op het hoofdstuk dat vertelt van de overzeese overtocht van de vampier naar Engeland. In films wordt soms korte aandacht aan deze reis besteed, maar meer dan een voetnoot is het nooit. Een film die geheel in het teken staat van de overtocht was er volgens mij nog niet.

In de roman is het betreffende hoofdstuk trouwens vrij kort. De film neemt er met een speelduur van bijna twee uur ruim de tijd voor. De lengte is een zwakte. Veel momenten in de film zijn eigenlijk maar taaie stukken film waarin niet veel gebeurt. Bovendien is de film vrij donker gehouden wat het kijkplezier niet verhoogt. De donkerte is natuurlijk logisch, want de vampier is geen wezen dat het daglicht goed kan verdragen. Iets meer belichting had ik desondanks op prijs gesteld. Veel blijft nu verborgen. Heel sfeervol, maar ik vond het maar een vermoeiende kijkbeleving.

Ook sfeervol is de setting in de vorm van een oude tweemaster met de naam Demeter. Een vrij klein speelveld met toch nog voldoende hoekjes en gaatjes om je als vampier te kunnen verstoppen. En zo wordt de beklemmende setting af en toe ten volle gebruikt om horrorwaardige scènes tevoorschijn te brengen. Het houdt alleen niet over. De spanningsboog zakt veelvuldig in. Dat doet regisseur André Øvredal in films als The Autopsy of Jane Doe (2016) en Scary Stories to Tell in the Dark (2019) toch beter.

Van de personages was ik ook niet erg onder de indruk. Ze hebben weinig laag en hun interacties met het monster zijn ook vrij tam. De protagonist die een zwarte Engelse arts is die beroepshalve vanwege zijn huidskleur niet aan de bak komt in Roemenië, zich in het aanzicht van de kapitein als held manifesteert en als scheepsdokter mee terug mag reizen naar Engeland, blijft zelfs op het schip een buitenstaander. Hij heeft eigenlijk op geen enkel moment contact met het monster. Zijn integratie als heldhaftige protagonist in het verhaal is goed bedoeld, vermoed ik, maar verloopt niet erg succesvol.

The last Voyage of The Demeter is doorsnee. Leuk idee, maar de uitwerking van dat idee is gewoon niet heel interessant.

Last Word, The (2017)

De Amerikaanse feelgood fabriek spuwt de gelijknamige films aan de lopende band uit. Af en toe pak ik er eens eentje mee. Gewoon omdat het lekker is. Het is lekker om gedachtenloos mee te leven met onvoorstelbare samenlopen van omstandigheden, met onvoorstelbare staaltjes van medemenselijkheid en met onvoorstelbare vormen van ontroering en gelukzaligheid. Het is suikerzoete kauwgom. Even lekker, maar zonder veel nasmaak. Het is gemakkelijk kijkvoer dat blijkbaar invulling geeft aan een bepaalde emotionele behoefte ofzo. Het is onschuldig vermaak. Het is slechts zo nu en dan. Vaker moet ook niet. Overkill moet worden gemeden. Bij teveel gaat de functionaliteit verloren en is het niet meer lekker.

Deze is lekker. Alles klopt. De lach, de traan, de levensles, de tegenslag, de overwinning, het onvermijdelijke brokje romantiek. Onvoorstelbaarheid en voorspelbaarheid vieren hoogtij. Het kijkt prettig weg.

Er wordt ook nog eens heel behoorlijk geacteerd. Seyfried en MacLaine doen hun uiterste best. Hun personages hebben nauwelijks enige connectie met het echte leven, maar dat is aan het acteerwerk niet af te zien. Dat is erg goed. Heerlijk. Met name MacLaine's personage, dat van het voorspelbare type ruwe bolster blanke pit is, is verrukkelijk onvoorstelbaar.

Leuke film. Ben niet teleurgesteld. Wel weer verzadigd.